Zoekresultaten 13251-13300 van de 14115 resultaten
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2011:YG0837 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 125/2010
- Datum publicatie: 13-01-2011
- Datum uitspraak: 13-01-2011
- ECLI:NL:TGZRZWO:2011:YG0837
Klacht tegen specialist oudserengeneeskunde. Verwijt van buren dat verweerster ten onrechte heeft meegewerkt aan opname van hun hoogbejaarde buurvrouw in een verpleeghuis. Klagers zijn niet te beschouwen als rechtstreeks belanghebbende in de zin van artikel 65, eerste lid onder a van de wet BIG. In beginsel is de patiënt zelf rechtstreeks belanghebbende of, onder omstandigheden, diens naaste betrekkingen. De ondertekening door patiënte van een aanvulling op het klaagschrift betekent in het algemeen dat de patiënt instemt met de klacht. In dit geval is dat echter anders. Verweerster heeft desgevraagd verklaringen overgelegd van een BOPZ-arts/specialist ouderengeneeskunde en een psycholoog, waarin deze aangeven dat patiënte niet wilsbekwaam is en dat ze zich niet verzet tegen c.q. tevreden is met haar verblijf in het verpleeghuis. Onder die omstandigheden kan aan de handtekening van patiënte niet de betekenis worden toegekend dat zij ermee instemt dat klagers deze procedure voor haar voeren. Niet-ontvankelijk.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2011:YG0832 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2009 T 240
- Datum publicatie: 12-01-2011
- Datum uitspraak: 11-01-2011
- ECLI:NL:TGZRSGR:2011:YG0832
Klaagster verwijt de arts dat hij patiënt niet serieus heeft genomen en de verkeerde diagnose heeft gesteld, waardoor patiënt onnodig heeft geleden, bijna is overleden gegaan en in een ellendige conditie verkeert. Het College oordeelt dat de klacht gegrond is en legt de maatregel van waarschuwing op.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2011:YG0833 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2010-052
- Datum publicatie: 12-01-2011
- Datum uitspraak: 11-01-2011
- ECLI:NL:TGZRSGR:2011:YG0833
Klager verwijt de huisarts dat hij een misleidende medische verklaring heeft opgesteld, waarbij geen relevante medische informatie van feitelijke aard is verstrekt, maar subjectieve, insinuerende oordelen en conclusies zijn gegeven, hetgeen ernstige persoonlijke gevolgen voor klager heeft gehad. Het College oordeelt dat de klacht gegrond is en legt de maatregel van berisping op.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2011:YG0834 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2009 T 117a
- Datum publicatie: 12-01-2011
- Datum uitspraak: 11-01-2011
- ECLI:NL:TGZRSGR:2011:YG0834
Klaagster verwijt de gynaecoloog dat de coördinatie door één gynaecoloog heeft ontbroken, dat er te veel verschillende zorgverleners betrokken waren en patiënte de OK is ingestuurd zonder sluitende controle op de werking van de verdoving, terwijl de gebruikelijke nacontrole door de arts niet heeft plaatsgevonden. Het College wijst de klacht in zijn geheel af.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2011:YG0835 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2009 T 114b
- Datum publicatie: 12-01-2011
- Datum uitspraak: 11-01-2011
- ECLI:NL:TGZRSGR:2011:YG0835
Klaagster verwijt de huisarts dat een belangrijk medisch onderzoek pas in de laatste week vóór de bevalling werd opgedragen en met de weinig urgentie door de arts is behandeld, waardoor de uitslag pas twee dagen na de bevalling bekend werd en voorts dat de praktijk van de arts op twee genoemde dagen onvoldoende bereikbaar was en vertraging is opgetreden in de afspraak van patiënte met de arts. Het College heeft de klacht in beide onderdelen als ongegrond afgewezen .
-
ECLI:NL:TGZREIN:2011:YG0830 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1022a
- Datum publicatie: 12-01-2011
- Datum uitspraak: 12-01-2011
- ECLI:NL:TGZREIN:2011:YG0830
Klager verwijt verweerder onverantwoord handelen en dat pas in januari 2009 is onderkend dat op 17 november 2008 sprake is geweest van een herseninfarct. Het college stelt voorop dat verweerder gebonden is aan de binnen de PI geldende voorschriften en klager bekend was met een uitgebreide psychiatrische voorgeschiedenis en langdurig polydrugsgebruik. Verweerder had beter zelf lichamelijk onderzoek kunnen verrichten. Door de conclusies van verschillende specialisten is verweerder geruime tijd op het verkeerde been blijven staan. Dit kan hem, gelet op de door hem verleende zorg en het feit dat een herseninfarct bij een 21-jarige jongeman niet aanstonds voor de hand ligt, tuchtrechtelijk niet verweten worden. Ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZREIN:2011:YG0831 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1037
- Datum publicatie: 12-01-2011
- Datum uitspraak: 12-01-2011
- ECLI:NL:TGZREIN:2011:YG0831
Klaagster verwijt verweerder dat hij heeft gefaald bij de postoperatieve zorg na een liposuctie aan haar bovenbenen en een wonderlijk wisselend antibiotica beleid. Dit heeft geleid tot een levensbedreigende situatie. In het ziekenhuis was klaagster in shock; vermoedelijke diagnose fasciitis necroticans. Het college is van oordeel dat verweerder klaagster op basis van de door haar aangegeven klachten had moeten zien en niet had mogen volstaan met de aanname van een ontsteking en het voorschrijven van Ciprofloxacine. Onbegrijpelijk dat verweerder klaagster op de dertiende dag na de operatie, wanneer zij in ernstige toestand op de kliniek komt, niet heeft doorverwezen naar het ziekenhuis. Het gevoerde antibioticabeleid is in strijd met de richtlijnen. Ciprofloxacine had i.c. niet telefonisch voorgeschreven mogen worden. Ernstig verwijtbaar. Gegrond. Berisping en publicatie.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2011:YG0827 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2009/379
- Datum publicatie: 11-01-2011
- Datum uitspraak: 11-01-2011
- ECLI:NL:TGZRAMS:2011:YG0827
De klacht betrof de behandeling van klagers moeder: verder patiënte te noemen. Klager verweet de neuroloog in het bijzonder dat hij patiënte tijdens haar bezoek aan de afdeling SEH naar huis heeft gestuurd zonder haar te hebben gezien en te hebben onderzocht. Bij patiënte is later bij beeldvormend onderzoek een infarct vastgesteld. De neuroloog heeft de klacht gemotiveerd betwist. Het college heeft de klacht afgewezen en oordeelde het door verweerder ten aanzien van patiënte gevoerde beleid aanvaardbaar. Er waren onvoldoende aanwijzingen dat patiënte al symptomen had die wezen in de richting van een beroerte.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2011:YG0828 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2009/326
- Datum publicatie: 11-01-2011
- Datum uitspraak: 11-01-2011
- ECLI:NL:TGZRAMS:2011:YG0828
Klaagster verwijt de gynaecoloog onder andere dat hij gedurende lange tijd een seksuele relatie met haar heeft gehad terwijl zij bij hem in behandeling was. De gynaecoloog heeft dit klachtonderdeel erkend. Het college heeft de doorhaling van de inschrijving van gynaecoloog in het BIG-register bevolen en bij wijze van voorlopige voorziening de inschrijving per direct geschorst.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2011:YG0829 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2009/226
- Datum publicatie: 11-01-2011
- Datum uitspraak: 11-01-2011
- ECLI:NL:TGZRAMS:2011:YG0829
09/226: Klaagster verwijt de gynaecoloog –zakelijk weergegeven- dat hij tijdens de bevalling is tekortgeschoten in de zorg die klaagster van hem mocht verwachten. Klaagsters dochtertje is na de geboorte overleden. De gynaecoloog heeft de klacht gemotiveerd betwist. Tijdens de procedure heeft klaagster de tegen de gynaecoloog gerichte klacht ingetrokken. Het college heeft om redenen aan het algemeen belang ontleend beslist de klacht verder ter zitting te behandelen. De klacht is afgewezen. De gynaecoloog heeft de bevalling geleid binnen de geldende beroepsnormen. De oorzaak van het overlijden van het dochtertje van klaagster is een zeldzame en ernstige complicatie die bij iedere bevalling die met weeën gepaard gaat kan optreden, aldus het college.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2011:YG0825 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 077/2010
- Datum publicatie: 10-01-2011
- Datum uitspraak: 10-01-2011
- ECLI:NL:TGZRZWO:2011:YG0825
De essentie:Klacht tegen huisarts betreffende onvoldoende/onjuiste zorg en onheuse bejegening. Klaagster weigert toestemming afgifte medisch dossier. Verweten gedragingenen niet vastgesteld. Klacht afgewezen.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2011:YG0826 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 074/2010
- Datum publicatie: 10-01-2011
- Datum uitspraak: 10-01-2011
- ECLI:NL:TGZRZWO:2011:YG0826
Klacht tegen MDL-arts. Verschil van mening tussen moeder en weduwe van een overleden patiënt over de vraag of diens veronderstelde wil erop gericht was een tuchtklacht in te dienen. Het college kiest voor de weduwe omdat deze in het algemeen geacht wordt een patiënt meer na te staan dan een andere naaste verwant. Klaagster niet-ontvankelijk.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG0816 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009.257
