ECLI:NL:TADRSHE:2024:119 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-550/DB/LI
ECLI: | ECLI:NL:TADRSHE:2024:119 |
---|---|
Datum uitspraak: | 27-08-2024 |
Datum publicatie: | 27-08-2024 |
Zaaknummer(s): | 24-550/DB/LI |
Onderwerp: |
|
Beslissingen: | Voorzittersbeslissing |
Inhoudsindicatie: | Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij. De klacht dat verweerder klager ten onrechte heeft beschuldigd van misbruik, wanprestatie en het valselijk opmaken van een koopovereenkomst, de notaris heeft beïnvloed zodat deze de akte niet durfde te laten passeren en de gemeente heeft benaderd om de aankoop te vernietigen is kennelijk ongegrond. Verweerder heeft de grenzen van de aan hem, in zijn hoedanigheid van advocaat van de wederpartij toekomende vrijheid, niet overschreden. |
Beslissing van de voorzitter van de Raad van Discipline in het ressort ’s-Hertogenbosch
van 27 augustus 2024
in de zaak 24-550/DB/LI
naar aanleiding van de klacht van:
klager
over:
verweerder
gemachtigde:
De voorzitter van de raad van discipline heeft kennisgenomen van de brief van 17 juli 2024 met kenmerk K24-008 van de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg (hierna: de deken), van de op de inventarislijst genoemde bijlagen 1 tot en met 8 en van de nagekomen e-mail met bijlage van verweerders gemachtigde van 22 augustus 2024.
1. FEITEN
Voor de beoordeling van de klacht gaat de voorzitter, gelet op het klachtdossier, uit van de volgende feiten.
1.1 Verweerder staat de heer en mevrouw K bij in een geschil met de heer Van B en mevrouw De G en klager. Het geschil heeft onder meer betrekking op de nakoming van een koopovereenkomst door de heer Van B en mevrouw De G en op een door klager ondertekend voorlopig koopcontract.
1.2 In een brief van 10 november 2023 heeft verweerder namens zijn cliënten onder meer het volgende aan klager medegedeeld:
“(…) Heden werd bekend dat er tussen u als kopers en de heer [Van B] en mevrouw [De G] als verkopers een koopovereenkomst is gesloten met betrekking tot perceel […]. De heer [Van B] en [mevrouw De G] plegen daarmee wanprestatie richting cliënten en zijn daarmee schadeplichtig geworden.
U als kopers maakt door het sluiten van een koopovereenkomst (mogelijk) misbruik van deze wanprestatie en dat maakt u beiden aansprakelijk jegens cliënten uit hoofde van een onrechtmatige daad. Het is natuurlijk allemaal wel erg toevallig dat de verkopers jaren geen enkele interesse en rechten aan het perceel hebben ontleend, en nu uit de gerezen situatie ene slaatje proberen te slaan. Hier is onmiskenbaar sprake van een opgelegd pandoer.
Indien u daadwerkelijk overgaat tot het verwerven van het onderhavige perceel handelt u naar mijn mening onrechtmatig en wordt u hierbij nu reeds voor alsdan aansprakelijk gesteld voor alle door cliënten geleden en nog te lijden schade. (…)”
1.3 In een e-mail van 21 december 2023 heeft verweerder het volgende aan klager medegedeeld:
“De deurwaarder verzocht mij uw aan hem gerichte e-mail van 20 december jl. kort te beantwoorden.
Er is dezerzijds opdracht gegeven tot het leggen van een conservatoir beslag op het perceel omdat mijn cliënten een ouder recht claimen dan u als koper. De rechtbank heeft daartoe verlof verleend. Het perceel is formeel nog niet uw eigendom, dus u bent ook niet als partij in die procedure betrokken. Op dit moment loopt over de nakoming van de tussen de heer [Van B] en [mevrouw De G] met mijn cliënten gesloten koopovereenkomst een procedure bij de rechtbank.
U als koper bent door mij namens mijn cliënten wel aansprakelijk gesteld uit hoofde van een onrechtmatige daad, meer speciaal het misbruik maken van wanprestatie. Het is mij uit hoofde van de mededelingen van de heer [Van B] bekend dat u van de hoed en de rand weet. Naar de stellige overtuiging van mijn cliënten is de door u ingeschreven koopovereenkomst valselijk en voor de gelegenheid opgemaakt nadat ik de heer [Van B] bij mij op kantoor had ontvangen, waarbij hij zich liet ontvallen dat u zijn adviseur was en dat hij in uw opdracht een afschrift van de overeenkomst kwam ophalen. Over een verkoop aan u heeft [Van B] op dat moment niet gesproken! Dat sterkt mijn cliënten in hun opvatting dat u samen met de heer [Van B] probeert mijn cliënten te benadelen.
Het lijkt mij, gezien het feit dat de procedure nog aanhangig is, niet verstandig om de akte te laten passeren. Even los van de vraag of u wel een notaris vindt die daartoe bereid is. [Z] heeft mij in ieder geval per e-mail laten weten geen medewerking te zullen verlenen.
Verder is het voorkeursrecht van de gemeente genegeerd. De gemeente is voornemens de nietigheid van de koopovereenkomst in het kader van de WVG inroepen zo is mij bevestigd. Het rechtsgevolg daarvan is dat de koopovereenkomst tussen u en [de heer Van B] nooit heeft bestaan, met alle gevolgen van dien.
