Zoekresultaten 161-180 van de 1719 resultaten
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:90 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-806/AL/GLD
- Datum publicatie: 09-04-2025
- Datum uitspraak: 07-04-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:90
Raadsbeslissing. De raad kan gelet op hetgeen wordt gesteld en is weersproken, het feit dat er geen schriftelijke opdrachtbevestiging is verzonden en uit de declaraties die aan klaagster zijn gezonden niet vaststellen dat tussen verweerder en klaagster een bepaald uurtarief is afgesproken, zodat de raad het ervoor houdt dat verweerder met klaagster niet zijn uurtarief heeft besproken. Dit klachtonderdeel is daarom gegrond. Maatregel: waarschuwing.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:91 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-819/AL/GLD
- Datum publicatie: 09-04-2025
- Datum uitspraak: 07-04-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:91
Raadsbeslissing. Uit het klachtdossier komt naar voren dat verweerster zich uitermate toegewijd en zelfs in weekenden heeft ingezet om de belangen van haar cliënte te behartigen. Dat zij daarbij steken zou hebben laten vallen is de raad niet gebleken. Verweerster heeft gehandeld met de zorgvuldigheid die van een redelijk bekwame en redelijk handelende advocaat in de gegeven omstandigheden mag worden verwacht. Verweerster heeft zelfs nog meer gedaan dan binnen haar opdracht viel. Verweerster treft geen enkel tuchtrechtelijk verwijt. Alle klachtonderdelen zijn ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:85 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-505/AL/MN
- Datum publicatie: 09-04-2025
- Datum uitspraak: 07-04-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:85
De raad verklaart het verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:92 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-959/AL/GLD/D
- Datum publicatie: 09-04-2025
- Datum uitspraak: 07-04-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:92
Dekenbezwaar. Uit de transcripties van getapte telefoongesprekken van personen uit de kring van de cliënt van verweerder, kan de raad geen andere conclusie trekken dan dat verweerder tijdens de periode dat zijn cliënt als verdachte in beperkingen zat contact heeft opgenomen met derden en zaakinhoudelijke informatie heeft gedeeld met deze derden. Tijdens de beperkingen mag er geen zaakinhoudelijke informatie worden gedeeld met derden en naar het oordeel van de raad kan met voldoende zekerheid worden vastgesteld dat verweerder tijdens de beperkingen contact heeft opgenomen en zaakinhoudelijke informatie heeft gedeeld met derden. Dekenbezwaar gegrond. Maatregel: voorwaardelijke schorsing voor de duur van dertien weken, met een proeftijd van twee jaar.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:86 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-518/AL/A
- Datum publicatie: 09-04-2025
- Datum uitspraak: 07-04-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:86
De raad verklaart het verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:87 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-640/AL/GLD
- Datum publicatie: 09-04-2025
- Datum uitspraak: 07-04-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:87
Verzetsbeslissing. De onderhavige klacht ziet op hetgeen verweerder op de zitting bij de raad in 2023 heeft gezegd over een eerdere klacht. In een tegen een advocaat ingediende klacht mag deze zich in de betreffende klachtzaak verweren. Als vervolgens weer een nieuwe klacht zou kunnen worden ingediend ten aanzien van dat verweer van de advocaat, opent dat de weg naar een eindeloze reeks van klachten die doet denken aan het zogenoemde ‘Droste-effect’. Dat is niet de bedoeling van het klachtrecht. Als een klager het niet eens is met de beslissing van de raad staat daartegen de mogelijkheid van hoger beroep bij het Hof van Discipline open. Daarmee is het recht op een eerlijk proces - waar klager zich onder meer op beroept - gewaarborgd. Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:88 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-651/AL/GLD
- Datum publicatie: 09-04-2025
- Datum uitspraak: 07-04-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:88
Verzetbeslissing. De raad is van oordeel dat de door klager aangevoerde verzetgronden niet slagen; de voorzitter heeft bij de beoordeling de juiste maatstaf toegepast en heeft rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. De voorzitter heeft de klacht dus terecht en op juiste gronden kennelijk ongegrond verklaard. Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:89 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-653/AL/GLD
- Datum publicatie: 09-04-2025
- Datum uitspraak: 07-04-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:89
Verzetsbeslissing. In de toelichting op zijn verzetgrond herhaalt klager feitelijk zijn klacht, zonder dat hij de vaststaande feiten uit de beslissing van de voorzitter bestrijdt. In de kern komt het verzet erop neer dat klager het niet eens is met de beslissing van de voorzitter. De raad is van oordeel dat de door klager aangevoerde verzetgrond(en) niet slaagt/slagen; de voorzitter heeft bij de beoordeling de juiste maatstaf toegepast en heeft rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. De beslissing is bovendien helder gemotiveerd. Aan de juistheid van de beslissing twijfelt de raad geenszins. De voorzitter heeft de klacht naar het oordeel van de raad dus terecht en op juiste gronden kennelijk ongegrond verklaard. Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:84 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-109/AL/MN
- Datum publicatie: 08-04-2025
- Datum uitspraak: 07-04-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:84
Voorzittersbeslissing. Verweerder wordt in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van mevrouw R beklaagd. Klaagster heeft een financieel belang daarbij. Naar het oordeel van de voorzitter is niet gebleken dat verweerder door zijn optreden het vertrouwen in de advocatuur heeft geschaad. Klaagster klaagt deels over hetzelfde als waarover de rechtbank al gemotiveerd heeft beslist. De voorzitter maakt de overwegingen van de rechtbank tot de hare. Ook overigens is niet gebleken dat verweerder de belangen van klaagster als 1e hypotheekhouder heeft geschaad. Kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:83 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7413
- Datum publicatie: 08-04-2025
- Datum uitspraak: 08-04-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:83
Ongegronde klacht tegen een bedrijfsarts. De bedrijfsarts is supervisor van een arbo-arts. Het is niet gebleken dat de re-integratie onnodig is vertraagd of dat een consult is geweigerd. De bedrijfsarts heeft gehandeld volgens de supervisievereisten. Ook van onzorgvuldig onderzoek en onzorgvuldige dossiervorming is niet gebleken. Klacht ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:84 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7264
- Datum publicatie: 08-04-2025
- Datum uitspraak: 08-04-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:84
Deels gegronde klacht tegen een bedrijfsarts. Klaagster is gedurende acht maanden onder begeleiding geweest van de bedrijfsarts. Zij heeft tijdens deze begeleiding zichzelf laten onderzoeken, waarbij zij ook is gediagnosticeerd. Het college stelt vast dat de bedrijfsarts klaagster ten onrechte (meteen) naar een instelling heeft doorverwezen, gelet juist op het eerdere onderzoek ingezet door klaagster en zonder dat de bedrijfsarts zich op de hoogte heeft gebracht van het rapport van dit onderzoek. Ook wordt de manier waarop de bedrijfsarts met klaagster heeft gesproken over een second opinion tuchtrechtelijk verwijtbaar geacht. Daarnaast is tekort geschoten in de dossiervoering. Klacht grotendeels gegrond. Berisping.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:65 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2567
- Datum publicatie: 08-04-2025
- Datum uitspraak: 17-03-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:65
Klacht tegen een psychiater. De psychiater heeft in opdracht van het CBR onderzoek gedaan naar de rijgeschiktheid van klager. De psychiater heeft een rapport opgemaakt en daarin onder andere geconcludeerd dat sprake was van een “stoornis in drugsgebruik licht” volgens de DSM-5. Klager verwijt de psychiater dat zij onzorgvuldig en onjuist heeft gehandeld omdat zij heeft gelogen om tot die diagnose te kunnen komen. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht kennelijk ongegrond. Ook het Centraal Tuchtcollege is van oordeel dat de psychiater op basis van haar onderzoek in redelijkheid een stoornis in het drugsgebruik heeft kunnen classificeren. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:66 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2590 en C2024/2591
- Datum publicatie: 08-04-2025
- Datum uitspraak: 17-03-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:66
Klacht tegen een psychiater. De psychiater is werkzaam bij het FACT-team van een ggz-instelling die gespecialiseerd is in verslavingszorg. Klager is zowel klinisch als ambulant in behandeling geweest bij deze instelling. De FACT-team behandelaar van klager in een brief antwoorden gegeven op vragen van het Bureau Rijbewijskeuringen in verband met een onderzoek naar klagers rijgeschiktheid. De brief is geschreven onder verantwoordelijkheid van de psychiater. Klager heeft bij het Regionaal Tuchtcollege twee klachten ingediend tegen de psychiater. In de eerste klacht verwijt klager de psychiater dat zij haar beroepsgeheim heeft geschonden en een onjuistheid heeft vermeld. In de tweede klacht verwijt klager de psychiater dat zij in haar verweerschrift naar aanleiding van de eerste klacht heeft gelogen. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart beide klachten in alle onderdelen kennelijk ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2025:61 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-936/DB/OB
- Datum publicatie: 08-04-2025
- Datum uitspraak: 07-04-2025
- ECLI:NL:TADRSHE:2025:61
