Zoekresultaten 241-260 van de 1499 resultaten
-
ECLI:NL:TADRAMS:2025:63 Raad van Discipline Amsterdam 25-115/A/A
- Datum publicatie: 14-04-2025
- Datum uitspraak: 07-04-2025
- ECLI:NL:TADRAMS:2025:63
Voorzittersbeslissing; kennelijk ongegronde klacht over de advocaat wederpartij. Verweerder heeft in zijn procedure namens de ex-echtgenote van klager de belangen van klager niet op ontoelaatbare wijze geschaad. Het zonder toestemming van de advocaat van klager opvragen van de zittingsaantekeningen is niet klachtwaardig.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2025:64 Raad van Discipline Amsterdam 25-126/A/A
- Datum publicatie: 14-04-2025
- Datum uitspraak: 07-04-2025
- ECLI:NL:TADRAMS:2025:64
Voorzittersbeslissing; klacht niet-ontvankelijk vanwege overschrijding van de vervaltermijn.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:67 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2503
- Datum publicatie: 14-04-2025
- Datum uitspraak: 02-04-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:67
Klacht tegen neuroloog. Klaagster verwijt de neuroloog dat zij a) zonder dit met klaagster te hebben afgestemd en tegen de wens van klaagster in een behandelbeperking in het dossier van klaagster heeft genoteerd, en b) in de terugkoppelingsbrief aan de huisarts van klaagster die behandelbeperking heeft vermeld. Het Regionaal Tuchtcollege heeft beslist dat de klacht in al haar onderdelen kennelijk ongegrond is. Klaagster heeft tegen die beslissing beroep ingesteld. Het Centraal Tuchtcollege kan zich vinden in de beslissing van het Regionaal Tuchtcollege en verwerpt het beroep van klaagster.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:96 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-624/AL/GLD
- Datum publicatie: 14-04-2025
- Datum uitspraak: 07-04-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:96
De raad heeft geoordeeld dat verweerder heeft zich in een privékwestie ten onrechte als advocaat van de dochter van klagers heeft voorgedaan. Verweerder heeft daarmee tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld. Gelet op de aard en de ernst van dit handelen is de raad van oordeel dat de oplegging van een berisping passend en geboden is.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:71 Hof van Discipline 's Gravenhage 240189
- Datum publicatie: 11-04-2025
- Datum uitspraak: 11-04-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:71
In deze zaak is aan de orde of verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld door de rechter onjuist te informeren bij een verzoek om beslag te mogen leggen, een nog niet onherroepelijk vonnis te executeren, een faillissementsverzoek in te dienen ondanks de afspraak om de executie van een garagebox en appartementsrechten op te schorten en een gelegd beslag niet tijdig op te heffen. Het hof bekrachtigt de beslissing van de raad, waarbij het klachtonderdeel over het onjuist informeren niet ontvankelijk is verklaard en de overige onderdelen ongegrond.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:72 Hof van Discipline 's Gravenhage 240106
- Datum publicatie: 11-04-2025
- Datum uitspraak: 11-04-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:72
Het gaat om een klacht tegen de advocaat van de wederpartij in een familierechtkwestie. De advocaat van de vrouw wordt verweten dat hij onjuiste en onnodig grievende uitlatingen heeft gedaan in het verweerschrift. Anders dan de raad van discipline verklaart het hof de klacht ongegrond. Verweerder heeft in hoger beroep verklaard dat toen hij zijn cliënte ging bijstaan er al veertien procedures waren gevoerd die aanzienlijke impact hadden gehad op de cliënte van verweerder. Verweerder wilde niet alleen die impact schetsen maar tevens duidelijk maken dat de door klager gevoerde procedures geen impact zouden hebben op de (gratis) rechtsbijstand door verweerder. Verweerder erkent dat zijn toon soms wat cynisch, overdrijvend of neerbuigend is. Het hof is dat eens met verweerder. Hij had ook andere bewoordingen kunnen gebruiken, maar dat enkele feit is nog niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Van de door verweerder gekozen bewoordingen kan naar oordeel van het hof in dit geval niet worden gezegd dat deze onnodig waren. De bewoordingen waren functioneel in het kader van de behartiging van de belangen van zijn cliënte, mede gezien het tot dan toe grote aantal gevoerde procedures en de impact van die procedures op de cliënte van verweerder. Van onnodige polarisatie door verweerder is naar oordeel van het hof dan ook geen sprake. Dat het voor klager niet prettig is om het te lezen begrijpt het hof, maar is, zoals gezegd, onder de gegeven omstandigheden niet toereikend voor een tuchtrechtelijk verwijt.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:67 Hof van Discipline 's Gravenhage 250067
- Datum publicatie: 11-04-2025
- Datum uitspraak: 11-04-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:67
Op grond van art. 56 lid 1 aanhef en sub a Advocatenwet kan klaagster slechts hoger beroep instellen tegen een beslissing van een raad waarbij de klacht geheel of ten dele ongegrond is verklaard. In dit geval is de klacht van klaagster tegen verweerster (geheel) gegrond verklaard. Voor klaagster staat tegen de beslissing van de raad dan ook geen hoger beroep open, ook niet tegen de hoogte van de opgelegde maatregel en, in dit geval, het niet stellen van een (verzochte) bijzondere voorwaarde in de vorm van een schadevergoeding (zie bijvoorbeeld HvD 31 augustus 2020,ECLI:NL:TAHVD:2020:166). Ook overigens is het hof van oordeel dat er geen grond is om schadevergoeding als bijzondere voorwaarde te stellen, nu de gewenste schadevergoeding niet eenvoudig is vast te stellen en niet concreet is onderbouwd. Klaagster kan dan ook niet worden ontvangen in haar hoger beroep.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:85 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7352
- Datum publicatie: 11-04-2025
- Datum uitspraak: 11-04-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:85
Deels gegronde klacht tegen een huisarts. Klaagster is diabetespatiënt. In verband hiermee is periodiek bloed- en urineonderzoek uitgevoerd, waaruit naar voren kwam dat sprake was van fors verhoogde eiwitwaarden (albumine) in de urine. De huisarts heeft Perindopril voorgeschreven. Klaagster verwijt de huisarts dat hij een verkeerde diagnose heeft gesteld en dat hij haar niet direct heeft doorverwezen naar de specialist. Daarnaast verwijt zij de huisarts dat zij onvoldoende is geïnformeerd over de door hem voorgeschreven medicatie. Het college oordeelt dat de huisarts is tekortgeschoten, doordat de laboratoriumuitslagen van klaagster dusdanig afwijkend waren dat hij een nefrotisch syndroom eerder in zijn medische beoordeling had moeten betrekken. Ook had hij zijn beleid daarop moeten afstemmen door niet na vier weken, maar binnen één tot twee weken een herbepaling te laten uitvoeren. Dat hij dit niet heeft gedaan valt hem tuchtrechtelijk aan te rekenen. Omdat de huisarts, na de late herbepaling, alsnog adequaat heeft gehandeld door klaagster te verwijzen naar de nefroloog kan worden volstaan met een waarschuwing.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:93 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-456/AL/MN
- Datum publicatie: 11-04-2025
- Datum uitspraak: 07-04-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:93
De raad heeft geoordeeld dat verweerder heeft opgetreden tegen klagers, de oud-cliënten van zijn kantoorgenoot. Verweerder heeft hiermee in strijd gehandeld met gedragsregel 15. Gelet op de aard en de ernst van dit handelen, is de raad van oordeel dat de oplegging van een waarschuwing passend en geboden is.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:68 Hof van Discipline 's Gravenhage 250051
- Datum publicatie: 11-04-2025
- Datum uitspraak: 11-04-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:68
Verzet tegen voorzittersbeslissing van de Raad van Discipline. Geen sprake van doorbreking appelverbod. De stelling dat er sprake is een nieuw opgekomen feit ter zitting van de raad dat door de raad is weggelaten leidt niet tot de conclusie dat er sprake is van een oneerlijk proces. Kennelijk heeft de raad de stelling van klaagster gepasseerd of het gestelde feit niet als vaststaand aangenomen. De raad heeft overwogen dat het verzet tegen de beslissing van de voorzitter verder ook geen nieuwe gezichtspunten heeft opgeleverd zodat er geen plaats is voor nader onderzoek naar de klacht. De omstandigheid dat klaagster het daar niet mee eens leidt niet tot het oordeel dat er sprake is geweest van schending van fundamenteel rechtsbeginsel.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:86 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7452
- Datum publicatie: 11-04-2025
- Datum uitspraak: 11-04-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:86
Deels gegronde klacht tegen een arts maatschappij en gezondheid (vertrouwensarts). De baby van klagers is tijdens een vakantie onwel geworden en naar het ziekenhuis gebracht. In het ziekenhuis werd letsel vastgesteld en de aard van het letsel gaf aanleiding om een melding te doen bij A, de B variant van Veilig Thuis. A heeft de melding doorgeleid aan Veilig Thuis in Nederland. Verweerster is als vertrouwensarts bij Veilig Thuis betrokken bij het onderzoek naar aanleiding van de melding. Klagers verwijten de vertrouwensarts dat zij onzorgvuldig heeft gehandeld tijdens het onderzoek en maken 22 specifieke verwijten. Het college oordeelt dat de vertrouwensarts door een breuk in de tibia per vergissing te vertalen met een breuk in het kuitbeen in plaats van scheenbeen en bovendien te spreken van ribbreuken in plaats van een vermoeden daarvan, niet de zorgvuldigheid betracht die van haar verwacht mocht worden. Beide onzorgvuldigheden waren niet van dien aard dat zij doorslaggevend waren voor de beoordeling van de ernst van het letsel. Nu de vertrouwensarts inzicht in haar handelen en in het gewicht van zorgvuldige verslaglegging heeft getoond, is het college van oordeel dat het opleggen van een maatregel in deze zaak geen redelijk doel meer dient.
-
ECLI:NL:TACAKN:2025:20 Accountantskamer Zwolle 24/3270 Wtra AK
- Datum publicatie: 11-04-2025
- Datum uitspraak: 11-04-2025
- ECLI:NL:TACAKN:2025:20
Hersteluitspraak in de zaak met procedurenummer 24/3270 Wtra AK, uitgesproken op 7 april 2025. In de uitspraak van 7 april 2025 staat een accountantslid niet juist vermeld onder de beslissing.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:94 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-457/AL/MN
- Datum publicatie: 11-04-2025
- Datum uitspraak: 07-04-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:94
De raad heeft geoordeeld dat verweerder heeft opgetreden tegen klagers, zijn oud-cliënten. Verweerder heeft hiermee in strijd gehandeld met gedragsregel 15. Gelet op de aard en de ernst van dit handelen, is de raad van oordeel dat de oplegging van een waarschuwing passend en geboden is.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:69 Hof van Discipline 's Gravenhage 250039
- Datum publicatie: 11-04-2025
- Datum uitspraak: 11-04-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:69
In de beslissing van de voorzitter is het verwijzingsverzoek afgewezen omdat klager het klachtrecht tegen de deken voor een ander doel (persoonlijk ongenoegen) gebruikt dan waarvoor het is bedoeld (waarborg van de kwaliteit van de beroepsgroep). Het hof ziet op basis van het onderzoek in verzet geen aanleiding om tot een andere beoordeling van het verwijzingsverzoek te komen dan die van de voorzitter. Dat de voorzitter gebruik heeft gemaakt van een verkeerde toetsingsnorm of de beslissing heeft gebaseerd op onjuiste of onvolledige feiten is niet gebleken. Het hof is van oordeel dat klager met zijn klacht over het onderzoek van verweerder en zijn algemene stelling dat er sprake is van grove misstanden in het toezicht op de advocatuur, het klachtrecht gebruikt voor een doel waarvoor het niet is bedoeld.
