Zoekresultaten 1751-1800 van de 44826 resultaten

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:215 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-112/AL/GLD

    Door klager en een besloten vennootschap waarin drie advocaten hun advocatenpraktijk uitoefenden is jaren geleden een coöperatie met daarin een bewindvoeringskantoor opgericht. Verweerder heeft zich later bij dat advocatenkantoor aangesloten. Klager werkte binnen die coöperatie in wsnp-zaken als bewindvoerder. Na zijn ontslag is mevrouw S als (overnemend) bewindvoerder benoemd en in dienst getreden bij het kantoor van verweerder. Verweerder wordt beklaagd als de advocaat van de wederpartij van klagers. Een aantal klachtonderdelen hangen samen met meerdere civielrechtelijke geschillen die bestaan tussen verweerder, zijn kantoor en zijn kantoorgenoten enerzijds en klagers anderzijds. Die geschillen zien op de rechtmatigheid van het handelen van verweerder c.s. met betrekking tot de overgang van de wsnp-zaken naar hun kantoor. Het behoort niet tot de taak van de tuchtrechter om in civielrechtelijke geschillen en over de in dat kader genomen processuele beslissingen een oordeel te geven. Dat verweerder daarin tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld, dat is de raad uit de stukken niet gebleken. De overige klachtonderdelen zijn ook ongegrond. Dat verweerder ondeskundig heeft gehandeld en zich onnodig en grievend over klagers heeft uitgelaten, kan de raad op grond van de stukken niet vaststellen. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:209 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-515/AL/GLD

    Voorzittersbeslissing. Naar het oordeel van de voorzitter is uit de stukken niet gebleken dat verweerder ondoelmatig en onvoldoende voortvarend heeft gehandeld. Verweerder heeft in opdracht van zijn cliënt gehandeld. Namens de cliënt heeft hij verschillende schikkingsvoorstellen aan (de gemachtigde van) klager gedaan. Klager heeft met één voorstel ingestemd. Klager heeft daarna een aan de schikking verbonden voorwaarde geschonden door de medewerkers van de garage opnieuw schriftelijk te bedreigen. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:189 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5939

    Ongegronde klacht tegen een oogarts en medisch directeur. Klager is deels niet-ontvankelijk verklaard voor zover de oogarts in zijn hoedanigheid van medisch directeur wordt aangesproken op het handelen van andere artsen. Klager is evenmin ontvankelijk voor zover hij klaagt over de zorg voor andere patiënten. Klager klaagt voorts erover dat hij niet is geïnformeerd dat de ooglaserbehandeling werd verricht door een in het buitenland opgeleide en in Nederland niet BIG-geregistreerde arts. Volgens klager had de superviserende oogarts (niet zijnde verweerder) de ingreep niet aan deze arts mogen overlaten en had de oogarts, als medisch directeur, geen onbevoegde en onbekwame zorgverleners in de kliniek mogen laten werken. Er wordt volgens de oogarts gewerkt onder een supervisieregeling, die is goedgekeurd door de IGJ. Het college heeft geen redenen om te twijfelen aan de bekwaamheid. Dat klager er niet over is geïnformeerd kan niet aan de oogarts worden verweten. Verder klaagt klager erover dat de oogarts en zijn instelling onjuiste, onvolledige en te positieve informatie heeft verstrekt met betrekking tot complicatiekansen en de mogelijkheid deze te verhelpen. Het college realiseert zich dat het uitermate hinderlijk is geweest voor klager dat hij zo lang last heeft gehad van droge en pijnlijke ogen en dat zijn kwaliteit van leven en werk daardoor is aangetast, maar is van oordeel dat in de brochure en de informed consent die klager kreeg, voldoende en duidelijk uiteen is gezet wat klager kon en moest verwachten van de behandeling en de eventuele effecten daarvan. Zo wordt er voldoende gewaarschuwd voor complicaties en neveneffecten, zoals de mogelijkheid van (chronisch) droge ogen. De situatie van klager was niet aan te merken als calamiteit zodat de oogarts, als medisch directeur, niet gehouden was een melding bij de IGJ te doen. Overige klachtonderdelen zijn ongegrond. Klager deels niet-ontvankelijk en voor het overige ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:210 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-817/AL/NN

