Zoekresultaten 1-20 van de 44965 resultaten
-
ECLI:NL:TGDKG:2025:47 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/747317 / DW RK 24 99 HE/RH
- Datum publicatie: 12-06-2025
- Datum uitspraak: 28-04-2025
- ECLI:NL:TGDKG:2025:47
Op grond van artikel 50 Rv mag de gerechtsdeurwaarder betekenen aan het woonadres van een bestuurder van een BV. Dat klaagsters woonadres bekend is geworden aan familie van de onder bewindgestelde had klaagster kunnen voorkomen door haar adres als geheim te laten registreren in de BRP. Deze bekendwording komt daarom voor haar eigen risico en kan de gerechtsdeurwaarder niet worden verweten.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2025:96 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 25-353/DB/OV/W
- Datum publicatie: 12-06-2025
- Datum uitspraak: 12-06-2025
- ECLI:NL:TADRSHE:2025:96
wraking kennelijk ongegrond
-
ECLI:NL:TGDKG:2025:48 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/747649 / DW RK 24/108 HE/RH
- Datum publicatie: 12-06-2025
- Datum uitspraak: 28-04-2025
- ECLI:NL:TGDKG:2025:48
De gerechtsdeurwaarder heeft erkend dat hij niet heeft gereageerd op twee brieven van de zijde van klagers. Maatregel van waarschuwing opgelegd ten aanzien van dit klachtonderdeel. Ten aanzien van de klacht over het innen van dwangsommen wordt overwogen dat de gerechtsdeurwaarder af mocht gaan op de informatie die was aangeleverd door de opdrachtgever. Dit klachtonderdeel is ongegrond.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:106 Hof van Discipline 's Gravenhage 240227
- Datum publicatie: 12-06-2025
- Datum uitspraak: 10-06-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:106
Klager klaagt dat zijn advocaat hem bij het eerste gesprek (en ook later niet) heeft medegedeeld dat hij vervroegd met pensioen ging. De raad van discipline heeft zijn klacht ongegrond verklaard. Het Hof van Discipline bekrachtigt deze beslissing.
-
ECLI:NL:TGDKG:2025:49 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/747839 / DW RK 24/113 HE/RH
- Datum publicatie: 12-06-2025
- Datum uitspraak: 28-04-2025
- ECLI:NL:TGDKG:2025:49
Op grond vanI het bepaalde in artikel 46 Rv moet de volgende vraag worden gesteld: mocht de gerechtsdeurwaarder erop vertrouwen dat de persoon die hij aantrof het exploot ter hand zou stellen van klaagster? De minderjarige aan wie het exploot is overhandigd betrof klaagsters 17-jarige zoon. De gerechtsdeurwaarder heeft gesteld dat na zorgvuldige afweging is besloten dat deze persoon bekwaam was het dwangbevel in ontvangst te nemen aangezien het aannemelijk was dat deze persoon zou bevorderen dat het afschrift degene voor wie het exploot is bestemd, tijdig zou bereiken. Het enkele feit dat klaagsters zoon op dat moment minderjarig was, maakt dat niet anders. De gerechtsdeurwaarder heeft een bedrag van € 700 aan klaagster teruggestort, zonder contact met klaagster op te nemen dat het bedrag ten onrechte geïncasseerd was. De gerechtsdeurwaarder heeft geen uitleg gegeven noch verontschuldigen aan klaagster aangeboden voor de gang van zaken. De gerechtsdeurwaarder heeft een e-mail van klaagster pas na zeven weken beantwoord. Dit is tuchtrechtelijk laakbaar gelet op de vaste jurisprudentie van de kamer waarin is bepaald dat een gerechtsdeurwaarder correspondentie binnen twee weken dient te beantwoorden in een dossier dat bij hem of haar in behandeling is. Geconcludeerd wordt dat de gerechtsdeurwaarder te laat en te weinig inhoudelijk (door een standaardbrief te sturen) heeft gecommuniceerd met klaagster. Maatregel van berisping opgelegd.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:107 Hof van Discipline 's Gravenhage 240279
- Datum publicatie: 12-06-2025
- Datum uitspraak: 10-06-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:107
Verweerder heeft voor een vennootschap opgetreden terwijl hij daarbij slechts op instructies van één van de twee (indirect) zelfstandig bevoegde bestuurders afging. De raad van discipline heeft dat niet tuchtrechtelijk verwijtbaar geacht. Wel wordt aan verweerder een waarschuwing opgelegd omdat verweerder bij het geven van een opdracht voor een onafhankelijk onderzoek bij de vennootschap er onvoldoende zorg voor heeft gedragen dat dit onderzoek op een evenwichtige wijze, met inachtneming van de posities van de beide bestuurders, zou zijn verricht. Tegen dit laatste oordeel is verweerder in hoger beroep gekomen. Verweerder verwijt de raad dat hij met het geven van een oordeel over -kortweg- het onderzoek buiten de reikwijdte van de klacht is getreden. Het Hof van Discipline komt tot diezelfde conclusie, vernietigt de beslissing van de raad op dit punt en verklaart de klacht ongegrond zoals die had moeten worden beoordeeld.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2025:70 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2024/7111
- Datum publicatie: 12-06-2025
- Datum uitspraak: 11-06-2025
- ECLI:NL:TGZRSHE:2025:70
Internist wordt door nabestaanden verweten dat patiënt geen chemotherapie met bleomycine had mogen krijgen omdat hij leed aan astmatische bronchitis, niet informeren van behandelteam over behandelrisico’s, signalen ouders omtrent hoesten patiënt niet serieus heeft genomen, zonder overleg bleomycine heeft hervat, niet uitvoeren longfunctietest waarmee bleomycinelong eerder had kunnen worden ontdekt, niet eerder in consult roepen longarts en gebrekkige dossiervorming/communicatie richting behandelteam. College: internist vervulde niet de rol van hoofdbehandelaar en was niet betrokken bij de zorgverlening aan de patiënt op de afdeling. Er was geen contra-indicatie voor het geven van chemotherapie met bleomycine noch advies om kuur zonder bleomycine te geven. Ongegrond.
-
ECLI:NL:TGDKG:2025:50 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/760440 / DW RK 24/414 HE/RH
- Datum publicatie: 12-06-2025
- Datum uitspraak: 28-04-2025
- ECLI:NL:TGDKG:2025:50
Klaagster heeft meerdere malen verzocht om haar dossiers. De gerechtsdeurwaarder heeft gesteld dat klaagster concreet moet aangegeven welke stukken zij mist en heeft meerdere malen meegedeeld dat zij online inzage heeft in haar dossiers. Gebleken is echter dat digitaal alleen lopende dossiers en niet oudere, afgesloten dossiers kunnen worden ingezien. Bovendien heeft klaagster verklaard dat het haar niet lukt om in te loggen. Door te blijven benadrukken dat klaagster moet inloggen, miskent de gerechtsdeurwaarder dat niet elke debiteur over digitale mogelijkheden en vaardigheden beschikt. Klaagster is het overzicht over haar financiën in de loop der jaren kwijt geraakt en is niet in staat specifiek aan te geven welke stukken zij mist. De gerechtsdeurwaarder kan dan niet volstaan met de mededeling dat klaagster een concreet stuk moet noemen. Niet gebleken is dat de gerechtsdeurwaarder in voldoende mate heeft voldaan aan het verzoek van klaagster om haar de dossiers te doen toekomen. De kamer komt daarom tot het oordeel dat dit klachtonderdeel gegrond is. Maatregel van waarschuwing opgelegd.
-
ECLI:NL:TGDKG:2025:51 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/761806 / DW RK 24/442 HE/RH
- Datum publicatie: 12-06-2025
- Datum uitspraak: 28-04-2025
- ECLI:NL:TGDKG:2025:51
Beslissing op verzet. Klaagster heeft in verzet nieuwe klachten aangevoerd, deze kunnen volgens vaste jurisprudentie in deze fase van de procedure niet worden beoordeeld. De voorzitter heeft de juiste maatstaf toegepast bij de beoordeling van de klachten. Klaagster heeft bij de verkeerde instantie geklaagd over de verkeersboete, waardoor deze is komen vast te staan.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:154 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-216/AL/OV
- Datum publicatie: 12-06-2025
- Datum uitspraak: 10-06-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:154
Voorzittersbeslissing. Uit de stukken is de voorzitter niet gebleken dat verweerder in de zaak van klager als advocaat of als klachtenfunctionaris heeft opgetreden. Nu de feiten die klager aan het verwijt over verweerder ten grondslag legt onjuist zijn, wordt de klacht kennelijk ongegrond geoordeeld.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:155 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-249/AL/MN
- Datum publicatie: 12-06-2025
- Datum uitspraak: 10-06-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:155
Voorzittersbeslissing. Naar het oordeel van de voorzitter is uit de stukken niet gebleken dat verweerster zich onnodig grievend heeft uitgelaten over klager tijdens een zitting of in stukken. Verder mocht verweerster naar het oordeel van de voorzitter zonder nader onderzoek afgaan op de van haar cliënte G ontvangen informatie en die informatie tijdens de zitting op 2 november 2023 namens G voorlezen en verwerken in processtukken. Klager heeft tegen die vermeende onjuistheden en feiten verweer kunnen voeren. Klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:94 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2595
- Datum publicatie: 11-06-2025
- Datum uitspraak: 11-06-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:94
De klacht van klager tegen de uroloog is door het Regionaal Tuchtcollege te ‘s-Hertogenbosch als kennelijk niet-ontvankelijk afgewezen omdat niet of onvoldoende duidelijk is geworden wat klager de uroloog precies verwijt. Het Centraal Tuchtcollege is van oordeel dat klager in zijn klaagschrift voldoende duidelijk heeft gemaakt wat hij de uroloog verwijt. Het Centraal Tuchtcollege vernietigt daarom de beslissing van het Regionaal Tuchtcollege, verklaart klager na een inhoudelijke beoordeling deels niet-ontvankelijk in zijn klacht omdat hij niet namens zichzelf over de behandeling van zijn echtgenote kan klagen en verklaart de klacht voor het overige ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2025:95 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-829/DB/LI
- Datum publicatie: 11-06-2025
- Datum uitspraak: 10-06-2025
- ECLI:NL:TADRSHE:2025:95
Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:101 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2554
- Datum publicatie: 11-06-2025
- Datum uitspraak: 11-06-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:101
Klacht van Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) tegen een plastisch chirurg vanwege ernstig seksueel grensoverschrijdend gedrag tijdens een (onnodig) videoconsult. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht gegrond verklaard en aan de plastisch chirurg de maatregel van doorhaling van de inschrijving in het BIG-register opgelegd. De plastisch chirurg heeft beroep ingesteld tegen deze beslissing. De plastisch chirurg komt in beroep vooral op tegen de zwaarte van de opgelegde maatregel. Dit beroep slaagt. Het Centraal Tuchtcollege legt de plastisch chirurg een schorsing op voor de duur van één jaar, de maximale schorsingsduur die het Centraal Tuchtcollege kan opleggen.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:95 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2521
- Datum publicatie: 11-06-2025
- Datum uitspraak: 11-06-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:95
Ongegronde klacht tegen een gz-psycholoog. De gz-psycholoog heeft in het kader van een strafrechtelijke procedure een contra-expertise uitgevoerd naar de geestvermogens van klager. Klager verwijt de gz-psycholoog dat hij bij klager een waanstoornis heeft vastgesteld, gedurende het onderzoek onaangekondigd vijf maanden is weggebleven en dat hij heeft geweigerd om de gesprekken met klager op te nemen. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager tegen deze beslissing.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:105 Hof van Discipline 's Gravenhage 240273
- Datum publicatie: 11-06-2025
- Datum uitspraak: 10-06-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:105
Klager heeft niet tijdig hoger beroep ingesteld tegen de beslissing van de raad.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:96 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2668
- Datum publicatie: 11-06-2025
- Datum uitspraak: 11-06-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:96
Ongegronde klacht tegen een huisarts. Klager is in 2018 korte tijd opgenomen geweest in een GGZ-instelling, waarna een mentor en een bewindvoerder over hem zijn benoemd. Het mentorschap is in 2021 opgeheven. In 2023 liep een procedure om ook het bewind op te heffen, waarvoor klager een verklaring wilsbekwaamheid nodig had. Hierover heeft klager zich meerdere malen tot de huisarts gewend. Klager verwijt de huisarts dat zij geen lijst van onafhankelijke artsen heeft willen geven, geen juiste gegevens over het mentorschap in het dossier heeft staan, in het dossier heeft genoteerd dat zij “er helemaal klaar mee” was en zonder zijn toestemming een uitdraai van het medisch dossier aan de onafhankelijke arts heeft verstrekt. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht van klager kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager tegen deze beslissing.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:97 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2660
- Datum publicatie: 11-06-2025
- Datum uitspraak: 11-06-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:97
Klacht tegen huisarts. Klager verwijt de huisarts een onzorgvuldige verslaglegging met betrekking tot hoe patiënte na haar overlijden is aangetroffen. Het Regionaal Tuchtcollege oordeelt dat de verslaglegging op aspecten beter had gekund, maar dat geen sprake is van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen, en heeft de klacht daarom ongegrond verklaard. Klager heeft tegen deze beslissing beroep ingesteld. Het Centraal Tuchtcollege oordeelt dat wél sprake is van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen, omdat de huisarts zijn aantekeningen in het medisch dossier niet heeft gecorrigeerd toen het voor hem duidelijk werd dat een essentiële passage daarvan niet klopte. In beroep wordt de klacht daarom alsnog gegrond verklaard. Gelet op de omstandigheden wordt bepaald dat geen maatregel wordt opgelegd.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:98 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2499
- Datum publicatie: 11-06-2025
- Datum uitspraak: 11-06-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:98
Klacht tegen een SEH-arts. Na een incident komt een twaalfjarig meisje, samen met haar moeder, naar de SEH. De SEH-arts vermoedt een mogelijk onveilige thuissituatie en gaat over tot melding bij Veilig Thuis. Vader en moeder zijn gescheiden en hebben beiden ouderlijk gezag; vader, de klager, wordt pas achteraf per brief over de melding geïnformeerd. Hij acht dit in strijd met de meldcode Huiselijk geweld en kindermishandeling (verder: de meldcode) en maakt ook anderszins bezwaar tegen de melding. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager tegen deze beslissing.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:99 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2462
- Datum publicatie: 11-06-2025
- Datum uitspraak: 11-06-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:99
Ongegronde klacht tegen een plastisch chirurg. Klager heeft een behandeling voor genderdystrofie ondergaan. Tussen najaar 2020 en eind 2022 is klager veertig keer bij de plastisch chirurg op consult geweest en is hij negen keer geopereerd. Klager verwijt de plastisch chirurg in de kern dat hij onvoldoende zorg heeft verleend. Bovenal verwijt klager hem dat de pijnbestrijding niet adequaat was en dat zijn klachten niet serieus werden genomen. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager tegen deze beslissing.
- Pagina: 1
- Pagina: 2
- ...
- Pagina: 2249
- Volgende pagina zoekresultaten