Zoekresultaten 141-160 van de 45005 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2025:61 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7674

    Klacht tegen gz-psycholoog kennelijk ongegrond. Klager werd voor diagnostiek en behandeling door de huisarts verwezen naar de gz-psycholoog. Tijdens de intakefase vonden er meerdere gesprekken plaats om de hulpvraag van klager te verduidelijken en om te bekijken wat passende zorg was. Nadat er bij klager boosheid ontstond over het betalen van het eigen risico werd de intakefase afgesloten. Klager verwijt de gz-psycholoog onder andere dat er geen passende verwijzing heeft plaatsgevonden en dat zij zonder zijn toestemming contact opnam met de huisarts. De klacht gaat ook over rapportages in het medisch dossier. Het college is van oordeel dat de gz-psycholoog geen tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:136 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7271

    Deels gegronde klacht tegen een klinisch psycholoog. Klaagster is ontevreden over de behandeling die zij vanaf 2016 van de klinisch psycholoog heeft ontvangen. Zij maakt de klinisch psycholoog verschillende verwijten. Het college oordeelt onder andere dat door de klinisch psycholoog geen goede regie is gevoerd. Over de contacten die hij met klaagster had is weinig gedocumenteerd. Er is geen behandelplan opgesteld dat kon dienen als leidraad bij de contacten en ook is door de klinisch psycholoog geen duidelijke diagnose gesteld. Het college legt de maatregel op van berisping.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2025:89 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2411

    Klager en verweerder zijn tandarts in dezelfde plaats. De verhoudingen tussen beide tandartsen zijn al jaren ernstig verstoord. Klager verwijt verweerder dat hij zich zodanig niet collegiaal gedraagt dat dit in strijd is met het belang van een goede uitoefening van de individuele gezondheidszorg. Ook verwijt klager hem valsheid in geschrifte en het niet verstrekken van medische dossiers van naar klager overgestapte patiënten. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht gedeeltelijk gegrond verklaard en verweerder een berisping opgelegd. Verweerder heeft beroep ingesteld tegen deze beslissing. Het Centraal Tuchtcollege verklaart de klacht op een aanvullend punt gegrond en legt aan verweerder de maatregel van een voorwaardelijke schorsing voor de duur van zes maanden op.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2025:90 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2543

    De psychiater werkt als psychiater in het Penitentiair Psychiatrisch Centrum (PPC) van een Penitentiaire Inrichting (PI). Klager is hier in 2017 en 2021 opgenomen geweest. Klager verwijt de psychiater dat aan hem in april 2017 en januari 2021 dwangmedicatie is toegediend zonder de juiste medische indicatie, aanleiding en criteria. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege is het eens met deze beslissing en verwerpt het beroep van klager.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2025:91 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2627

    Ongegronde klacht tegen een fysiotherapeut. Klaagster is gedurende ongeveer 1,5 jaar in een fysiotherapiecentrum behandeld in verband met kaak- en nekklachten aan de voorzijde. De fysiotherapeut is drie keer als vervanger van de vaste behandelaar bij de behandeling van klaagster betrokken geweest. De eerste keer zou hij vanwege spierspanning dry needling hebben uitgevoerd in de wangkauwspier. Klaagster verwijt de fysiotherapeut onder meer dat hij geen informatie heeft gegeven over de uit te voeren behandeling en de risico’s daarvan en de behandeling niet goed heeft uitgevoerd waardoor zij sindsdien dagelijks heftige spierpijn heeft. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht kennelijk ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster tegen deze beslissing.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2025:92 Raad van Discipline Amsterdam 24-927/A/A

    Klacht over de advocaat van de ex-partner in een echtscheidingskwestie gedeeltelijk niet-ontvankelijk (gebrek aan belang) en gedeeltelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2025:86 Raad van Discipline Amsterdam 24-873/A/A

    Klacht tegen de eigen advocaat over de kwaliteit van de dienstverlening, de communicatie en de voortvarendheid in alle onderdelen ongegrond.

  • ECLI:NL:TACAKN:2025:49 Accountantskamer Zwolle 24/2178 Wtra AK 24/2179 Wtra AK

    Klacht over goedkeurende controleverklaringen bij geconsolideerde jaarrekeningen 2013, 2014 en 2015 van een vennootschap op Sint Maarten. Eén van de aangeklaagde accountants was de engagement leader op deze opdracht. Het belangrijkste actief (circa $ 460 mln) van de vennootschap betreft een perceel grond op Sint Maarten. Volgens klagers is dat perceel voor een te hoge waarde opgenomen in de gecontroleerde jaarrekeningen. Ook de latente belastingverplichting op de balans maakt dat de jaarrekeningen volgens klagers geen getrouw beeld geven van de werkelijke financiële situatie van de vennootschap. Klacht is (grotendeels) gegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2025:93 Raad van Discipline Amsterdam 24-917/A/A

    Klacht tegen de eigen advocaat in een familiekwestie over de kwaliteit van de bijstand ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2025:87 Raad van Discipline Amsterdam 24-893/A/A

    Klacht tegen de advocaat van de wederpartij in een familiezaak in alle onderdelen ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2025:94 Raad van Discipline Amsterdam 24-706/A/A

    Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2025:88 Raad van Discipline Amsterdam 24-884/A/A

    De klacht is gericht tegen de advocaat van een derde. Klager stelt dat verweerder in zijn rol van advocaat van die derde uitlatingen heeft gedaan over klager die beledigend zijn. De raad stelt vast dat verweerder kritisch is geweest over handelen van klager. De raad heeft echter onvoldoende grond om aan te nemen dat dit niet passend was binnen de context van de advisering aan zijn cliënt. De raad verklaart de klacht in alle onderdelen ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2025:89 Raad van Discipline Amsterdam 24-892/A/A