Raadsbeslissing. Klacht van advocaat over de advocaat van de wederpartij. Verweerder heeft tweemaal een eenstemmig uitstelverzoek gedaan zonder overleg met of akkoord van klaagster. Ook kan de raad met voldoende zekerheid vaststellen dat de ‘conclusie van antwoord en eis in reconventie’ niet door verweerder is opgesteld, maar door zijn cliënt(en). Verweerder heeft klaagster tot slot blootgesteld aan een confrontatie met de wederpartij. Door cliënten de processtukken fysiek te laten bezorgen op het kantoor van de advocaat van de wederpartij, brengt verweerder zijn collega’s in een positie waarbij zijn cliënt mogelijk zal proberen om inhoudelijk over de kwestie te spreken en aanvaart verweerder daarmee het risico dat er onaangenaamheden plaatsvinden bij het fysieke overhandigen van de stukken. Onvoorwaardelijke schorsing van 4 weken.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2025:62 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-924/DB/LI/D
- Datum publicatie: 08-04-2025
- Datum uitspraak: 07-04-2025
- ECLI:NL:TADRSHE:2025:62
Dekenbezwaar gegrond. Verweerder heeft niet voldaan aan zijn plicht om de bevoegdheid van zijn opdrachtgever vast te stellen en de aan hem verstrekte opdracht, belangrijke afspraken en informatie schriftelijk vast te leggen. Ook heeft verweerder financieel niet integer gehandeld. Verweerder heeft enorme bedragen in rekening gebracht, zonder die deugdelijk te verantwoorden. Door te handelen zoals hij heeft gedaan is bij de raad het beeld ontstaan van een advocaat die zijn eigen belang extreem laat prevaleren boven dat van zijn cliënt. Dat geldt eveneens voor de vrijwaring die hij onder meer zijn cliënten ten behoeve van zichzelf heeft laten tekenen. Onvoorwaardelijke schorsing van 26 weken.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:82 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7411
- Datum publicatie: 08-04-2025
- Datum uitspraak: 08-04-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:82
Ongegronde klacht tegen een arts. De arts is werkzaam als arbo-arts en werkt onder supervisie van een bedrijfsarts. Geen sprake van bewust vertragen of ontzeggen van de aanvraag om een second opinion door klaagster. De arbo-arts heeft gehandeld overeenkomstig de supervisievereisten. Klaagster is wel (te) laat geïnformeerd over de supervisieconstructie, dit wordt door de arbo-arts erkend en gezien als verbeterpunt. Dit handelen had beter gekund, maar is niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Verder is van onzorgvuldig onderzoek en onzorgvuldige dossiervorming is niet gebleken. Klacht ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2025:57 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-711/DB/ZWB
- Datum publicatie: 07-04-2025
- Datum uitspraak: 07-04-2025
- ECLI:NL:TADRSHE:2025:57
Verzetbeslissing. De voorzitter heeft bij de beoordeling van de klacht de juiste maatstaf toegepast en voorts rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TGDKG:2025:28 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/761173 / DW RK 24/432 EdV/WdJ
- Datum publicatie: 07-04-2025
- Datum uitspraak: 02-04-2025
- ECLI:NL:TGDKG:2025:28
Beslissing op verzet. Geen gronden tegen de voorzittersbeslissing ingediend. Verzet niet-ontvankelijk.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:63 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2571
- Datum publicatie: 07-04-2025
- Datum uitspraak: 07-04-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:63
Klacht tegen een internist. Klager is vanaf april 2018 behandeld in verband met een primaire cerebrale angiitis (ook wel vasculitis). De internist heeft klager aanvankelijk Prednison en Endoxan voorgeschreven. In november 2018 heeft de internist in plaats van Endoxan, azathioprine voorgeschreven. Vanaf april 2020 is de internist begonnen de toen nog resterende medicatie azathioprine en prednison af te bouwen. Klager meent dat verweerder de medicatie ten onrechte heeft afgebouwd. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht kennelijk ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:57 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2469
- Datum publicatie: 07-04-2025
- Datum uitspraak: 07-04-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:57
Klacht tegen een internist werkzaam om de afdeling klinische geriatrie van een ziekenhuis. De vader van klaagster werd in maart 2019 naar de spoedeisende hulp (SEH) gebracht met een delier bij een longontsteking. De volgende dag werd hij opgenomen op de afdeling klinische geriatrie. Verweerder was de hoofdbehandelaar van de vader van klaagster. Bijna twee maanden later is de vader in het ziekenhuis overleden. De moeder van klaagster is in december 2021 overleden. Klaagster verwijt verweerder dat hij haar vader geen goede medische zorg heeft verleend, onzorgvuldig is geweest in zijn communicatie naar de vader en naar klaagster toe, dat er onterecht een wilsbekwaamheidsbeoordeling heeft plaatsgehad en dat hij klaagster onterecht niet als eerste contactpersoon heeft aangemerkt en/of benaderd. Voorts verwijt klaagster verweerder dat hij onterecht een beroep heeft gedaan op het medisch beroepsgeheim en niet zijn verantwoordelijkheid heeft genomen als beheerder van het medisch dossier van de vader. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart klaagster niet ontvankelijk in vijf van de zes klachtonderdelen omdat het Regionaal Tuchtcollege van oordeel is dat klaagster niet de wil van (wijlen) haar vader vertegenwoordigt. Het klachtonderdeel over de communicatie met klaagster verklaart het Regionaal Tuchtcollege ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster.