ECLI:NL:TGDKG:2024:87 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/752864 / DW RK 24/238 MK/WdJ

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2024:87
Datum uitspraak: 28-08-2024
Datum publicatie: 29-08-2024
Zaaknummer(s): C/13/752864 / DW RK 24/238 MK/WdJ
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Verzet is niet binnen de wettelijke termijn van veertien dagen ingediend. Verzet is niet-ontvankelijk.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 28 augustus 2024 zoals bedoeld in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de beslissing van 14 mei 2024 met zaaknummer C/13/747842 DW RK 24/114 en het daartegen ingestelde verzet met zaaknummer C/13/752864 / DW RK 24/238 MK/WdJ ingesteld door:

[ ],

wonende te [ ],

klager,

tegen:

[ ],

gerechtsdeurwaarder te [ ],

beklaagde,

gemachtigde: [ ].

1. Ontstaan en verloop van de procedure

Bij klachtenformulier met bijlagen, ingekomen op 14 maart 2024, heeft klager een klacht ingediend tegen beklaagde, hierna: de gerechtsdeurwaarder. Bij verweerschrift met bijlagen, ingekomen op 15 april 2024, heeft de gerechtsdeurwaarder op de klacht gereageerd. Bij beslissing van 14 mei 2024 heeft de voorzitter de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Een afschrift van de beslissing van de voorzitter is bij brief van 16 mei 2024 aan klager toegezonden. Bij brief met bijlagen, ingekomen op

14 juni 2024, heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter. Bij e-mail van 4 juli 2024 heeft de gerechtsdeurwaarder aanvullende stukken verzonden. Bij e-mail, ingekomen op 12 juli 2024, heeft klager nadere stukken verzonden. Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 17 juli 2024 alwaar klager en de gemachtigde van de gerechtsdeurwaarder zijn verschenen. De uitspraak is bepaald op 28 augustus 2024.

2. De ontvankelijkheid van het verzet

2.1 Het verzet dient op grond van de wet te worden ingediend binnen veertien dagen na verzending van de brief met de beslissing van de voorzitter. De beslissing is verzonden op 16 mei 2024. De termijn begon daarmee te lopen op 17 mei 2024

en eindigde op 30 mei 2024. Bij e-mail van 30 mei 2024 heeft klager de kamer verzocht om uitstel voor het instellen van verzet. De kamer heeft klager een termijn van twee weken gegeven om (de gronden van) het verzet aan te leveren en aangegeven dat het verzet uiterlijk vóór 13 juni 2024 door de kamer moet zijn ontvangen. Klager heeft zijn verzet met gronden op 14 juni 2024 om 16:48 uur bij de Centrale Balie van de rechtbank afgegeven, dus buiten de gegeven termijn van veertien dagen. Bij e-mail van 15 juni 2024 heeft klager excuses gemaakt voor het later inleveren van zijn verzet. De door klager ter zitting aangevoerde omstandigheden zijn geen omstandigheden die de termijnoverschrijding verschoonbaar maken. Klager kan daarom niet in zijn verzet worden ontvangen.

2.2 Wel wijst de kamer op de toonzetting in het verweerschrift. Ter zitting is dit met de gemachtigde van de gerechtsdeurwaarder besproken. Die gaf aan bij herlezing de toonzetting als “scherp” te betitelen. Wat de kamer betreft dekt dit de lading onvoldoende. De gekozen bewoording getuigt niet van voldoende professionele distantie en overschrijdt op onderdelen de grens van het toelaatbare. Dat moet in het vervolg anders. Deze constatering heeft geen gevolg voor de beslissing op van het ingestelde verzet.

2.3 Het voorgaande leidt tot de navolgende beslissing.

BESLISSING:

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

  • verklaart het verzet niet-ontvankelijk.

Aldus gegeven door mr. M.L.S. Kalff, plaatsvervangend-voorzitter, mr. J.H.J. Evers en mr. J.M. Wisseborn, leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van

28 augustus 2024, in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing staat op grond van het bepaalde in artikel 39, lid 4 van de Gerechtsdeurwaarderswet geen rechtsmiddel open.