    klacht gaat over de advocaat van de wederpartij van klaagster in een familiegeschil. Naar het oordeel van de raad heeft verweerder in zijn verzoekschrift feitelijke onjuistheden verkondigd. Daarmee heeft hij in strijd gehandeld met artikel 46 Advocatenwet en gedragsregel 8. Dat verweerder dit bewust zou hebben gedaan, en daardoor in strijd met artikel 21 Rv heeft gehandeld, is de raad niet gebleken. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:190 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/6071

    Deels gegronde klacht tegen een oogarts. De oogarts was supervisor tijdens een ooglaserbehandeling. Klager klaagt erover dat hij van tevoren niet erover is geïnformeerd dat de behandeling werd uitgevoerd door een in het buitenland opgeleide en in Nederland niet BIG-geregistreerde oogarts en dat noch de oogarts, noch de zorgverlener die de behandeling heeft uitgevoerd voor de operatie kennis met hem heeft gemaakt. Verder vindt hij dat het vooronderzoek niet juist is uitgevoerd, is hij ontevreden over de informatie die hij voor de operatie heeft ontvangen, waardoor hij geen weloverwogen keuze heeft kunnen maken, en klaagt hij over inadequate verslaglegging. Het college oordeelt dat niet kan worden gezegd dat klager in een risicogroep viel. Het college realiseert zich dat het uitermate hinderlijk is geweest voor klager dat hij zo lang last heeft gehad van droge en pijnlijke ogen en dat zijn kwaliteit van leven en werk daardoor is aangetast, maar is van oordeel dat in de brochure en het informed consent-formulier die klager kreeg, voldoende en duidelijk uiteen is gezet wat klager kon en moest verwachten van de behandeling en de eventuele effecten daarvan. Zo wordt er voldoende gewaarschuwd voor complicaties en neveneffecten, zoals de mogelijkheid van (chronisch) droge ogen en pijnlijke ogen. Op basis van de anamnese en de door de optometrist uitgevoerde onderzoeken mocht de oogarts aannemen dat klager geen contactlensintolerantie of significant droge ogen had. De verslaglegging in het dossier is inadequaat, dit klachtonderdeel is gegrond. De supervisieregeling is niet gevolgd door klager niet te informeren dat de zorgverlener die de behandeling zou uitvoeren niet BIG-geregistreerd is. Dit is in strijd met het recht van klager op informatie. Hier had de oogarts op moeten toezien en hier is zij verantwoordelijk voor. Overige klachtonderdelen ongegrond. Klacht deels gegrond, waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:211 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-027/AL/GLD

    Klacht over de advocaat van de wederpartij. Naar het oordeel van de raad mocht verweerder als partijdige belangenbehartiger de stellingen en de feiten namens zijn client aanvoeren zoals hij dat heeft gedaan in de diverse processtukken en op de zitting. Hij mocht daarbij ook afgaan op wat zijn cliënt hem heeft verteld zonder dat nader feitelijk onderzoek door hem noodzakelijk was. De stellingen van verweerder waarover door klagers wordt geklaagd, waren juist onderdeel van het geschil bij de bestuursrechter en klagers (en hun advocaat) zijn in de gelegenheid geweest om op de volgens klagers onjuiste standpunten van verweerder te reageren. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:236 Hof van Discipline 's Gravenhage 240145

    In deze spoedzaak ligt de vraag voor of verweerder vooruitlopend op de behandeling in hoger beroep van een tuchtrechtelijke veroordeling met onmiddellijke ingang moet worden geschorst in de uitoefening van de praktijk. De raad heeft het verzoek van de deken tot schorsing toegewezen. Het hof bekrachtigt de beslissing van de raad gedeeltelijk en vernietigt de beslissing voor zover daarbij voorlopige voorzieningen zijn opgelegd.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:230 Hof van Discipline 's Gravenhage 240166