Daarnaast bestaat het risico dat de rechter mijn cliënt in het gelijk stelt en deze alsnog zal moeten leveren aan mijn cliënten. U bent daarvan op de hoogte en maakt misbruik van deze wanprestatie. U bent daarvoor reeds aansprakelijk gesteld en u kunt er van uitgaan dat dit zondermeer een vervolg zal krijgen.
Gezien het vorenstaande zullen mijn cliënten zullen het gelegde beslag niet opheffen. Uw aansprakelijkstelling van de deurwaarder is juridische nonsens maar dit ter zijde. Voor het overige biedt uw e-mail geen reden tot een nadere reactie.
Onder voorbehoud van alle rechten en weren.
Strikt genomen U dient er rekening mee te houden dat u op dat moment direct zult worden gedagvaard. U en de [de heer Van B] staan op dun ijs.”
1.4 Op 9 januari 2024 heeft klager tegen verweerder een klacht ingediend bij de deken.
2. KLACHT
2.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet. Klager verwijt verweerder het volgende:
Verweerder heeft klager in een e-mail van 21 december 2023 ten onrechte beschuldigd van misbruik, wanprestatie en het valselijk opmaken van een koopovereenkomst. Verweerder heeft de notaris beïnvloed zodat deze de akte niet durfde te laten passeren en de gemeente benaderd om de aankoop te vernietigen. Hierdoor is klager in een kwaad daglicht gesteld.
3. VERWEER
3.1 Verweerder heeft tegen de klacht verweer gevoerd. De voorzitter zal hierna, waar nodig, op het verweer ingaan.
4. BEOORDELING
4.1 De klacht heeft betrekking op het optreden van verweerder in zijn hoedanigheid van advocaat van de wederpartij. De voorzitter overweegt dat de advocaat van de wederpartij een ruime mate van vrijheid geniet om de belangen van zijn cliënten te behartigen op de wijze als hem in overleg met zijn cliënten goeddunkt. Deze vrijheid is niet absoluut, maar kan onder meer beperkt worden doordat (a) de advocaat zich niet onnodig grievend mag uitlaten over de wederpartij, (b) de advocaat geen feiten mag poneren waarvan hij de onwaarheid kent of redelijkerwijs kan kennen, (c) de advocaat bij de behartiging van de belangen van zijn cliënten de belangen van de wederpartij niet onnodig of onevenredig mag schaden zonder redelijk doel. Daarbij geldt voorts dat de advocaat de belangen van zijn cliënten dient te behartigen aan de hand van het feitenmateriaal dat zijn cliënten hem verschaft, en dat hij in het algemeen mag afgaan op de juistheid daarvan en slechts in uitzonderingsgevallen gehouden is de juistheid daarvan te verifiëren. De advocaat behoeft in het algemeen niet af te wegen of het voordeel dat hij voor zijn cliënten wil bereiken met de middelen waarvan hij zich bedient, opweegt tegen het nadeel dat hij daarmee aan de wederpartij toebrengt. Wel moet de advocaat zich onthouden van middelen die op zichzelf beschouwd ongeoorloofd zijn of die, zonder dat zij tot enig noemenswaardig voordeel van zijn cliënten strekken, onevenredig nadeel aan de wederpartij toebrengen. De voorzitter zal de klacht met inachtneming van deze maatstaf beoordelen.
4.2 Klager verwijt verweerder dat hij klager in een e-mail van 21 december 2023 ten onrechte heeft beschuldigd van misbruik, wanprestatie en het valselijk opmaken van een koopovereenkomst. De voorzitter is van oordeel dat verweerder van de inhoud van zijn e-mail van 21 december 2023 geen tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt. De e-mail is gesteld in zakelijke bewoordingen en professioneel van toon. De door verweerder gebezigde kwalificaties zijn niet onnodig grievend. In de e-mail heeft verweerder de standpunten van zijn cliënten kenbaar gemaakt aan klager en dat was ook zijn taak. Dat klager het met die standpunten niet eens is betekent niet automatisch dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld.
4.3 Klager verwijt verweerder voorts dat hij de notaris heeft beïnvloed zodat deze de transportakte niet durfde te laten passeren en dat hij de gemeente heeft benaderd om de aankoop te vernietigen. Naar het oordeel van de voorzitter heeft klager dit onderdeel van de klacht onvoldoende met concrete feiten en omstandigheden onderbouwd. Dat verweerder de notaris en de gemeente op een zodanige wijze heeft benaderd dat daarmee de grenzen van het toelaatbare zijn overschreden, is uit de overgelegde stukken geenszins gebleken, terwijl de notaris en de gemeente overigens een eigen verantwoordelijkheid hebben en zelfstandig hun standpunt over de kwestie kunnen bepalen. Dat klager door verweerder in een kwaad daglicht is gesteld kan op basis van de overgelegde stukken evenmin worden vastgesteld.
4.4 De voorzitter komt tot de slotsom dat op basis van de overgelegde stukken niet is gebleken dat verweerder de grenzen van de aan hem, in zijn hoedanigheid van advocaat van de wederpartij, toekomende vrijheid heeft overschreden. Op grond van het voorgaande zal de voorzitter de klacht kennelijk ongegrond verklaren.
BESLISSING
De voorzitter verklaart:
de klacht, met toepassing van artikel 46j lid 1 aanhef en sub c Advocatenwet, kennelijk ongegrond.
Aldus beslist door mr. E. Loesberg, voorzitter, bijgestaan door mr. T.H.G. Huber- van de Langenberg, als griffier en uitgesproken in het openbaar op 27 augustus 2024.
Griffier Voorzitter
Verzonden op: 27 augustus 2024