ECLI:NL:TGZRAMS:2024:183 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/6955

ECLI: ECLI:NL:TGZRAMS:2024:183
Datum uitspraak: 26-08-2024
Datum publicatie: 26-08-2024
Zaaknummer(s): A2024/6955
Onderwerp: Overige klachten
Beslissingen: Ongegrond, kennelijk ongegrond
Inhoudsindicatie: Kennelijk ongegronde klacht tegen een psychiater. Klager, die op basis van een zorgmachtiging wordt behandeld, verwijt de psychiater dat zij onjuistheden over hem heeft opgeschreven in haar verweerschrift in een interne klachtenprocedure en in haar behandelplan. Het college overweegt dat de door klager gestelde onjuistheden niet zien op feiten waarvan de onjuistheid op eenvoudige en objectieve wijze met behulp van andere documenten of gegevens kan worden aangetoond. Het betreft de weergave van professionele observaties, indrukken en conclusies (onder verantwoordelijkheid) van de psychiater over het gedrag van klager, waarmee hij zich niet kan verenigen. Het college ziet echter geen aanleiding om te twijfelen aan de zorgvuldigheid en deugdelijkheid van die weergave. De klacht is kennelijk ongegrond.

A2024/6955
Beslissing van 23 augustus 2024


REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG
AMSTERDAM


Beslissing in raadkamer van 23 augustus 2024 op de klacht van:


A,
wonende te B,
klager,


tegen


C,
psychiater,
werkzaam te B,
verweerster, hierna ook: de psychiater,
gemachtigde: mr. P.H.N. Keuning-Taapken, werkzaam te Amsterdam.


1. De zaak in het kort
1.1 Klager, die op basis van een zorgmachtiging wordt behandeld bij D, verwijt de psychiater dat zij onjuistheden over hem heeft opgeschreven in haar verweerschrift in een interne klachtenprocedure en in haar behandelplan.

1.2 Het college komt tot het oordeel dat de klacht kennelijk ongegrond is. ‘Kennelijk’ betekent dat het niet nodig is om nog vragen aan de partijen te stellen en dat duidelijk is dat de klacht niet gegrond kan worden verklaard. Hierna vermeldt het college eerst hoe de procedure is verlopen. Daarna licht het college de beslissing toe.


2. De procedure
2.1 Het college heeft de volgende stukken ontvangen:
- het klaagschrift met de bijlagen, ontvangen op 26 februari 2024;
- het verweerschrift, ontvangen op 8 mei 2024.

2.2 Het college heeft de klacht in raadkamer behandeld. Dit betekent dat het college de zaak beoordeeld heeft op basis van de stukken, zonder dat de partijen daarbij aanwezig waren.


3. De feiten
3.1 Klager is een 48-jarige man die is gediagnosticeerd met schizofrenie. Hij is in 2009, 2013, 2015 en 2022 op een psychiatrische afdeling opgenomen geweest. Klager is in behandeling bij D op grond van een zorgmachtiging. De psychiater is werkzaam bij D en was ten tijde van de haar verweten handelwijze de zorgverantwoordelijke psychiater van klager.

3.2 Op 13 maart 2023 heeft klager een klacht ingediend bij de interne klachtencommissie van D over medicatietoediening onder dwang door de psychiater. In dat kader heeft de psychiater op 20 maart 2023 een verweerschrift (hierna: het verweerschrift) ingediend bij die klachtencommissie.

3.3 Op 27 december 2023 is onder verantwoordelijkheid van de psychiater in het kader van een zorgmachtigingsaanvraag een ‘Zorgplan/behandelplan’ (hierna: het behandelplan) inzake klager opgesteld.


4. De klacht en de reactie van de psychiater
4.1 Klager verwijt de psychiater dat zij onjuiste informatie over hem heeft gegeven in het verweerschrift en ook in het behandelplan.

4.2 De psychiater heeft het college verzocht de klacht ongegrond te verklaren.

4.3 Het college gaat hierna verder in op de standpunten van partijen.


5. De overwegingen van het college
De criteria voor de beoordeling
5.1 De vraag is of de psychiater de zorg heeft verleend die van haar verwacht mocht worden. De norm daarvoor is een redelijk bekwame en redelijk handelende psychiater. Bij de beoordeling wordt rekening gehouden met de voor de psychiater geldende beroepsnormen en andere professionele standaarden.

Standpunt van klager
5.2 Volgens klager bevatten het verweerschrift en het behandelplan een reeks aan onjuistheden over zijn persoon. Zo klopt het niet dat hij bang is voor vergiftiging, dat hij zich opsluit en isoleert, dat hij angst heeft, dat hij problemen heeft met de beheersing van zijn gewicht en dat hij angst heeft dat mensen zijn gedachten of handelingen overnemen. Dit zijn allemaal verzinsels van de psychiater.

Standpunt van de psychiater
5.3 De psychiater geeft aan dat in het verweerschrift en in het behandelplan gelijke bewoordingen zijn opgenomen over diagnose en gedrag van klager die door haar en haar collega’s op zorgvuldige wijze zijn opgesteld. Als klager zijn medicatie weigert in te nemen, leidt dat bij hem tot ernstig psychotisch en achterdochtig gedrag, gericht op voeding en mensen.

De beoordeling
5.4 Het college overweegt als volgt. De door klager gestelde onjuistheden in het verweerschrift en het behandelplan zien niet op feiten waarvan de onjuistheid op eenvoudige en objectieve wijze met behulp van andere documenten of gegevens kan worden aangetoond. Het betreft hier de weergave van professionele observaties, indrukken en conclusies (onder verantwoordelijkheid) van de psychiater inzake het gedrag van klager, waarmee hij zich niet kan verenigen. Het college ziet echter geen aanleiding om te twijfelen aan de zorgvuldigheid en deugdelijkheid van die weergave. De klacht kan dus niet slagen.


6. De beslissing

De klacht is kennelijk ongegrond.


Deze beslissing is gegeven op 23 augustus 2024 door P.J. van Eekeren, voorzitter, J.C.J. Dute, lid-jurist, A.M. van Hemert, C.M. Sonnenberg, en H.J. Kolthof, leden-beroepsgenoten, bijgestaan door F.J.E. van Geijn, secretaris.