Zoekresultaten 81-100 van de 45223 resultaten
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2025:78 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7920
- Datum publicatie: 10-07-2025
- Datum uitspraak: 08-07-2025
- ECLI:NL:TGZRZWO:2025:78
(Kennelijk) ongegronde klacht van patiënt (vertegenwoordigd door zijn vader) tegen een kinderarts. Klager werd vanwege het vermoeden van een insult gezien op de SEH. Verwijt gaat over het stellen van een onjuiste diagnose en verlenen van onjuiste zorg als gevolg van het afzien van beeldvormend onderzoek. Het college oordeelt dat de werkdiagnose obstipatie met overloopdiarree niet onzorgvuldig was en dat beeldvormend onderzoek niet geïndiceerd was.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2025:79 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7457
- Datum publicatie: 10-07-2025
- Datum uitspraak: 08-07-2025
- ECLI:NL:TGZRZWO:2025:79
Klacht tegen een orthopedisch chirurg kennelijk ongegrond. Bij klager is in 2017 door de orthopedisch chirurg een heupprothese geplaatst. De operatie verliep voorspoedig en er waren geen complicaties. Wel kreeg klager na enige tijd (ernstige) rugklachten, waarvoor hij meerdere keren bij de orthopedisch chirurg op consult kwam. De orthopedisch chirurg heeft klager onderzocht en naar diverse specialisten verwezen. Klager verwijt de orthopedisch chirurg, samengevat, dat hij de operatie onzorgvuldig heeft uitgevoerd en niet adequaat heeft gereageerd op zijn klachten.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2025:75 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2024/7127
- Datum publicatie: 09-07-2025
- Datum uitspraak: 09-07-2025
- ECLI:NL:TGZRSHE:2025:75
Een klacht tegen een gz-psycholoog wordt ongegrond verklaard.Klager is veroordeeld tot tbs met dwangverpleging. Verweerder was van juli 2020 tot en met mei 2024 zijn hoofdbehandelaar. Klager verwijt verweerder dat hij beloftes over het deelnemen van de reclassering aan de gesprekken met klager en het tijdstip van het insturen van de verlofevaluatie van klager niet is nagekomen en diens huidige verlofmachtiging heeft laten verlopen.Het college acht klager ontvankelijk in zijn klachten omdat deze betrekking hebben op de individuele gezondheidszorg. De door klager gestelde feiten zeggen namelijk iets over de huidige status en voortgang van de behandeling van klager. Uit de stukken blijkt echter niet dat verweerder de door klager gestelde beloftes heeft gedaan of de verlofmachtiging van klager heeft laten verlopen. Deels blijkt daaruit eerder het integendeel. Klager heeft niet aannemelijk gemaakt dat dit anders is. De klacht is daarom ongegrond
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2025:76 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2024/7441
- Datum publicatie: 09-07-2025
- Datum uitspraak: 09-07-2025
- ECLI:NL:TGZRSHE:2025:76
Klager wordt in een klacht tegen een chirurg gedeeltelijk niet-ontvankelijk verklaard en de klacht wordt gedeeltelijk ongegrond verklaard. Verweerder voert in 2014 een fundoplicatie bij klager uit. Dat is een chirurgische operatie waarbij de bovenkant van de maag als een “manchet” om de onderkant van de slokdarm wordt gewikkeld. Op deze manier wordt voorkomen dat de maaginhoud terugvloeit naar de slokdarm. Klager dient in 2024 een klacht in over het vooronderzoek, de operatie en de nazorg. Het college oordeelt dat een aantal klachtonderdelen te laat is ingediend en daarom verjaard zijn en dat de andere klachtonderdelen geen steun vinden in het dossier en klager deze ook niet aannemelijk heeft gemaakt.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2025:77 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2024/7514
- Datum publicatie: 09-07-2025
- Datum uitspraak: 09-07-2025
- ECLI:NL:TGZRSHE:2025:77
