ECLI:NL:TGZRZWO:2011:YG0837 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 125/2010

ECLI: ECLI:NL:TGZRZWO:2011:YG0837
Datum uitspraak: 13-01-2011
Datum publicatie: 13-01-2011
Zaaknummer(s): 125/2010
Onderwerp: Onjuiste verklaring of rapport
Beslissingen: Niet-ontvankelijk
Inhoudsindicatie: Klacht tegen specialist oudserengeneeskunde. