Zoekresultaten 2101-2150 van de 2378 resultaten

  • ECLI:NL:TGDKG:2024:52 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/742185 / DW RK 23/408 LvB/WdJ

    Klacht deels gegrond. Maatregel van berisping opgelegd. De gerechtsdeurwaarder heeft ten onrechte in het tarievenoverzicht opgenomen dat er kosten bij de opdrachtgever in rekening kunnen worden gebracht voor werkzaamheden die worden gemaakt voor een klachtenprocedure.

  • ECLI:NL:TGDKG:2024:59 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/742770 / DW RK 23/427 LvB/WdJ

    Verzet. Klaagster heeft geen gronden tegen de voorzittersbeslissing ingediend. Verzet niet-ontvankelijk. De kamer heeft ten overvloede overwogen dat de gerechtsdeurwaarder niet tuchtrechtelijk laakbaar heeft gehandeld door de titel ten uitvoer te leggen.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2024:50 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/5813

    Klager is aangehouden met een alcoholpromillage van 2,369‰. De psychiater, die in opdracht van het CBR onderzoek doet naar alcoholmisbruik, stelt na een kort onderzoek de diagnose alcoholmisbruik. Klager klaagt erover dat de diagnose te snel en zonder voldoende vragen is gesteld. Het college oordeelt dat de klacht gegrond is, omdat de psychiater niet zorgvuldig genoeg te werk is gegaan en onvoldoende heeft doorgevraagd naar klagers drinkpatroon. Hierdoor was de diagnose niet goed onderbouwd. Het college legt de maatregel van berisping op vanwege gebrek aan zorgvuldigheid en professionele interesse.

  • ECLI:NL:TGDKG:2024:53 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/730267 / DW RK 23/60 LvB/WdJ

    Klacht is gelet op gebrekkige communicatie van de gerechtsdeurwaarder gegrond. Maatregel van waarschuwing opgelegd

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2024:51 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/5853

    Verweerder (longarts) wordt verweten dat hij klaagster heeft beschuldigd van blowen. Verweerder heeft aangevoerd dat hij klaagster nergens van heeft beschuldigd maar heeft gevraagd naar cannabisgebruik om een goede diagnose te kunnen stellen.Oordeel college: Het stellen van een dergelijke vraag in het kader van een anamnese voor het stellen van een diagnose, is geen beschuldiging. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2024:54 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/730291 / DW RK 23/64 LvB/WdJ

    Klacht gegrond. Maatregel van berisping opgelegd. De gerechtsdeurwaarder heeft niet (tijdig) gereageerd op herhaalde verzoeken van de advocaat van klager om informatie en om aanpassing van de beslagvrije voet met terugwerkende kracht.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2024:52 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/5663

    De psychiater heeft een derde deskundigenrapport opgesteld in een langlopende letselschadeprocedure na een ongeval. Zij concludeert dat klager vermoedelijk een paranoïde persoonlijkheidsstoornis heeft die niet het gevolg is van het ongeval. De klager betwist de werkwijze en de conclusies van de psychiater. Het college verklaart de klacht gegrond. De psychiater had een goede onderzoeksopzet en methode, maar zij verwoordde haar bevindingen op een manier die niet objectief was en de feiten vervormde. Dit heeft geleid tot de schijn van vooringenomenheid en onzorgvuldigheid, wat in strijd is met de beroepsnormen. Daarnaast maakt de psychiater in haar rapportage een niet onderbouwde stap van een ‘vermoedelijke persoonlijkheidsstoornis’ naar een diagnostische conclusie “persoonlijkheidsstoornis,” waarbij deze diagnostische conclusie een bepalende rol heeft ten aanzien van het doel waarvoor het onderzoek is aangevraagd. Juist binnen de complexe context van deze zeer specifieke zaak heeft zij als rapporterend psychiater niet voldaan aan de kernwaarden zorgvuldigheid in formulering en onpartijdigheid. Zij heeft zich ook onvoldoende reflectief en leerbaar opgesteld. Daarom legt het college de maatregel van berisping op.

  • ECLI:NL:TGDKG:2024:55 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/736015 / DW RK 23/238 LvB/WdJ

    Klacht ongegrond. De gerechtsdeurwaarder heeft gelet op zijn ministerieplicht niet tuchtrechtelijk laakbaar gehandeld door de titel ten uitvoer te leggen. De klacht ten aanzien van het niet volledig terugbetalen van ingehouden gelden is een civiele aangelegenheid.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2024:53 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/5878

    Verweerder (longarts) wordt door klagers (patiënt en zoon van patiënt) verweten dat verweerder een verkeerde diagnose heeft gesteld en/of een onjuiste behandeling heeft uitgevoerd. Daardoor zou mogelijk schade zijn ontstaan. Verweerder heeft zich onprofessioneel gedragen richting de familie van patiënt door de familie aan te geven dat patiënt ongeneeslijk ziek zou zijn.Oordeel college: zoon van patiënt is voor enkele klachtonderdelen kennelijk niet-ontvankelijk omdat hij geen rechtstreeks belanghebbende is en daarom niet klachtgerechtigd is. Het college behandelt geen gevolgen van het handelen van verweerder. De klacht is kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2024:56 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/7438925 / DW RK 23/461 LvB/WdJ

    Verzet ongegrond. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens. De betalingsregeling is komen te vervallen. De gerechtsdeurwaarder heeft niet tuchtrechtelijk laakbaar gehandeld door beslag op het inkomen van klager te leggen.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2024:54 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/6133

    Klaagster beweert op jonge leeftijd hersenletsel te hebben opgelopen, wat haar leven belemmert. Ze zoekt erkenning en een operatie, maar medische scans tonen geen letsel. Ze beschuldigt de psychiater ervan dat deze haar in een psychiatrische instelling wil plaatsen. Het college concludeert dat de psychiater adequaat heeft gehandeld, haar problemen serieus heeft genomen en haar naar een gespecialiseerd ziekenhuis heeft doorverwezen. De klacht is ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2024:57 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/741875 / DW RK 23/397 LvB/WdJ

    Verzet. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond. De gerechtsdeurwaarder heeft niet tuchtrechtelijk laakbaar gehandeld door het vonnis ten uitvoer te leggen. Indien klager het met de berekende beslagvrije voet niet eens is, dient hij zich te wenden tot de civiele rechter.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:161 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-235/AL/GLD

    Voorzittersbeslissing. De voorzitter verklaart een klacht niet-ontvankelijk wegens overschrijding van de klachttermijn.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:162 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-697/AL/NN

    De klachten tegen de eigen advocaat zijn gegrond. Verweerster erkent dat zij klaagster niet heeft geïnformeerd over wat de eisvermeerdering in hoger beroep van € 65.000,- naar (afgerond) € 465.000,- betekent voor een (mogelijke) proceskostenveroordeling. Verweerster stelt dat zij de processtrategie met bijbehorende risico’s zorgvuldig met klaagster heeft afgestemd wat betreft de koerswijziging in hoger beroep en het instellen van een procedure tegen de architect, maar erkent dat zij dat niet schriftelijk heeft bevestigd. Ook heeft verweerster haar stelling, die klaagster betwist, onvoldoende weten te onderbouwen. Verder is niet gebleken dat verweerster klaagster, die een rechtsbijstandverzekering had, rechtstreeks en tijdig heeft geïnformeerd over het verloop van de kosten en evenmin dat verweerster klaagster rechtstreeks en tijdig heeft gewaarschuwd voor mogelijke overschrijding van het maximum van het voor klaagster ter beschikking gestelde bedrag. De kernwaarden deskundigheid en financiële integriteit zijn in meerdere opzichten geschonden. Onvoorwaardelijke schorsing van 26 weken.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:157 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-263/AL/NN

    De voorzitter verklaart een klacht over het handelen van de deken kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:137 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/6639