Tandarts. Klacht: bij extractie niet nagevraagd of verdoving werkte, niet geacht tot verdoving werkte, geen afspraken gemaakt wat te doen bij pijn verzoek te stoppen; doorgegaan met trekken kies terwijl klaagster herhaaldelijk riep dat zij pijn had en hand van de tandarts probeerde weg te duwen; doorgegaan met trekken terwijl begeleidster verzocht te stoppen en zei dat er sprake was van PTSS/trauma bij klaagster. Tandarts zou niet bekend zijn met termen PTSS/trauma en klaagster niet serieus genomen hebben. College: Ongegrond. Niet vast komen te staan of tandarts heeft gevraagd of verdoving was ingewerkt of afspraken heeft gemaakt wat te doen bij pijn of verzoek te stoppen. Wel aannemelijk geworden dat tandarts heeft gewacht tot verdoving was ingewerkt. Niet vast komen te staan dat klaagster heeft gezegd dat zij pijn had en tandarts heeft verzocht om stoppen. Ook geen aanknopingspunten in dossier. Niet verwijtbaar dat tandarts doorging met trekken kies, ondanks verzoek begeleidster om te stoppen omdat rol/status begeleidster niet bekend was. Aanwezigheid eventuele PTSS was tevens niet bekend en niet gebleken dat tandarts niet bekend zou zijn met termen PTSS/trauma. Klaagster wel serieus genomen.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:173 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7597
- Datum publicatie: 08-07-2025
- Datum uitspraak: 08-07-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:173
Klaagster kennelijk niet-ontvankelijk. Klaagster klaagt namens haar moeder (hierna: patiënte) die in behandeling bij de cardioloog is geweest. Na een aantal gesprekken met patiënte en haar familie is aan patiënte en een andere dochter uitgelegd dat er geen medische mogelijkheden meer waren en dat besloten is dat een nieuwe opname niet zinvol was. Klaagster verwijt de cardioloog dat hij de patiënte niet geïnformeerd heeft over de beslissingen betreffende niet behandelen en het no-returnbeleid. Het college is van oordeel dat onvoldoende concrete aanknopingspunten zijn te vinden die aannemelijk maken dat klaagster de wil van patiënte vertegenwoordigt.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:123 Hof van Discipline 's Gravenhage 240099
- Datum publicatie: 08-07-2025
- Datum uitspraak: 04-07-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:123
Volgens klager heeft verweerster, de advocaat van zijn ex-partner, zich in een geschil over de ontbinding en afwikkeling van hun geregistreerd partnerschap bij de rechtbank na het geven van de beschikking schuldig gemaakt aan “napleiten”. Dat heeft verweerster volgens klager gedaan bij het door haar zelfstandig ingediende herstelverzoek, maar ook in haar reactie op het herstelverzoek dat door de gemachtigde van klager is ingediend. De raad heeft de klacht van klager ongegrond verklaard. Klager is tegen deze beslissing in beroep gekomen. Het hof bekrachtigt de beslissing van de raad. Volgens het hof is er geen sprake van “napleiten”. Verweerster heeft binnen de haar toekomende vrijheid de belangen van haar client behartigd en heeft daarbij niet onnodig de belangen van klager geschaad.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:117 Hof van Discipline 's Gravenhage 250135
- Datum publicatie: 08-07-2025
- Datum uitspraak: 04-07-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:117
De deken heeft het verzoek om aanwijzing van een advocaat afgewezen. Aan deze beslissing ten grondslag gelegd dat de vader van klager een advocaat heeft voor de procedures waarin vertegenwoordiging van een advocaat is voorgeschreven. Voor een AVG-procedure van de vader en een zaak van vader op het terrein van het Wdz-klachtrecht is geen vertegenwoordiging door een advocaat is voorgeschreven, zodat voor aanwijzing van een advocaat geen reden is. Voor het klachtrecht van klager is evenmin vertegenwoordiging door een advocaat voorgeschreven. Het hof onderschrijft de beslissing van de deken.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:174 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7628
- Datum publicatie: 08-07-2025
- Datum uitspraak: 08-07-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:174
Deels gegronde klacht tegen een arts. Klager en de arts zijn bekenden van elkaar. De arts vernam tijdens een patiëntenbespreking dat klager plotseling was opgenomen. Zij bezocht hem twee keer en bekeek het medisch dossier. Klager verwijt haar dat dit ongeoorloofde inzage was en dat de arts medische informatie heeft gedeeld die anders was dan de informatie die door zijn behandelend arts werd gedeeld. De arts heeft inzicht getoond in de onjuistheid van haar handelen en mede gelet op de omstandigheden waaronder de schending van het inzagerecht heeft plaatsgevonden, het reflecteren van de arts ter zitting en de reeds genomen maatregelen naar aanleiding van de onbevoegde inzage, ziet het college geen aanleiding om de arts nog een maatregel op te leggen.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:118 Hof van Discipline 's Gravenhage 240387
- Datum publicatie: 08-07-2025
- Datum uitspraak: 04-07-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:118
Beklag artikel 13 Advocatenwet ongegrond.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:119 Hof van Discipline 's Gravenhage 240335
- Datum publicatie: 08-07-2025
- Datum uitspraak: 04-07-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:119
Klacht over de bijstand van de eigen advocaat. Klacht is niet-ontvankelijk, omdat de klacht te laat is ingediend.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:120 Hof van Discipline 's Gravenhage 240330
- Datum publicatie: 08-07-2025
- Datum uitspraak: 04-07-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:120
Klacht over het optreden van verweerder in zijn hoedanigheid van private procespartij in een procedure bij het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch. Volgens klager heeft verweerder samen met zijn schoonzoon het gerechtshof ’s-Hertogenbosch bewust misleid tijdens de mondelinge behandeling in een civiele procedure door opzettelijk onjuiste cijfers aan het hof te presenteren. Volgens de raad is daarvan niet gebleken. De klacht is ongegrond verklaard. Klager heeft hoger beroep ingesteld tegen die beslissing van de raad. Het hof bekrachtigt die beslissing.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:121 Hof van Discipline 's Gravenhage 240329
- Datum publicatie: 08-07-2025
- Datum uitspraak: 04-07-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:121
Klacht over de advocaat van de wederpartij. Volgens klager heeft verweerder samen met zijn cliënt (mr. P), een advocaat met wie klager een advocatenkantoor heeft gehad, en de schoonzoon van die cliënt, het gerechtshof ’s-Hertogenbosch bewust misleid tijdens de mondelinge behandeling in een civiele procedure door opzettelijk onjuiste cijfers aan het hof te presenteren. Volgens de raad is daarvan niet gebleken. De klacht is ongegrond verklaard. Klager heeft hoger beroep ingesteld tegen die beslissing van de raad. Het hof bekrachtigt de beslissing van de raad.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:115 Hof van Discipline 's Gravenhage 250201W
- Datum publicatie: 08-07-2025
- Datum uitspraak: 04-07-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:115
Wraking. Verzoeker stelt dat de tuchtrechters de noodzakelijke specialistische kennis van het bestuursrecht ontberen. Door dit kennisgebrek kunnen volgens het wrakingsverzoek de betrokken rechters namelijk (al dan niet onbewust) normen uit een ander rechtsgebied toepassen (subjectieve partijdigheid door een verkeerd intern referentiekader) of de specifieke bestuursrechtelijke waarborgen en de machtsongelijkheid miskennen, hetgeen de schijn van vooringenomenheid wekt en leidt tot een voor verzoeker nadelige, onjuiste rechtsvinding (objectieve partijdigheid). De wrakingskamer wijst het wrakingsverzoek af. In het kader van de beoordeling van een wrakingsverzoek is de vraag of sprake is van voldoende deskundigheid niet van belang. De eventuele afwezigheid van voldoende deskundigheid op het gebied van het bestuursrecht kan op zichzelf niet leiden tot de conclusie dat de tuchtrechter(s) wier wraking is verzocht bevooroordeeld en/of vooringenomen, dus partijdig, is (zijn).
