Zoekresultaten 301-320 van de 3037 resultaten

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:139 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-244/AL/GLD

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de bijstand van de eigen advocaat in een artikel 12 Sv procedure bij gebrek aan feitelijke onderbouwing kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2025:79 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 25-213/DB/OB 25-214/DB/OB

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij en tegen het hele kantoor. Niet gebleken dat verweerster als advocaat van mevrouw K meewerkt aan een complot. Verweerster heeft niet tuchtrechtelijk gehandeld door klager niet terug te bellen. Klacht tegen verweerster kennelijk ongegrond. De klacht dat, zodra klager het kantoor belde de verbinding steeds werd verbroken en het kantoor een valse melding heeft gedaan over overlast, is kennelijk niet-ontvankelijk. Klager heeft namelijk geen concreet onderbouwde verwijten jegens het advocatenkantoor in haar totaliteit gemaakt over haar kantoororganisatie zodat klager het kantoor als zodanig niet tuchtrechtelijk kan aanspreken.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2025:80 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 25-030/DB/A

    Raadsbeslissing. Klacht over de eigen advocaat in een familierechtelijke procedure. Verweerster kan niet worden verweten het executiegeschil niet te hebben opgestart. Zij was nog in afwachting op informatie van klaagster en kreeg geen contact meer met haar. Niet gebleken van valsheid in geschrifte. Nadat sprake is geweest van een vertrouwensbreuk, heeft verweerster zich op behoorlijke wijze aan de zaak onttrokken door de volgende dag ter zitting bij het gerechtshof om aanhouding te verzoeken. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:135 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-035/AL/MN

    Verweerder heeft klager, die de Nederlandse taal nauwelijks machtig is, bijgestaan in een familiegeschil met diens ex-partner. Klager heeft in die periode een uitnodiging van de politie gehad voor verhoor wegens stalking en mishandeling van zijn ex-partner. Verweerder is met klager naar dat gesprek gegaan. De raad is niet gebleken dat verweerder voorafgaand aan dit gesprek met klager overleg heeft gevoerd over de dan te volgen strategie. Eerst tijdens het gesprek bij de politie is het verweerder pas duidelijk geworden dat het niet om een verhoor maar om een STOP-gesprek met klager ging en dat er, anders dan in de uitnodiging stond, geen tolk voor klager beschikbaar was. Alhoewel het advies van verweerder om de STOP-verklaring te ondertekenen wellicht in het belang van klager is geweest, vond verweerder zelf dat hij er beter aan had gedaan om de verbalisanten te vragen om het gesprek op 19 december 2022 te stoppen totdat er een tolk beschikbaar was. Verweerder had daarom tijdens het gesprek op 19 december 2022 moeten en kunnen ingrijpen door te zeggen dat klager tijdens het gesprek een tolk nodig had en dat het anders uitgesteld moest worden. Verweerder heeft hierin onvoldoende regie gevoerd. Dat heeft geleid tot misverstanden bij klager die voorkomen hadden kunnen worden. Klacht in zoverre gegrond. Overige verwijten ongegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2025:81 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-909/DB/LI

    Raadsbeslissing. Klacht over de eigen advocaat. Klacht over het in strijd handelen met de kernwaarde partijdigheid en deskundigheid ongegrond. Verweerder heeft het budget van de rechtsbijstandsverzekeraar ruimschoots overschreden. Klager is daardoor na afloop van de procedure geconfronteerd met een factuur van ruim € 7.500,-, zonder dat hij erover is geïnformeerd dat het budget van de verzekeraar verbruikt was. Schending van de kernwaarde (financiële) integriteit. Berisping.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:128 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7579

    Deels gegronde klacht tegen een bedrijfsarts. Klager heeft zich in 2014 ziekgemeld bij zijn werkgever. Hij was op dat moment opgenomen op een gesloten psychiatrische afdeling. Klager heeft twee weken doorgebracht op de gesloten afdeling en daarna bijna vier maanden op de open afdeling. De bedrijfsarts was werkzaam bij de arbodienst van de werkgever en werd verantwoordelijk voor de begeleiding van klager.Klager verwijt de bedrijfsarts dat hij zich niet autonoom en onafhankelijk heeft opgesteld enniet de richtlijnen heeft gevolgd die gelden voor het diagnosticeren van een beroepsziekte.Het eerste klachtonderdeel is ongegrond. Over het tweede klachtonderdeel overweegt het college het volgende. Het college stelt voorop dat op de bedrijfsarts de taak rust een (vermoede) beroepsziekte te diagnosticeren. De bedrijfsarts had eigenstandig onderzoek moeten doen naar de werkgerelateerde factoren die (mogelijk) ten grondslag lagen aan de aandoening van klager. Nu hij dit niet gedaan heeft, is het klachtonderdeel gegrond. Het college ziet desondanks geen aanleiding om de bedrijfsarts een maatregel op te leggen. Het college heeft hiertoe in aanmerking genomen dat de gebeurtenissen ruim tien jaar geleden hebben plaatsgevonden, op het moment dat de bedrijfsarts net in dienst was van de arbodienst. De bedrijfsarts heeft blijk gegeven van zelfreflectie en toegelicht het tegenwoordig anders aan te pakken.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:136 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-045/AL/GLD

    Verzetbeslissing. Ter zitting heeft klager gesteld het griffierecht van € 50 bij het indienen van zijn klacht bij de deken niet te hebben betaald. De deken had zijn klacht volgens hem daarom niet mogen doorzenden aan de raad. Volgens klager had hij daarom door de voorzitter niet-ontvankelijk moeten worden verklaard. Ook in de onderhavige verzetzaak dient klager volgens hem niet-ontvankelijk te worden verklaard. De raad oordeelt dat het niet voldoen van het griffierecht bij de klacht niet automatisch leidt tot niet-ontvankelijkheid. Bovendien staat in de aanbiedingsbrief van de deken dat het griffierecht is ontvangen door de deken. De voorzitter kon dus beslissen. Verzet is kosteloos, zodat klager ontvankelijk is in zijn verzet. De raad is evenwel van oordeel dat de door klager aangevoerde verzetgronden niet slagen. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:90 Hof van Discipline 's Gravenhage 230336

    Klacht over eigen advocaat. Het betreft een erfrechtkwestie. Het hof is van oordeel dat verweerster heeft gehandeld zoals van een redelijk bekwaam en handelend advocaat mag worden verwacht. Zoals de raad heeft overwogen is het voor een advocaat gebruikelijk om concepten aan cliënten toe te sturen ter voorkoming van miscommunicatie en zeker om feitelijke onjuistheden te vermijden. In deze zaak waren kennelijk meerdere concepten nodig om tot een goede afstemming te komen voor de brief aan de wederpartij. Verweerster heeft daarbij zoveel mogelijk het commentaar van klager verwerkt. Zij heeft ook toegelicht waarom zij iets wel of niet heeft overgenomen. Niet is gebleken dat verweerster daarbij ondermaats heeft gepresteerd. Dat er slordigheden in de concepten hebben gestaan verdient niet de schoonheidsprijs maar maakt het handelen van verweerster nog niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Verder is het hof niet gebleken dat de door verweerster gemaakte berekeningen van de legitieme portie van klager evident onjuist waren. Weliswaar waren deze berekeningen afwijkend van de berekeningen van klager, maar verweerster had daar een goede verklaring voor (zij had bepaalde door klager opgevoerde posten niet overgenomen). Verweerster heeft de door haar opgestelde berekeningen ook uitvoerig toegelicht aan klager in haar e-mail van 30 november 2022. Dat er verschil in inzicht is maakt het handelen van verweerster nog niet ondeskundig of onbekwaam.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2025:76 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-807/DB/LI

    Raadsbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij in een familierechtelijke procedure. Verweerder had aanleiding moeten zien om te twijfelen aan de informatie die hij van zijn cliënte had gekregen. Uit de brief van het Openbaar Ministerie volgde dat klager was veroordeeld voor belaging en niet mishandeling. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2025:77 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-808/DB/LI

    Raadsbeslissing. Klacht over de eigen advocaat. Deels niet-ontvankelijk wegens ne bis in idem en deels ongegrond. Klacht gegrond voor zover verweerder griffierecht en een eigen bijdrage heeft gefactureerd aan klager. Allereerst mocht verweerder geen toevoeging aanvragen voor zijn advieswerkzaamheden aangaande het al dan niet instellen van hoger beroep omdat deze vielen onder het bereik van de al verstrekte toevoeging. Vervolgens had verweerder de factuur voor wat betreft het griffierecht moeten crediteren, omdat het hoger beroep niet was doorgezet en er dus geen griffierecht verschuldigd was, maar ook omdat er hoe dan ook geen hoger beroep tegen het vonnis mogelijk was. Verweerder had een proceskostenveroordeling van de tuchtrechter niet met deze onterechte factuur mogen verrekenen, bovendien zonder toestemming van klager. Schending kernwaarde (financiële) integriteit. Voorwaardelijke schorsing van 2 weken.

  • ECLI:NL:TACAKN:2025:48 Accountantskamer Zwolle 24/3563 Wtra AK

    Ongegronde klacht. Klager heeft een tuchtklacht ingediend omdat hij vindt dat de accountant ten onrechte en te laat goedkeurende controleverklaringen bij de jaarrekeningen 2022 en 2023 van de Koninklijke Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (NBA) heeft afgegeven. Daarin zouden opbrengsten uit geldelijke bijdragen en heffingen zijn verantwoord waarvoor geen wettelijke basis bestaat. Ook zouden de jaarrekeningen ten onrechte niet door alle bestuursleden van de NBA zijn ondertekend. Klager heeft de accountant hierover geïnformeerd en haar verzocht de goedkeurende verklaringen te herroepen. Volgens klager heeft betrokkene dat verzoek ten onrechte niet gehonoreerd en heeft zij in plaats daarvan klager op onprofessionele wijze beschuldigd van bedreiging wegens zijn aanzegging van een tuchtklacht. De Accountantskamer heeft de klacht in alle onderdelen ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:84 Hof van Discipline 's Gravenhage 250095

    Naar het oordeel van het hof heeft de deken zich op het standpunt kunnen en mogen stellen dat een vordering van klager tegen mr. Sch. geen redelijke kans van slagen heeft omdat de vordering is verjaard. Er zijn voldoende aanwijzingen dat klager al eerder moest of had kunnen weten dat de daadwerkelijke veilingkosten afweken (aanmerkelijk lager waren) van het bedrag (€ 10.000) dat hij had doorgekregen om te betalen om een executieveiling van zijn woning te voorkomen.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:85 Hof van Discipline 's Gravenhage 250093

    Klachten tegen de inhoudelijke beoordeling van de zaak (in dit het geval het gestelde verzoek) raken niet aan fundamentele rechtsbeginselen, zoals schending van hoor en wederhoor. Dergelijke klachten leveren naar vaste jurisprudentie geen grond op voor doorbreking van het appelverbod (HvD 28 augustus 2017, ECLI:NL:TAHVD:2017:168, ECLI:NL:TAHVD:2017:169 en HR 23 juni 1995, NJ 1995/661).