    Klacht tegen de advocaat van de wederpartij. Het verwijt is dat verweerder in een kwestie over de overdracht van aandelen valse informatie heeft gebruikt, cruciale informatie te laat heeft gedeeld en klager onnodig onder druk heeft gezet. De klacht is in alle onderdelen ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2025:90 Raad van Discipline Amsterdam 24-668/A/NH

    Klacht tegen de eigen advocaat over de kwaliteit en de wijze van bijstand. Verweerder heeft klager niet adequaat geïnformeerd over het verbeuren en verjaren van dwangsommen en over een vorderingen in verband met verzekeringspremies. Verweerder heeft klager verder onvoldoende bijgestaan na een voor klager gunstig vonnis op basis waarvan de eigendom van een woning in het buitenland moest worden overgedragen. De raad heeft de indruk dat verweerder onvoldoende expertise had om de overdracht in het buitenland te begeleiden en dat verweerder de regie over de zaak verloor. Berisping.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2025:91 Raad van Discipline Amsterdam 24-787/A/A

    Klacht tegen de eigen advocaat over de kwaliteit van de bijstand in een arbeidszaak gedeeltelijk gegrond. Verweerder heeft klaagster onvoldoende gewezen op de mogelijkheden en de termijn voor het instellen van cassatie en daarmee heeft hij de belangen van klaagster geschaad. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2025:85 Raad van Discipline Amsterdam 24-647/A/A

    Raadsbeslissing. Deels gegronde klacht over de dienstverlening door de eigen advocaat. Naar het oordeel van de raad had verweerder, alvorens er mee in te stemmen dat zijn herinnering aan de inhoud van de gemaakte afspraken in de brief werd opgenomen, in overleg moeten treden met zijn cliënt. Dat verweerder dit niet heeft gedaan, acht de raad tuchtrechtelijk verwijtbaar. Nu de raad niet heeft kunnen vaststellen dat verweerder klager bewust niet heeft betrokken bij zijn handeling en in de veronderstelling verkeerde klager hiermee juist een dienst te bewijzen, is van een schending van de geheimhoudingsplicht, zoals klager verweerder verwijt, geen sprake. Wel ziet de raad dat verweerder hiermee niet heeft gehandeld met de zorgvuldigheid die van hem in de gegeven omstandigheden mocht verwacht. De raad acht alles overziend een waarschuwing op zijn plaats.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:131 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7545

    Deels gegronde klacht tegen een tandarts. De klacht hangt samen met zaak A2024/7544. Klager klaagt namens zijn overleden vader over een behandeling in de tandartspraktijk waar de tandarts werkzaam is, waarbij een nabloeding is ontstaan. Ook vindt hij het onzorgvuldig dat hij en zijn familie zijn uitgeschreven bij de tandartspraktijk nadat zijn broer een negatieve review op internet heeft geplaatst. Het college komt tot het oordeel dat klager ontvankelijk is, maar dat de tandarts geen verwijt kan worden gemaakt van de klachtonderdelen die gaan over de behandeling van de vader van klager omdat de tandarts daar niet bij betrokken is geweest. Ten aanzien van de beëindiging van de behandelingsovereenkomst isde klacht gegrond. Het college komt tot het oordeel dat de tandarts de behandelrelatie niet conform de regels heeft beëindigd, omdat onvoldoende is gebleken dat hij zich voldoende heeft ingespannen om de relatie te herstellen. Het college bepaalt dat er geen maatregel wordt opgelegd.

  • ECLI:NL:TDIVBC:2025:3 Veterinair Beroepscollege 's-Gravenhage VB 2024/09 VB 2024/10 VB 2024/11

    Beroep van diereigenaar tegen een uitspraak van het Veterinair Tuchtcollege op een klacht tegen drie dierenartsen. De zaak heeft betrekking op het paard van appellante, dat is geopereerd aan het linker voorbeen. De klachten tegen de dierenartsen gaan onder meer over de uitgevoerde ingreep en het recovery- en nazorgtraject. Het Veterinair Tuchtcollege heeft de klachten van appellante tegen alle drie de dierenartsen ongegrond verklaard.Het Veterinair Beroepscollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:132 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7357

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een tandarts. De tandarts heeft bij klager een wortelkanaalbehandeling uitgevoerd. Klager is ontevreden over de uitvoering van de behandeling, de informatieverstrekking voorafgaand aan de behandeling, de dossiervoering en de nazorg door de tandarts. Het college vindt dat voldoende vaststaat dat klager zelf indiener van de klacht is, maar heeft de klacht in al haar onderdelen kennelijk ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TDIVBC:2025:4 Veterinair Beroepscollege 's-Gravenhage VB 2024/13

    Beroep van diereigenaar tegen een uitspraak van het Veterinair Tuchtcollege op een klacht tegen een dierenarts. De zaak heeft betrekking op de kat van appellante. Appellante is met haar kat naar het dierenziekenhuis gegaan waar de dierenarts werkzaam is, nadat de kat 24 uur niet had gegeten en gedronken en last had van diarree. De kat is vervolgens opgenomen geweest en er hebben verschillende onderzoeken en behandelingen door de dierenarts plaatsgevonden. Tijdens de opname verslechterde de situatie van de kat en is de kat uiteindelijk overleden. Appellante maakte de dierenarts onder meer verwijten over het niet doorsturen naar een ander dierenziekenhuis, de behandeling en de dossiervoering. De klacht is door het Veterinair Tuchtcollege deels gegrond verklaard en voor het overige ongegrond. Voor zover de klacht ongegrond is verklaard, komt appellante daarvan in beroep.Het Veterinair Beroepscollege verwerpt het beroep.