ECLI:NL:TACAKN:2013:7 Accountantskamer Zwolle 13/12 Wtra ak

ECLI: ECLI:NL:TACAKN:2013:7
Datum uitspraak: 08-07-2013
Datum publicatie: 09-07-2013
Zaaknummer(s): 13/12 Wtra ak
Onderwerp:
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Tijdelijke doorhaling in verband met niet betalen van eerder opgelegde boete.

ACCOUNTANTSKAMER

BESLISSING van 8 juli 2013 in de zaak met nummer 13/12 Wtra AK, welke zaak ingevolge artikel 5, lid 4 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) is voortgevloeid uit de zaak met nummer 12/254 Wtra PE van

de voorzitter van de NEDERLANDSE BEROEPSORGANISATIE VAN ACCOUNTANTS (Nba), als rechtsopvolger van het KONINKLIJK NEDERLANDS INSTITUUT VAN REGISTERACCOUNTANTS (NIVRA) , kantoorhoudende te Amsterdam,

K L A G E R ,

t e g e n

Y ,

registeraccountant,

wonende te [plaats],

B E T R O K K E N E .

1. Het verloop van de procedure

1.1 De Accountantskamer heeft kennisgenomen van:

-         haar beslissing van 27 juli 2012 in de zaak van de voorzitter van het Koninklijk NIVRA tegen betrokkene met nummer 12/254 Wtra PE;

-         een last tot tenuitvoerlegging van die beslissing, gegeven door haar voorzitter op 1 oktober 2012;

-         een brief van 21 november 2012 van haar voorzitter aan betrokkene;

-         de oproeping van betrokkene van 8 januari 2013 om op 15 februari 2013 door de Accountantskamer te worden gehoord.

1.2 Betrokkene is op 15 februari 2013, hoewel behoorlijk opgeroepen, zonder kennisgeving niet verschenen en heeft zich toen evenmin laten vertegenwoordigen.

2. De vaststaande feiten

Op grond van de stukken stelt de Accountantskamer het volgende vast.

2.1 Betrokkene staat als registeraccountant ingeschreven in het register als bedoeld in artikel 36, eerste lid, van de Wet op het accountantsberoep (voorheen: artikel 55, eerste lid, van de Wet op de registeraccountants).

2.2 Bij de beslissing van de Accountantskamer van 27 juli 2012 is aan betrokkene, wegens ‑ kort weergegeven ‑ het niet naleven van zijn PE-verplichtingen en het niet voldoen aan zijn informatieverplichting jegens het NIVRA, onder meer als maatregel een geldboete van € 1.000,-- opgelegd.  Die beslissing is op 8 september 2012 onherroepelijk geworden. Bij de last tot tenuitvoerlegging van die beslissing van 1 oktober 2012 is betrokkene de gelegenheid geboden de geldboete te voldoen vóór 1 november 2012. In de brief van 21 november 2012 van de voorzitter van de Accountantskamer is betrokkene een laatste gelegenheid geboden de genoemde boete alsnog binnen een termijn van 2 weken te betalen. Betrokkene heeft de boete niet voldaan.

3. De gronden van de beslissing

Omtrent het niet (tijdig) voldoen aan de last tot tenuitvoerlegging van 1 oktober 2012 overweegt de Accountantskamer het volgende.

3.1 Van betrokkene is op de last tot tenuitvoerlegging, op de brief van 21 november 2012 en op de oproeping voor de zitting geen enkele reactie ontvangen.

3.2 Aldus is van betrokkene niet vernomen of en, zo ja, welke redenen hij had tot het achterwege laten van betaling van de geldboete. De Accountantskamer gaat er daarom van uit dat deze niet bestonden, zodat geen rechtvaardiging is gebleken voor het uitblijven van de betaling van de aan betrokkene opgelegde boete. Deze nalatigheid levert strijd op met de wet en met het belang van een goede uitoefening van het accountantsberoep.

3.3 Alles in aanmerking nemende acht de Accountantskamer het passend en geboden om betrokkene thans de in artikel 2, eerste lid, aanhef en sub d. Wtra bedoelde ‑ nadere ‑ maatregel van tijdelijke doorhaling van de inschrijving in de registers als bedoeld in artikel 1 onder i. van de Wtra voor de duur van één maand op te leggen. De Accountantskamer heeft bij dit oordeel rekening gehouden met de hoogte van de niet betaalde boete, met de omstandigheid dat betrokkene herhaaldelijk is gewaarschuwd voor eventuele ambtshalve toepassing van het bepaalde in het vierde lid van artikel 5 Wtra en met het gegeven dat van betrokkene geen enkele reactie is ontvangen.

4. De beslissing

De Accountantskamer:

·        legt aan betrokkene op de - nadere - maatregel van tijdelijke doorhaling van de inschrijving van betrokkene in de registers bedoeld in artikel 1, onder i. Wtra voor de duur van één maand. Deze doorhaling gaat in op de tweede dag volgend op de dag waarop deze beslissing onherroepelijk is geworden én de voorzitter van de Accountantskamer een last tot tenuitvoerlegging heeft uitgevaardigd en eindigt na ommekomst van één maand;

·        verstaat dat de AFM en de voorzitter van de Nba, na het onherroepelijk worden van deze uitspraak en de last tot tenuitvoerlegging ervan door de voorzitter van de Accountantskamer, ingevolge artikel 9, tweede lid, juncto artikel 47 Wtra, zorgen voor opname van deze tuchtrechtelijke maatregel in de registers bedoeld in artikel 1, onder i. Wtra.

Aldus beslist door mr. M.B. Werkhoven, voorzitter, mr. E.F. Smeele (rechterlijk lid) en P. van de Streek AA (accountantslid), in aanwezigheid van W. Welmers, secretaris, en in het openbaar uitgesproken op 8 juli 2013.

_________                                                                            __________

secretaris                                                                                voorzitter

Deze uitspraak is aan partijen verzonden op: ­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­________________________

____________________________________________________________________________________________

Ingevolge artikel 43 Wtra, juncto artikelen 31 en 32 Wet tuchtrechtspraak bedrijfsorganisatie 2004, kunnen betrokkene dan wel de voorzitter van de Nba tegen deze uitspraak binnen 6 weken na verzending daarvan hoger beroep instellen door het indienen van een beroepschrift bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven, Postbus 20021, 2500 EA te Den Haag. Het beroepschrift dient te zijn ondertekend en de gronden van het beroep te bevatten.