    Klaagster deels niet-ontvankelijk en deels ongegronde klacht tegen een specialist ouderengeneeskunde. Klaagster vindt dat zij, ondanks haar positie als wettelijk vertegenwoordigster, niet of onvoldoende is geïnformeerd over de behandeling van haar moeder, die is overleden. Ook verwijt zij de specialist ouderengeneeskunde dat de medische behandeling (palliatieve sedatie) onjuist was. Uit het medisch dossier en hetgeen tijdens de zitting is besproken kan niet worden afgeleid dat de moeder ontevreden was over de medische behandeling en dat zij daarover een klacht had willen indienen. Gesteld noch gebleken is dat moeder informatie is onthouden over (de gevolgen van) de behandeling, of zich anderszins feiten of omstandigheden zich hebben voorgedaan die – indien moeder daarvan op de hoogte zou zijn geweest – zouden hebben geleid tot een andere beslissing dan door moeder genomen. Dit betekent dat klaagster deels niet-ontvankelijk is in haar klacht. Vanaf het moment dat moeder dat moeder niet meer aanspreekbaar was en zij haar wil niet meer (in voldoende mate) kon bepalen en/of uiten, trad klaagster op als wettelijk vertegenwoordiger van haar moeder en is zij ontvankelijk in haar klacht. Het college is op grond van de vastleggingen in het medisch dossier en de toelichting ter zitting van oordeel dat klaagster door de specialist ouderengeneeskunde in voldoende mate is geïnformeerd. Het college overweegt verder dat het medisch dossier van moeder geen aanwijzingen bevat dat op enig moment een palliatieve sedatie is ingezet. Moeder is overleden aan de gevolgen van ernstig leverfalen. De overige klachtonderdelen zijn ook ongegrond verklaard. Klacht ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:158 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-160/AL/NN/D

    Gegrond dekenbezwaar. Schending kernwaarde integriteit. De Raad voor Rechtsbijstand heeft geld voor toevoegingen die verweerder inmiddels in loondienst aanvroeg ten onrechte betaald op een bankrekeningnummer van de eenmanszaak van verweerder. Verweerder heeft geld bestemd voor zijn werkgever naar een eigen spaarrekening gestort en heeft over deze gang van zaken onjuiste verklaringen bij zijn werkgever afgelegd. Voor het handelen van verweerder bestaat op geen enkele wijze een rechtvaardiging. Onvoorwaardelijke schorsing van 52 weken.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:138 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/6640

    Klaagster deels niet-ontvankelijk en deels ongegronde klacht tegen een verpleegkundig specialist. Klaagster vindt dat zij, ondanks haar positie als wettelijk vertegenwoordigster, niet of onvoldoende is geïnformeerd over de behandeling van haar moeder, die is overleden. Ook verwijt zij de verpleegkundig specialist dat de medische behandeling (palliatieve sedatie) onjuist was. Uit het medisch dossier en hetgeen tijdens de zitting is besproken kan niet worden afgeleid dat de moeder ontevreden was over de medische behandeling en dat zij daarover een klacht had willen indienen. Gesteld noch gebleken is dat moeder informatie is onthouden over (de gevolgen van) de behandeling, of zich anderszins feiten of omstandigheden zich hebben voorgedaan die – indien moeder daarvan op de hoogte zou zijn geweest – zouden hebben geleid tot een andere beslissing dan door moeder genomen. Dit betekent dat klaagster deels niet-ontvankelijk is in haar klacht. Vanaf het moment dat moeder dat moeder niet meer aanspreekbaar was en zij haar wil niet meer (in voldoende mate) kon bepalen en/of uiten, trad klaagster op als wettelijk vertegenwoordiger van haar moeder en is zij ontvankelijk in haar klacht. Het college is op grond van de vastleggingen in het medisch dossier en de toelichting ter zitting van oordeel dat klaagster door de verpleegkundige specialist in voldoende mate is geïnformeerd. Het college overweegt verder dat het medisch dossier van moeder geen aanwijzingen bevat dat op enig moment een palliatieve sedatie is ingezet. Moeder is overleden aan de gevolgen van ernstig leverfalen. De overige klachtonderdelen zijn ook ongegrond verklaard. Klacht ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TNORSHE:2024:12 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2023/50

    Klager verwijt de notaris dat zij niet zorgvuldig en onpartijdig heeft gehandeld bij de afwikkeling van de nalatenschap van erflaatster. Dat de notaris op een intimiderende en denigrerende wijze bij klager heeft aangedrongen op overlegging van bepaalde stukken is niet gebleken, evenmin dat de notaris in opdracht van de erfgenamen met een vooropgezet plan de laatste wil van erflaatster teniet heeft willen doen. Terzake het door de notaris overgebrachte verzoek van de erfgenamen tot overhandiging van persoonlijke bezittingen van erflaatster kan de notaris geen tuchtrechtelijk verwijt gemaakt worden. Van het verzoek tot afgifte van een theeservies was klager op de hoogte gebracht dat hij daar geen gehoor aan hoefde te geven. De klacht wordt ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:159 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-100/AL/NN

    Klacht advocaat wederpartij ongegrond. De omstandigheid dat een advocaat financiële stukken aanneemt op naam van de echtgenote van haar cliënt is in het algemeen niet klachtwaardig.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:160 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-175/AL/MN

    Voorzittersbeslissing. De voorzitter verklaart een klacht over de advocaat van de wederpartij kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:154 Hof van Discipline 's Gravenhage 230168

    Klager verwijt verweerder (advocaat van de wederpartij, een gemeente) gebruik in ontslagzaak van vertrouwelijke gespreksverslagen. Hof vernietigt uitspraak raad, klacht ongegrond. Hof kan niet oordelen over wat verweerder zijn cliënt al dan niet heeft geadviseerd/had moeten adviseren. Verweerder valt niet tuchtrechtelijk te verwijten dat de gespreksverslagen deel zijn gaan uitmaken van het dossier in de ontslagzaak van klager en evenmin dat die verslagen in de procedure in hoger beroep zijn ingebracht.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2024:106 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/2131

    Klacht tegen een orthopedisch chirurg. Klaagster is door de chirurg geopereerd aan haar linkervoet vanwege een hallux valgus. Klaagster verwijt de chirurg dat zij te weinig nazorg heeft geleverd na een operatie die waarschijnlijk ook niet goed is gegaan. Klaagster heeft daardoor nog steeds veel pijn. Het Regionaal Tuchtcollege acht de klacht kennelijk ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster tegen deze beslissing.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:155 Hof van Discipline 's Gravenhage 230253

    Klacht tegen verweerder in zijn hoedanigheid van curator ingetrokken. Hof vernietigt beslissing raad en verstaat dat op de klacht niet meer hoeft te worden beslist.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2024:107 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/2172 en C2023/2211

    Klacht tegen een huisarts. Klaagster verwijt de huisarts dat hij zich bij onderzoeken seksueel grensoverschrijdend heeft gedragen. Het Regionaal Tuchtcollege kan niet vaststellen dat de huisarts zich seksueel grensoverschrijdend jegens klaagster heeft gehandeld en verklaart de klacht ongegrond. Klaagster en de inspectie komen van deze klacht in beroep. Het Centraal Tuchtcollege is van oordeel dat de verklaringen van klaagster consistent en betrouwbaar zijn en hecht daar meer waarde aan dan aan de ontkenningen door de huisarts. Daarbij neemt het Centraal Tuchtcollege in aanmerking dat sprake is van een patroon in het gedrag van de huisarts. Het Centraal Tuchtcollege oordeelt daarom aannemelijk dat sprake is geweest van seksueel grensoverschrijdend gedrag. Het Centraal Tuchtcollege vernietigt de beslissing waarvan beroep, verklaart het klachtonderdeel ten aanzien van het seksueel grensoverschrijdend gedrag alsnog gegrond, legt de huisarts de maatregel van doorhaling van de inschrijving in het BIG-register op en ontzegt de huisarts het recht om opnieuw in het BIG-register ingeschreven te worden.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:156 Hof van Discipline 's Gravenhage 230231

    Bekrachtiging beslissing raad. Beroepsgronden klager falen. D​e stelling van klager dat hij telefonisch opdracht aan verweerder heeft gegeven voor het instellen van het hoger beroep, kan terzijde worden geschoven nu klager niet heeft kunnen onderbouwen wanneer dat gesprek met verweerder heeft plaatsgevonden en wat de inhoud van dat gesprek is geweest. Klager heeft deze stelling ook niet eerder ingenomen dan in het hoger beroep. Deze stelling van klager strookt bovendien niet met de brief van 21 augustus 2019 waarin verweerder met zoveel woorden vraagt of hij hoger beroep dient in te stellen voor klager. Ten aanzien van de opmerking van klager dat verweerder de telefoonnotie zou hebben vervalst, merkt het hof op dat klager deze stelling onvoldoende heeft onderbouwd, terwijl in de door klager overgelegde stukken ook geen aanknopingspunten kunnen worden gevonden voor de juistheid van deze stelling. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2024:108 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/2032

    Klacht tegen een verpleegkundige. Klaagster is de moeder van een – destijds – drie maanden oude baby die in het ziekenhuis was opgenomen vanwege een infectie met het RS-virus. Klaagster sliep bij haar zoon op de kamer. De verpleegkundige had die nacht dienst en maakte klaagster rond 23.30 uur wakker omdat haar zoon sinds 23.00 uur lag te huilen en een fles nodig had. De klacht gaat over de wijze waarop klaagster door de verpleegkundige werd gewekt. Ook stelt klaagster dat haar zoon die nacht niet de nodige zorg heeft gekregen. Het Regionaal Tuchtcollege acht de klacht kennelijk ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verklaart het deel van de klacht dat gaat over de zorg voor de zoon van klaagster gegrond en legt aan de verpleegkundige op de maatregel van waarschuwing. Het beroep van klaagster wordt voor het overige verworpen.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:157 Hof van Discipline 's Gravenhage 230297

    Klager was statutair bestuurder-directeur van een stichting. Verweerder heeft de voorzitter van de stichting geadviseerd en in het verlengde daarvan de stichting bijgestaan in procedures tegen klager. Klager klaagt erover dat verweerder de stichting niet had mogen bijstaan, omdat de voorzitter niet zelfstandig bevoegd was om de stichting te vertegenwoordigen. Ook beklaagt hij zich over door verweerder gegeven onjuiste adviezen, verkondigde onwaarheden en het bespreken van interne zaken van de stichting met onbevoegden. De raad heeft de klacht in alle onderdelen ongegrond verklaard. Het hof bekrachtigt de beslissing van de raad.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2024:109 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/2165

    Klacht tegen een verpleegkundige. Klaagster is de instelling waar de verpleegkundige heeft gewerkt. De klacht gaat over het feit dat de verpleegkundige zich seksueel grensoverschrijdend heeft gedragen tegenover een kwetsbare patiënte die aan zijn zorg was toevertrouwd en dat hij medicatie heeft ontvreemd en aan de patiënte heeft verstrekt. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht gegrond en legt aan de verpleegkundige de maatregel van schorsing op voor de duur van twaalf maanden, waarvan zes voorwaardelijk. De verpleegkundige is van deze beslissing in beroep gekomen. Hij verzoekt het Centraal Tuchtcollege om de klacht gedeeltelijk gegrond te verklaren en om geen, althans een minder zware, maatregel op te leggen zoals een volledig voorwaardelijke schorsing. Het Centraal Tuchtcollege is ook van oordeel dat de klacht in zijn geheel gegrond is, en dat de maatregel van schorsing van twaalf maanden waarvan zes voorwaardelijk, passend en geboden is.

  • ECLI:NL:TACAKN:2024:15 Accountantskamer Zwolle 23/2277 Wtra AK

    De klacht is gedeeltelijk niet-ontvankelijk en gedeeltelijk ongegrond. Betrokkene is werkzaam als medebestuurder van een STAK. Klaagster is ook medebestuurder van de STAK en enig certificaathoudster. Klaagster heeft eerder een tuchtklacht ingediend tegen betrokkene en haar dochter heeft dat ook gedaan. Klaagster verwijt betrokkene in deze klacht dat hij vanaf 2021 geen administratie voor de STAK heeft gevoerd en dat hij heeft geweigerd om informatie aan klaagster te verstrekken. Daarnaast verwijt klaagster hem dat hij de kosten van eerdere juridische procedures, waaronder de twee tuchtprocedures, bij de STAK heeft gedeclareerd en dat hij geen maatregelen heeft genomen om de problemen met betrekking tot deze en andere declaraties op te lossen. Naar het oordeel van de Accountantskamer heeft betrokkene wel een administratie voor de STAK gevoerd en kan niet worden geconcludeerd dat hij klaagster onvoldoende van informatie heeft voorzien. Dat betrokkene de kosten van de tweede tuchtprocedure heeft gedeclareerd is niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Hetzelfde geldt voor het niet nemen van maatregelen met betrekking tot andere declaraties, omdat daarvoor geen aanleiding bestond. De klacht is in zoverre ongegrond. De klacht is voor het overige niet-ontvankelijk, omdat in de eerste en tweede klachtprocedure al is geklaagd over de kosten van de andere juridische procedures, waaronder de eerste tuchtprocedure.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:158 Hof van Discipline 's Gravenhage 230014

    Verweerder heeft voor een CV een procedure gevoerd, maar heeft klager (een stille vennoot) daarover niet geïnformeerd, terwijl klager een groot (financieel) belang had en bovendien bij uitstek het verzoekschrift had kunnen onderbouwen en nadere informatie had kunnen verstrekken, op een ook voor de CV cruciaal punt. Anders dan de raad acht het hof de klacht hierover ongegrond. Er was geen sprake van tegengestelde belangen binnen de CV met betrekking tot de gevoerde procedure. Daarom deed zich niet de situatie voor dat verweerder conform het Lexence-arrest de stille vennoot had moeten informeren.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:150 Hof van Discipline 's Gravenhage 240167

    Beklag op grond van artikel 13 ongegrond

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:151 Hof van Discipline 's Gravenhage 240026

    Beklag niet-ontvankelijk, nu beklag te laat is ingesteld. Geen sprake van een verschoonbare termijnoverschrijding.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:152 Hof van Discipline 's Gravenhage 240018

    Beklag tegen afwijzing verzoek tot aanwijzing advocaat ongegrond. Onvoldoende kans van slagen wegens ontbreken informatie over (omvang van) de schade.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:153 Hof van Discipline 's Gravenhage 230278 en 230279

    Klaagster verwijt verweerders (kantoorgenoten) hoofdzakelijk dat zij in strijd hebben gehandeld met regel 15 van de Gedragsregels door op te treden tegen klaagster. Verweerder 1 trad eerder op voor een cliënte met wie klaagster een samenwerkingsverband had, tegen een gezamenlijke wederpartij. Daarbij heeft hij op naam van klaagster gecorrespondeerd en een concept dagvaarding opgesteld. Hof bekrachtigt beslissing raad (gegrond met oplegging berisping). In het midden kan blijven of tussen verweerder 1 en klaagster een advocaat-cliëntrelatie heeft bestaan, omdat ook als die relatie niet is ontstaan, de feiten en omstandigheden in een concrete situatie kunnen meebrengen dat het een advocaat niet (meer) vrij staat om tegen een bepaalde partij op te treden.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2024:99 Raad van Discipline Amsterdam 24-133/A/A

    Raadsbeslissing. Verweerder heeft in strijd met gedragsregel 15 gehandeld door op te treden tegen een voormalig cliënte. Van de in gedragsregel 15 lid 3 genoemde uitzonderingsvoorwaarden wordt niet voldaan. De klacht is daarom gegrond. Aan verweerder wordt de maatregel van een waarschuwing opgelegd.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:117 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-081/DH/DH

    Raadsbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij in een bestuursrechtelijke procedure. Gedragsregel 21 is niet van toepassing, omdat klager niet werd bijgestaan door een advocaat. Geen sprake van een schending van gedragsregel 20 of het beginsel van fair play. Verweerder heeft zijn verweerschrift binnen twee weken na aanvang van de procedure ingediend. Hij heeft er bij het indienen van zijn verweerschrift geen rekening mee hoeven houden dat de griffie van de rechtbank het verweerschrift pas anderhalve maand later zou doorsturen. Bovendien is niet gebleken dat klager daadwerkelijk is benadeeld door het late ontvangen van het verweerschrift. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2024:62 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/6061

    Klacht tegen tandarts. Klager is meerdere keren met pijnklachten bij de tandarts geweest. Volgens klager heeft de tandarts niet de juiste diagnose gesteld, waardoor hij maanden met pijn heeft rondgelopen en waardoor uiteindelijk zijn kies getrokken moest worden. Ook maakt hij de tandarts verwijten over het in rekening brengen van een consult en het niet tijdig verstrekken van een afschrift van klagers dossier. Het college verklaart de klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:118 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-143/DH/RO

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij kennelijk ongegrond. De voorzitter ziet – na een verzoek daartoe van klaagster – geen aanleiding om het dekenbezwaar uit het dossier te verwijderen. Verweerder heeft niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door klaagster te beschuldigen van valsheid in geschrifte. Er is voorafgaand aan die beschuldiging onderzoek gedaan bij de oorspronkelijke auteur. Evenmin is tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door klaagster te beschuldigen van het schenden van haar zorgplicht, te beschuldigen van het opzettelijk misbruiken van de positie van overheidsinstanties ten opzichte van verweerders cliënt. of klaagster te sommeren om een rectificatie te sturen.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2024:63 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/6757

    Klacht tegen internist kennelijk ongegrond. Klager verwijt de internist dat hij onjuiste medicatie heeft voorgeschreven voor klagers hoge bloeddruk. Volgens klager heeft hij daarmee te lang rondgelopen en heeft verweerder niet zorgvuldig gehandeld.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:119 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-243/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Klacht over bijstand van de advocaat bij een geschil met een onderwijsinstelling in alle onderdelen kennelijk ongegrond. Dat klaagster achteraf bezien onkennelijk ongelukkig is met een passage in het bezwaarschrift, betekent niet dat verweerder een verwijt valt te maken. De klacht is verder niet of onvoldoende onderbouwd.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2024:58 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/5907

    Gedeeltelijk gegronde klacht tegen arts, werkzaam bij arbodienst. Klaagster is langdurig uitgevallen voor haar werk als activiteitenbegeleidster nadat zij een klokkenluidersmelding had gedaan over fraude binnen haar team. In het kader van haar re-integratie hebben er meerdere contacten met verweerster plaatsgevonden. Volgens klaagster heeft verweerster verkeerde (re-integratie)adviezen gegeven, waardoor haar gezondheid ernstig is geschaad. Hierover maakt zij verweerster meerdere verwijten. Het college verklaart de klacht gegrond voor zover deze betrekking heeft op het ontbreken van uitleg aan klaagster dat verweerster onder supervisie werkte, het weigeren van toegang tot het spreekuur en het zonder kenbare afweging niet meenemen van Long COVID in de vraagstelling beroepsziekte aan het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten. Het college legt aan de arts hiervoor een waarschuwing op.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:113 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-232/DH/GLD

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen de advocaat van de wederpartij kennelijk ongegrond. Verweerder mocht namens zijn cliënt het standpunt innemen dat klager nog zittend werk kon verrichten, zeker nu hij dit heeft kunnen onderbouwen met de conclusie in meerdere medische onderzoeken. Verweerder kan niet tuchtrechtelijk verantwoordelijk worden gehouden dat zijn cliënt geen voorschot wilde verlenen. Ook mocht verweerder contact zoeken met mogelijke getuigen in de zaak. Niet vastgesteld kan worden dat verweerder vertrouwelijke medische informatie heeft gedeeld. Verweerder heeft niet in strijd met de AVG gehandeld. Niet kan worden vastgesteld dat verweerder tegen de rechter heeft gelogen of dat hij niet voor minnelijk overleg openstond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2024:59 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/6673

    Klacht tegen huisarts kennelijk ongegrond. De klacht gaat over de vraag of de huisarts de zorg heeft verleend die van hem verwacht mocht worden door de wijze waarop hij met klaagster heeft gecommuniceerd en onderzoek aan haar schouder heeft gedaan tijdens een nachtelijke visite via de huisartsenpost. Niet aannemelijk is geworden dat de huisarts onjuiste aantekeningen heeft gemaakt en onjuist beleid heeft ingezet. Daarnaast kan het tuchtcollege niet vaststellen dat sprake was van een onheuse bejegening door de huisarts, omdat de lezingen van partijen over hoe de visite is verlopen van elkaar verschillen.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:114 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-244/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen de advocaat van de wederpartij. Verweerder mocht namens zijn cliënt(en) standpunten ter zake de afwijzing van aansprakelijkheid innemen. Het is niet aan de tuchtrechter welk aansprakelijkheidsstandpunt juist is, maar dat is aan de civiele rechter. Dat verweerders standpunt andersluidend is dan dat van klager betekent niet dat geconcludeerd kan worden dat verweerder dus liegt. Het is de voorzitter niet gebleken dat verweerder bewust onwaarheden zou hebben verkondigd. Verweerder was niet verplicht om de gegevens van zijn cliënt (een beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar) te verstrekken aan klager en heeft niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld bij het afwijzen van de aansprakelijkstelling. Klacht in zoverre kennelijk ongegrond. Klager heeft geen belang meer bij zijn klacht over het niet verstrekken van de gegevens van verweerders eigen beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar, omdat de gegevens al zijn verstrekt. Klacht in zoverre kennelijk niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:115 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-660/DH/DH

    Verzet gegrond. Klacht alsnog ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2024:60 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/6657

    Klacht tegen huisarts. Klager, die onder meer diabetes en hoge bloeddruk heeft, is via de praktijk van de huisarts opgeroepen voor bloedonderzoek. Klager was hier niet van gediend. Volgens hem waren de aangevraagde testen grotendeels niet van toepassing op diabetes en hij is ervan overtuigd dat de testen niet voor diabetes zijn aangevraagd en dat de huisarts met anderen over zijn situatie heeft gesproken. Hierover maakt hij de huisarts verschillende verwijten. Het college verklaart de klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2024:98 Raad van Discipline Amsterdam 24-015/A/A

    Verzet. De raad verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:116 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-844/DH/DH

    Raadsbeslissing. Klacht over de eigen advocaat. Hoewel de raad uit het dossier ook opmaakt dat verweerder zijn standpunt over de slagingskans van de zaak meerdere keren, soms kort na elkaar, heeft gewijzigd, is dat op zichzelf onvoldoende om tot een gegrond tuchtrechtelijk verwijt te komen. Verweerder heeft de zaak mogen neerleggen toen hij de zaak kansloos achtte. Dat hij vervolgens twee alternatieven heeft voorgesteld om klaagster tegemoet te komen, die beide niet hebben geleid tot het gewenste resultaat, maakt zijn handelen niet onbetamelijk. Evenmin heeft verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door documenten op te vragen die hij al had ontvangen, maar over het hoofd heeft gezien. Tot slot komt aan verweerder de vrijheid toe om met klaagsters vorige advocaat en met de wederpartij contact op te nemen. Niet gebleken is dat verweerder daarmee klaagsters positie heeft benadeeld. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2024:61 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/6288

    Bij klager werd in het verleden de diagnose Lewy body dementie gesteld. Klager verwijt de huisarts dat deze door is gegaan met het uitschrijven van medicatie voor Lewy body dementie, nadat duidelijk werd dat deze diagnose onjuist was. Klager verwijt de huisarts ook dat hij hiervoor nooit schriftelijk zijn excuus heeft aangeboden. Het college heeft niet kunnen vaststellen dat de huisarts ten aanzien van de voorgeschreven en/of herhaalde medicatie onzorgvuldig heeft gehandeld. Een (schriftelijk) excuus was niet nodig. Klacht kennelijk ongegrond.