-
ECLI:NL:TACAKN:2025:21 Accountantskamer Zwolle 24/3430 Wtra AK 25/205 Wtra AK
- Datum publicatie: 11-04-2025
- Datum uitspraak: 11-04-2025
- ECLI:NL:TACAKN:2025:21
Klager is van mening dat betrokkene bij de controle van de financiële rechtmatigheids-verantwoording van een overheidsinstantie gebruik heeft gemaakt van een vervalst document, waarin misbruik is gemaakt van zijn persoonsgegevens. Ook zou betrokkene de werkverdeling tussen klager en zijn collega hebben geschonden en op klager een ongeoorloofde druk hebben uitgeoefend, wat heeft geleid tot gezondheidsproblemen en problemen met zijn dienstverband bij de overheidsinstantie. Toen betrokkene bekend raakte met deze gevolgen en het arbeidsconflict, heeft betrokkene volgens klager niet adequaat gereageerd. De klachten zijn ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:95 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-601/AL/MN
- Datum publicatie: 11-04-2025
- Datum uitspraak: 07-04-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:95
De raad verklaart een klacht over de eigen advocaat ongegrond.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:70 Hof van Discipline 's Gravenhage 240323
- Datum publicatie: 11-04-2025
- Datum uitspraak: 11-04-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:70
Ondanks verzoeken daartoe heeft klaagster niet aangetoond dat zij het beroepschrift tijdig bij het hof heeft ingediend. Bewijs daarvan ontbreekt. Evenmin heeft zij informatie verschaft op grond waarvan beoordeeld kan worden of de termijnoverschrijding verschoonbaar is. Dat betekent dat het beroepschrift te laat bij het hof is ingediend en dat klaagster niet kan worden ontvangen in haar beroep.
-
ECLI:NL:TACAKN:2025:22 Accountantskamer Zwolle 24/3513 Wtra AK
- Datum publicatie: 11-04-2025
- Datum uitspraak: 11-04-2025
- ECLI:NL:TACAKN:2025:22
Betrokkene heeft een herstructurering geadviseerd aan zijn klant en deze ook geïmplementeerd. Die herstructurering is in een civiele procedure onrechtmatig bevonden. De Accountantskamer is van oordeel dat betrokkene niet eerlijk en oprecht heeft opgetreden en enkel het belang van zijn klant heeft gediend. Betrokkene heeft ten behoeve van de civiele procedure een partijdeskundigenrapport opgesteld, dat naar het oordeel van de Accountantskamer in strijd met het beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid tot stand is gekomen. De Accountantskamer legt aan betrokkene de maatregel van tijdelijke doorhaling op voor de duur van drie maanden.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2025:44 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/6662
- Datum publicatie: 10-04-2025
- Datum uitspraak: 08-04-2025
- ECLI:NL:TGZRZWO:2025:44
Gegronde klacht tegen apotheker. Maatregel: waarschuwing. Klaagster gebruikte halfjaarlijks Prolia® Denosumab vanwege osteoporose. Begin 2019 is klaagster gestopt met het gebruik van Prolia, omdat zij last kreeg van bijwerkingen. In het laatste kwartaal van 2019 is telefonisch contact opgenomen met klaagster over de medicatieontrouw naar aanleiding van een melding uit het systeem. Klaagster verwijt de apotheker onder andere onvoldoende informatie over de risico’s bij het stoppen met Prolia te hebben gegeven. Het college is van oordeel dat het op de weg van de apotheker lag om klaagster actief te informeren over de risico’s, waaronder het rebound effect.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2025:45 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7098
- Datum publicatie: 10-04-2025
- Datum uitspraak: 08-04-2025
- ECLI:NL:TGZRZWO:2025:45
Klacht tegen een gezondheidszorgpsycholoog gegrond. Het college legt de maatregel van een waarschuwing op. De gz-psycholoog heeft in civielrechtelijk kader een forensisch onderzoek gedaan, wat geleid heeft tot (onder andere) een deelrapport over klager. Klager is het, samengevat, niet eens met de inhoud en totstandkoming van dit rapport. Het college is van oordeel dat het rapport niet aan de daaraan te stellen eisen voldoet.