- Datum publicatie: 07-01-2011
- Datum uitspraak: 06-01-2011
- ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG0816
Klacht tegen huisarts en diens praktijkgenoot, tevens waarnemer. Klager verwijt de arts dat hij onvoldoende onderzoek heeft verricht en dientengevolge de diagnose van de ernstige ziekte van klager gedurende langere tijd heeft gemist. Klager verwijt de waarnemend arts dat hij niet adequaat op zijn klachten heeft gereageerd en dat hij klager onheus heeft bejegend. Klachten zijn afgewezen door het Regionaal Tuchtcollege. Beroep tegen dit oordeel is in beide zaken verworpen door het Centraal Tuchtcollege.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG0818 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009.296
- Datum publicatie: 07-01-2011
- Datum uitspraak: 06-01-2011
- ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG0818
Klager is vanuit Frankrijk met spoed overgebracht naar een ziekenhuis in Nederland op verdenking van endocarditis met decompensatio cordis. Tijdens zijn ziekenhuisopname is klager vier maal geopereerd. Na het ontslag uit het ziekenhuis zijn ernstige lichamelijke klachten ontstaan. Klager is thans rolstoelgebonden, gebruikt zuurstof en zijn darmen zijn ernstig uitgestulpt. Volgens klager zijn de klachten het gevolg van de operaties die de arts heeft uitgevoerd. Klager maakt de arts de volgende verwijten: tijdens de operatie zijn wond- en borstbeeninfecties ontstaan, bij de tweede of derde operatie is een stuk van het borstbeen afgebroken en versplinterd, bij de vierde operatie is het buikvlies geopend hetgeen ertoe heeft geleid dat klagers darmen naar buiten kwamen, ten onrechte is het staaldraad dat het borstbeen bij elkaar hield verwijderd, de arts heeft geen toestemming gevraagd voor de vierde operatie en klager vooraf niet gewezen op de gevolgen van de operatie en door de langdurige beademing is longemfyseem ontstaan waarvoor klager niet naar een longarts is verwezen. Het RTG heeft de klacht als ongegrond afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerkt het beroep van klager.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG0812 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009.147
- Datum publicatie: 07-01-2011
- Datum uitspraak: 06-01-2011
- ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG0812
Klagers zijn de echtgenote en broer van een patiënt die is geopereerd aan een tumor aan de vena cava superior en de rechter longkwab. Door het afglijden van een partiële klem is patiënt uiteindelijk door hersenschade overleden. Klagers verwijten de cardio-thoracaal chirurg dat hij 1. voorafgaand aan het afklemmen geen heparine heeft toegediend, 2.onvoldoende vocht heeft aangeboden via infusen in het been, 3. heeft afgezien van het direct vervangen van de vena cava superior bij de eerste operatie, 4. bij de volledige afklemming geen drukregistratie in de halsslagaders heeft plaatsgevonden en 5. dat de arts onvoldoende ervaring met deze operatie had en patiënt niet zelf voorafgaand aan de operatie heeft gesproken. Het RTG te Amsterdam acht alleen het verwijt 5 gegrond, legt de maatregel van waarschuwing op en gelast de publicatie. Het Centraal Tuchtcollege houdt in de tussenbeslissing de zaak aan, benoemt twee deskundigen en legt aan hen een aantal vragen voor.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG0819 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009.297
- Datum publicatie: 07-01-2011
- Datum uitspraak: 06-01-2011
- ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG0819
Klager is vanuit Frankrijk met spoed overgebracht naar een ziekenhuis in Nederland op verdenking van endocarditis met decompensatio cordis. Tijdens zijn ziekenhuisopname is klager vier maal geopereerd. Na het ontslag uit het ziekenhuis zijn ernstige lichamelijke klachten ontstaan. Klager is thans rolstoelgebonden, gebruikt zuurstof en zijn darmen zijn ernstig uitgestulpt. Volgens klager zijn de klachten het gevolg van de operaties die de cardio-thoracaal chirurg heeft uitgevoerd. Klager maakt de arts de volgende verwijten: tijdens de operatie zijn wond- en borstbeeninfecties ontstaan, bij de tweede of derde operatie is een stuk van het borstbeen afgebroken en versplinterd, bij de vierde operatie is het buikvlies geopend hetgeen ertoe heeft geleid dat klagers darmen naar buiten kwamen, ten onrechte is het staaldraad dat het borstbeen bij elkaar hield verwijderd, de arts heeft geen toestemming gevraagd voor de vierde operatie en klager vooraf niet gewezen op de gevolgen van de operatie en door de langdurige beademing is longemfyseem ontstaan waarvoor klager niet naar een longarts is verwezen. Het RTG heeft de klacht als ongegrond afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerkt het beroep van klager.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG0813 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009.154
- Datum publicatie: 07-01-2011
- Datum uitspraak: 06-01-2011
- ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG0813
-
ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG0820 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2010.018
- Datum publicatie: 07-01-2011
- Datum uitspraak: 06-01-2011
- ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG0820
De arts is een gepensioneerd huisarts en incidenteel werkzaam als medisch adviseur. De arts heeft op verzoek van een advocaat op basis van een door de advocaat aangeleverd dossier in een brief zijn visie gegeven op de geestelijk gesteldheid van klaagster. Deze visie is ingebracht in een gerechtelijke procedure. Klaagster verwijt de arts dat hij zonder haar ooit gezien of gesproken te hebben een brief aan de advocaat heeft geschreven waarin hij klaagster heeft getypeerd als een vrouw met psychiatrische problematiek, die dringend psychiatrische hulp nodig heeft; voorts een diagnose stelt, te weten persoonlijkheidsstoornissen (cluster B) met borderline, theatrale, paranoïde en antisociale kenmerken. Het RTG oordeelt de klacht gegrond en legt een berisping op. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van de arts en gelast de publicatie van de beslissing.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG0814 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009.186
- Datum publicatie: 07-01-2011
- Datum uitspraak: 06-01-2011
- ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG0814
De arts, destijds in opleiding tot revalidatiearts, heeft klaagster behandeld op de afdeling revalidatiegeneeskunde in het Erasmus MC in verband met pijnklachten in haar hand. Op de afdeling revalidatiegeneeskunde is gekozen voor een tweesporenbeleid waarbij enerzijds medisch onderzoek zou worden verricht en daarnaast de psychiatrische problematiek zou worden opgepakt. Klaagster verwijt de arts dat teveel werd gedacht aan een psychische oorzaak voor de klachten, zodat een lichamelijke oorzaak op de achtergrond raakte. Meer in het bijzonder wordt de arts verweten dat hij ten onrechte de medicatie heeft stopgezet. Het RTG heeft de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG0821 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2010.035
- Datum publicatie: 07-01-2011
- Datum uitspraak: 06-01-2011
- ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG0821
Klacht tegen een door de gemeente ingeschakelde adviserend arts voor de Wet Werk en Bijstand. Klager verwijt de arts dat hij een onjuist, althans onzorgvuldig rapport heeft opgesteld, omdat in het rapport ten onrechte bij reactie van betrokkene ‘akkoord’ is vermeld, omdat de geboortedatum van klager onjuist is vermeld en omdat zonder lichamelijk en medisch dossieronderzoek een FML is ingevuld. Klacht is afgewezen door het Regionaal Tuchtcollege. Beroep tegen dit oordeel is verworpen door het Centraal Tuchtcollege.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG0815 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009.220
- Datum publicatie: 07-01-2011
- Datum uitspraak: 06-01-2011
- ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG0815
-
ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG0822 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2010.036
- Datum publicatie: 07-01-2011
- Datum uitspraak: 06-01-2011
- ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG0822
In het kader van een traject herijking uitkeringsgerechtigden met vrijstelling van sollicitatieverplichtingen heeft de Intergemeentelijke Sociale Dienst de arts gevraagd advies uit te brengen over de mogelijkheden en beperkingen van klager ten aanzien van het verrichten van arbeid. De arts heeft beperkingen aanwezig geacht maar heeft klager met nachtneming van de beperkingen in staat geacht te werken gedurende acht uur per dag en veertig uur per week. Klager verwijt de arts dat hij een onjuist, althans onzorgvuldig rapport heeft opgesteld, omdat de arts hem in staat heeft geacht acht uur per dag te werken zonder kennis te hebben genomen van zijn ziektegeschiedenis, zonder lichamelijk onderzoek en zonder hem de gelegenheid te geven zijn klachten toe te lichten. De arts heeft de FML ingevuld zonder klager daarin te kennen. Klacht is afgewezen door het Regionaal Tuchtcollege. Beroep tegen dit oordeel is verworpen door het Centraal Tuchtcollege.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG0823 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2010.080
- Datum publicatie: 07-01-2011
- Datum uitspraak: 06-01-2011
- ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG0823
Klacht tegen huisarts en diens praktijkgenoot, tevens waarnemer. Klager verwijt de arts dat hij onvoldoende onderzoek heeft verricht en dientengevolge de diagnose van de ernstige ziekte van klager gedurende langere tijd heeft gemist. Klager verwijt de waarnemend arts dat hij niet adequaat op zijn klachten heeft gereageerd en dat hij klager onheus heeft bejegend. Klachten zijn afgewezen door het Regionaal Tuchtcollege. Beroep tegen dit oordeel is in beide zaken verworpen door het Centraal Tuchtcollege.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG0811 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2010.096
- Datum publicatie: 07-01-2011
- Datum uitspraak: 06-01-2011
- ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG0811
Klacht tegen huisarts en diens praktijkgenoot, tevens echtgenote. Klager verwijt de beide huisartsen dat zij de klachten van klager met betrekking tot hepatitis c niet serieus hebben genomen, waardoor hij nu gehandicapt is. Hem is niet verteld dat hepatitis c besmettelijk is. Tevens is onzorgvuldig omgegaan met een gevraagde gehandicaptenverklaring voor de verzekeraar en voor de IND. Klacht is afgewezen door het Regionaal Tuchtcollege. Beroep tegen dit oordeel is verworpen door het Centraal Tuchtcollege.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG0824 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2010.095
