ECLI:NL:TACAKN:2013:4 Accountantskamer Zwolle 13/9 Wtra AK

ECLI: ECLI:NL:TACAKN:2013:4
Datum uitspraak: 08-07-2013
Datum publicatie: 09-07-2013
Zaaknummer(s): 13/9 Wtra AK
Onderwerp:
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Definitieve doorhaling in verband met recidive niet betalen van opgelegde boete.

ACCOUNTANTSKAMER

BESLISSING van 8 juli 2013 in de zaak met nummer 13/9 Wtra AK , welke zaak ingevolge artikel 5 lid 4 van de Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) is voortgevloeid uit de zaak met nummer 12/339 Wtra PE van

de voorzitter van de NEDERLANDSE BEROEPSORGANISATIE VAN ACCOUNTANTS (Nba), als rechtsopvolger van het KONINKLIJK NEDERLANDS INSTITUUT VAN REGISTERACCOUNTANTS (NIVRA) , kantoorhoudende te Amsterdam,

K L A G E R ,

t e g e n

Y ,

registeraccountant,

wonende te [plaats} (land),

B E T R O K K E N E.

1. Het verloop van de procedure

1.1 De Accountantskamer heeft kennisgenomen van:

-         haar beslissing van 27 juli 2012 in de zaak met nummer 12/339;

-         de last van haar voorzitter van 1 oktober 2012 tot tenuitvoerlegging van evengenoemde beslissing in de zaak met nummer 12/339;

-         de brief van 21 november 2012 van haar voorzitter aan betrokkene;

-         de oproeping van betrokkene van 8 januari 2013 om op 15 februari 2013 door de Accountantskamer te worden gehoord.

1.2 Betrokkene is op 15 februari 2013, hoewel behoorlijk opgeroepen, zonder kennisgeving niet verschenen en hij heeft zich toen evenmin laten vertegenwoordigen.

2. De vaststaande feiten

Op grond van de stukken stelt de Accountantskamer het volgende vast.

2.1 Betrokkene staat als registeraccountant ingeschreven in het register als bedoeld in artikel 36, eerste lid, van de Wet op het accountantsberoep (voorheen: artikel 55, eerste lid, van de Wet op de registeraccountants).

2.2 Bij beslissing van 27 juli 2012 is aan betrokkene wegens ‑ kort weergegeven - het niet naleven van zijn PE-verplichtingen en het niet voldoen aan zijn informatieverplichting jegens het NIVRA onder meer als maatregel een geldboete van € 1.000,-- opgelegd. Deze beslissing is op 8 september 2012 onherroepelijk geworden. Bij de last tot tenuitvoerlegging van deze beslissing van 1 oktober 2012 is betrokkene de gelegenheid geboden deze geldboete vóór 1 november 2012 te voldoen. Per brief van de voorzitter van 21 november 2012 is aan betrokkene een laatste gelegenheid geboden de genoemde boete alsnog binnen een termijn van 2 weken te betalen. Betrokkene heeft de boete niet voldaan.

2.3 Bij de oproeping van betrokkene voor 15 februari 2013 is hem medegedeeld dat hij in de gelegenheid werd gesteld te worden gehoord over een eventuele ambtshalve beslissing hem de maatregel op te leggen van (tijdelijke) doorhaling van zijn inschrijving in de registers, bedoeld in artikel 1, onder i. van de Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra).

3. De gronden van de beslissing

Omtrent het niet (tijdig) voldoen aan de last tot tenuitvoerlegging van 1 oktober 2012 overweegt de Accountantskamer het volgende.

3.1 Van betrokkene is op de last tot tenuitvoerlegging, op de brief van 21 november 2012 en op de oproeping voor 15 februari 2013 geen enkele reactie ontvangen.

3.2 Aldus is van betrokkene niet vernomen of en, zo ja, welke redenen hij had tot het achterwege laten van betaling van de geldboete. De Accountantskamer gaat er daarom van uit dat deze niet bestonden, zodat geen rechtvaardiging is gebleken voor het uitblijven van de betaling van de aan betrokkene opgelegde boete. Deze nalatigheid levert strijd op met de wet en met het belang van een goede uitoefening van het accountantsberoep.

