Zoekresultaten 181-200 van de 1719 resultaten

  • ECLI:NL:TADRSHE:2025:58 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-788/DB/OB

    Raadsbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij in een familiezaak. Niet gebleken dat verweerder nodeloos omvangrijke processtukken heeft ingediend. Evenmin is gebleken dat verweerder onterechte beschuldigingen aan het adres van klaagster heeft geuit, met modder heeft gegooid of klaagster heeft zwart gemaakt. Verweerder is met de inhoud van de door hem ingediende processtukken gebleven binnen de grenzen van de aan hem, in zijn hoedanigheid van advocaat van de wederpartij, toekomende vrijheid. Voor zover klaagster het met de in de processtukken opgenomen of ter zitting geponeerde stellingen niet eens was, is zij in de gerechtelijke procedure in de gelegenheid geweest om die stellingen te betwisten. Voor het ernstige verwijt, dat verweerder zich heeft schuldig gemaakt aan smaad, heeft de raad in de overgelegde stukken tot slot geen enkel aanknopingspunt gevonden. Gedragsregel 5 behelst geen absolute verplichting tot het treffen van een minnelijke regeling; het gaat erom dat een advocaat zich voldoende inzet om tussen partijen tot een oplossing te komen. Naar het oordeel van de raad is niet gebleken dat verweerder zich op dit punt onvoldoende heeft ingezet. Op basis van de overgelegde stukken heeft de raad niet kunnen vaststellen dat verweerder structureel de rechter heeft aangeschreven en daarbij zijn beklag over klaagster heeft gedaan. Klacht in alle onderdelen ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2025:29 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/745136 / DW RK 24/35 EdV/WdJ

    Klacht met betrekking tot het niet reageren op een e-mail gegrond. Klacht voor het overige ongegrond. Maatregel van waarschuwing opgelegd.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2025:64 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2410

    Klacht tegen een mdl-arts. Klager is in de periode september 2017-voorjaar 2019 in behandeling geweest bij een AIOS vanwege een chronische huidaandoening met ontstekingen in de perianale regio. Klager was niet tevreden over deze behandeling. De mdl-arts was van september 2017 tot eind april 2018 de supervisor van de AIOS. Klager verwijt de mdl-arts dat hij onzorgvuldig is omgegaan met zijn belangen als patiënt, door geen of onvoldoende supervisie te geven aan de AIOS. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht kennelijk ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2025:58 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2553

    Ongegronde klacht tegen een bedrijfsarts. Klager meldde zich begin 2019 ziek bij de werkgever na spanningen op het werk. De bedrijfsarts was de verzuimbegeleider van klager. Klager verwijt de bedrijfsarts dat hij afspraken niet is nagekomen, een discriminerende opmerking heeft gemaakt in het medisch dossier van klager, niet open en eerlijk heeft gecommuniceerd, een diagnose heeft gewijzigd zonder klager te informeren en het beloofde mediationgesprek niet meer heeft georganiseerd. Het RTG verklaart klachtonderdelen 1 en 4 gegrond, legt daarvoor een waarschuwing op en verklaart de klacht voor het overige ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verklaart de klacht in het geheel ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2025:59 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-835/DB/ZWB

    Raadsbeslissing. Klacht over de eigen (voormalige) advocaat. Verweerder heeft in strijd met de AVG een kopie van klaagsters paspoort gemaakt en bewaard. Verweerder had immers geen grondslag voor de verwerking daarvan. Hij had voor het identificeren van de cliënte moeten volstaan met het noteren van het documentnummer van het paspoort. Dat de Raad voor Rechtsbijstand volgens zijn privacyreglement kopieën van legitimatiebewijzen zou mogen verwerken, doet daar niets aan af. Verweerder is verantwoordelijk voor het naleven van de privacyregels op zijn eigen kantoor. Berisping.