- Datum publicatie: 07-01-2011
- Datum uitspraak: 06-01-2011
- ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG0824
Klacht tegen huisarts en diens praktijkgenoot, tevens echtgenote. Klager verwijt de beide huisartsen dat zij de klachten van klager met betrekking tot hepatitis c niet serieus hebben genomen, waardoor hij nu gehandicapt is. Hem is niet verteld dat hepatitis c besmettelijk is. Tevens is onzorgvuldig omgegaan met een gevraagde gehandicaptenverklaring voor de verzekeraar en voor de IND. Klacht is afgewezen door het Regionaal Tuchtcollege. Beroep tegen dit oordeel is verworpen door het Centraal Tuchtcollege.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG0817 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009.295
- Datum publicatie: 07-01-2011
- Datum uitspraak: 06-01-2011
- ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG0817
Klager is vanuit Frankrijk met spoed overgebracht naar een ziekenhuis in Nederland op verdenking van endocarditis met decompensatio cordis. Tijdens zijn ziekenhuisopname is klager vier maal geopereerd. Na het ontslag uit het ziekenhuis zijn ernstige lichamelijke klachten ontstaan. Klager is thans rolstoelgebonden, gebruikt zuurstof en zijn darmen zijn ernstig uitgestulpt. Volgens klager zijn de klachten het gevolg van de operaties die de thorax chirurg heeft uitgevoerd. Klager maakt de arts de volgende verwijten: tijdens de operatie zijn wond- en borstbeeninfecties ontstaan, bij de tweede of derde operatie is een stuk van het borstbeen afgebroken en versplinterd, bij de vierde operatie is het buikvlies geopend hetgeen ertoe heeft geleid dat klagers darmen naar buiten kwamen, ten onrechte is het staaldraad dat het borstbeen bij elkaar hield verwijderd, de arts heeft geen toestemming gevraagd voor de vierde operatie en klager vooraf niet gewezen op de gevolgen van de operatie en door de langdurige beademing is longemfyseem ontstaan waarvoor klager niet naar een longarts is verwezen. Het RTG heeft de klacht als ongegrond afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerkt het beroep van klager.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2011:YG0806 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 063/2009
- Datum publicatie: 06-01-2011
- Datum uitspraak: 06-01-2011
- ECLI:NL:TGZRZWO:2011:YG0806
Klacht tegen arts in (eerste jaar van) opleiding tot psychiater. Patiënte onwikkelt een maligne hyperthermie als reactie op de medicatie. Snelle opbouw lamotrigine, in afwijking van de geldende richtlijn, onvoldoende onderbouwd en onvoldoende besproken met patiënte. Evenwel verantwoordelijkheid supervisor die onvoldoende invulling heeft gegeven aan die rol. Wel sprake van onvoldoende dossiervoering door verweerster wat betreft afspraken over medicatieopbouw, het ontwikkelen van koorts door patiënte en het informed consent. In verband met onvoldoende supervisering op dit onderdeel gegrond zonder maatregel.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2011:YG0800 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 283/2009
- Datum publicatie: 06-01-2011
- Datum uitspraak: 06-01-2011
- ECLI:NL:TGZRZWO:2011:YG0800
Verweerder, niet ingeschreven als bedrijfs- of verzekeringsarts werkt bij een Arbodienst en functioneert feitelijk wel als bedrijfsarts door ziekmeldingen van werknemers te beoordelen. Verweerder schendt zijn beroepsgeheim door zonder (voorafgaande) schriftelijk toestemming van klager schriftelijk medische informatie aan haar werkgever toe te verstrekken. Verweerder heeft werknemer tijdens zijn spreekuur zodanig ‘ziek’ beoordeeld dat hij haar terstond naar een PAAZ afdeling heeft verwezen. Toen zij daar niet werd toegelaten omdat de verwijzing niet via de huisarts was verlopen heeft verweerder haar korte tijd alter, zonder nader onderzoek of een nieuw consult volledig arbeidsgeschikt beoordeeld. Verweerder had dat niet mogen doen, beslissing onzorgvuldig genomen. Bovendien heeft verweerder nagelaten in deze lastige casus een geregistreerd bedrijfsarts te consulteren. Maatregel: berisping.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2011:YG0807 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 064/2009
- Datum publicatie: 06-01-2011
- Datum uitspraak: 06-01-2011
- ECLI:NL:TGZRZWO:2011:YG0807
Klacht tegen arts in opleiding tot psychiater. Patiënte onwikkelt een maligne hyperthermie als reactie op de medicatie. Het college is van oordeel dat verweerster geen tuchtrechtelijk verwijt treft. Zij heeft patiënte meteen aan het begin van haar dienst gezien en onderzocht. Gelet op haar bevindingen hoefde zij op dat moment geen aanleiding te zien patiënte in te sturen. Toen verweerster later telefonisch door kreeg dat de temperatuur was gestegen tot 40,9° is zij meteen zelf naar patiënte toegegaan. Zij heeft klager, die in haar ogen in paniek was, op dat moment willen geruststellen door te zeggen dat er geen levensbedreigende situatie was en dat zij ging overleggen. Zij heeft vervolgens overleg gehad met de somatische achterwacht en met het ziekenhuis waarna de ambulance is gebeld. Het college is van oordeel dat deze handelwijze zorgvuldig is geweest. Met verweerster is het college van oordeel dat het te betreuren valt dat bij klager de indruk is ontstaan dat hij heeft moeten aandringen om patiënte in te sturen. De woorden van verweerster zijn kennelijk door klager op een bepaalde manier geïnterpreteerd maar hiervan kan verweerster geen tuchtrechtelijk verwijt worden gemaakt. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2011:YG0801 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 316/2009
- Datum publicatie: 06-01-2011
- Datum uitspraak: 06-01-2011
- ECLI:NL:TGZRZWO:2011:YG0801
Klacht tegen arts niet in opleiding (ANIOS) tot chirurg. Klager is tijdens motorcross op zijn rug gevallen. Verweerster heeft hierbij de diagnose wervel-/ribfracturen gemist. Klacht afgewezen.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2011:YG0808 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 065/2009
- Datum publicatie: 06-01-2011
- Datum uitspraak: 06-01-2011
- ECLI:NL:TGZRZWO:2011:YG0808
Klacht tegen internist. Psychiatrisch patiënte onwikkelt een maligne hyperthermie als reactie op de medicatie.Het college is van oordeel dat niet gebleken is dat verweerster de ernst van de situatie niet goed heeft ingeschat. Zij heeft patiënte zelf onderzocht en kon op basis van de uitkomsten van dit onderzoek tot de conclusie komen dat er op dat moment geen aanleiding was om patiënte in te sturen. Zij heeft zorgvuldig gehandeld door de toediening van lamotrigine stop te zetten en een beleid op te stellen als handvat voor verpleegkundigen en artsen. Ten slotte is er onvoldoende grond om het uitgangspunt van klager te kunnen aanvaarden dat verweerster heeft geweten van de versnelde medicatieopbouw en dit in de doofpot heeft willen stoppen. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2011:YG0802 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 317/2009
- Datum publicatie: 06-01-2011
- Datum uitspraak: 06-01-2011
- ECLI:NL:TGZRZWO:2011:YG0802
Klacht tegen chirurg. Klager is tijdens motorcross op zijn rug gevallen. Verweerder had dienst als achterwacht van een assistent niet in opleiding (ANIOS) tot chirurg en hij heeft de diagnose wervel-/ribfracturen gemist. Klacht afgewezen.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2011:YG0809 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 066/2009
- Datum publicatie: 06-01-2011
- Datum uitspraak: 06-01-2011
- ECLI:NL:TGZRZWO:2011:YG0809
Klacht tegen psychiater. Patiënte onwikkelt een maligne hyperthermie als reactie op de medicatie. Verweerder heeft de functie van geneesheer-directeur ingevolge de Wet BOPZ. In die functie bevindt hij zich niet in de lijn van hiërarchisch leidinggevenden van de psychiaters en de assistenten in opleiding, eindigend bij de Raad van Bestuur. Hij heeft na kennis te hebben genomen van het ongenoegen van patiënte en klager een gesprek gevoerd met klager en een kennis van het echtpaar. Klager niet-ontvankelijk.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2011:YG0810 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 062/2009
- Datum publicatie: 06-01-2011
- Datum uitspraak: 06-01-2011
- ECLI:NL:TGZRZWO:2011:YG0810
Klacht tegen psychiater. Patiënte onwikkelt een maligne hyperthermie als reactie op de medicatie. Snelle opbouw lamotrigine, in afwijking van de geldende richtlijn, onvoldoende onderbouwd en onvoldoende besproken met patiënte. Voorts onvoldoende invulling gegeven aan de rol van supervisor. Het later aanbrengen van toevoegingen in de decursus op naam van de arts-assistent is onacceptabel en laakbaar. Berisping.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2011:YG0798 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 079/2009
- Datum publicatie: 06-01-2011
- Datum uitspraak: 06-01-2011
- ECLI:NL:TGZRZWO:2011:YG0798
Verweerder is de derde tandarts op rij van klaagster. Klaagster is bijna drie jaar patiënte geweest van verweerder. Er is sprake van onvoldoende tandheelkundige zorg, omdat verweerder heeft nagelaten solofoto's te maken alvorens kronen te plaatsen. Voorts heeft verweerder voor het wit maken van klaagsters voortanden een onjuiste materiaalkeuze gemaakt, omdat de toegepaste flowable composiet een onderlaag composiet is. De bejegeningklacht slaagt niet, wel had verweerder de klachten van klaagster met haar moeten bespreken voordat hij haar naar een klachtencommissie verwees. Het college heeft verweerder de maatregel van waarschuwing opgelegd.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2011:YG0799 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 080/2009
- Datum publicatie: 06-01-2011
- Datum uitspraak: 06-01-2011
- ECLI:NL:TGZRZWO:2011:YG0799
Verweerder is de vierde tandarts op rij van klaagster. Klaagster is circa acht maanden patiënte geweest van verweerder. De behandelkaart van verweerder biedt volstrekt onvoldoende inzicht in de behandeling van klaagster. Verweerder heeft, ondanks de forse klachten van klaagster, geen behandelplan opgesteld. Klaagsters pijnklachten zijn onvoldoende onderzocht en na verwijzing naar de kaakchirurg te lijdzaam gevolgd. Verweerder was direct actief in het zonder medische noodzaak, onomkeerbaar afslijpen van de zes gave voortanden van klaagster om daarop kronen te plaatsen die niet haar voorkeur hadden. Daarbij heeft Verweerder ten onrechte niet de mogelijkheid besproken om de aanwezige flowable composiet te vervangen door gewone composietlaagjes. Verder waren de kronen in verhouding iets te breed en zichtbaar zeker 2 mm te lang. Verweerder heeft klaagster aldus niet de vereiste tandheelkundige zorg gegeven. Het college heeft verweerder berispt.
