ECLI:NL:TAHVD:2024:273 Hof van Discipline 's Gravenhage 240040

ECLI: ECLI:NL:TAHVD:2024:273
Datum uitspraak: 02-08-2024
Datum publicatie: 26-08-2024
Zaaknummer(s): 240040
Onderwerp: Aanwijzing, subonderwerp: Beklag tegen beslissing raad van toezicht houdende verzet tegen de inschrijving
Beslissingen: Beklag
Inhoudsindicatie: Beklag op grond van artikel 5 niet-ontvankelijk wegens het niet tijdig indienen van gronden.

Beslissing van 2 augustus 2024
in de zaak 240040

naar aanleiding van het beklag van:

klager

tegen:

de raad van de orde


1 HET BEKLAG

1.1 Klager heeft bij de raad van de orde een verzoek ingediend tot inschrijving op het tableau als advocaat zoals bedoeld in artikel 2 Advocatenwet (Advw). De raad van de orde heeft in de beslissing van 21 december 2023 geweigerd dit verzoek in behandeling te nemen op grond van artikel 4 Advw. Klager heeft op 25 januari 2024 op grond van artikel 5 Advw een beklag tegen de beslissing van de raad van de orde ingediend bij het hof.

2 DE PROCEDURE BIJ HET HOF

2.1 Het hof heeft kennis genomen van:
- een e-mail van klager van 25 januari 2024, met bijlagen;
- een e-mail van klager van 4 mei 2024, met daarbij gevoegd het beklagschrift;
- een tweede e-mail van klager van 4 mei 2024, met daarbij gevoegd een aantal bijlagen (ter onderbouwing van het beklag).

2.2 Het hof heeft de zaak mondeling behandeld tijdens de openbare zitting van 7 juni 2024. Daar zijn klager en namens de raad van de orde: mr. [S] en mr. [B], verschenen. Klager heeft zijn standpunt toegelicht aan de hand van spreekaantekeningen, die evenals het proces-verbaal onderdeel uitmaken van het dossier van het hof.

3 FEITEN

Het hof stelt het volgende vast.

3.1 Klager is als advocaat ingeschreven op 31 augustus 2019.

3.2 Op 30 november 2022 heeft klager aan de raad van de orde verzocht zijn stage nogmaals te verlengen.
3.3 Bij beslissing van 3 januari 2023 heeft de raad van de orde het verzoek tot verlenging afgewezen. Het is de raad van de orde niet gebleken dat klager over onvoldoende praktijkervaring beschikt.

3.4 Op 22 augustus 2023 is klager van het tableau geschrapt wegens het niet behalen van de beroepsopleiding binnen de daarvoor gestelde termijn. Tegen dit besluit zijn geen rechtsmiddelen aangewend.


4 HET VERZOEK EN DE WEIGERING

4.1 Klager heeft op 8 november 2023 de raad van de orde opnieuw verzocht om inschrijving als advocaat op het tableau.

4.2 Bij beslissing van 21 december 2023 heeft de raad van de orde het verzoek tot inschrijving als advocaat niet in behandeling genomen omdat klager niet de termijn van vijf jaar waarbinnen een nieuw verzoek kan worden ingediend, in acht heeft genomen.


5 BEOORDELING

Ontvankelijkheid van het beklag

Oordeel hof

5.1 Niet in geschil is dat de beslissing van de raad van de orde op 21 december 2023 aan klager is verzonden. Op grond van artikel 5 lid 2 Advw kan binnen zes weken na bekendmaking van de beslissing van de raad, in dit geval de verzending van de beslissing van 21 december 2023 per e-mail, een beklag worden ingediend. Dat betekent dat ook de gronden (motivering) van het beklag binnen voornoemde termijn van zes weken door het hof ontvangen moeten zijn. Het advocatentucht(proces)recht kent immers niet de mogelijkheid van het instellen van een beklag op nader aan te voeren gronden.

5.2 Het hof stelt vast dat klager op 25 januari 2024 een e-mail aan de griffie van het hof heeft gestuurd, waarin hij (enkel) heeft medegedeeld beklag te doen tegen de voormelde beslissing van de raad van de orde, onder toezending van een aantal bijlagen. Klager heeft in die e-mail zijn beklag niet voorzien van een grond, althans niet van een kenbare grond.

5.3 Aanvankelijk was de mondelinge behandeling gepland op 17 mei 2024. Deze datum is vervolgens gewijzigd in 7 juni 2024. Klager heeft daarop met de griffie van het hof telefonisch contact opgenomen of hij het met oog op de nieuwe zittingsdatum alsnog zijn beklag kon aanvullen dan wel motiveren. De griffier van het hof heeft klager gezegd dat hij dat maar moest doen met het oog op het debat op de zitting. De raad van de orde heeft in zijn verweer aangevoerd dat klager niet ontvankelijk is in zijn beklag omdat de gronden te laat zijn ingediend.

5.4 Hoewel klager contact heeft opgenomen met de griffie van het hof over het afstemmen van het aanvullen dan wel motiveren van zijn beklag, heeft hij uit de uitlatingen van de griffier niet mogen afleiden dat hij door het alsnog indienen van zijn beklaggronden ontvankelijk zou zijn. Gesteld noch gebleken is dat de griffie daarover iets heeft gezegd. Het is daarbij aan de tuchtrechter om te oordelen over de ontvankelijkheid van het beklag en de vraag of de gronden tijdig zijn ingediend.

5.5 Het hof is van oordeel dat het beklag weliswaar tijdig is ingediend op 25 januari 2024, maar dat het beklag niet binnen de beklagtermijn is voorzien van gronden.

5.6 Uit de stukken en de door klager ter zitting gegeven toelichting heeft het hof geen bijzondere omstandigheden kunnen afleiden die meebrengen dat de termijnoverschrijding verschoonbaar is. Er zijn geen omstandigheden gesteld of gebleken die het klager fysiek of psychisch hebben verhinderd om tijdig de gronden in te dienen. Zoals overwogen brengt het feit dat de griffier geen bezwaar had tegen het alsnog aanvullen dan wel motiveren van het beklag niet mee dat de termijn voor het indienen van de gronden zou zijn verlengd. Nu klager niet op tijd de grond(en) van zijn beklag naar voren heeft gebracht, dient het beklag van klager niet-ontvankelijk te worden verklaard.

5.7 Aan een inhoudelijke behandeling van het beklag tegen de beslissing van de raad van de orde (de vraag of er bijzondere omstandigheden zijn om af te wijken van de termijn waarbinnen een nieuw inschrijvingsverzoek kan worden gedaan) komt het hof derhalve niet toe.


6 BESLISSING

Het Hof van Discipline:

- verklaart het beklag van klager tegen de beslissing van 21 december 2023 van de Raad van de Orde van Advocaten in het arrondissement […] niet-ontvankelijk.

Deze beslissing is genomen door mr. J. Blokland, voorzitter, mrs. A.J.J. van Rijen en F.C. van der Jagt-Vink, leden, in tegenwoordigheid van mr. A. Wijtzes, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 2 augustus 2024.

griffier voorzitter

De beslissing is verzonden op 2 augustus 2024