  • ECLI:NL:TACAKN:2025:19 Accountantskamer Zwolle 24/3270 Wtra AK

    Ongegronde klacht. In 2022 hebben twee aandelentransactie plaatsgevonden. Betrokkene had in verband daarmee een due diligence opdracht, die in hoofdzaak is uitgevoerd door twee medewerkers van het accountantskantoor. Volgens klaagster is sprake van grove nalatigheid bij de beoordeling van de door de koper van de aandelen verstrekte fundflow en equity bridge en heeft betrokkene klaagster niet of onjuist geïnformeerd over de voorziening niet verdiende provisies, de intercompany schuldverhoudingen en de dividenduitkering. De Accountantskamer verklaart de klacht ongegrond, omdat een medewerker van het accountantskantoor klaagster heeft gewaarschuwd voor het opnemen van de voorziening niet verdiende provisies als debt like item. Daarnaast is het niet verwijtbaar dat klaagster niet is gewezen op de openstaande rekening-courantschuld en dat deze niet is verrekend met de dividenduitkering.

  • ECLI:NL:TGDKG:2025:30 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/748915 / DW RK 24/146 EdV/WdJ

    De vordering betreft een vordering op klager in persoon. De gerechtsdeurwaarder heeft niet tuchtrechtelijk laakbaar gehandeld door klager aan te schrijven en beslag te leggen op zijn privé onroerende en roerende zaken. De dagvaarding en het vonnis zijn aan klager betekend door achterlating van de exploten aan de huis- en echtgenote van klager. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2025:59 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2505

    Klacht tegen een bedrijfsarts. Klager is ontevreden over het advies van de bedrijfsarts, de totstandkoming daarvan en de terugkoppeling naar de werkgever. Daarnaast is klager ontevreden over de aanvraag van een second opinion. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart klachtonderdelen b), f) en h) gegrond en legt aan de bedrijfsarts de maatregel van berisping op. Het Centraal Tuchtcollege verklaart klachtonderdelen b) en h) ongegrond en klachtonderdeel f) gegrond, zonder oplegging van een maatregel en gelast publicatie.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2025:60 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 25-009/DB/ZWB

    Tussenbeslissing. Ambtshalve aanvulling van de klacht ten aanzien van bankieren met de derdengeldenrekening. Terugwijzing naar de deken voor nader onderzoek.

  • ECLI:NL:TGDKG:2025:31 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/758945 / DW RK 24/379 EdV/WdJ

    Er is sprake geweest van bewaringstekorten. Er is geen sprake van opzet, de gerechtsdeurwaarders hebben gelijk op alle mogelijke manieren meegewerkt en de situatie is inmiddels hersteld. Geen reden voor ontzetting uit het ambt, maar schorsing voor de duur van één week voor alle beklaagde gerechtsdeurwaarders. Tevens veroordeling in de proceskosten.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2025:60 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2501

    Klacht tegen een bedrijfsarts. Klager vindt dat de bedrijfsarts hem niet goed heeft begeleid in het kader van een ziekmelding en/of een arbeidsconflict met zijn toenmalige werkgever. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht deels gegrond en legt aan de bedrijfsarts de maatregel van berisping op. De bedrijfsarts is in beroep gekomen tegen deze beslissing. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep, verstaat dat de maatregel van berisping gehandhaafd blijft en gelast publicatie.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2025:61 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2438

    Klacht tegen een huisarts. De huisarts was destijds de huisarts van klager zelf en van klagers’ dochter. Een collega van de huisarts heeft in 2012 een melding bij het AMK gedaan vanwege een vermoeden van kindermishandeling. Klager verwijt de huisarts – onder meer – dat de melding onterecht was, dat zij aan klager en de dochter geen of onvoldoende zorg heeft gegeven, dat zij zijn gezag over de dochter heeft geschonden en dat zij de eisen van een goede dossiervoering heeft geschonden. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht deels wegens verjaring niet-ontvankelijk en deels ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager tegen deze beslissing.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2025:56 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-649/DB/OB

    Verzetbeslissing. De voorzitter heeft bij de beoordeling van de klacht de juiste maatstaf toegepast en voorts rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2025:62 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2437

    Klacht tegen een huisarts. De huisarts was destijds de huisarts van klager zelf en van klagers’ dochter. De huisarts heeft in 2012 een melding bij het AMK gedaan vanwege een vermoeden van kindermishandeling. Klager verwijt de huisarts – onder meer – dat de melding onterecht was, dat zij aan klager en de dochter geen of onvoldoende zorg heeft gegeven, dat zij zijn gezag over de dochter heeft geschonden en dat zij de eisen van een goede dossiervoering heeft geschonden. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht deels wegens verjaring niet-ontvankelijk, deels gegrond en deels ongegrond. De huisarts krijgt een waarschuwing. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:79 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7019

