Zoekresultaten 1-20 van de 44930 resultaten
-
ECLI:NL:TADRSHE:2025:89 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-933/DB/OB
- Datum publicatie: 06-06-2025
- Datum uitspraak: 26-05-2025
- ECLI:NL:TADRSHE:2025:89
Raadsbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij. Verweerster heeft ten onrechte de (historische) adresgegevens van klager opgevraagd bij de afdeling burgerzaken van de gemeente. De raad is van oordeel dat uit de in verweersters brief aan de gemeente vervatte onderbouwing van het verzoek om de uittreksels te verstrekken, in samenhang bezien met de inhoud van de door verweerster ingediende processtukken, genoegzaam is gebleken dat verweerster het verzoek aan de gemeente heeft gedaan met het doel om bewijs te vergaren. Bewijsvergaring mag echter geen reden zijn voor het opvragen van een uittreksel uit de registers. Verweerster heeft daarnaast in strijd gehandeld met gedragsregel 25 doordat zij bij brief van 16 februari 2024 rechtstreeks contact heeft opgenomen met klager. Gegrond. Berisping.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2025:90 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-958/DB/LI
- Datum publicatie: 06-06-2025
- Datum uitspraak: 26-05-2025
- ECLI:NL:TADRSHE:2025:90
Tussenbeslissing. Terug verwijzing naar deken
-
ECLI:NL:TADRSHE:2025:91 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-908/DB/LI 25-040/DB/LI 25-041/DB/LI
- Datum publicatie: 06-06-2025
- Datum uitspraak: 26-05-2025
- ECLI:NL:TADRSHE:2025:91
Raadsbeslissing. Klacht over de eigen voormalig advocaat. De klacht dat verweerder mevrouw P ertoe heeft aangezet dan wel het haar heeft toegestaan om gebruik/misbruik te maken van cliënteninformatie uit klaagsters dossier, dan wel dat hij mevrouw P van informatie heeft voorzien, is niet-ontvankelijk. Het feit dat mevrouw P over de in deze klacht bedoelde informatie beschikte vloeit namelijk rechtstreeks voort uit de reeds tuchtrechtelijk verwijtbaar bevonden constructie, die inhield dat verweerder als advocaat van betrokken partijen een aandeelhoudersovereenkomst had opgesteld, terwijl hij daarbij zelf (indirect) partij was en (financiële) belangen had, terwijl die aandeelhoudersovereenkomst bepaalde dat verweerder maandelijks een bedrag van tenminste € 3.000,- mocht declareren, ongeacht de aard en omvang van de verrichte werkzaamheden. Hierover heeft het Hof van Discipline op 9 augustus 2024 (ECLI:NL:TAHVD:2024:214) reeds een onherroepelijke eindbeslissing genomen, waarbij aan verweerder een onvoorwaardelijke schorsing van zes weken is opgelegd. Om die reden kan klaagster gelet op het bepaalde in artikel 47b Advocatenwet niet in deze klacht worden ontvangen. Klaagster heeft verder onvoldoende onderbouwd, met concrete feiten en omstandigheden, dat zij door de gestelde overtreding van artikel 7.4 Voda en het door verweerder aanbieden van een ongeoorloofde abonnementsvorm rechtstreeks in haar eigen belangen is of kon worden geschaad. In zoverre niet-ontvankelijk. Verweerder had de aansprakelijkstelling van 22 maart 2024 met bekwame spoed moeten doorgeleiden aan zijn verzekeraar, hetgeen hij heeft nagelaten. Ook heeft hij ondanks de herhaalde verzoeken geen specificaties van zijn beroepsaansprakelijkheidsverzekering aan klaagster verstrekt. In zoverre gegrond. Schorsing zes weken, waarvan vier voorwaardelijk.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:144 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7134
- Datum publicatie: 06-06-2025
- Datum uitspraak: 06-06-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:144
Kennelijk ongegronde klacht tegen een cardioloog. Klager is vanuit een kliniek in het buitenland verwezen naar een ziekenhuis in Nederland voor de overname van de behandeling, meer specifiek voor het plaatsen van een stent. Klager is – kort gezegd – ontevreden over de behandeling in het ziekenhuis. De cardioloog heeft klager op 18 maart 2020 op het poliklinisch spreekuur gezien en was hierna verantwoordelijk voor de stentprocedure die klager onderging.Het college oordeelt als volgt. Uit de stukken blijkt dat de kliniek heeft geadviseerd klager te verwijzen naar zowel een cardioloog als een longarts, wat ook is gebeurd. De stelling van klager dat het advies van de kliniek niet zou zijn gecommuniceerd of gedeeld met andere artsen kan het college dan ook niet volgen. Daarnaast stelt het college vast dat er geen aanknopingspunten zijn dat de door klager gestelde lichamelijke gevolgen, voor zover deze zouden blijken uit de overlegde stukken, enigerwijze veroorzaakt zouden zijn door het handelen of nalaten van de cardioloog.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2025:85 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-785/DB/OB
- Datum publicatie: 06-06-2025
- Datum uitspraak: 26-05-2025
- ECLI:NL:TADRSHE:2025:85
Verzet. De voorzitter heeft bij de beoordeling van de klacht de juiste maatstaf toegepast en voorts rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. Daarmee hoeft in redelijkheid niet te worden betwijfeld of de beslissing van de voorzitter juist is. Ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2025:92 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-836/DB/ZWB
- Datum publicatie: 06-06-2025
- Datum uitspraak: 26-05-2025
- ECLI:NL:TADRSHE:2025:92
Raadsbeslissing. Klacht over de eigen advocaat over de kwaliteit van het gegeven advies. Niet gebleken dat verweerder klaagster onjuist heeft geadviseerd door klaagster voor te houden dat zij niet zonder bijstand van een advocaat in verzet kon gaan van een verstekvonnis. Ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:145 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7135
- Datum publicatie: 06-06-2025
- Datum uitspraak: 06-06-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:145
Kennelijk ongegronde klacht tegen een longarts. Klager is na ontslag uit een kliniek in het buitenland verwezen naar een ziekenhuis in Nederland met de vraagstelling of sprake was van COPD. Klager is – kort gezegd – ontevreden over de behandeling in het ziekenhuis.Het college oordeelt als volgt. Uit de stukken blijkt dat de kliniek heeft geadviseerd klager te verwijzen naar zowel een cardioloog als een longarts, wat ook is gebeurd. De stelling van klager dat het advies van de kliniek niet zou zijn gecommuniceerd of gedeeld met andere artsen kan het college dan ook niet volgen. Meer specifiek blijkt uit de stukken van de kliniek niet dat er een plekje op de longen zou zijn gezien, wat nader moest worden onderzocht, zoals klager betoogt. De reden voor verwijzing van de huisarts naar de longpoli was het onderzoeken van de aanwezigheid van COPD, zoals ook door de kliniek is genoteerd. Daarnaast stelt het college vast dat er geen aanknopingspunten zijn dat de door klager gestelde lichamelijke gevolgen, voor zover deze zouden blijken uit de overlegde stukken, enigerwijze veroorzaakt zouden zijn door het handelen of nalaten van de longarts.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2025:86 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-818/DB/OB
- Datum publicatie: 06-06-2025
- Datum uitspraak: 26-05-2025
- ECLI:NL:TADRSHE:2025:86
Verzet. De voorzitter heeft bij de beoordeling van de klacht de juiste maatstaf toegepast en voorts rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. Daarmee hoeft in redelijkheid niet te worden betwijfeld of de beslissing van de voorzitter juist is. Ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2025:87 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-950/DB/OB
- Datum publicatie: 06-06-2025
- Datum uitspraak: 26-05-2025
- ECLI:NL:TADRSHE:2025:87
Raadsbeslissing. Klacht over de eigen advocaat over de kwaliteit van de dienstverlening. Hoewel het beter was geweest als verweerder gedurende de behandeling van klagers zaak rekening had gehouden met klagers behoeften op dit punt, is de raad van oordeel dat uit de overgelegde stukken en hetgeen ter zitting naar voren is gebracht niet blijkt dat verweerder zodanig is tekortgeschoten in de communicatie met klager, dat hem daarvan een tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt. Dat verweerder zich niet aan de afspraken heeft gehouden, onvoldoende voortvarendheid heeft betracht en weinig tot niets voor klager heeft gedaan is evenmin gebleken. De overdracht van het dossier aan de opvolgend advocaat had zeker sneller gekund. Voor het maken van een tuchtrechtelijk verwijt aan verweerder ziet de raad echter onvoldoende aanleiding. Dat klager door de opgetreden vertraging in zijn belangen is geschaad is de raad namelijk niet gebleken. De klacht dat verweerder onbehoorlijke opmerkingen heeft gemaakt mist feitelijke grondslag. Ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2025:88 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-880/DB/OB
- Datum publicatie: 06-06-2025
- Datum uitspraak: 26-05-2025
- ECLI:NL:TADRSHE:2025:88
Raadbeslissing. Klacht over de eigen advocaat over de kwaliteit van de dienstverlening. Uit de overgelegde stukken en hetgeen ter zitting naar voren is gebracht is naar het oordeel van de raad niet gebleken dat verweerster aan klager heeft toegezegd dat zij hem in de strafzaak zou bijstaan. Bij die stand van zaken kan verweerster niet tuchtrechtelijk worden verweten dat zij niet aanwezig is geweest bij het politieverhoor en dat zij geen verzet heeft ingesteld tegen de strafbeschikking. Omdat verweerster klager in de OTS-procedure evenmin heeft bijgestaan, kan van de door klager verweten (ontijdige) onttrekking in die zaak geen sprake zijn. De klacht dat verweerster klager heeft beticht van het niet betalen van een factuur van € 321,00, die, aldus klager, nimmer is verzonden en mogelijk ook niet bestaat mist tot slot feitelijke grondslag. Ongegrond.
-
ECLI:NL:TNORAMS:2025:11 Kamer voor het notariaat Amsterdam 755926/NT 24-31 756858/NT 24-35
- Datum publicatie: 05-06-2025
- Datum uitspraak: 17-04-2025
- ECLI:NL:TNORAMS:2025:11
De klacht bestaat uit meerdere klachtonderdelen: a. Klaagster stelt zich op het standpunt dat de woning niet meer op naam van erflaatster stond, maar dat zij één van de eigenaren was, wiens toestemming vereist was voor de verkoop en overdracht. De verkoop en overdracht van de woning heeft echter plaatsgevonden zonder dat klaagster als (mede)eigenaar daarmee akkoord was gegaan. Klaagster heeft nooit een volmacht afgegeven aan de executeur-afwikkelingsbewindvoerder. De notaris had de akte dus niet mogen passeren. b. De notaris en de toegevoegd notaris hebben de identiteit (van de broer van klaagster) niet gecontroleerd. c. Klaagster heeft geen (concept)koopakte ontvangen. d. In de koopakte is onjuiste informatie vermeld. e. Er is sprake van belastingontduiking dan wel belastingontwijking waaraan klaagster mogelijk heeft meegewerkt. De kamer overweegt onder meer dat er geen beletselen waren voor de notaris om zijn ministerie te verlenen aan de overdarcht van de woning. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:97 Hof van Discipline 's Gravenhage 240218
- Datum publicatie: 05-06-2025
- Datum uitspraak: 30-05-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:97
Klacht over eigen advocaat. Het hof ziet geen aanleiding om tot een andere beoordeling van de klacht te komen dan de raad heeft gedaan en het hof sluit zich dan ook aan bij de beoordeling van de raad en neemt die over. Het hof voegt daar nog aan toe dat ook het hof niet is gebleken dat verweerder zonder planning of ongestructureerd te werk is gegaan, dat door hem risico’s verkeerd zijn ingeschat of dat hij ondeskundig zou zijn. Verder heeft het hof ook niet kunnen vaststellen dat verweerder excessief heeft gedeclareerd.
-
ECLI:NL:TNORAMS:2025:9 Kamer voor het notariaat Amsterdam 755566/NT24-26
- Datum publicatie: 05-06-2025
- Datum uitspraak: 08-05-2025
- ECLI:NL:TNORAMS:2025:9
Klager heeft een kavel (1 C) gekocht waarop een villa mocht worden gebouwd. Het probleem is echter dat er maar één omgevingsvergunning is verleend voor kavel 1 (die bestaat uit de kavels 1a, 1b en 1c). Die omgevingsvergunning blijkt te zijn gebruikt door de koper van kavel 1a. Klager kan dus (nog) niet beginnen met bouwen. Dat probleem werd klager duidelijk in 2021. De klacht bestaat uit een aantal onderdelen. Klager verwijt de notaris dat hij zijn onderzoeksplicht niet is nagekomen. Ook verwijt klager de notaris dat hij niet wil meewerken aan de levering aan klager van het onverdeelde aandeel van de ex-echtgenote van klager in de eigendom van het perceel. De kamer verklaart de klacht grotendeels niet-ontvankelijk en voor een deel ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2025:62 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7921
- Datum publicatie: 05-06-2025
- Datum uitspraak: 03-06-2025
- ECLI:NL:TGZRZWO:2025:62
Kennelijk ongegronde klacht tegen huisarts. Klaagster is bekend met gemetastaseerde baarmoederkanker. Op eigen initiatief koos klaagster voor een behandeling buiten de reguliere geneeskunde. Verweerder is de huisarts van klaagster. Klaagster verwijt verweerder het weigeren van het aanvragen van bloedonderzoek op tumormarkers en het aanvragen van röntgenfoto’s van de longen. Het college oordeelt dat het verzoek van klaagster buiten de reguliere huisartsenzorg valt, waardoor verweerder niet kan worden verweten dat hij het aanvragen van de onderzoeken weigert.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:150 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-036/AL/NN
- Datum publicatie: 05-06-2025
- Datum uitspraak: 02-06-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:150
Klacht over eigen advocaat in een arbeidsrechtelijk geschil dat is beëindigd met een vaststellingsovereenkomst.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:151 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-248/AL/MN
- Datum publicatie: 05-06-2025
- Datum uitspraak: 02-06-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:151
Voorzittersbeslissing. Uit de stukken is de voorzitter gebleken dat verweerster duidelijke afspraken heeft gemaakt met klager over de betaling van het voorschot en hem ook meermaals heeft gewezen op de gevolgen van niet tijdige betaling daarvan. Niet is gebleken dat klager tegen de door verweerster gestelde voorwaarde of tegen de hoogte van het aan hem in rekening gebrachte voorschot bezwaar heeft gemaakt. Het voorschot, dat gelijk was aan het griffierecht en de eigen bijdrage, kon verweerster ook in redelijkheid aan klager in rekening brengen. Klager heeft het voorschot niet op tijd betaald. Dat klager daartoe niet in staat was, kan verweerster niet worden aangerekend. Klager had ervoor kunnen kiezen om een andere advocaat in te schakelen, maar heeft dat niet gedaan waardoor de Hogerberoepstermijn is verstreken. Klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:93 Hof van Discipline 's Gravenhage 240257
- Datum publicatie: 05-06-2025
- Datum uitspraak: 30-05-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:93
Klager heeft bij de raad van de orde een verzoek ingediend tot inschrijving op het tableau zoals bedoeld in artikel 2 Advw. De raad van de orde heeft geweigerd dit verzoek in behandeling te nemen op grond van artikel 2 lid 9 Advw. Klager heeft tegen deze beslissing beklag ingediend bij het hof. Tegen het buiten behandeling laten van een verzoek tot inschrijving binnen de termijn van artikel 2 lid 9 Advw staat, anders dan bij een weigering om een verzoek tot inschrijving in behandeling te nemen op grond van het bepaalde in artikel 4 lid 1 Advw, echter niet de mogelijkheid van beklag open. Het hof verklaart het beklag dan ook niet-ontvankelijk.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:152 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-263/AL/MN
- Datum publicatie: 05-06-2025
- Datum uitspraak: 02-06-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:152
voorzittersbeslissing. Verweerster is een inspanningsverplichting met klager aangegaan, geen verplichting om een bepaald resultaat te behalen. Klager heeft bovendien schriftelijk ingestemd met de toepasselijkheid van de algemene voorwaarden van het kantoor van verweerster waarin dat ook uitdrukkelijk zo is bepaald. Niet is gebleken dat verweerster is tekortgeschoten in de uitvoering van de haar verstrekte opdracht, die naar het oordeel van de voorzitter voldoende helder was omschreven. Dat klager niet bereid was om zijn medewerking aan een gesprek met de wederpartij te verlenen voor het beproeven een minnelijke regeling, kan verweerster niet worden aangerekend. Kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:94 Hof van Discipline 's Gravenhage 240332
- Datum publicatie: 05-06-2025
- Datum uitspraak: 30-05-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:94
Maatregelappel. Klager heeft een klacht ingediend tegen zijn voormalig advocaat. Verweerder zou namens klager een gratieverzoek indienen. Gebleken is echter dat het Ministerie van Justitie en Veiligheid geen door verweerder ingediend gratieverzoek heeft ontvangen. In deze procedure is niet vast te stellen of verweerder daadwerkelijk het gratieverzoek namens klager heeft ingediend. Wel staat vast dat verweerder niet heeft geverifieerd of het gratieverzoek in goede orde was ontvangen, terwijl klager wel meerdere keren heeft verzocht hem te informeren over de stand van zaken. De raad heeft de klacht gegrond verklaard en heeft aan verweerder de maatregel van onvoorwaardelijke schorsing voor de duur van twee weken opgelegd. Verweerder richt zijn beroep tegen deze opgelegde maatregel. Het hof ziet aanleiding de maatregel te verlagen tot een berisping.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:153 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-272/AL/MN 25-273/AL/MN 25-274/AL/MN
- Datum publicatie: 05-06-2025
- Datum uitspraak: 02-06-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:153
Voorzittersbeslissing. De voorzitter verklaart een klacht over een advocaat van de wederpartij gedeeltelijke niet-ontvankelijk omdat er al eerder op dat onderdeel van de klacht door de raad is beslist. De voorzitter verklaart de rest van de klacht kennelijk ongegrond.
- Pagina: 1
- Pagina: 2
- ...
- Pagina: 2247
- Volgende pagina zoekresultaten