Zoekresultaten 20201-20250 van de 45098 resultaten

  • ECLI:NL:TGZREIN:2017:114 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1798

    Neuroloog was niet op de hoogte van verhoogde bezinking en heeft nierfunctiestoornissen niet besproken, waardoor de familie onvoldoende is geïnformeerd en patiënt ten onrechte is ontslagen naar revalidatiecentrum. Verantwoordelijkheid als hoofdbehandelaar. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2017:115 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1777

    Medisch adviseur wordt verweten dat hij op intimiderende wijze een medische keuring heeft uitgevoerd in een openbare ruimte, dat hij in verband met het verkrijgen van informatie uit de curatieve sector machtigingen heeft opgesteld die niet voldoen aan de eisen van KNMG, dat ten onrechte een afwijzend advies aan de opdrachtgever is gegeven waarbij klager geen gelegenheid heeft gehad gebruik te maken van zijn blokkeringsrecht. Eigen verantwoordelijkheid verweerder voor keuze onderzoekslocatie. Geen tuchtrechtelijk verwijt. Verschillende lezingen over de gebeurtenissen. Zelfstandige beoordeling op basis van eigen onderzoek en informatie uit de curatieve sector. Machtigingen, in samenhang met begeleidende brief, voldoen aan de eisen. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2017:183 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 17-357/DB/LI

    Advocaat heeft cliënt tijdig bericht dat het door de rechtsbijstandsverzekeraar beschikbaar gestelde maximum was bereikt en zijn uurtarief voor zijn verdere werkzaamheden vermeld. Kosten zijn onder meer door de grote omvang door de cliënt aangeleverde stukken hoog opgelopen. Verzet ongegrond

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:283 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2017.089 en c2017.090

    Klacht van IGZ tegen gz-psycholoog tevens psychotherapeut. De klacht houdt in dat verweerder ten opzichte van zijn cliënte de grenzen van de professionele relatie niet in acht heeft genomen door een persoonlijke relatie met haar aan te gaan en dat hij geen verantwoorde zorg aan cliënte heeft geboden door zelfstandig een specialistische behandeling uit te voeren waarvoor hij zichzelf zonder supervisie niet bekwaam achtte. Het Regionaal Tuchtcollege heeft beide klachtonderdelen gegrond verklaard, aan verweerder een voorwaardelijke schorsing voor de duur van zes maanden opgelegd met een proeftijd van twee jaar en publicatie van de beslissing gelast. Het principaal beroep van verweerder richt zich niet tegen de gegrondverklaring door het Regionaal Tuchtcollege van de klacht noch tegen de zwaarte van de opgelegde maatregel, maar ziet veeleer op de verbetering van gronden. IGZ heeft in incidenteel beroep verzocht om de voorwaarden van de in eerste aanleg opgelegde schorsing te verduidelijken zodat de inspectie toezicht kan uitoefenen op de naleving van die voorwaarden. Het Centraal Tuchtcollege bekrachtigt de gegrondverklaring van de beide klachtonderdelen onder verbetering van gronden en handhaaft de oplegging van de voorwaardelijke schorsing onder aanpassing van de voorwaarden.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:284 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2017.091

    Herzieningsverzoek van doorgehaalde huisarts. De arts is bij beslissing van 31 maart 2015 doorgehaald op grond van een combinatie van verwijten: grensoverschrijdend gedrag ten opzichte van een patiente, onjuist declaratiegedrag, slechte dossiervoering, het opstellen van een valse medische verklaring; tezamen met een aantal eerdere tuchtrechtelijke veroordelingen leidde dit alles tot het oordeel van het Centraal Tuchtcollege dat de arts niet over een juiste beroepshouding beschikt en dat hij heeft gehandeld in strijd met zowel de eerste als de tweede tuchtnorm. De arts heeft na de strafrechtelijke behandeling van de gebeurtenissen ten aanzien van (onder andere) de klaagster herziening van het tuchtrechtelijk oordeel gevraagd. Van een aantal feiten is hij tuchtrechtelijk vrijgesproken, maar is veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf terzake van poging tot ontucht ten opzichte van een patient die zich aan zijn hulp en zorg heeft toevertrouwd. De arts beroept zich op een document dat niet vervalst zou zijn om zich een alibi ten tijde van het gewraakte grensoverschrijdende gedrag te verschaffen en blijft de ontuchtige handelingen betwisten. Het Centraal Tuchtcollege wijst het herzieningsverzoek af. De tuchtrechtelijke toetsing heeft een ander kader dan de strafrechtelijke; het bewuste document is niet de enige grond voor twijfel aan het alibi en er was sprake van een combinatie van diverse verwijten, waarop de doorhaling in 2015 was gebaseerd.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2017:180 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 17-506/DB/ZWB

    Voldoende aannemelijk dat aan advocaat opdracht is verstrekt om zich in hoger beroep te stellen en de dagvaarding te (doen) aanbrengen. Klager heeft, toen bleek dat de rechtsbijstandsverzekeraar ook na het positieve advies van de advocaat definitief geen dekking gaf, nagelaten de opdracht voor de verder behandeling in hoger beroep te bevestigen. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:285 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2017.180

    Klacht tegen een huisarts van een Penitentiaire Inrichting. Klager verwijt de huisarts dat hij laakbaar heeft gehandeld door de verkeerde medicatie toe te dienen, als gevolg waarvan klager in coma heeft gelegen en zijn leven in gevaar is geweest. Het Regionaal Tuchtcollege heeft geoordeeld dat moet worden vastgesteld dat de huisarts aan verweerder geen verkeerd medicijn heet toegediend of heeft voorgeschreven en heeft daarom de klacht afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege onderschrijft het oordeel van het Regionaal Tuchtcollege en verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2017:113 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 17112

    Verwijt aan specialist ouderengeneeskunde dat hij zonder toestemming van de mentor en op onjuiste wijze een psychiatrisch onderzoek bij patiënte heeft verricht en een uitspraak over de wilsbekwaamheid van patiënte heeft gedaan. Toestemming wettelijk vertegenwoordiger. Verweerder was bekend met setting in verpleeghuizen en met familieproblemen en heeft nagelaten te onderzoeken of er een mentor was benoemd. Desondanks heeft hij onderzoek gedaan. Rapportage ver beneden de maat. Deels gegrond. Berisping en publicatie.

  • ECLI:NL:TNORAMS:2017:33 Kamer voor het notariaat Amsterdam C/13/628222 / NT RK 17/42 (Th)

    De kamer rekent de notaris niet alleen het laten ontstaan van een negatieve bewaringspositie zwaar aan, maar ook dat hij het tekort niet terstond heeft aangevuld en kennelijk heeft laten afhangen van een betaling van een declaratie. Voorts blijkt uit het verweer van de notaris dat ook in de maanden juli, augustus en oktober telkens aan het eind van de maand sprake is geweest van een negatieve bewaringspositie, waarvan de notaris naar eigen zeggen steeds niet op de hoogte is geweest. In zoverre kan niet gezegd worden dat sprake is van een incident. Op zichzelf beschouwd zou dit het opleggen van de maatregel van ontzetting uit het ambt kunnen rechtvaardigen. De kamer is evenwel van oordeel dat het opleggen van deze maatregel aan de notaris in het onderhavige geval te ver voert. De kamer acht namelijk aannemelijk dat bedoelde maandelijkse negatieve bewaringsposities vooral veroorzaakt zijn door een onhandige timing in de betalingen. Voorts staat vast dat de negatieve bewaringsposities niet het gevolg zijn van overboekingen te eigen bate en evenmin van excessieve uitgaven. Ook neemt de kamer in ogenschouw de over het algemeen relatief geringe omvang en korte duur van de tekorten en de serieuze maatregelen die de notaris heeft genomen om herhaling te voorkomen, zoals wekelijkse monitoring van de bewaringspositie, controle bij elke kantooruitgave en een stringenter incassobeleid. Het hiervoor overwogene in aanmerking genomen, acht de kamer het passend en geboden dat de notaris wordt opgelegd de maatregel van schorsing in de uitoefening van het ambt voor de duur van twee maanden.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2017:181 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 17-102/DB/LI

    Een advocaat dient een opvolgend advocaat te informeren over de stand van een zaak. Dit geldt eveneens ten aanzien van een tweede opvolgende advocaat in een later stadium, indien deze informatie nodig heeft die de betreffende advocaat niet aan de eerste opvolgende advocaat had verstrekt. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2017:152 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2017-128b

    Gegronde klacht tegen een huisarts. De huisarts heeft bij haar beoordeling ten onrechte geen acht geslagen op wat onder andere de dochter van klaagster heeft gezegd. De huisarts had hieruit kunnen afleiden dat de woordvindstoornissen al vier weken speelden. De huisarts heeft de subtiele signalen die ook gerelateerd kunnen worden aan neurologische problemen, niet opgepikt. Zij had gezien de voormelde signalen van klaagster in de differentiaal diagnose een mogelijke TIA moeten overwegen. Er waren voldoende signalen voor een niet-pluisgevoel. Dat de huisarts niet direct een duidelijke diagnose had, valt haar niet te verwijten, maar er had wel verwacht mogen worden een ander beleid te volgen, namelijk verwijzing naar neuroloog op korte termijn. Klacht gegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2017:169 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 166/2016

    Klacht tegen lid van Raad van Bestuur. Wel ontvankelijk maar ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2017:153 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2017-082

    Ongegronde klacht tegen een huisarts. Het college stelt voorop dat de beoordeling van de arbeidsongeschiktheid binnen detentie van een heel andere orde is dan de beoordeling van arbeidsongeschiktheid buiten detentie. De huisarts in een PI is in staat en ook bevoegd om te oordelen over de geschiktheid om arbeid in detentie te verrichten. De huisarts heeft klager op zorgvuldige wijze arbeidsgeschikt verklaard. Wat betreft de doorverwijzing naar een handenspecialist, is de vertraging niet aan de huisarts te wijten. Klacht afgewezen.

  • ECLI:NL:TDIVTC:2017:39 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2016/87

    Dierenarts wordt verweten met betrekking tot een paard nalatig te hebben gehandeld bij een operatie ter verwijdering van OCD-fragmenten uit de spronggewrichten. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TNORAMS:2017:30 Kamer voor het notariaat Amsterdam C/13/625950 / NT 17-28 O

    Uit de stukken van het dossier alsmede uit het verhandelde ter zitting is immers gebleken dat met klaagster en verkoper is gesproken over de mogelijkheid dat de notaris het courtagebedrag zou achterhouden, maar dat het niet tot een depotovereenkomst is gekomen omdat verkoper herhaaldelijk weigerde hieraan mee te werken. De notaris heeft ter zitting verklaard dat zij ook geen functie had met betrekking tot de makelaarsovereenkomst tussen opdrachtgever en klaagster. In de algemene voorwaarden van het notariskantoor is niet opgenomen dat de makelaarskosten dienen te worden voldaan uit de nota van afrekening, aldus de notaris. Het is een goed en praktisch gebruik dat de courtage zo betaald wordt maar een mogelijkheid om deze service ten behoeve van de makelaar te bieden als de verkoper dit pertinent weigert heeft zij niet, aldus de notaris. De kamer volgt de notaris in dit standpunt: de koopsom die de koper op de rekening van de notaris stort, komt toe aan de verkoper en de notaris is gehouden de koopsom, met uitzondering van de afdracht aan de hypotheekhouder die noodzakelijk is voor de doorhaling van de hypotheek, door te betalen aan de verkoper. De notaris heeft dan ook niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door de gehele koopsom aan de verkoper uit te keren.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2017:149 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2017-098

    Gegronde klacht van de IGZ tegen een verpleegkundige wegens grensoverschrijdend gedrag. De verpleegkundige heeft door het grensoverschrijdend gedrag de professionele grenzen die zij als verpleegkundige in acht behoorde te nemen, zoals bijvoorbeeld blijkt uit de Nationale beroepscode van Verpleegkundigen en Verzorgenden 2007 en 2015, overschreden. Klacht gegrond. Schorsing voor de duur van twaalf maanden.

  • ECLI:NL:TNORAMS:2017:31 Kamer voor het notariaat Amsterdam 593218 / NT 15-56 O

    De stellingen van het BFT met betrekking tot het eerste klachtonderdeel staan, als niet betwist, vast. Dit leidt tot de conclusie dat de notaris in strijd heeft gehandeld met artikel 23 Wna jo artikel 2 Administratieverordening en artikel 3 van het Reglement Verslagstaten 2010. Het verweer van de notaris dat hij sinds 2012 niet meer aan het dagelijks bestuur van het notariskantoor deelnam, ontslaat hem niet van zijn eigen verantwoordelijkheid. Het verwijt dat de notarissen niet adequaat hebben gehandeld, treft immers ook hem. De notaris is (mede) verantwoordelijk voor de financiële administratie van het notariskantoor en het had dan ook op zijn weg gelegen om onverwijld maatregelen te treffen, dan wel erop toe te zien dat deze door zijn kantoorgenoten werden genomen, teneinde het liquiditeits- en vermogenstekort terug te dringen. Dit klachtonderdeel is dan ook gegrond.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2017:150 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2017-046

