ECLI:NL:TACAKN:2013:6 Accountantskamer Zwolle 13/10 Wtra AK

ECLI: ECLI:NL:TACAKN:2013:6
Datum uitspraak: 08-07-2013
Datum publicatie: 09-07-2013
Zaaknummer(s): 13/10 Wtra AK
Onderwerp:
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Tijdelijke doorhaling in verband met niet betalen van eerder opgelegde boete.

ACCOUNTANTSKAMER

BESLISSING van 8 juli 2013 in de zaak met nummer 13/10 Wtra AK, welke zaak ingevolge artikel 5, lid 4 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) is voortgevloeid uit de zaak met nummer 12/261 Wtra PE van

de voorzitter van de NEDERLANDSE BEROEPSORGANISATIE VAN ACCOUNTANTS (Nba), als rechtsopvolger van het KONINKLIJK NEDERLANDS INSTITUUT VAN REGISTERACCOUNTANTS (NIVRA) , kantoorhoudende te Amsterdam,

K L A G E R ,

t e g e n

Y ,

voorheen registeraccountant,

wonende te [plaats],

B E T R O K K E N E .

1. Het verloop van de procedure

1.1 De Accountantskamer heeft kennisgenomen van:

-          haar beslissing van 27 juli 2012 waarbij aan betrokkene - onder meer - de maatregel van een geldboete van € 1.000,-- is opgelegd;

-          de last tot tenuitvoerlegging van haar voorzitter van 1 oktober 2012, waarbij aan betrokkene de gelegenheid is geboden om de geldboete te voldoen vóór

1 november 2012;

-          de door haar voorzitter aan betrokkene bij brief van 21 november 2012 geboden laatste gelegenheid tot betaling van de laatst bedoelde boete binnen een termijn van 2 weken;

-          de oproeping aan betrokkene van 8 januari 2013 om aanwezig te zijn op de openbare zitting van 15 februari 2013 teneinde te worden gehoord over de eventuele ambtshalve oplegging van de maatregel van een (tijdelijke) doorhaling van de inschrijving van betrokkene in de registers bedoeld in artikel 1 onder i. van de Wtra.

1.2 Betrokkene is, zonder voorafgaande kennisgeving, niet ter zitting van 15 februari 2013 verschenen en heeft zich daar evenmin laten vertegenwoordigen.

2. De vaststaande feiten

Op grond van de stukken stelt de Accountantskamer het volgende vast.

2.1 Betrokkene stond tot en met 31 december 2012 ingeschreven in het register als bedoeld in artikel 55, eerste lid, van de Wet op de registeraccountants (oud).

2.2 Bij beslissing van 27 juli 2012 is aan betrokkene wegens - kort weergegeven - het niet naleven van zijn PE-verplichtingen en het niet voldoen aan zijn informatieverplichting jegens het NIVRA onder meer als maatregel een geldboete van € 1.000,-- opgelegd.  Deze beslissing is op 8 september 2012 onherroepelijk geworden. Betrokkene heeft de boete niet voldaan.

3. De gronden van de beslissing

Omtrent het niet (tijdig) voldoen aan de last tot tenuitvoerlegging van 1 oktober 2012 overweegt de Accountantskamer het volgende.

3.1 Van betrokkene is na de last tot tenuitvoerlegging, na de brief van 21 november 2012 en na de oproeping voor de zitting geen enkele reactie ontvangen.

3.2 Aldus is van betrokkene niet vernomen of en, zo ja, welke redenen hij had tot het achterwege laten van betaling van de geldboete. De Accountantskamer gaat er daarom van uit dat deze niet bestonden, zodat geen rechtvaardiging is gebleken voor het uitblijven van de betaling van de aan betrokkene opgelegde boete. Deze nalatigheid levert strijd op met de wet en met het belang van een goede uitoefening van het accountantsberoep.

3.3 De Accountantskamer acht de nadere oplegging van de in artikel 2, eerste lid, aanhef en sub d. Wtra bedoelde maatregel van tijdelijke doorhaling van de inschrijving van betrokkene in de registers als bedoeld in artikel 1, onder i. van de Wtra voor de duur van één maand passend en geboden. Bij dit oordeel is rekening gehouden met de hoogte van de niet betaalde boete, de omstandigheid dat betrokkene herhaaldelijk is gewaarschuwd voor de ambtshalve toepassing van het bepaalde in het vierde lid van artikel 5 Wtra en het gegeven dat van betrokkene geen enkele reactie is ontvangen.

4. De beslissing

De Accountantskamer:

·         legt ter zake aan betrokkene op de - nadere - maatregel van tijdelijke doorhaling van de inschrijving van betrokkene in de registers bedoeld in artikel 1, onder i. Wtra voor de duur van één maand. Deze doorhaling gaat in op de tweede dag volgend op de dag waarop deze beslissing onherroepelijk is geworden én de voorzitter van de Accountantskamer een last tot tenuitvoerlegging heeft uitgevaardigd en eindigt na ommekomst van één maand;

·         verstaat dat de AFM en de voorzitter van de Nba, na het onherroepelijk worden van deze uitspraak en de last tot tenuitvoerlegging van de voorzitter van de Accountantskamer, ingevolge artikel 9, tweede lid juncto artikel 47 Wtra zorgen voor opname van deze tuchtrechtelijke maatregel in de registers bedoeld in artikel 1, onder i. Wtra.

Aldus beslist door mr. M.B. Werkhoven, voorzitter, mr. E.F. Smeele (rechterlijk lid) en P. van de Streek AA (accountantslid), in aanwezigheid van W. Welmers, secretaris, en in het openbaar uitgesproken op 8 juli 2013.

_________                                                                            __________

secretaris                                                                                voorzitter

Deze uitspraak is aan partijen verzonden op: ­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­________________________

____________________________________________________________________________________________

Ingevolge artikel 43 Wtra, juncto artikelen 31 en 32 Wet tuchtrechtspraak bedrijfsorganisatie 2004, kunnen betrokkene dan wel de voorzitter van de Nba tegen deze uitspraak binnen 6 weken na verzending daarvan hoger beroep instellen door het indienen van een beroepschrift bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven, Postbus 20021, 2500 EA te Den Haag. Het beroepschrift dient te zijn ondertekend en de gronden van het beroep te bevatten.