    Deels gegronde klacht tegen een huisarts. Verweerder was de huisarts van de overleden moeder van klaagster. Klaagster verwijt de huisarts onder andere schending van zijn geheimhoudingsplicht. De huisarts heeft een brief van de advocaat van klaagster meegestuurd bij zijn klacht over deze advocaat bij de deken. In de brief worden de naam en geboorte- en sterfdatum van de moeder genoemd. De huisarts erkent dat hij deze gegevens had moeten weglakken. Het college heeft oog voor de gevoelens van de huisarts gelet op de aannames en de toon van de brief van de advocaat. Het college ziet mede gelet hierop aanleiding om de huisarts geen maatregel op te leggen.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2025:65 Raad van Discipline 's-Gravenhage 25-033/DH/RO 25-034/DH/RO

    Voorzittersbeslissing. Klacht over indienen handhavingsverzoek en daaropvolgende bestuursrechtelijke procedure. Verweerder 1 woont in de nabijheid, verweerder 2 (kantoorgenoot) treedt op als gemachtigde. Een deel van de klachten is te laat ingediend en daarom niet-ontvankelijk. Klachten voor het overige kennelijk niet-ontvankelijk (vanwege ontbreken belang) en kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:80 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7418

    Ongegronde klacht tegen een huisarts. Klaagster heeft bij een ongeval letsel opgelopen. Voor de schadeafhandeling is bij de huisartsenpraktijk medische informatie opgevraagd. Klaagster verwijt de huisarts onder andere dat de informatieverstrekking onzorgvuldig en onjuist is geweest. Het college overweegt dat er geen aanwijzingen zijn dat de huisarts onjuiste informatie heeft verstrekt. Bovendien heeft de huisarts direct en adequaat gehandeld toen klaagster haar onvrede uitte. De klacht is ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2025:55 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 25-127/DB/LI

    Voorzittersbeslissing. Klager heeft zich op 19 juni 2024, derhalve ruimschoots na het verstrijken van de in artikel 46g lid 1 aanhef en sub a Advocatenwet bedoelde termijn, met een klacht over verweerster tot de deken gewend. Niet is gebleken dat klager niet eerder dan op 19 juni 2024 heeft kunnen klagen. Van een verschoonbare termijnoverschrijding is geen sprake. Dat sprake zou zijn van de in artikel 46g lid 2 Advocatenwet bedoelde situatie is voorts gesteld noch gebleken. De klacht is niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:81 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7385

    Ongegronde klacht tegen een huisarts. De echtgenoot van klaagster is overleden aan prostaatkanker. De huisarts wordt verweten dat zij deze diagnose heeft gemist en de patiënt niet tijdig heeft verwezen naar een specialist. De huisarts heeft de patiënt twee keer gezien. In de tussenliggende periode is de patiënt wel enkele malen op consult geweest, maar steeds bij een andere huisarts. Het college kan alleen het handelen van verweerster beoordelen. Over het eerste consult overweegt het college dat voor het stellen van de diagnose prostaatkanker of doorverwijzing naar een specialist op dat moment geen reden bestond. Tijdens het tweede consult, ruim anderhalf jaar later, heeft zij patiënt (terecht) doorverwezen naar de polikliniek urologie. De klacht is ongegrond.Kenmerk: Onjuiste behandeling/verkeerde diagnose

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2025:42 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7103

    Klacht tegen een verpleegkundige. Patiënt (broer van klaagster) was 49 jaar, bekend met de ziekte van Duchenne en kreeg continue beademing. Hij woonde op een locatie van een zorginstelling die mensen begeleidt met een verstandelijke beperking. Verweerster was werkzaam als verpleegkundige. Patiënt werd op 8 april 2014 ziek, waarna collega-verpleegkundigen en verweerster een arts consulteerden. De volgende dag werd patiënt in het ziekenhuis opgenomen, waar hij die avond overleed aan sepsis. Klaagster verwijt verweerster onder meer dat zij de situatie/klachten van haar broer niet goed heeft ingeschat, de familie niet tijdig heeft gewaarschuwd en er sprake is van onvoldoende nazorg en dossiervoering. Klaagster is ontvankelijk, geen sprake van verjaring of misbruik van recht. Het college oordeelt dat verweerster niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld.