Zoekresultaten 321-340 van de 3037 resultaten

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:82 Hof van Discipline 's Gravenhage 250158 250159

    Het hof stelt vast dat de klachten van klager verband houden met de werkzaamheden die verweersters als deken uitvoeren. Van de door hem geformuleerde klacht is echter alleen het eerste stukje geconcretiseerd. In het niet te woord (willen) staan van klager is echter naar het oordeel van het hof geen tuchtrechtelijk verwijt te ontwaren. Voor het overige is de door klager geformuleerde klacht niet onderbouwd. Daarom zal het hof de klachten niet verwijzen. Daarnaast is ontevredenheid over de gang van zaken in het onderzoek door een deken in verband met een door een klager ingediende tuchtklacht in het algemeen geen valide grond om een tuchtklacht tegen de betreffende deken in te dienen.

  • ECLI:NL:TACAKN:2025:47 Accountantskamer Zwolle 24/3093 Wtra AK

    Betrokkene is samenstellend accountant van een onderneming. Hij deed ook werkzaamheden voor één van de aandeelhouders voor wie hij onder andere privé-en fiscale aangiften deed. Na het overlijden van die aandeelhouder zijn de aandelen overgegaan naar diens echtgenote, moeder van klaagster. De medeaandeelhouder wilde de aandelen van de echtgenote overnemen. Betrokkene heeft klaagster bericht dat hij geen werkzaamheden meer voor haar moeder kon verrichten, omdat hij de andere aandeelhouder adviseerde. Hij is aangebleven als accountant van de onderneming en heeft als adviseur van de medeaandeelhouder een aandelenwaardering opgesteld. Klaagster verwijt betrokkene onder meer dat hij een aandelenwaardering in het voordeel van de medeaandeelhouder heeft opgesteld, dat hij geen actie heeft ondernomen naar aanleiding van signalen over handelen in strijd met wet- en regelgeving door de onderneming en dat betrokkene volmachten heeft laten opstellen die zeer ruime bevoegdheden gaven aan de medeaandeelhouder.De klacht is gedeeltelijk gegrond. Alhoewel betrokkene als samenstellend accountant wist dat na het overlijden van de aandeelhouder geen aandeelhoudersvergaderingen waren gehouden, heeft hij geen actie ondernomen. Hij heeft de bedreiging voor zijn objectiviteit als gevolg van het zowel optreden als accountant van de onderneming als het optreden als adviseur van een van de aandeelhouders niet tot een aanvaardbaar niveau teruggebracht. Ook heeft de door hem opgestelde aandelenwaardering geen deugdelijke grondslag. De klachten over het opstellen van conceptvolmachten en tekortschietende communicatie zijn ongegrond. Betrokkene heeft gehandeld in strijd met de fundamentele beginselen van integriteit, objectiviteit en vakbekwaamheid en zorgvuldigheid. Aan betrokkene is de maatregel van tijdelijke doorhaling voor de duur van drie maanden opgelegd.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:89 Hof van Discipline 's Gravenhage 240282

    Verweerster heeft haar cliënte (de ex-echtgenote van klager) in het kader van een echtscheidingsprocedure geadviseerd om geld van de gezamenlijke rekeningen af te halen en op haar eigen rekening te zetten. De raad heeft de klacht gegrond verklaard en een waarschuwing opgelegd. Het hof bekrachtigt de beslissing, maar verzwaart de maatregel tot een berisping.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:83 Hof van Discipline 's Gravenhage 250099

    Afwijzing verzoek tot aanwijzing van een advocaat als bedoeld in artikel 13 lid 1 Advocatenwet. Het hof oordeelt dat het verzoek van klaagster om aanwijzing van een advocaat op goede gronden is afgewezen. De deken heeft terecht geoordeeld dat uit de VSO niet blijkt dat deze overeenkomst opengebroken kan worden.

  • ECLI:NL:TGDKG:2025:40 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/752857DW RK 24/236 EV/SM

    Klacht ongegrond. Klager beklaagt zich er over dat de gerechtsdeurwaarder in strijd met de waarheid heeft verklaard ter zitting (van de Kamer voor gerechtsdeurwaarders). De kamer overweegt dat de gerechtsdeurwaarder een vergissing heeft begaan, wat hem niet zonder meer ook schuldig maakt aan tuchtrechtelijk laakbaar handelen.

  • ECLI:NL:TGDKG:2025:41 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/738917 DW RK 23/312 LvB/SM

    Klacht ongegrond. Klager beklaagt zich er – kort gezegd – over dat de gerechtsdeurwaarder ten onrechte beslag heeft gelegd op roerende zaken van klager en daarmee rechtsregels uit de Faillisementswet en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering heeft overtreden. Niet is gebleken is dat er sprake van een enige beslaglegging is geweest.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2025:62 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2024/7521

    Klager klaagt dat verweerster hem 15 capsules Tramadol heeft voorgeschreven, terwijl zij volgens hem had beloofd dat zij 30 capsules zou voorschrijven. Verweerster betwist dat zij een dergelijke belofte heeft gedaan.Dat verweerster heeft beloofd 30 capsules voor te schrijven, kan het college uit het dossier niet opmaken. De aantekening “HR” (herhaalrecept) betekent niet (zonder meer) dat het om dezelfde hoeveelheid van hetzelfde medicijn gaat en dezelfde dosering. Het kan ook om een andere hoeveelheid en/of een andere dosering gaan. Het college kan enkel vaststellen dat verweerster met klager heeft besproken dat langdurig opiaatgebruik niet goed is en dat daarvoor geen indicatie bestond. Uit het feit dat verweerster het eerdere recept heeft aangepast naar 15 capsules en een lagere dosering, blijkt dat ze bewust een afweging heeft gemaakt over het aantal voor te schrijven capsules en de dosering.Omdat uit het dossier niet blijkt dat verweerster heeft beloofd 30 capsules voor te schrijven en dit door klager ook onvoldoende aannemelijk is gemaakt, acht het college de klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2025:42 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/742430 / DW RK 23/412 EV/SM

    Klacht gegrond. Geen maatregel. De omstandigheden van het geval, waaronder de geringe overschrijding van de reactietermijn en een reactie die wel volgde op het rappel, maken dat er wordt afgezien van het opleggen van een maatregel.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2025:63 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2024/7404

    Klaagster dient een klacht in tegen haar voormalige huisarts (verweerder). Ze maakt hem verschillende verwijten, waaronder het niet behandelen van haar fysieke klachten, een misdiagnose, het ontbreken van opvolging bij verergering van haar toestand, en het niet bieden van hulp bij psychosociale en financiële druk. Verweerder betwist de verwijten en stelde dat hij bij het merendeel van de door klaagster in haar klaagschrift genoemde consulten niet persoonlijk betrokken was Daar waar hij wel persoonlijk of als opleider betrokken was, treft hem volgens hem geen verwijt. Het college oordeelt dat een groot deel van de klachtonderdelen ongegrond is, omdat uit het medisch dossier niet blijkt dat verweerder daarbij betrokken was. Daar waar verweerder wel persoonlijk of als supervisor betrokken was, is naar het oordeel van het college overeenkomstig de geldende normen gehandeld. Het college kan niet vaststellen dat verweerder de problemen van klaagster niet serieus heeft genomen of dat hij niet empathisch was. Dat blijkt niet uit het medisch dossier en het college kan ook niet anderszins vaststellen dat verweerder hier een verwijt treft. Twee klachtonderdelen betroffen handelen of nalaten van verweerder meer dan tien jaar geleden en deze zijn om die reden verjaard. Het college oordeelt dan ook dat klachtonderdelen kennelijk ongegrond zijn of dat klaagster daarin niet-ontvankelijk is.

  • ECLI:NL:TGDKG:2025:43 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/742848 / DW RK 23/430 LvB/SM

    Klacht gegrond. Geen maatregel. De klacht van klager (over niet tijdig reageren op correspondentie) kent een dusdanige samenhang met een eerdere klacht tegen de gerechtsdeurwaarder waar een berisping voor was opgelegd dat nu volstaan kan worden met de constatering dat de klacht gegrond is.

  • ECLI:NL:TGDKG:2025:38 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/762309 / DW RK 25/6 EV/SM

    Beslissing op verzet. Verzet niet-ontvankelijk. Het verzet is niet binnen de wettelijke termijn van veertien dagen ingediend.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2025:59 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7727

    klacht tegen een verpleegkundige kennelijk ongegrond. Klager werd door zijn huisarts verwezen naar het samenwerkingsverband GGZ in verband met psychische klachten. In 2024 vond er een gesprek plaats tussen klager en de verpleegkundige om de mogelijkheden voor een geschikte verwijsplek te bespreken. Klager is niet tevreden met de gehele gang van zaken en maakt de verpleegkundige onder andere het verwijt dat hij geen garantie op een behandeling heeft gekregen en hij niet is betrokken bij het overleg met een zorginstantie. Het college oordeelt dat het niet de taak van de verpleegkundige was om bij klager een diagnose te stellen of hem te behandelen. Het college kan niet vaststellen dat van enig tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen sprake is.

  • ECLI:NL:TGDKG:2025:39 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/753672 / DW RK 24/252 EV/SM

    Beslissing op verzet. Klager heeft zich er over beklaagd dat de gerechtsdeurwaarder executiemaatregelen uitvoert terwijl hij geen actueel overzicht van de vermeende vordering(en) kan overleggen. Daarvan is echter geen sprake geweest. De kamer sluit zich (daarom) aan bij beoordeling van de inleidende klacht en verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2025:61 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2024/7540

    Chirurg van privé kliniek voor behandeling van obesitas en overgewicht wordt verweten dat de operatie niet goed is uitgevoerd, procedures niet goed zijn gevolgd en onvoldoende uitleg is gegeven over contact in geval van calamiteiten. Na de operatie is een maagperforatie ontstaan. Complicatie. Geen sprake van nalatigheid of fouten. Onzekerheid en verwarring vanwege discrepantie tussen het op de website van de kliniek weergegeven beleid bij ontslag en het toegepaste beleid. Onduidelijke informatie over wat te doen bij calamiteiten. Gedeeltelijk gegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2025:86 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2626

    Klacht tegen een verpleegkundige. Klaagster verwijt de verpleegkundige dat zij onvoldoende zorg heeft verleend toen klaagster voor een operatie op de afdeling neurologie en neurochirurgie van een ziekenhuis was opgenomen. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verklaart het door klaagster hiertegen ingestelde beroep niet‑ontvankelijk, omdat het (aanvullend) beroepschrift niet voldoet aan de eisen die de wet aan een beroepschrift stelt. Het overgrote deel van het aanvullend beroepschrift van vijf pagina’s gaat over andere zorgverleners en over andere incidenten dan waarop de klacht tegen de verpleegkundige betrekking heeft. De verpleegkundige was bij deze incidenten op geen enkele wijze betrokken. Het Centraal Tuchtcollege komt niet toe aan een inhoudelijke behandeling van de zaak.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2025:87 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2531

    Klacht tegen een arts, werkzaam op de afdeling cardiologie van een ziekenhuis. Klager lijdt aan hartfalen. Hij werd met klachten als gevolg van een te laag kaliumgehalte opgenomen in het ziekenhuis. Bij ontslag uit het ziekenhuis heeft de arts voor klager een recept voor een medicijn om kalium aan te vullen uitgeschreven. Klager verwijt de arts dat hij een te hoge dosering heeft voorgeschreven. Hij stelt dat hij als gevolg van deze dosering een black-out kreeg waarbij hij zijn auto total loss heeft gereden. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager tegen deze beslissing.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:130 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-215/AL/MN

    Klacht tegen de advocaat van de wederpartij in een slepend geschil over reputatieschade in alle onderdelen kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:131 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-597/AL/MN

    Raadsbeslissing. Klager verwijt verweerder (onder meer) dat hij heeft opgetreden tegen hem, zijn oud-client. De raad oordeelt dat er geen sprake is van het optreden tegen klager. De klacht wordt in alle onderdelen ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2025:56 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7231

    Klacht deels gegrond, maatregel berisping. Klacht tegen huisarts. Klaagster verwijt de huisarts subjectieve, niet-onderbouwde informatie over klaagster te hebben gegeven, die is terechtgekomen in een rapport van de Raad voor de Kinderbescherming. Het college oordeelt dat de huisarts haar beroepsgeheim heeft geschonden, ongefundeerde en suggestieve informatie over klaagster heeft verstrekt en verstrekte schriftelijke informatie onvoldoende objectief heeft geformuleerd.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:79 Hof van Discipline 's Gravenhage 240318

    Artikel 13 lid 1 Advocatenwet: Afwijzing door deken een nieuwe advocaat aan te wijzen. Het hof verklaart het beklag tegen deze beslissing gegrond. Uit de overgelegde brief en de toelichting door klager volgt voldoende dat er tussen hem en de door de deken aangewezen advocaat sprake is van een vertrouwensbreuk, zodat een hernieuwde samenwerking tussen klager en deze advocaat niet van klager kan worden verwacht. Het hof verzoekt de deken spoedig een andere advocaat aan te wijzen.