-
ECLI:NL:TNORARL:2025:20 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/440576 / KL RK 24-127
- Datum publicatie: 08-07-2025
- Datum uitspraak: 20-06-2025
- ECLI:NL:TNORARL:2025:20
De notaris heeft niet gehandeld in strijd met de zorgvuldigheid- en voorlichtingsplicht. De notaris heeft de overdracht van het bedrijfspand uitgesteld voor nader onderzoek, om de overdracht op een juridisch correcte en verantwoorde manier te realiseren. De kamer oordeelt dat dit een juiste werkwijze was. Ten aanzien van het klachtonderdeel over de declaraties van de notaris verwijst de kamer naar de geschillencommissie.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:172 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7945
- Datum publicatie: 08-07-2025
- Datum uitspraak: 08-07-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:172
Kennelijk ongegronde klacht tegen een specialist ouderengeneeskunde. Klager is onvrijwillig opgenomen op een gesloten afdeling voor mensen met dementie in een verpleeghuis. Klager verwijt verweerster met name dat zijn opname te lang heeft geduurd. Het college is van oordeel dat het niet te lang heeft geduurd voordat een (her-)beoordeling van de diagnose van klager heeft plaatsgevonden. Weliswaar was niet met zekerheid te bevestigen of uit te sluiten dat er sprake was van dementie, maar er bestond wel een reden voor opname.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:122 Hof van Discipline 's Gravenhage 240112
- Datum publicatie: 08-07-2025
- Datum uitspraak: 04-07-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:122
Klacht de advocaat van de wederpartij. De raad heeft geoordeeld dat het klachtonderdeel dat ziet op het rechtstreeks benaderen van klaagster gegrond is en heeft aan verweerder de maatregel van berisping opgelegd. Op de zitting van het hof heeft verweerder zich op het standpunt gesteld dat hij zich kan vinden in het oordeel van de raad dat hij tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld en dat zijn beroep alleen nog ziet op de opgelegde maatregel. Het hof ziet geen aanleiding om een andere maatregel op te leggen dan de raad heeft gedaan, te weten een berisping.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:116 Hof van Discipline 's Gravenhage 250141
- Datum publicatie: 08-07-2025
- Datum uitspraak: 04-07-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:116
Uit artikel 13 lid 3 Advocatenwet volgt dat het instellen van beklag alleen mogelijk is indien het verzoek om toewijzing van een advocaat is afgewezen. De deken heeft onderaan de beslissing een rechtsmiddelenclausule opgenomen waardoor ten onrechte de indruk is gewekt bij klager dat hij een rechtsmiddel kon aanwenden tegen de toewijzende beslissing. De ten onrechte in de toewijzingsbeslissing opgenomen rechtsmiddelenclausule stelt het bepaalde in artikel 13 lid 3 Advocatenwet niet terzijde. Dit betekent dat klager niet kan worden ontvangen in zijn beklag. Artikel 13 lid 3 Advocatenwet biedt ook geen juridische grondslag om te vragen om een nieuwe aanwijzingsbeslissing van de deken als klager zich niet kan vinden in de werkwijze van de aangewezen advocaat (en/of de deken).
-
ECLI:NL:TNORARL:2025:21 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/444582 / KL RK 24-173
- Datum publicatie: 08-07-2025
- Datum uitspraak: 19-06-2025
- ECLI:NL:TNORARL:2025:21
De notaris heeft de boedelgoederen onzorgvuldig beheerd. De boedelbeschrijving is onder omstandigheden te laat opgesteld.Door trage communicatie en het uitblijven van tijdige actie door de notaris is onnodige vertraging in de afwikkeling van de nalatenschap opgelopen. De notaris heeft erkend dat het proces af en toe sneller had kunnen verlopen.De overige twee klachtonderdelen zijn ongegrond. Voor de gegrond verklaarde onderdelen legt de kamer de maatregel van waarschuwing op.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2025:104 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 25-163/DB/ZWB
- Datum publicatie: 07-07-2025
- Datum uitspraak: 07-07-2025
- ECLI:NL:TADRSHE:2025:104
Raadsbeslissing. Klacht over de eigen advocaat, aan wie klagers dossier door de rechtsbijstandsverzekeraar is uitbesteed. De raad is van oordeel dat niet valt in te zien op welk punt verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Verweerder heeft na ontvangst van de doorverwijzing van de verzekeraar gedaan wat van hem mocht worden verwacht, toen klager protesteerde heeft verweerder pas op de plaats gemaakt en na ontvangst van een bericht van mr. M dat hij klager verder zou bijstaan heeft verweerder zich onttrokken. Ongegrond.