-
ECLI:NL:TGZREIN:2011:YG0795 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1058
- Datum publicatie: 05-01-2011
- Datum uitspraak: 05-01-2011
- ECLI:NL:TGZREIN:2011:YG0795
Klager verwijt verweerder, chirurg, dat deze een operatie bij hem heeft uitgevoerd, terwijl tevoren was overeengekomen dat zijn collega die zou uitvoeren. Het college stelt vast dat verweerder inderdaad met klager had afgesproken dat hij de laparoscopische operatie zou uitvoeren. Maar omdat bij aanvang van de operatie niet op onjuiste gronden besloten is een laparotomie te verrichten, oordeelt het college dat het niet verwijtbaar is dat verweerder de laparotomie heeft uitgevoerd. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZREIN:2011:YG0796 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1004a
- Datum publicatie: 05-01-2011
- Datum uitspraak: 05-01-2011
- ECLI:NL:TGZREIN:2011:YG0796
De klacht luidt dat verweerder, chirurg, onzorgvuldig is geweest ten aanzien van de behandeling van patiënte, klaagsters moeder, die met een appendicitis werd opgenomen en niet lang daarna aan de gevolgen daarvan is overleden. Verweerder was bij patiënte betrokken als zaalarts. Het college is van oordeel dat verweerder geen tuchtrechtelijk verwijt gemaakt kan worden. Klacht afgewezen.
-
ECLI:NL:TGZREIN:2011:YG0797 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1004d
- Datum publicatie: 05-01-2011
- Datum uitspraak: 05-01-2011
- ECLI:NL:TGZREIN:2011:YG0797
De klacht luidt dat verweerder, chirurg, onzorgvuldig is geweest ten aanzien van de behandeling van patiënte, klaagsters moeder, die met een appendicitis werd opgenomen en niet lang daarna aan de gevolgen daarvan is overleden. In het bijzonder wordt hem verweten dat zijn beslissing om patiënte te ontslaan, onzorgvuldig was en dat hij is tekortgeschoten in de communicatie. Verweerder was bij patiënte betrokken als zaalarts. Het college is van oordeel dat verweerder geen tuchtrechtelijk verwijt gemaakt kan worden. Klacht afgewezen.
-
ECLI:NL:TGZREIN:2011:YG0794 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1017
- Datum publicatie: 04-01-2011
- Datum uitspraak: 04-01-2011
- ECLI:NL:TGZREIN:2011:YG0794
Klaagster verwijt verweerder, huisarts, onzorgvuldig handelen bij de diagnose, waardoor sprake is geweest van onnodig lijden, alsmede een ongeïnteresseerde en laconieke houding. Verweerder heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het college acht de diagnose begrijpelijk. Verweerder heeft de patiënte vervolgens nauwlettend gevolgd en haar direct laten opnemen zodra daartoe aanleiding was en de patiënte daarom vroeg. De klacht is ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2011:YG0803 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2009/405
- Datum publicatie: 04-01-2011
- Datum uitspraak: 04-01-2011
- ECLI:NL:TGZRAMS:2011:YG0803
Klager verweet de sportarts dat zij een verkeerde diagnose had gesteld, waardoor klager een verkeerde behandeling is geadviseerd en hij onnodig pijn had geleden en een groot risico op permanent letsel had gelopen. De klacht heeft voorts betrekking op de wijze van afhandeling van klagers brief aan de klachtencommissie. De arts heeft de klacht gemotiveerd betwist. Het college achtte het eerste klachtonderdeel gegrond. De toename van de pijnklachten bij klager en de omstandigheid dat Paracetamol, Ibuprofen of Tramadol geen verlichting van de pijn gaven hadden voor de sportarts voldoende aanwijzingen moeten zijn dat een radiculaire oorzaak van de pijn niet afdoende was uitgesloten. Met betrekking tot het tweede klachtonderdeel oordeelde het college klager niet-ontvankelijk in zijn klacht. Het college heeft de sportarts de maatregel van een waarschuwing opgelegd.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2011:YG0804 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2010/024
- Datum publicatie: 04-01-2011
- Datum uitspraak: 04-01-2011
- ECLI:NL:TGZRAMS:2011:YG0804
De klacht betreft de behandeling van klagers zoon, verder patiënt te noemen. Klager verwijt de arts dat zij nalatig is geweest in het onderzoek naar de klachten van de patiënt en niet tijdig de diagnose longcarcinoom heeft gesteld. De arts heeft de klacht gemotiveerd betwist. De klacht is afgewezen omdat het college van oordeel is dat er voor verweerster aanleiding bestond om meer aanvullend onderzoek te (laten) verrichten dan zij heeft gedaan.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2011:YG0805 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2009/333
- Datum publicatie: 04-01-2011
- Datum uitspraak: 04-01-2011
- ECLI:NL:TGZRAMS:2011:YG0805
Klager verweet de internist dat hij als behandelend arts van klagers ex-echtgenote een schriftelijke verklaring heeft afgegeven, waardoor klager in een juridische procedure nadeel heeft ondervonden. De internist heeft de klacht gemotiveerd betwist. Het college achtte de klacht gegrond en oordeelde dat de internist als behandelend arts van klagers ex-echtgenote met zijn brief had gehandeld in strijd met de richtlijnen van de KNMG inzake het omgaan met medische gegevens. Het college heeft de internist de maatregel van een waarschuwing opgelegd.