    Gegronde klacht tegen een huisarts. De huisarts had, op basis van de verhoogde infectie parameters, in combinatie met de duur van de benauwdheidsklachten, het feit dat de prednison kuur de klachten had moeten verminderen, en het feit dat patiënte bekend stond als rookster, een doorverwijzing voor verder onderzoek moeten realiseren. De huisarts heeft steeds op geleide van de klachten een andere diagnose gesteld zonder de diagnose longkanker te overwegen en in de differentiaal diagnose mee te nemen. Het College overweegt daarbij dat de huisarts bij het stellen van de diverse diagnoses belangrijke signalen uit voorgaande consulten niet heeft meegenomen. Klacht gegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TNORAMS:2017:32 Kamer voor het notariaat Amsterdam C/13/621372 / NT 16-86 O

    Naar ter zitting is gebleken doelt klaagster zowel met het eerste als het tweede klachtonderdeel op de - volgens klaagster – onjuiste conceptleveringsakte(n). Niet in geschil is immers dat de definitieve leveringsakte juist is. Uit die akte blijkt ook dat de notaris zich door beide partijen deugdelijk en voldoende heeft laten inlichten, gelet op de ongebruikelijk uitvoerige considerans en de uitdrukkelijke verwijzing naar de beide vonnissen van de rechtbank Noord-Holland. De kamer acht het standpunt van de notaris betreffende het royement van het hypotheekrecht voorts juist. Aangezien de notaris over een getekende volmacht tot royement van de ex-echtgenote van [A] beschikte kon hij overgaan tot het passeren van de leveringsakte. Van onzorgvuldige bestudering dan wel het onvoldoende verifiëren door de notaris van de betreffende gegevens is de kamer niet gebleken. In het proces dat tot de leveringsakte heeft geleid heeft de notaris dan ook niet verwijtbaar gehandeld.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2017:151 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2017-128a

    Gegronde klacht tegen een huisarts. Het is het College niet gebleken dat de huisarts klaagster voldoende heeft uitgevraagd over de woordvindstoornissen, ook niet dat de huisarts een differentiaal diagnose heeft gesteld waarbij hij een mogelijk infarct of TIA heeft overwogen. Er waren volgens het College voldoende signalen voor een niet-pluisgevoel. Van de huisarts mocht een pro-actiever beleid worden verwacht waarbij hij op korte termijn een doorverwijzing naar een neuroloog had moeten realiseren. Klacht gegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2017:168 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 165/2016

    Klacht tegen internist-oncoloog. Het college is van oordeel dat er geen sprake is van nalatigheid aan de zijn van verweerder. Ook is verweerder niet te kort geschoten in zijn informatieplicht. De voorgeschreven kuur was passend voor patiënte en er was geen sprake van een contra-indicatie. Klachten ongegrond.

  • ECLI:NL:TDIVTC:2017:37 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2016/106 2016/107 2016/108 2016/109

    Dierenartsen wordt verweten dat zij met betrekking tot de verleende veterinaire zorg aan een kat, die op de kliniek een longkwabresectie heeft ondergaan, tekort zijn geschoten. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TDIVTC:2016:70 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2016/15

    Klacht te laat ingediend. Niet ontvankelijk

  • ECLI:NL:TDIVTC:2017:31 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2016/94

    Dierenarts neemt een te afwachtende houding aan nadat uit echografisch onderzoek was gebleken dat er zich stenen in de maag van de hond van klaagster bevonden. Berisping.

  • ECLI:NL:TDIVTC:2017:38 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2016/105

    Dierenarts wordt verweten ten aanzien van een nest Oudduitse herderpups ten onrechte te hebben geconcludeerd dat deze pups blind waren. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TDIVTC:2017:32 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2016/97

    Dierenarts wordt verweten, samengevat, dat hij ten aanzien van de hond van klaagster een onjuiste diagnose heeft gesteld, te weten een kruisbandlaesie, en tot een onnodige operatie heeft geadviseerd. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TACAKN:2017:72 Accountantskamer Zwolle 17/45 Wtra AK

    Een accountant die optreedt voor meer familieleden dient voortdurend bedacht te zijn op een bedreiging voor het zich houden aan het fundamentele beginsel van objectiviteit. Nieuwe omstandigheden doen een nieuwe termijn voor verjaring aanvangen. Betrokkene heeft ten onrechte geen bedreiging voor zijn objectiviteit gesignaleerd en daarmee in strijd met genoemd beginsel gehandeld. Daarnaast heeft betrokkene gehandeld in strijd met het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid door niet pro-actief aan de orde te stellen dat een zekerheid voor de terugbetaling van een door zijn ene cliënt aan een andere cliënt verstrekte lening geraden zou zijn. Maatregel: waarschuwing

  • ECLI:NL:TDIVTC:2017:33 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2016/96

    Dierenarts wordt verweten, samengevat, dat hij ten aanzien van de hond van klaagster een onjuiste diagnose heeft gesteld, te weten een kruisbandlaesie, en tot een onnodige operatie heeft geadviseerd. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2017:169 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 16-576

    Klacht tegen eigen advocaat. Het Wrakingsverzoek van klager wordt buiten behandeling gelaten wegens misbruik van recht. Klacht gegrond voor zover verweerder niet op de interne klacht van klager heeft gereageerd, ook niet na een rappel daartoe. Verweerder heeft op dit punt gehandeld in strijd met de Voda. De overige 16 klachtonderdelen zijn ongegrond. Berisping.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2017:117 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2017/016

    Klager verwijt verweerder in zijn pro-justitia rapportage twee foute diagnoses te hebben gesteld (pedofilie en persoonlijkheidsstoornis). Ook wordt hem verweten het correctie- en inzagerecht van klager te hebben geschonden. Gegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TDIVTC:2017:34 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2016/92

    Dierenarts wordt verweten zonder medische noodzaak bij een hond twee persisterende melktanden heeft willen extraheren en heeft nagelaten bij het onder narcose brengen van de hond een beademingstube in te brengen. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2017:118 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2017/017GZP

    Klager verwijt verweerster in haar pro-justitia rapportage twee foute diagnoses te hebben gesteld (pedofilie en persoonlijkheidsstoornis). Ook wordt haar verweten het correctie- en inzagerecht van klager te hebben geschonden. Gegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2017:112 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1734

    Psychotherapeut wordt onder meer verweten dat hij geweigerd heeft bewijsmateriaal inzake persisterend liegen van klagers echtgenote te bekijken, klagers privacy heeft geschonden door het doen van speculatieve uitlatingen over mogelijk bij klager bestaande persoonlijkheidsstoornissen in bijzijn van klagers echtgenote en klagers medewerking aan een onnodig onderzoek heeft afgedwongen. College: Niet de taak van een psychotherapeut om aan waarheidsvinding te doen. Niet gebleken dat psychotherapeut bij uitvoering van de behandeling eigen verantwoordelijkheid niet naar behoren genomen heeft. De keuze voor een gezamenlijk traject vereiste transparantie en een open opstelling. Psychotherapeut mocht daarom de bevindingen uit individuele intakegesprekken tijdens de gezamenlijke sessies met klager en zijn echtgenote delen. Geen schending privacy. Instemming klager met onderzoek, niet gebleken dat dit onder dwang is gebeurd of dat onderzoek onnodig was. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TDIVTC:2017:35 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2017/49

    Klacht te laat ingediend. Niet ontvankelijk

  • ECLI:NL:TDIVTC:2017:36 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2017/6

    Dierenarts wordt verweten veterinair nalatig te hebben gehandeld ten aanzien van een hond met plasproblemen. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:193 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 170139

    Bekrachtiging van de uitspraak van de raad.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2017:115 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2017/252

    De Inspectie voor de Gezondheidszorg verwijt verweerder, arts, dat hij ernstig tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld met het verstrekken van middelen die onder de Opiumwet vallen (intraveneus) aan een persoon waarmee hij had afgesproken seksuele contacten (slamseks) te hebben. De sekspartner is diezelfde nacht overleden. De Inspectie verwijt verweerder tevens niet tijdig en adequaat te hebben gereageerd op signalen dat het niet goed ging met de sekspartner. Ook zou verweerder valselijk recepten aan zichzelf hebben voorgeschreven voor onder meer opiaten op naam van een ander. Aan de orde zijn vragen over procesbelang, artikel 6 EVRM, het nemo teneturbeginsel en de tweede tuchtnorm. Gegrond, ontzegging van het recht om wederom in het BIG-register te worden ingeschreven. Gegrond, ontzegging van het recht om wederom in het BIG-register te worden ingeschreven.

  • ECLI:NL:TACAKN:2017:71 Accountantskamer Zwolle 17/310 Wtra AK

    Betrokkene, controlerend accountant, heeft niet helder en duidelijk gedocumenteerd om welke reden(en) hij heeft aanvaard dat een voorziening is gehandhaafd op het bedrag waarvoor zij al vijf jaar op de balans was opgenomen, aangezien een van de verplichtingen waarvoor de voorziening is opgenomen, zich in het verslagjaar heeft gemanifesteerd en de verzekeraars (in weerwil van een eerder uitgesproken dekkingsvoorbehoud) het bedrag waartoe de entiteit bij vonnis was veroordeeld, volledig heeft vergoed. De advocatenbrief waarnaar betrokkene heeft verwezen, bevat geen informatie over het bestaan en de hoogte van de andere vorderingen waarvoor de voorziening is opgenomen en evenmin over de mogelijke uitkomst van een in te stellen hoger beroep tegen een veroordelend vonnis.

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:194 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 170087

    In het kader van de tussen klager en verweerder gesloten regeling heeft klager de klacht ingetrokken. De deken heeft aan het hof bericht dat hij de behandeling van de klacht niet wenst voort te zetten om redenen aan het algemeen belang ontleend. Het hof is, met de deken, van oordeel dat er geen omstandigheden aanwezig zijn die voortzetting als bedoeld in artikel 47a Advocatenwet vergen, zodat het hof de beslissing van de raad vernietigt en verstaat dat op de klacht niet behoeft te worden beslist.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2017:184 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 17-360/DB/LI

    Niet gebleken van excessief declareren, noch van benedenmaats presteren. Niet adequaat gereageerd op verzoek tot afgifte van interne klachtenregeling en het dossier. Verzuimd om de gang van zaken rondom de opheffing van het executoriaal beslag af te stemmen met klaagster en behoorlijk schriftelijk aan haar te bevestigen. Deels ongegrond, deels gegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:195 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 170151

    Art. 13 Adv.W. De zaak tegen het ziekenhuis Nu de appeltermijn is verstreken, als gevolg waarvan het vonnis onherroepelijk is geworden, heeft klager geen belang meer bij aanwijzing van een advocaat. Het daartoe strekkende verzoek wordt afgewezen. De zaak tegen mr. H Het hof is van oordeel dat thans nog met onvoldoende mate van zekerheid kan worden vastgesteld dat een schadevergoedingsvordering tegen mr. H kansloos is. Gelet op de hoogte van de vordering in de eerder gevoerde procedure valt evenmin voorshands vast te stellen dat geen sprake zal zijn van een procedure waarvoor verplichte procesvertegenwoordiging vereist is. Ten slotte acht het hof aannemelijk dat klager, zoals hij stelt, niet zelf een advocaat bereid heeft gevonden een dergelijke procedure te voeren, nu het gaat om een aan te spreken collega-advocaat (uit hetzelfde arrondissement). Voorts ontbreekt (oriënterend) advies van een (aan te wijzen) advocaat, opgesteld in samenspraak met klager, waarop een beoordeling van het verzoek kan worden gegrond. Het beklag is gegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:189 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 170169W 170170W

    Verzoek tot wraking van de behandelend kamer en de voorzitter van de wrakingskamer afgewezen. De wrakingskamer stelt vast dat verzoekster volhardt in haar handelwijze om het proces in haar zaken te verstoren en wederom misbruik maakt van het recht op wraking door op volstrekt ontoereikende gronden verzoeken in te dienen en de integriteit van de leden van het hof in twijfel te trekken. Het hof zal daarom - op grond van artikel 56 lid 6 Advocatenwet juncto artikel 515 lid 4 Wetboek van Strafvordering - bepalen dat een volgend verzoek tot wraking niet in behandeling behoeft te worden genomen.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2017:232 Raad van Discipline Amsterdam 17-634/A/A/D 17-635/A/A/D

    Dekenbezwaar en verzoek 60b Adocatenwet. Na een eerdere schorsing, is verweerder opnieuw langdurig in gebreke gebleven met het aanleveren van de jaarrekeningen over 2015 en 2016. Dat verweerder reeds eerder door de tuchtrechter over de financiële positie van zijn kantoor is terechtgewezen en hiervoor aan hem een onvoorwaardelijke schorsing is opgelegd, maakt het verwijtbaarder dat verweerder nu opnieuw heeft nagelaten aan de door de deken gestelde voorwaarden te voldoen. Zowel verzoek tot schrapping als schorsing ex artikel 60b Advocatenwet toegewezen.

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:196 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 170164

    Herzieningsverzoek Naar het oordeel van het hof heeft verzoeker in de procedure bij het hof toereikend effectief verweer kunnen voeren. Dat verzoeker in zijn belangen is geschaad, is het hof niet gebleken. Nu er geen grond bestaat voor toepassing van het rechtsmiddel herziening omdat geen sprake is geweest van een oneerlijk proces, dient het beroep van verzoeker te worden afgewezen.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2017:179 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 16-952/DB/LI

    Handelen van verweerder heeft voldoende aanknopingspunten met zijn rechtspraktijk zodat zijn handelen aan het advocatentuchtrecht kan worden getoetst. Tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door gedurende zes maanden gelden in ontvangst te nemen op zijn privé bankrekening en deze gelden door te betalen. Niet goed schriftelijk vastgelegd en onvoldoende geverifieerd of klaagster op de hoogte was afspraken en risico’s. Gegrond. Berisping.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2017:233 Raad van Discipline Amsterdam 17-673/A/A 17-674/A/A

    Voorzittersbeslissing. Klacht over eigen advocaat en diens patroon in alle onderdelen kennelijk ongegrond. Niet is gebleken dat verweerder sub 1 wanprestatie heeft gepleegd.

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:190 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 170248

    Voorzittersbeslissing Artikel 46h lid 7 van de Advocatenwet bepaalt dat geen rechtsmiddel openstaat tegen een beslissing van de Raad van Discipline tot niet-ontvankelijkverklaring of ongegrondverklaring van het verzet, gedaan tegen een beslissing van de voorzitter van die raad waarbij een klacht als kennelijk niet-ontvankelijk of kennelijk ongegrond dan wel van onvoldoende gewicht is afgewezen. Dit betekent dat de Advocatenwet aan klager niet de mogelijkheid biedt om in hoger beroep te komen van de bestreden beslissing van de raad. Volgt afwijzing van het beroep.

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:191 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 170171

    Art. 13 Adv.W. Het hof constateert een herhaling van zetten. Ook nu weer zijn door klaagster genoemde problemen terug te voeren op de problemen waarvoor zij eerder tevergeefs om aanwijzing van een advocaat heeft gevraagd. Klaagster onderbouwt niet dat sprake is van gewijzigde omstandigheden die aanleiding zouden kunnen geven dit beklag anders te beoordelen dan eerder is gedaan. Het beklag wordt andermaal ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:192 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 170270

    Voorzittersbeslissing Nu klaagsters klacht door de raad in zijn geheel gegrond is verklaard - en dus niet geheel of ten dele ongegrond - kan klaagster niet van die beslissing in hoger beroep komen. Klaagster is mitsdien niet-ontvankelijk in haar beroep.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:204 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-281/DH/RO-b

    Verweerster heeft in strijd gehandeld met gedragsregel 18 door een brief rechtstreeks aan de wederpartij te zenden, terwijl zij wist dat deze werd bijgestaan door een advocaat. Als moet worden aangenomen dat de brief kan worden aangemerkt als een aanzegging met rechtsgevolg (gedragsregel 18 lid 2), had verweerster in ieder geval een afschrift van haar brief aan de advocaat van klager moeten zenden. Dat is niet gebeurd. In de gegeven omstandigheden is de raad echter van oordeel dat de klacht van onvoldoende gewicht is, nu niet is gebleken van boos opzet aan de zijde van verweerster. Uit het dossier volgt verder dat de advocaat van klager in ieder geval binnen vier dagen na verzending van de brief over die brief beschikte, en dat verweerster haar excuses heeft aangeboden toen die advocaat haar erop wees dat zij had nagelaten hem een afschrift van de brief te zenden. Daarom kan niet worden aangenomen dat klager door het handelen van verweerster op enige wijze in zijn belangen is geschaad. De raad wijst de klacht als zijnde van onvoldoende gewicht af.