Zoekresultaten 61-80 van de 4115 resultaten

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:164 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-286/AL/MN

    Voorzittersbeslissing. Klaagster klaagt voor de derde maal over dezelfde feiten en gedragingen. Deze klacht wordt, net als de tweede klacht, kennelijk niet ontvankelijk verklaard wegens ne bis in idem. De voorzitter neemt ook een misbruikbepaling op in de beslissing.

  • ECLI:NL:TDIVTC:2025:6 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2023/10

    Kat. Beklaagde wordt, naar de kern genomen, verweten dat zij met betrekking tot een gebitsbehandeling bij de kat van klager veterinair nalatig heeft gehandeld, door onvoldoende informatie te verstrekken over de behandeling, de mogelijke gevolgen ervan, de eventuele alternatieve behandelmogelijkheden en door zonder voorafgaande toestemming meerdere kiezen bij de kat te trekken. [ ongegrond ]

  • ECLI:NL:TDIVTC:2025:12 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2023/37

    Paard. Dierenarts wordt verweten dat hij onvoldoende de risico’s van de keizersnede bij het paard van klaagster heeft genoemd, waardoor de keuze tussen de gespecialiseerde kliniek en de praktijk van beklaagde klaagster is ontnomen, dat hij tekort is geschoten met betrekking tot de bij het paard uitgevoerde keizersnede en dat hij onvoldoende nazorg heeft verleend door na de keizersnede weg te gaan naar een spoedgeval waardoor hij niet heeft kunnen voorkomen dat het paard haar been heeft gebroken en als gevolg daarvan moest worden geëuthanaseerd. [Ongegrond]

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:165 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-296/AL/MN

    Voorzittersbeslissing. Verweerster heeft de ex-partner van klager in verschillende procedures bijgestaan. Klager beklaagt zich deels opnieuw over waarover de raad al eerder onherroepelijk heeft beslist. Daarnaast is een deel van de klachten buiten de driejaarstermijn door klager ingediend. Verweerster mocht afgaan op de van haar cliënte verkregen informatie zonder verder onderzoek. Niet is gebleken dat verweerster de grenzen van de haar als advocaat van de wederpartij toekomende vrijheid heeft overschreden.

  • ECLI:NL:TDIVTC:2025:7 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2023/49

    Hond. Beklaagde wordt verweten, in hoofdzaak, te zijn tekortgeschoten met betrekking tot de sterilisatie van de hond van klagers en de verleende zorg na de operatie, met als gevolg dat de hond is overleden. [ongegrond ]

  • ECLI:NL:TDIVTC:2025:13 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2024/4

    Klachtambtenarenzaak. Beklaagde wordt verweten dat hij een rund heeft behandeld met een diergeneesmiddel waarvoor een wachttijd voor vlees gold en dit niet tijdig heeft geadministreerd. Hierdoor heeft het kunnen gebeuren dat bij het rund door een andere dierenarts een noodslachting is uitgevoerd terwijl het dier zich nog in de wachttijd van dat diergeneesmiddel bevond. De klachtambtenaar heeft verzocht beklaagde een berisping op te leggen. [gegrond; geen maatregel]

  • ECLI:NL:TDIVTC:2025:1 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2023/11 2023/12 2023/13 2023/14

    Hond. Beklaagden wordt allen verweten dat zij nalatig hebben gehandeld door klaagster niet tijdig voor een consult op de praktijk langs te laten komen met haar oudere drachtige hond, maar in plaats daarvan haar telkens te hebben afgewimpeld met adviezen, wat ertoe heeft geleid dat op een andere praktijk moest worden overgegaan tot een keizersnede en bleek dat alle pups waren overleden en de geïnfecteerde baarmoeder van de hond moest worden verwijderd. [ 2023/11+12+13 ongegrond ][ 2023/14 gegrond ; waarschuwing ]

  • ECLI:NL:TDIVTC:2025:8 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2023/58

    Hond. Beklaagde wordt verweten, samengevat en zakelijk weergegeven, dat hij tekort is geschoten in de uitvoering van de operatie waarbij een mastocytoom op de poot van de hond van klaagster is verwijderd en met betrekking tot de zorg die beklaagde na deze ingreep heeft verleend. [ongegrond ]

  • ECLI:NL:TDIVTC:2025:14 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2023/33 2024/39

    Paard. Dierenartsen wordt verweten, in hoofdzaak, dat zij nalatig hebben gehandeld door de Landelijke Inspectiedienst Dierenwelzijn in te schakelen na een bezoek aan de pony’s van klaagster en door vier pony’s ten onrechte te behandelen met het geneesmiddel Dectomax. Eén van de dierenartsen kan niet verantwoordelijk worden gehouden voor de verweten gedragingen die aan de klacht ten grondslag zijn gelegd, zodat klaagster in haar klacht tegen die dierenarts niet-ontvankelijk wordt verklaard. Klaagster kan evenmin worden ontvangen in haar klacht tegen de andere dierenarts over de melding die zij bij de LID heeft gedaan. Wel is de klacht tegen die dierenarts over het behandelen van pony’s met Dectomax gegrond. [gegrond met berisping]

  • ECLI:NL:TDIVTC:2025:2 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2023/45

    Paard. Beklaagde wordt, naar de kern genomen, verweten dat hij onzorgvuldig heeft gehandeld bij het verstrekken van antibiotica in verband met de behandeling van het paard van klaagster. Klaagster verwijt beklaagde tevens dat zij lang aan het lijntje is gehouden toen zij een afspraak met hem wilde maken en er niet werd gereageerd op terugbelverzoeken. [ deels gegrond; waarschuwing ]

  • ECLI:NL:TDIVTC:2025:9 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2024/9 2024/10 2024/11

    Hond. Beklaagden wordt verweten, in hoofdzaak, dat zij onzorgvuldig hebben gehandeld door een hond van klager zonder zijn toestemming te euthanaseren en door hem ten onrechte te adviseren een andere hond van hem eveneens te euthanaseren. [ 2024/9 niet-ontvankelijk ] [ 2024/10+11 ongegrond ]

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:161 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-277/AL/NN

    Voorzittersbeslissing. Naar het oordeel van de voorzitter heeft verweerder op zorgvuldige wijze de belangen van klager behartigd. Dat klager het met het meermaals toegelichte (negatieve) advies van verweerder niet eens was, heeft geleid tot een patstelling tussen hen. Verweerder heeft zich met inachtname van het bepaalde in regel 14 daarna aan de zaak onttrokken. Voor de gedane werkzaamheden mocht verweerder kosten in rekening brengen en die verrekenen met het voorschot. Het restant daarvan is onverwijld door verweerder aan klager overgemaakt. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TDIVTC:2025:15 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2023/81

    Kat. Dierenarts wordt verweten dat zij heeft geweigerd de kat van klaagster, die benauwd was, verder te behandelen of te onderzoeken en dat zij de kat zonder zekerheid te hebben over de diagnose en zonder toestemming van klaagster heeft geëuthanaseerd. Klacht is gegrond, voor zover beklaagde met klaagster niet de mogelijkheid heeft besproken te trachten de kat middels een symptomatische behandeling comfortabel te krijgen, zodat klaagster meer tijd zou hebben om met de diagnose en de te nemen beslissing in het reine te komen, naast dat de euthanasie zonder toediening van premedicatie is uitgevoerd. [gegrond met waarschuwing]

  • ECLI:NL:TDIVTC:2025:3 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2023/17 2023/40

    Hond. De klacht houdt in dat er met betrekking tot de sterilisatie van de hond van klagers en de verleende nazorg nalatig is gehandeld. [ ongegrond ]

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:154 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7660

    Deels gegronde klacht tegen een internist. De echtgenote van klager is opgenomen geweest in het ziekenhuis. Zij is behandeld voor een longontsteking als gevolg van aspiratie en ondervoeding. Klager is onder andere ontevreden over de informatievoorziening bij het ontslag uit het ziekenhuis. Het college is van oordeel dat de klacht in zoverre terecht is dat de betrokken ANIOS zich er ten onrechte niet van heeft vergewist dat bij vertrek uit het ziekenhuis de patiënte voldoende was geïnformeerd over het gebruik van de sonde. Nu de internist ten tijde van het verweten handelen dienst had als superviserend internist, en de ANIOS zijn handelen met haar heeft afgestemd, wordt de tekortkoming de internist tuchtrechtelijk aangerekend. Het college legt een waarschuwing op.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:155 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7228

    Gedeeltelijk gegronde klacht tegen een tandarts. De tandarts heeft in totaal 24 kronen bij klager geplaatst. De klacht bestaat uit zes klachtonderdelen, waarvan er twee betrekking op de op de tandheelkundige behandelingen van klager en/of de daarvoor in rekening gebrachte bedragen. Klager is in vier klachtonderdelen niet-ontvankelijk, omdat deze onvoldoende verband houden met het belang van de individuele gezondheidszorg. De overige twee klachtonderdelen zijn (gedeeltelijk) gegrond. De tandarts heeft klager ten onrechte extra kosten in rekening gebracht. Daarnaast heeft de tandarts een niet verwaarloosbaar aantal röntgenfoto’s zonder noodzaak gemaakt. Het college legt een berisping op.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:156 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7724

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een arts. Klaagster is in oktober 2014 naar de SEH doorverwezen vanwege aanhoudende koorts. Zij is opgenomen, waarna een forse longontsteking is vastgesteld. Hierna kreeg klaagster beginnende uitvalsverschijnselen, waarbij eerst werd gedacht aan migraine met aura. Na een CT-scan werd uitgegaan van hersenabcessen. Uiteindelijk bleek dat klaagster meerdere herseninfarcten had doorgemaakt. Verweerster was destijds als arts-assistent op de SEH betrokken bij de opname en behandeling van klaagster. Klaagster maakt verweerster verschillende verwijten. Het college is van oordeel dat verweerster adequaat en zorgvuldig heeft gehandeld. Zij heeft op basis van de gegevens die uit het lichamelijk onderzoek en de aanvullende onderzoeken zijn gekomen (na overleg met haar supervisor) het juiste beleid ingezet. De klacht is in al haar onderdelen kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:157 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7744

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een internist. Klaagster is in oktober 2014 naar de SEH doorverwezen vanwege aanhoudende koorts. Zij is opgenomen, waarna een forse longontsteking is vastgesteld. Hierna kreeg klaagster beginnende uitvalsverschijnselen, waarbij eerst werd gedacht aan migraine met aura. Na een CT-scan werd uitgegaan van hersenabcessen. Uiteindelijk bleek dat klaagster meerdere herseninfarcten had doorgemaakt. De internist was als hoofdbehandelaar betrokken tijdens de opname en behandeling van klaagster op de afdeling Interne. Klaagster maakt de internist verschillende verwijten. Het college is van oordeel dat de internist adequaat en zorgvuldig heeft gehandeld en dat op basis van de gegevens die uit het lichamelijk onderzoek en de aanvullende onderzoeken zijn gekomen het met de internist afgestemde beleid juist was. De klacht is in al haar onderdelen kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:158 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7745

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een neuroloog. Klaagster is in oktober 2014 naar de SEH doorverwezen vanwege aanhoudende koorts. Zij is opgenomen, waarna een forse longontsteking is vastgesteld. Hierna kreeg klaagster beginnende uitvalsverschijnselen, waarbij eerst werd gedacht aan migraine met aura. Na een CT-scan werd uitgegaan van hersenabcessen. Uiteindelijk bleek dat klaagster meerdere herseninfarcten had doorgemaakt. De neuroloog was als hoofdbehandelaar betrokken tijdens de opname en behandeling van klaagster op de afdeling Neurologie. Klaagster maakt de neuroloog verschillende verwijten. Het college is van oordeel dat de neuroloog adequaat en zorgvuldig heeft gehandeld en dat zij in redelijkheid tot de werkdiagnose migraine met aura kon komen. De klacht is in al haar onderdelen kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:152 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7657

    Ongegronde klacht tegen een arts (ANIOS). De echtgenote van klager is opgenomen geweest in het ziekenhuis. Zij is behandeld voor een longontsteking als gevolg van aspiratie en ondervoeding. Klager is onder andere ontevreden over de informatievoorziening bij het ontslag uit het ziekenhuis. Het college is van oordeel dat de klacht in zoverre terecht is dat de arts zich er ten onrechte niet van heeft vergewist dat bij vertrek uit het ziekenhuis de patiënte voldoende was geïnformeerd over het gebruik van de sonde. Gelet op zijn positie als ANIOS binnen het ziekenhuis, waarbij hij zijn handelen heeft afgestemd met zijn supervisor, valt deze tekortkoming hem echter niet persoonlijk tuchtrechtelijk aan te rekenen. De klacht is daarom ongegrond.