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:86 Hof van Discipline 's Gravenhage 250091

    Klager wenst aanwijzing van een advocaat om beroep in te stellen tegen de beschikking van de rechtbank Noord-Holland van 20 december 2024. Zoals de deken in haar reactie op het beklag ook heeft aangegeven, is de termijn waarbinnen dat nog kon inmiddels verstreken. Dit betekent dat klagers doel niet meer kan worden bereikt zodat aanwijzing van een advocaat voor dat doel zinloos is geworden. Op die grond dient het beklag van klager reeds te worden afgewezen. Ook overigens heeft de deken op juiste gronden beslist het verzoek van klager om aanwijzing van een advocaat af te wijzen. De deken heeft onder verwijzing naar het negatieve procesadvies van 2 advocaten op goede gronden vastgesteld dat het hoger beroep dat klager in wil stellen onvoldoende kans van slagen heeft. De deken is ook zelf tot deze conclusie gekomen. Voorts heeft klager niet aannemelijk gemaakt dat hij voldoende inspanningen heeft verricht om zelf een advocaat te vinden. Klager heeft pas bij zijn beklagschrift één schriftelijke afwijzing van een advocaat gevoegd. Hiermee heeft klager niet voldaan aan het verzoek van deken om drie schriftelijke afwijzingen in de dienen.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:125 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7598

    Deels gegronde klacht tegen een huisarts. De echtgenote van klaagster is als gevolg van COVID-19 (bij uitgebreid onderliggend lijden) overleden. Nadat de patiënt daags na een positieve zelftest telefonisch overleg met de huisarts heeft gevoerd, heeft de huisarts de klachten onvoldoende uitgevraagd, te weinig rekening gehouden met het feit dat patiënt behoorde tot een risicogroep en heeft een ontoereikend vangnetadvies gegeven. Ook na het bekend worden van een positieve PCR-test, had de huisarts een proactief beleid moeten voeren. Klacht grotendeels gegrond, waarschuwing.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:87 Hof van Discipline 's Gravenhage 250072

    Klaagster wenst aanwijzing van een advocaat om cassatieberoep in te stellen De termijn om cassatie in te stellen is inmiddels verstreken. Dit betekent dat klaagsters doel – een rechtsmiddel instellen tegen deze beslissing – niet meer kan worden bereikt, zodat aanwijzing van een advocaat voor dat doel zinloos is geworden. Reeds op die grond dient het beklag van klaagster te worden afgewezen. Overigens is het hof met de deken, gezien het procesadvies van de cassatieadvocaat, van oordeel dat de procedure die klaagster had willen voeren geen redelijke kans van slagen heeft. Dit is een gegronde reden om het verzoek af te wijzen, wat de deken dan ook terecht heeft gedaan. Door klaagster zijn geen feiten en omstandigheden naar voren gebracht, die haar standpunt dat het cassatie-advies zonder haar toestemming is uitgebracht ondersteunen.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:126 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7416

    Ongegronde klacht tegen een huisarts. Het komt niet vast te staan dat de huisarts een heupfractuur bij klaagster heeft gemist. Er bestonden tijdens het eerste bezoek geen aanwijzingen voor een trauma of een heupfractuur en tijdens het tweede onderzoek heeft de huisarts adequaat gehandeld door patiënte (met spoed) naar het ziekenhuis te verwijzen. Het verwijt dat het inwinnen van informatie van zorgpersoneel leidt tot tunnelvisie treft geen doel. Datzelfde geldt voor het verwijt dat ten onrechte werd uitgegaan van een psychische oorzaak van de klachten. Er zijn geen aanwijzingen dat klaagster en haar mentor niet serieus genomen zijn. Klacht ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:88 Hof van Discipline 's Gravenhage 240064

    Hoger beroep te laat ingesteld en daarom niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:134 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-724/AL/OV

    Raadsbeslissing. Klacht onder eigen advocaat. De raad verklaart diverse klachten over de eigen advocaat ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:127 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7723

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een huisarts. De huisarts was destijds werkzaam op de huisartsenpost waar klaagster twee keer in vier dagen tijd op consult kwam. Tijdens het eerste bezoek was er geen aanleiding om klaagster door te verwijzen en het college acht het beleid en overleg met een internist zorgvuldig. Tijdens het tweede bezoek aan de HAP heeft de huisarts zorgvuldig gehandeld door klaagster vanwege ernstige verslechtering van de situatie door te verwijzen naar de SEH voor nader onderzoek. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.