    Artikel 13-beklag. Klaagster wenst een advocaat, omdat zij advies wil over de berichten die zij van de gemeente heeft ontvangen. De deken heeft het verzoek op goede gronden afgewezen, omdat voor juridisch advies over de betekenis van de berichten van de gemeente geen advocaat is vereist. Beklag ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:211 Hof van Discipline 's Gravenhage 230232

    Klagers komen in beroep tegen een verzetbeslissing van de raad. Appelverbod niet doorbroken, omdat de gronden zien op de motivering en inhoudelijke beoordeling van de beslissing van de raad. Voor zover wel beroep openstond tegen de verzetbeslissing (want verzet gegrond) is hoger beroep niet-ontvankelijk, omdat de klacht te laat is ingediend. Ten slotte staat geen beroep open tegen de beslissing van de raad om de zaak na het overlijden van oorspronkelijke klaagster in het algemeen belang (niet) voort te zetten. Beroep deels niet-ontvankelijk, deels ongegrond. Bekrachtiging beslissing raad.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:237 Hof van Discipline 's Gravenhage 230303

    Klacht tegen advocaat wederpartij. Verweerder wordt verweten dat hij in rechte correspondentie heeft overgelegd waarin schikkingsonderhandelingen zijn opgenomen, zich schuldig heeft gemaakt aan belangenverstrengeling en de voorzieningenrechter bij het leggen van conservatoir beslag verkeerd heeft voorgelicht. Het hof is met de raad van oordeel dat verweerder zich op deze punten tuchtrechtelijk verwijtbaar jegens klager heeft gedragen en bekrachtigt het oordeel van de raad.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:231 Hof van Discipline 's Gravenhage 230081 230082 230083 230084

    Eindbeslissing na vernietiging van de beslissing van de raad waarin klaagsters niet ontvankelijk zijn verklaard in hun klacht. Inhoudelijke behandeling van de klacht ingediend door bestuurder en aandeelhouder van besloten vennootschap over advocaten die de andere twee aandeelhouders van de vennootschap hebben bijgestaan in een aandelengeschil. Klacht deels niet-ontvankelijk en voor het overige ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2024:144 Raad van Discipline Amsterdam 24-475/A/NH

    Voorzittersbeslissing; Kennelijk ongegronde klacht over de advocaat van de wederpartij. Niet is komen vast te staan dat verweerder opzettelijk een meinedig document in de procedure heeft gebracht.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:232 Hof van Discipline 's Gravenhage 230373

    Klacht over advocaat wederpartij. Klaagster heeft niet mogen begrijpen dat een vaststellingsovereenkomst tot stand is gekomen, nu zij die pas heeft getekend en retour gestuurd nadat de rechter al vonnis had gewezen. Zij heeft geen ondertekende versie retour ontvangen van de wederpartij. Het stond verweerster vrij om uitvoering te geven aan het vonnis. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:226 Hof van Discipline 's Gravenhage 230309

    Klacht tegen advocaat wederpartij. Verweerster wordt als advocaat van de vrouw verweten dat zij zich in diverse gerechtelijke procedures onnodig grievend over klager heeft uitgelaten en feitelijke informatie heeft verstrekt waarvan zij wist of kon weten dat die onjuist was. Het hof is, anders dan de raad, van oordeel dat verweerster bij het schetsen van de achtergrond van de complexe verhouding tussen klager en de vrouw onvoldoende duidelijk heeft gemaakt dat zij dit deed vanuit het perspectief van de vrouw. Door beschuldigingen aan het adres van de man als eigen feiten te presenteren in plaats van als de visie van haar cliënte, heeft zij zich – zonder enig onderzoek naar de juistheid van de stellingen van de vrouw – suggestief en onnodig polariserend opgesteld. De belangen van klager zijn daardoor nodeloos geschaad. Vernietiging raadsbeslissing en oplegging van de maatregel van een waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2024:145 Raad van Discipline Amsterdam 24-502/A/A

    Voorzittersbeslissing; Kennelijk ongegronde klacht over de dienstverlening van de eigen advocaat in een strafzaak.

