ECLI:NL:TADRAMS:2024:142 Raad van Discipline Amsterdam 24-131/A/A
ECLI: | ECLI:NL:TADRAMS:2024:142 |
---|---|
Datum uitspraak: | 19-08-2024 |
Datum publicatie: | 23-08-2024 |
Zaaknummer(s): | 24-131/A/A |
Onderwerp: |
|
Beslissingen: | Overige (tussen)beslissingen |
Inhoudsindicatie: | Herstelbeslissing. Kennelijke fout in de feiten van de oorspronkelijke beslissing die zich voor herstel leent. Het herstel van de kennelijke fout heeft geen gevolgen voor de inhoud van de oorspronkelijke beslissing van de raad. Ambtshalve herstel. |
Herstelbeslissing van de Raad van Discipline in het ressort Amsterdam
van 19 augustus 2024
in de zaak 24-131/A/A
naar aanleiding van de klacht van:
1. klaagster
2. klager
hierna samen ook: klagers
gemachtigde van klagers: mr. B.D.W. Martens, advocaat te Den Haag
over:
verweerster
gemachtigde: mr. J. Mencke, advocaat te Amsterdam.
Op 5 augustus 2024 heeft de raad op bovengenoemde klacht beslist. Deze beslissing
is op dezelfde datum aan partijen verstuurd.
Bij e-mail van 14 augustus 2024 heeft klager de raad erop gewezen dat in de beslissing
onder de feiten in 2.10 is vermeld dat verweerster en mr. W. namens bedrijf A. een
aanvullende verklaring van de heer K. van 14 november 2021 in het hoger beroep hebben
overgelegd, terwijl deze verklaring namens klagers is overgelegd. Klager heeft de
raad gevraagd om deze onjuistheid te herstellen.
De raad overweegt dat sprake is van een kennelijke fout die zich leent voor herstel.
Het herstel van de vermelding van de onjuiste partij namens wie de aanvullende verklaring
van de heer K. van 14 november 2021 in hoger beroep is overgelegd, heeft geen gevolgen
voor de inhoud van de beslissing van de raad. De raad is daarom van oordeel dat het
herstel ambtshalve kan plaatsvinden, zodat aan hoor- en wederhoor niet wordt toegekomen.
BESLISSING
De raad van discipline:
- herstelt de beslissing van 5 augustus 2024 in klachtzaak 24-131/A/A, in die
zin dat onderstaande tekst in de beslissing onder 2.10
‘In het hoger beroep hebben verweerster en mr. W. namens bedrijf A. een aanvullende
verklaring van de heer K. overgelegd van 14 november 2021. Daarin is het volgende
vermeld:’
wordt gewijzigd in
‘In het hoger beroep is namens klagers een aanvullende verklaring van de heer K. overgelegd
van 14 november 2021. Daarin is het volgende vermeld:’
- bepaalt dat de beslissing van 5 augustus 2024 voor het overige in stand blijft.
Aldus beslist door mr. C.S. Schoorl, voorzitter, mrs. F.J.J. Baars en J.H. Stek, leden, bijgestaan door mr. A.E. van Oost als griffier en uitgesproken in het openbaar op 19 augustus 2024.
Griffier Voorzitter
Verzonden op: 19 augustus 2024