3.3 Het is de Accountantskamer ambtshalve bekend dat betrokkene al eerder tuchtrechtelijk is veroordeeld voor soortgelijk nalaten. Namelijk bij beslissing van 5 september 2011 van de Accountantskamer is aan betrokkene wegens - kort weergegeven - het niet naleven van zijn PE-verplichtingen en het niet voldoen aan zijn informatieverplichting jegens het NIVRA onder meer als maatregel een geldboete van € 1.100,-- opgelegd. Na de last tot tenuitvoerlegging van deze beslissing, waarbij hem de gelegenheid werd geboden de geldboete vóór 26 november 2011 te voldoen, heeft betrokkene die boete niet voldaan. Bij beslissing van 29 mei 2012 is daarom op grond van artikel 5 van de Wtra aan betrokkene opgelegd de ‑ nadere - maatregel van tijdelijke doorhaling van de inschrijving in het register, bedoeld in (het destijds geldende) artikel 1, onder j. Wtra, voor de duur van één maand.

De Accountantskamer acht het daarom thans passend en geboden om betrokkene op te leggen de in artikel 2, eerste lid, aanhef en sub e. Wtra bedoelde ‑ nadere ‑ maatregel van doorhaling van de inschrijving in de registers als bedoeld in artikel 1, onder i. van de Wtra, met de bepaling dat de termijn, waarbinnen betrokkene niet opnieuw in de registers kan worden ingeschreven, één maand bedraagt. Betrokkene heeft immers andermaal een tuchtrechtelijke beslissing genegeerd. Bij dit oordeel is tevens rekening gehouden met de hoogte van de niet betaalde boete, de omstandigheid dat betrokkene herhaaldelijk is gewaarschuwd voor de ambtshalve toepassing van het bepaalde in het vierde lid van artikel 5 Wtra en het gegeven dat van betrokkene geen enkele reactie is ontvangen.

4. De beslissing

De Accountantskamer:

·        legt ter zake aan betrokkene op de - nadere - maatregel van doorhaling van de inschrijving van betrokkene in de registers bedoeld in artikel 1, onder i. Wtra, met de bepaling dat de termijn, waarbinnen betrokkene niet opnieuw in die registers kan worden ingeschreven, 1 (één) maand bedraagt. Deze doorhaling gaat in op de tweede dag volgend op de dag waarop deze beslissing onherroepelijk is geworden én de voorzitter van de Accountantskamer een last tot tenuitvoerlegging heeft uitgevaardigd;

·        verstaat dat de AFM en de voorzitter van de Nba, na het onherroepelijk worden van deze uitspraak en een last tot tenuitvoerlegging van de voorzitter van de Accountantskamer, ingevolge artikel 9, tweede lid juncto artikel 47 Wtra, zorgen voor opname van deze tuchtrechtelijke maatregel in de registers bedoeld in artikel 1, onder i. Wtra.

Aldus beslist door mr. M.B. Werkhoven, voorzitter, mr. E.F. Smeele (rechterlijk lid) en P. van de Streek AA (accountantslid), in aanwezigheid van W. Welmers, secretaris, en in het openbaar uitgesproken op 8 juli 2013.

________                                                                              __________

secretaris                                                                                voorzitter

Deze uitspraak is aan partijen verzonden op: ­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­_________________________

____________________________________________________________________________________________

Ingevolge artikel 43 Wtra, juncto de artikelen 31 en 32 Wet tuchtrechtspraak bedrijfsorganisatie 2004, kunnen/kan betrokkene en/of de voorzitter van de Nba tegen deze uitspraak binnen 6 weken na verzending daarvan hoger beroep instellen door het indienen van een ‑ ondertekend en de gronden van het beroep bevattend ‑ beroepschrift bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven, Postbus 20021, 2500 EA  Den Haag.