  • ECLI:NL:TNORSHE:2024:18 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2024/06

    Klager verwijt de door hem ingeschakelde notaris dat hij ten onrechte geen antwoord heeft willen geven op de vraag van klager of de notaris per e-mail aan de advocaat van een derde heeft medegedeeld geen medewerking aan de levering van een perceel aan klager te verlenen. De kamer is van oordeel dat de notaris de vraag van klager niet inhoudelijk onbeantwoord had mogen laten. De notaris heeft onvoldoende rekening gehouden met de belangen van klager en zijn zorgplicht onvoldoende in acht genomen. De klacht wordt gegrond verklaard, maar omdat het gedrag van de notaris onvoldoende ernstig is, wordt geen maatregel opgelegd.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:233 Hof van Discipline 's Gravenhage 230342

    Klacht tegen de advocaat van de wederpartij over de handelwijze van verweerder om klager te dwingen af zien van de restitutie van proceskosten die klagers in eerste aanleg hebben betaald aan verweerders cliënte, waarbij verweerder een niet bepleitbaar standpunt heeft ingenomen en daarbij ook nog oneigenlijke druk heeft uitgeoefend op klager. Bekrachtiging beslissing raad.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:227 Hof van Discipline 's Gravenhage 240089

    Verzet tegen afwijzing van de voorzitter om een klacht over verweerster te verwijzen naar een andere deken voor onderzoek en afhandeling. Het verzet is afgewezen omdat de voorzitter op goede gronden heeft geoordeeld dat klaagster misbruik maakt van klachtrecht. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2024:146 Raad van Discipline Amsterdam 24-503/A/A

    Voorzittersbeslissing; kennelijk ongegronde klacht over de dienstverlening van de eigen advocaat in een strafzaak.

  • ECLI:NL:TNORSHE:2024:19 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2024/08

    Klager verwijt de notaris dat hij niet onpartijdig en niet in het belang van de moeder van klager heeft gehandeld bij het uitvoeren van zijn werkzaamheden voor haar. De kamer is van oordeel dat de klachtonderdelen voor zover deze zien op het opstellen van het levenstestament van moeder en de door de notaris uitgevoerde werkzaamheden in 2023 niet ontvankelijk is. Voor zover de klacht erop ziet dat de notaris er onvoldoende voor gewaakt heeft dat moeder haar wil op onafhankelijke wijze heeft kunnen overbrengen, slaagt dit niet. Evenmin is gebleken dat de notaris moeder niet goed zou hebben ingelicht over haar testament wat betreft de verkoop van haar woning.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:234 Hof van Discipline 's Gravenhage 230393

    Klacht over eigen advocaat. Niet gebleken is dat verweerder de belangen van klaagster niet goed heeft behartigd. Het was overigens beter geweest als verweerder aan klaagster had laten weten dat de procedure bij de huurcommissie achterhaald was door het deskundigenonderzoek, maar niet zo ernstig dat sprake is van een tuchtrechtelijk verwijt. Klaagster had de opdracht al beëindigd voor het deskundigenonderzoek was beëindigd. Klacht ongegrond, bekrachtiging beslissing raad.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:228 Hof van Discipline 's Gravenhage 230355

    Klacht over eigen advocaat. Van verweerder wordt als letselschadeadvocaat verwacht dat, als een cliënt bij hem komt en stelt een onjuiste medische diagnose te hebben gekregen, hij een medische deskundige inschakelt om die inschatting te kunnen maken. Berisping. Proceskosten.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2024:147 Raad van Discipline Amsterdam 24-526/A/NH

    Voorzittersbeslissing; klacht over de advocaat wederpartij in een langslepend huurgeschil gedeeltelijk kennelijk niet-ontvankelijk op grond van het ne bis in idem beginsel en gedeeltelijk kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:235 Hof van Discipline 's Gravenhage 230343

    Klacht tegen de eigen advocaat. Volgens klager voldoet de opdrachtbevestiging van verweerder niet aan de daaraan te stellen vereisten. Ook heeft verweerder volgens klager zijn geheimhoudingplicht tegenover de verzekeraar van klagers wederpartij geschonden en heeft hij excessief gedeclareerd. Bekrachtiging beslissing raad.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:229 Hof van Discipline 's Gravenhage 240230

    Artikel 13-beklag. Klager wil in hoger beroep komen tegen het vonnis van de kantonrechter omdat hij een vergoeding wenst van de uren die hij in de procedure heeft gestoken in plaats van een forfaitaire proceskostenvergoeding. Geen redelijke kans van slagen. Deken heeft op goede gronden beslist. Beklag ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:206 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-155/AL/MN

    Klacht over voormalige eigen advocaat. Verweerder heeft tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door onvoldoende met klaagster te communiceren over het belang van de tijdige betaling van het griffierecht en het tijdig aanbrengen van de dagvaarding in hoger beroep en haar ook onvoldoende te informeren over de fatale termijnen en de gevolgen daarvan. Daarnaast is verweerder zich onvoldoende bewust geweest van zijn verplichting om belangrijke termijnen voor zijn cliënte te bewaken en om erop toe te zien dat deze termijnen niet worden overschreden, zeker nu het om fatale termijnen ging. De aard en de ernst van deze verwijten rechtvaardigen de oplegging van een maatregel. Daarbij wordt er rekening mee gehouden dat verweerder ter zitting op zijn handelen heeft gereflecteerd en dat aan verweerder niet eerder een tuchtrechtelijke maatregel is opgelegd. Berisping.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:200 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-710/AL/MN

    Verzet ongegrond

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:201 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-779/AL/MN

    Verzet ongegrond

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:188 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7020

    Voorzittersbeslissing kennelijk onbevoegd. Nu de klacht betrekking heeft op het handelen in D van een destijds ook in D wonende arts, is geen van beide criteria die bevoegdheid creëren voor een regionaal tuchtcollege van toepassing. Het regionaal tuchtcollege Amsterdam is kennelijk onbevoegd.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:202 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-047/AL/OV

    Verweerder is in een hoog-conflict echtscheiding opgetreden voor de ex-partner van klaagster. De door verweerder in een specifieke e-mail gebruikte bewoordingen en gekozen momenten van actie kunnen weliswaar door klaagster als pijnlijk zijn ervaren, maar dat alleen is onvoldoende om daaruit te concluderen dat bij verweerder structureel sprake was van een onbetamelijke wijze van communicatie of misbruik van bevoegdheden. Naar het oordeel van de raad mocht verweerder in de omstandigheden van het geval kiezen voor beslaglegging op de uitkering van klaagster. Executoriaal beslag is ook bedoeld als drukmiddel. Klaagster heeft daarin ook haar eigen keuzes gemaakt en verantwoordelijkheid gehad. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:203 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-092/AL/MN

    Raadsbeslissing. Klacht over voormalige eigen advocaat. Klaagster staat buiten de afspraak tussen haar gemachtigde en verweerster over de toegezegde terugbetaling van facturen. Het is begrijpelijk dat verweerster de uitkomst van een lopende procedure bij de Raad van State wilde afwachten voordat zij tot terugbetaling zou overgaan. Verweerster heeft haar werkzaamheden voor klaagster tijdig en zorgvuldig beëindigd. Klacht voor een deel niet ontvankelijk en voor het overige ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:198 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-458/AL/OV

    Voorzittersbeslissing. Klacht over advocaat in privé. Niet gebleken dat verweerder in de privékwestie onbetamelijk heeft gehandeld. Evenmin kan worden vastgesteld dat verweerder in de privékwestie zodanig heeft gehandeld dat dit in het licht van zijn beroepsuitoefening absoluut ongeoorloofd moet worden geacht en het vertrouwen in de advocatuur ondermijnt. Klacht is kennelijk niet ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:204 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-115/AL/NN

    Klacht over de advocaat van de wederpartij van klager. Naar het oordeel van de raad heeft verweerster de grenzen van het betamelijke in haar processtukken in het langjarige familierechtelijk geschil niet overschreden. Niet is gebleken van lasterlijke en onnodig grievende uitlatingen over klager. Verweerster heeft als eerste advocaat van haar cliënte na al die jaren te maken met de zesde advocaat van klager. Dat verweerster uit irritatie daardoor wat scherpere en ietwat sarcastische bewoordingen in haar processtukken gebruikt om het standpunt van haar cliënte kracht bij te zetten ziet de raad dan ook in die context. Klacht is ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:199 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-709/AL/MN

    Verzet ongegrond

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:205 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-136/AL/MN

    klaagster, voormalig advocaat, beklaagt zich erover dat verweerder ten onrechte weigert om twee opvolgingstoevoegingen met haar te verrekenen in een asielrechtzaak. Volgens verweerder had de cliënt niet aan klaagster maar aan hem daarvoor de opdracht gegeven. Wegens het ontbreken van een opdracht van de cliënt aan klaagster en het ontbreken van onderbouwing voor haar stelling dat feitelijk werkzaamheden door klaagster zijn verricht, kan niet worden gezegd dat de weigering van verweerder om tot verrekening van de opvolgingsvergoeding over te gaan onterecht is. De raad oordeelt de klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2024:89 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/748293 / DW RK 24/130 MK/WdJ

    Beslissing op verzet. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2024:100 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/6784

    Klacht tegen huisarts. Klager is door de huisarts verwezen naar de neuroloog in verband met rugklachten. De neuroloog heeft klager onderzocht en haar bevindingen hiervan schriftelijk aan de huisarts teruggekoppeld. Samengevat verwijt klager de huisarts dat hij de brief van de neuroloog naar zijn huisadres heeft laten sturen en hiermee zijn beroepsgeheim heeft geschonden. De voorzitter verklaart de klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2024:84 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/741275 / DW RK 23/384 MK/WdJ

    Klacht over oplopende executiekosten ongegrond.

  • ECLI:NL:TNORDHA:2024:11 Kamer voor het notariaat Den Haag 23-43

    Klager verwijt de notaris dat hij geen testament heeft opgesteld voor erflater. Het is de Kamer niet gebleken dat erflater de notaris opdracht heeft gegeven voor het opstellen van een testament. Het enkele sms-contact tussen erflater en de notaris is onvoldoende om een dergelijke opdrachtverlening aan te nemen.In beginsel is de kwaliteit en snelheid van de dienstverlening een kwestie tussen de klant en de notaris. Klager was in dit geval niet de klant en in zoverre regardeert hem de snelheid van dienstverlening niet. Evenmin is gesteld of is er een begin van aannemelijkheid dat de opdracht- of dienstverlening door de notaris opzettelijk en dusdanig is gehinderd of getraineerd dat de facto van ministerieweigering sprake was.De notaris heeft aangevoerd dat hij erflater meerdere malen telefonisch heeft gesproken en hem erop heeft gewezen dat er een bespreking diende plaats te vinden, omdat het opstellen van een testament op afstand (op basis van sms-berichten en telefoongesprekken) niet mogelijk is, helemaal omdat de notaris bekend was met de twee niet-erkende dochters. Die aanpak is, juist gelet op mogelijke gevolgen die een ondoordachte making na het overlijden kan hebben, een zorgvuldige geweest. De klacht is op alle onderdelen ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2024:85 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/738901 / DW RK 23/308 MK/WdJ

    Klacht betreft de ontruiming van het advocatenkantoor van klaagster. Uitgangspunt is dat een ontruiming op onafhankelijke wijze gebeurd. Daarbij past niet (uitzonderingen daargelaten) dat gebruik wordt gemaakt van de diensten van de opdrachtgever of van aan de opdrachtgever verbonden bedrijven, zeker niet als de opdrachtgever tevens verhuurder is van het te ontruimen pand. De keuze van de gerechtsdeurwaarder om de ontruiming in dit geval te laten uitvoeren door haar opdrachtgever, althans een aan de opdrachtgever verbonden bedrijf, getuigt van een onvoldoende onafhankelijke opstelling van de gerechtsdeurwaarder. De kamer is van oordeel dat de deurwaarder verkeerde afwegingen heeft gemaakt. Dit klachtonderdeel is daarom terecht voorgesteld. De klacht is voor het overige ongegrond. Maatregel van berisping opgelegd en veroordeling in de proceskosten.

  • ECLI:NL:TNORDHA:2024:12 Kamer voor het notariaat Den Haag 24-13

    De toegevoegd notaris heeft in strijd gehandeld met artikel 17 lid 1 van de Wet op het notarisambt (Wna) en artikel 18 lid 1, 2 en 3 van de Verordening beroeps-en gedragsregels (Vbg) door in de brief van 4 januari 2023 niet te melden wat zijn rol was in welke nalatenschap.De klachtonderdelen samen, voor zover gegrond, rechtvaardigen naar het oordeel van de Kamer een maatregel. De toegevoegd notaris heeft namelijk onvoldoende kenbaar gemaakt in welke hoedanigheid hij handelde en heeft bovendien onvoldoende rekening gehouden met de positie van klaagster als schuldeiser van de nalatenschap. Daarmee heeft hij nagelaten om te voldoen aan een van de kernwaarden van het notariaat. De Kamer acht het opleggen van de maatregel van berisping passend en geboden.

  • ECLI:NL:TGDKG:2024:86 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/735827 / DW RK 23/231 MK/WdJ

    De klacht betreft de wijze van betekenen in een bewind situatie. De gerechtsdeurwaarder heeft erkend dat de onderneming van klager ten tijde van de betekeningen reeds was opgeheven en niet in de exploten had moeten zijn opgenomen. Er bestaat voor de gerechtsdeurwaarder geen verplichting om op een kantooradres te betekenen. De gerechtsdeurwaarder heeft niet tuchtrechtelijk laakbaar gehandeld door op het privéadres van de bewindvoerder te betekenen. Klacht gedeeltelijk gegrond, geen aanleiding om een maatregel op te leggen.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2024:97 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/6838

    Klacht tegen verzekeringsarts. De verzekeringsarts heeft in opdracht van een re-integratiebedrijf een verzekeringsgeneeskundige expertise verricht. Het hiervan door haar opgestelde rapport heeft zij in concept aan klaagster voorgelegd. Klaagster was het op punten niet eens met de inhoud van het rapport en heeft de verzekeringsarts meerdere keren gevraagd het rapport ten aanzien van deze punten op basis van het correctierecht aan te passen. De verzekeringsarts heeft hier ten dele gehoor aan gegeven. Klaagster verwijt de verzekeringsarts dat zij een onzorgvuldig, ondeugdelijk rapport heeft opgesteld. Ook meent zij dat een onderbouwing van de vastgestelde belastbaarheid ontbreekt. Daarnaast heeft zij het college onder meer verzocht om vernietiging van het rapport en het oordeel dat de verzekeringsarts verantwoordelijk is voor door klaagster opgelopen schade. Het college heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Daarnaast heeft het college de door klaagster gedane verzoeken afgewezen.

  • ECLI:NL:TGDKG:2024:87 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/752864 / DW RK 24/238 MK/WdJ

    Verzet is niet binnen de wettelijke termijn van veertien dagen ingediend. Verzet is niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2024:98 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/6581

