Zoekresultaten 61-80 van de 45124 resultaten

  • ECLI:NL:TNORARL:2025:18 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/440019 / KL RK 24-110

    Klagers verwijten de notaris dat hij zijn onderzoeksplicht, de wilscontrole, de informatieplicht en de bijzondere waarschuwingsplicht niet naar behoren heeft uitgevoerd bij een levering van de aandelen, omdatI. de notaris met een advocaat heeft gecorrespondeerd, die volgens hem de belangen van klager 1 behartigt, maar deze advocaat is niet door klagers aangesteld en/of betaald;II. de notaris heeft nagelaten om nader onderzoek te doen naar de rechtmatigheid en gevolgen van deze levering van aandelen, waarbij de continuïteit van de onderneming centraal stond en niet een echtscheiding;III. de notaris niet heeft gecontroleerd of partijen de overeengekomen voorwaarden goed begrepen en akkoord waren met de inhoud van de akte;IV. klagers nooit stukken hebben ontvangen;V. de notaris heeft nagelaten te onderzoeken of de koopprijs van de aandelen redelijk was en daarmee niet in het belang van klagers heeft gehandeld.De kamer van oordeel dat de notaris in de gegeven omstandigheden mocht uitgaan van de vertegenwoordigingsbevoegdheid van de advocaat en zijn rol als belangenbehartiger van koper en dat er geen aanleiding was om verdergaand onderzoek te doen naar de redelijkheid van de koopprijs. De notaris heeft bij de overige klachtonderdelen ook zorgvuldig gehandeld en aan zijn informatieplicht heeft voldaan.De kamer heeft de klacht op alle onderdelen ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2025:107 Raad van Discipline Amsterdam 25-076/A/A

    Raadsbeslissing. Klacht over de kwaliteit van dienstverlening van de eigen advocaat. De raad concludeert dat verweerder veel tijd en moeite in de zaak van klaagster heeft gestoken. Daarbij heeft verweerder ook een resultaat in de zin van een redelijke regeling weten te bereiken. Dat dit alles veel tijd in beslag heeft genomen is duidelijk. Mogelijk had verweerder op sommige momenten duidelijker met klaagster kunnen communiceren door aan haar bijvoorbeeld meer vastomlijnde keuzes voor te leggen, maar de raad is alles bij elkaar genomen niet van oordeel dat verweerder een tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt. De klacht wordt in alle klachtonderdelen ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:163 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/8034

    Ongegronde klacht tegen een orthopedisch chirurg in opleiding. De 16-jarige zoon van klaagster en zwager van klager (hierna: de patiënt), heeft een scoliose correctie ondergaan, waarna een ernstige complicatie is ontstaan en de patiënt is overleden. De arts is als zaalarts bij de zorg voor de patiënt betrokken geweest. Klagers verwijten hem onvoldoende aandacht te hebben gehad voor de toestand van de patiënt en voor de zorgen die klaagster uitte. Het college is van oordeel dat de arts zorgvuldig heeft gehandeld. Het gaat hier om een patiënt met een complexe gezondheidssituatie en een zeer zeldzame complicatie. Aan de hand van het medisch dossier en de verklaringen van partijen stelt het college vast dat er geen alarmsignalen zijn geweest die de arts heeft gemist. Hij heeft de patiënt tijdens zijn betrokkenheid elke dag gezien en – zo heeft hij ter zitting verklaard – ook dagelijks overleg gehad met zijn supervisor. Hij heeft de juiste stappen gezet en meerdere specialisten in consult gevraagd. Ook de kinderarts heeft op 11 juni 2020 de situatie niet als acuut beoordeeld en uit de röntgenfoto die dag bleek niet dat er sprake was van een darmperforatie. Het verloop daarna en de uitkomst is tragisch, maar dit valt de arts niet aan te rekenen.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:113 Hof van Discipline 's Gravenhage 240319

    De klacht betreft het handelen of nalaten van verweerder als partner (‘kantooroudste’) van het advocatenkantoor tijdens afwezigheid en/of ziekte van een advocaat in dienstbetrekking bij het kantoor. Klager stelt dat verweerder verzuimd heeft om tijdig een memorie van antwoord in incidenteel appel in te dienen bij het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch, dat verweerder in een andere zaak een jaar heeft gewacht met het uitbrengen van een advies en dat verweerder in een derde zaak verzuimd heeft een pro-forma verzoekschrift aan te brengen bij het Gerecht van de Europese Unie. De Raad van Discipline in het ressort Den Haag (hierna: de raad) heeft de klacht ongegrond verklaard. Het hof is van oordeel dat de raad op goede gronden de juiste beslissing heeft genomen en zal deze bekrachtigen.

  • ECLI:NL:TACAKN:2025:51 Accountantskamer Zwolle 24/3743 Wtra AK

    Ongegronde klacht. Betrokkene heeft de jaarrekeningen 2019, 2020, 2021 en 2022 van een vennootschap samengesteld. In de jaarrekening 2022 is foutherstel toegepast in de vergelijkende cijfers 2021. Daarnaast heeft het accountantskantoor administratieve diensten verleend aan deze vennootschap. De vennootschap is in 2024 op eigen verzoek failliet verklaard. Klagers maken betrokkene een 32-tal verwijten. Klagers verwijten hem onder andere dat hij de samenstellingsopdracht niet had mogen aanvaarden, dat hij klagers niet juist heeft geadviseerd, dat de jaarrekeningen fouten bevatten en dat hij de (mogelijke) discontinuïteit van de vennootschap niet onder de aandacht van de directie heeft gebracht. De Accountantskamer verklaart de klacht in al haar onderdelen ongegrond.

  • ECLI:NL:TNORARL:2025:19 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/443728 / KL RK 24-166

    Afwikkeling nalatenschap en verkoop woning erflater. Klaagster heeft in dat kader veel verschillende verwijten richting de notaris gemaakt. De klachten lijken met name te zijn ingegeven door het gevoel van klaagster van onpartijdigheid aan de zijde van de notaris. Klacht in al haar onderdelen ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2025:108 Raad van Discipline Amsterdam 24-926/A/A

    Ongegrond verzet.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:164 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7827

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een orthopedisch chirurg. De orthopedisch chirurg heeft een re-arthroscopie van de rechterenkel van klaagster uitgevoerd. Vanwege aanhoudende pijnklachten is klaagster doorverwezen naar de pijnpoli en vervolgens naar een ziekenhuis. Circa een jaar na de operatie is geconcludeerd dat er sprake is van een beschadiging van de nervus suralis in de rechterenkel. Klaagster verwijt de orthopedisch chirurg dat zij deze zenuw heeft beschadigd tijdens de operatie en dat zij daar niet eerlijk over is geweest. Het college overweegt het volgende. Tijdens het mondeling vooronderzoek heeft klaagster bevestigd dat zij over de risico’s van de operatie is geïnformeerd. Ook heeft zij verklaard dat zij er niet aan twijfelt dat de orthopedisch chirurg de operatie zorgvuldig en volgens de richtlijnen heeft uitgevoerd. Het college onderschrijft dit. De orthopedisch chirurg heeft zowel in haar verweerschrift als in het operatieverslag zorgvuldig toegelicht hoe de operatie is verlopen en het college ziet daarin geen aanleiding voor een tuchtrechtelijk verwijt. Dat de zenuw in de rechterenkel van klaagster tijdens de operatie beschadigd is geraakt, is zeer ongelukkig voor klaagster, maar het betreft een complicatie, die ook bij zorgvuldig handelen kan optreden.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:114 Hof van Discipline 's Gravenhage 240231

    Deze zaak betreft in hoger beroep een klacht over het handelen van de advocaat van de wederpartij. De klacht houdt in dat verweerder onnodig en/of onevenredig de belangen van klager heeft geschaad door een ‘massaclaim’ tot verdeling van klagers aandeel in een perceel grond te starten. De Raad van Discipline in het ressort Arnhem-Leeuwarden heeft een berisping opgelegd. De hoger beroepsgrond dat de raad buiten de klachtomschrijving is getreden en de goede procesorde heeft geschonden en verweerder daardoor in zijn verdedigingsbelang is geschaad slaagt. Uitgaande van de klachtomschrijving is het hof van oordeel dat verweerder niet onnodig en/of onevenredig de belangen van klager heeft geschaad. Het hof verklaart de klacht ongegrond en vernietigt de beslissing van de raad.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2025:109 Raad van Discipline Amsterdam 24-907/A/A

    Raadsbeslissing. Klacht over de kwaliteit van de dienstverlening door de (voormalig) eigen advocaat. Klager heeft op verschillende momenten en in diverse berichten zijn ongenoegen over het handelen van verweerder geuit. Dit heeft er evenwel niet toe geleid dat verweerder zijn handelen heeft aangepast. Hoewel verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld, zal de raad geen maatregel aan hem opleggen. De raad weegt hierin mee dat verweerder in 2023 is getroffen door een herseninfarct. Verweerder verkeert nu in een zodanige toestand dat de gemachtigde niet met hem heeft kunnen overleggen en daarom geen verweer namens hem heeft kunnen voeren. Verweerder is inmiddels uitgeschreven als advocaat.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2025:110 Raad van Discipline Amsterdam 25-327/A/A

    Voorzittersbeslissing; kennelijk ongegronde klacht over de advocaat in andere hoedanigheid (directeur opleidingscentrum). De toets van de voorzitter beperkt zich tot de vraag of verweerster met haar optreden het vertrouwen in de advocatuur heeft geschaad. Daarvan is geen sprake. Geen schending gedragsregel 4. Deze gedragsregel ziet specifiek toe op een regel die in achtgenomen dient te worden bij de uitoefening van het beroep van advocaat.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2025:74 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2025/8424

    Herhaalde tuchtklacht van patiënt tegen huisarts: misbruik van recht. In de kern beoogt klager met deze tuchtklacht een herbeoordeling van het eerder beoordeelde feitencomplex. Klager is eerder herhaaldelijk niet-ontvankelijk verklaard omdat een zorgverlener niet vaker dan één keer op hetzelfde handelen (ne bis in idem) kan worden aangesproken. Bij afweging van de belangen komt de voorzitter tot het oordeel dat het belang van klager inmiddels niet meer opweegt tegen het belang van de huisarts om te worden beschermd tegen het steeds weer opnieuw indienen van klachten tegen haar over in de kern hetzelfde feitencomplex. Klager wordt niet ontvankelijk verklaard wegens misbruik van recht.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2025:69 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7733

    De IGJ verwijt de huisarts dat zij ongeoorloofd off-label ivermectine heeft voorgeschreven voor preventie en/of behandeling van COVID-19 in de periode juli 2021 en december 2021. Daarnaast heeft de huisarts volgens de IGJ in strijd met de tweede tuchtnorm gehandeld door zich tussen november 2020 en mei 2023 bij uitingen in diverse (sociale) media niet te houden aan de voor haar als huisarts geldende professionele beroepsnormen. Het college komt tot het oordeel dat de huisarts tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld en de klacht gegrond is. Het college legt de huisarts de maatregel van berisping op en besluit tot openbaarmaking van die maatregel in het BIG-register.

  • ECLI:NL:TNORSHE:2025:10 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2025/01

    Vermelding in conceptakte van privéadres van gevolmachtigde, die namens een bewindvoerder is opgetreden bij de levering van een woning aan de rechthebbende. Gevoel van veiligheid gevolmachtigde aangetast. Strijd met AVG? Art. 40 lid 2 sub c Wna. Klacht ongegrond. Als een vertegenwoordiger (bijvoorbeeld een bewindvoerder) die een kantoor houdt of werkzaam is op een kantoor ten aanzien van aangelegenheden die dit kantoor betreffen of als sprake is van een geheim adres, verdient het aanbeveling om na te gaan welke adresgegevens van de vertegenwoordiger in de akte kunnen worden vermeld.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2025:70 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2025/8389

    Vijfde tuchtklacht van patiënt tegen huisarts: misbruik van recht. In de kern beoogt klager met deze tuchtklacht een herbeoordeling van het eerder beoordeelde feitencomplex. Klager is eerder herhaaldelijk niet-ontvankelijk verklaard omdat een zorgverlener niet vaker dan één keer op hetzelfde handelen (ne bis in idem) kan worden aangesproken. Bij afweging van de belangen komt de voorzitter tot het oordeel dat het belang van klager inmiddels niet meer opweegt tegen het belang van de huisarts om te worden beschermd tegen het steeds weer opnieuw indienen van klachten tegen haar over in de kern hetzelfde feitencomplex. Klager wordt niet ontvankelijk verklaard wegens misbruik van recht.

  • ECLI:NL:TNORSHE:2025:11 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2024/31

    Notaris heeft twee notariële akten gepasseerd met verklaringen die een persoon (die in verband werd gebracht met complottheorieën) onder ede bij haar heeft afgelegd over de gang van zaken bij een bewijsbeslag. In die verklaringen worden een gerechtsdeurwaarder en zijn assistent beschuldigd van (betrokkenheid bij) een levensdelict door tijdens de beslaglegging de remmen van een auto te saboteren. Had de notaris haar dienst moeten weigeren? Gelet op de waarde die aan zo’n beëdigde verklaring wordt gehecht, mag van een notaris worden verwacht dat deze bedacht is op een mogelijk ongeoorloofd doel dat daarmee wordt nagestreefd en beoordeelt welke gevolgen de verklaring kan teweegbrengen. De kamer oordeelt dat er in de gegeven omstandigheden voldoende aanleiding was voor gerede twijfel aan de goede bedoelingen van deze persoon en dat de notaris reeds daarom haar dienst had moeten weigeren of zich eerst door nader onderzoek had moeten overtuigen dat geen misbruik zou worden gemaakt van deze beëdigde verklaringen dan wel dat deze niet tot ongewenste gevolgen zou leiden. De notaris heeft de akte(n) zelf verstrekt aan advocaten van het multidisciplinaire samenwerkingsverband waar zij deel van uitmaakt, zodat zij er rekening mee moest houden dat de advocaten deze zouden (kunnen) gebruiken als bewijs van de daarin verwoorde ernstige beschuldigingen om het standpunt van hun cliënt(en) te onderbouwen. Klacht gegrond. Berisping en geldboete van € 5.000,00 met proceskostenveroordeling.

  • ECLI:NL:TNORDHA:2025:12 Kamer voor het notariaat Den Haag 24-58

    De notaris heeft zonder toestemming gecommuniceerd met belangrijke stakeholders, ondanks expliciete instructies dat alle communicatie vooraf diende te worden goedgekeurd door klager. Dit heeft geleid tot ernstige verstoringen van de bedrijfsvoering en geschaad vertrouwen bij aandeelhouders en investeerder. Verder betwist klager de facturen.De klacht is deels niet-ontvankelijk, omdat de kamer niet de bevoegdheid heeft om facturen te annuleren, opdracht te geven aan de notaris, fiscaal onderzoek te verrichten of schadevergoeding toe te kennen. Voor het overige is de klacht ongegrond, omdat het de kamer niet duidelijk is geworden welk handelen en/of nalaten klager de notaris precies verwijt. Voor zover het handelen en/of nalaten ziet op het contact met een vertegenwoordiger van de aandeelhouders heeft de notaris zorgvuldig gehandeld. De vertegenwoordiger was een van de aandeelhouders en partij bij de akte van uitgifte. Klager was bekend met de conceptakte waarin stond de vertegenwoordiger een van de partijen was. Ook had hij ermee ingestemd dat de notaris contact met haar zou opnemen.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2025:71 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7676

    Klacht tegen een huisarts gegrond. De klachten hebben betrekking op de zorg die de huisarts als waarnemer heeft verleend aan de echtgenoot van klaagster (patiënt). Patiënt kwam bij de huisarts met diverse klachten en uiteindelijk is hij een aantal weken later overleden aan de gevolgen van gemetastaseerd adenocarcinoom. Klaagster verwijt de huisarts dat hij onvoldoende zorg heeft verleend. Daarnaast verwijt klaagster de huisarts onjuiste dossiervoering. Het college komt tot het oordeel dat de uitgevoerde onderzoeken niet voldoen aan de professionele standaard en dat de dossiervoering onder de maat is. Het college legt de huisarts de maatregel op van een berisping.

  • ECLI:NL:TNORSHE:2025:12 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2024/34

    Aan de orde is de vraag of de kandidaat-notaris met een beroep op de notariële geheimhoudingsplicht terecht heeft geweigerd om op klagers eerste verzoek mee te delen wie de erfgenamen van de zus zijn. Op grond van artikel 22 lid 1 Wna is een notaris in beginsel verplicht tot geheimhouding van alle informatie waarvan hij/zij uit hoofde van zijn/haar werkzaamheden als zodanig kennis neemt. Verder is in dit geval artikel 49 Wna van belang. Op grond van artikel 49 lid 1 Wna geeft de notaris afschriften dan wel uittreksels af aan degenen die een recht ontlenen aan de akte. Ingevolge artikel 49 lid 2 Wna wordt onder “degene die een recht ontleent aan de inhoud van de akte” mede begrepen “degene die door een uiterste wilsbeschikking een erfrechtelijke aanspraak heeft verloren”. Dat laatste is hier het geval. Klager is door het testament van de zus immers niet langer versterferfgenaam. Daarbij geldt de restrictie “doch slechts ten aanzien van het desbetreffende onderdeel van die wilsbeschikking”. Vervolgens is de vraag aan de orde of klager recht heeft op een uittreksel van het testament waarin ook de erfstelling staat vermeld. Nu in de literatuur verschillend wordt gedacht over de vraag of het uittreksel ook de erfstellingen omvat, kan niet worden gezegd dat de kandidaat-notaris zich ten onrechte op zijn geheimhoudingsplicht jegens klager beroept. De kamer is van oordeel dat de uitleg die de kandidaat-notaris aan klager heeft gegeven over zijn beroep op de geheimhoudingsplicht weliswaar beter had gekund, maar dit aandachtspunt acht de kamer van onvoldoende gewicht om de kandidaat-notaris hierover een tuchtrechtelijk verwijt te maken.

  • ECLI:NL:TNORDHA:2025:13 Kamer voor het notariaat Den Haag 24-59

    Klager verwijt de notaris dat hij onzorgvuldig heeft gehandeld door belangenverstrengeling, onterechte kosten, weigering akte te passeren, onvoldoende onderzoek en escrow regeling. Om te voorkomen dat de rechtshandeling achteraf kon worden vernietigd, diende de notaris zich ervan te vergewissen dat klagers echtgenote toestemming verleende voor de levering. De notaris mocht daarbij niet enkel en alleen afgaan op de verklaring van klager en ook niet op hetgeen in de koopovereenkomst was opgenomen, want die was niet getekend door de echtgenote van klager. Verder hadden kopers aangegeven dat zij niet met die hoofdelijke aansprakelijkheid geconfronteerd wilden worden. Onder die omstandigheden was het in depot plaatsen van het door klager betwiste bedrag geen mogelijke oplossing. De klacht is op alle onderdelen ongegrond.