-
ECLI:NL:TGZREIN:2011:YG0793 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1019
- Datum publicatie: 04-01-2011
- Datum uitspraak: 04-01-2011
- ECLI:NL:TGZREIN:2011:YG0793
Klaagster verwijt verweerster, huisarts, onder meer dat zij haar beroepsgeheim heeft geschonden en dat zij de opinie van specialisten naast zich heeft neergelegd. Verweerster heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het college acht het niet aannemelijk dat de ex-echtgenoot van klaagster informatie over haar heeft ontvangen. Bij het beantwoorden van vragen van de Raad voor de Kinderbescherming was verweerster niet gehouden andere hulpverleners te raadplegen. De klacht is ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0792 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2009 T 204
- Datum publicatie: 30-12-2010
- Datum uitspraak: 28-12-2010
- ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0792
Klager verwijt de tandarts met name dat hij onjuiste facturen heeft gestuurd, omdat hierop behandelingen staan die niet zijn verricht. Het College oordeelt dat de klacht gegrond is en legt de maatregel van waarschuwing op.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0790 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2009 H 099
- Datum publicatie: 30-12-2010
- Datum uitspraak: 28-12-2010
- ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0790
Klaagster verwijt de tandarts dat zij een verrichting heeft uitgevoerd zonder toestemming van klaagster en voorts een behandeling waarom uitdrukkelijk was verzocht heeft nagelaten en dat zij aanvankelijk heeft geweigerd klaagster door te verwijzen naar de kaakchirurg. Ook verwijt klaagster de tandarts dat zij ondanks diverse verzoeken van klaagster zonder deugdelijke reden een gesprek heeft geweigerd en zonder voldoende gewichtige redenen eenzijdig de behandelingsovereenkomst heeft opgezegd. Het College acht een klachtonderdeel gegrond en legt de maatregel van waarschuwing op.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0791 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2009 O 223a
- Datum publicatie: 30-12-2010
- Datum uitspraak: 28-12-2010
- ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0791
Klaagster verwijt de tandarts dat hij het daartoe ingeleverde goud niet heeft gebruikt in de brugconstructie en dat de tandarts deze brug niet deugdelijk heeft gemaakt althans een ondeugdelijke brug heeft geleverd. Voorts zijn er ten onrechte meer kosten in rekening gebracht dan voorafgaand aan de behandeling waren begroot. Het College wijst de klacht in al zijn onderdelen af.
-
ECLI:NL:TGZRGRO:2010:YG0789 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen G2010/24
- Datum publicatie: 24-12-2010
- Datum uitspraak: 24-12-2010
- ECLI:NL:TGZRGRO:2010:YG0789
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2010:YG0788 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 045/2010
- Datum publicatie: 23-12-2010
- Datum uitspraak: 23-12-2010
- ECLI:NL:TGZRZWO:2010:YG0788
Klacht tegen SCEN-arts, die van oordeel is dat niet (meer) kan worden gesproken van ondraaglijk lijden. Het komt met enige regelmaat voor dat tussen het definitief uitspreken van de euthansiewens door de patiënt en de komst van de SCEN-arts een verandering in de toestand van de patiënt is opgetreden in die zin dat deze niet meer aanspreekbaar is omdat zijn bewustzijn is verlaagd. Anders dan klaagster wellicht meent, is deze conclusie van verweerster er niet op gebaseerd dat de echtgenoot van klaagster zijn duurzame wens om te sterven niet meer kon uiten, maar op het gegeven dat hij door zijn verlaagde bewustzijn de pijn niet meer ervoer. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2010:YG0786 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 006/2009
- Datum publicatie: 23-12-2010
- Datum uitspraak: 23-12-2010
- ECLI:NL:TGZRZWO:2010:YG0786
Klacht tegen huisarts. Klaagster was ongeveer 31 weken zwanger toen zij belde met verweerder. Deze bood aan klaagster te zien op het spreekuur maar weigerde een visite af te leggen. Klaagster is de volgende dag naar het ziekenhuis gegaan waar na onderzoek is geconstateerd dat er sprake was van het HELLP-syndroom. Na een keizersnede is dezelfde ochtend de dochter van klaagster geboren. Deze heeft enkele dagen na de geboorte een hersenbloeding gekregen. Het college is van oordeel dat verweerder tijdens het telefonisch consult onvoldoende heeft uitgevraagd naar de aard van de klachten en te snel heeft geconcludeerd dat sprake was van reflux. Verweerder had niet mogen volstaan met het zonder meer weigeren van een visite. Het enkele feit dat klaagster een week geleden nog wel naar het ziekenhuis kon gaan maakt niet dat aangenomen kon worden dat zij nu ook wel naar de praktijk kon komen. Verweerder had dit verder met haar moeten bespreken teneinde te bezien waarom zij zich daartoe niet in staat achtte en met haar moeten onderzoeken wat voor haar wel mogelijk was teneinde gezien te worden door een arts. Waarschuwing.
- Vorige pagina zoekresultaten
- Pagina: 1
- ...
- Pagina: 265
- Pagina: 266
- Pagina: 267
- ...
- Pagina: 283
- Volgende pagina zoekresultaten