    Voorzittersbeslissing. Klacht ingediend door een klager tegen een voormalig samenwerkingspartner. Met klachtonderdeel a verwijt klager verweerder dat zij bij een zakelijke bespreking zijn pols heeft gevoeld en daarbij heeft benoemd dat hij atriumfibrilleren en bigeminie had. Daarmee zij volgens klager zijn zorg over zijn gezondheid versterkt om hem daarmee tot zakelijke concessies te bewegen. De voorzitter oordeelt dat het handelen van verweerster plaatsvond in de besloten setting van een bespreking tussen samenwerkingspartners, waarbij het doel was overeenstemming te bereiken over een bepaalde winstverdeling. Het handelen heeft onvoldoende weerslag op het belang van de individuele gezondheidszorg. Verweerster heeft geen medisch advies gegeven of behandelvoorstellen gedaan. Door klager is evenmin inzichtelijk gemaakt dat het handelen van verweerster voor klager gevolgen heeft gehad waardoor de kwaliteit van de individuele gezondheidszorg is of wordt geraakt. De door klager genoemde omstandigheid dat hij door het handelen van verweerster akkoord is gegaan met een voor hem minder gunstige winstverdeling, betreft een zakelijk belang en raakt niet de individuele gezondheidszorg. Klager werd bij dit klachtonderdeel niet-ontvankelijk verklaard omdat het handelen niet valt onder één van de tuchtnormen. Klachtonderdelen b tot en met e gaan allemaal over handelen van verweerster in een samenwerkingsverband waarin klager geen partij was. Hij had bij de uitvoering hiervan zelf slechts een financieel belang. Door klager genoemde belangen als volksgezondheid, publieke gelden en publiek vertrouwen is een algemeen belang. Het belang van klager verschilt hierin niet van enig andere privépersoon en is daarmee niet aan te merken als een rechtstreeks eigen belang. Klager kan ook niet in de overige klachtonderdelen worden ontvangen omdat klager niet kan worden aangemerkt als rechtstreeks belanghebbende.

  • ECLI:NL:TGDKG:2024:88 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/744590 / DW RK 24/9 MK/WdJ

    Beslissing op verzet over aanpassen beslagvrije voet. Verzet gegrond, klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2024:99 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/6672

    Klacht tegen apotheker. De apotheker heeft medicatie aan klager verstrekt. Het betreft onder meer tramadol, diclofenac en naproxen. Klager verwijt de apotheker dat hij hem deze medicatie langdurig heeft verstrekt zonder hem te informeren over de gevolgen van het gebruik van deze medicatie. Het college verklaart de klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2024:93 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023-5822

    Klager klaagt over een pijnbehandeling door de anesthesioloog. De anesthesioloog zou deze niet goed hebben uitgevoerd en een zenuw hebben beschadigd waardoor klager blijvende pijnklachten heeft. Ook klaagt klager over onvoldoende nazorg en gebrekkige dossiervorming. Het college kan niet vaststellen dat de anesthesioloog niet volgens de professionele standaard heeft gehandeld. Het medisch dossier en de getuigenverklaringen bieden daarvoor geen bewijs. De nazorg was voldoende. Het college acht de verslaglegging van de anesthesioloog onvoldoende. Belangrijke details over de behandeling en het verloop ontbreken. Dat heeft de mogelijkheid van klager om zijn klacht te onderbouwen en van het college, om het handelen van de anesthesioloog te toetsen, bemoeilijkt. Dit onderdeel van de klacht is gegrond. Het college legt de maatregel van waarschuwing op.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:186 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/6927

    Klacht tegen klinisch psycholoog. Klager is deels niet-ontvankelijk in zijn klacht en voor het overige is de klacht kennelijke ongegrond. Klager verblijft in het kader van een hem opgelegde TBS-maatregel in een Forensisch Psychiatrisch Centrum. Zijn klacht gaat over zijn plaatsing in die kliniek, het beveiligingsniveau en de zorgzwaarte, de behandeling en de gevoerde gesprekken met de klinisch psycholoog. Het college oordeelt dat klager niet ontvankelijk is in het klachtonderdeel dat ziet op de wet-en regelgeving. De klinisch psycholoog is hier niet bij betrokken en verantwoordelijk voor. Dit valt dan ook niet onder de eerste of tweede tuchtnorm. De overige 12 klachtonderdelen zijn kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2024:94 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023-6171 H2024-6866

    Twee samenhangende klachten over psychiater, die in brief aan Bureau Rijbewijskeuringen beroepsgeheim zou hebben geschonden en een onjuistheid vermeld. In de tweede zaak het verwijt dat de psychiater in het verweerschrift in de eerste zaak heeft gelogen. Beide klachten zijn kennelijk ongegrond.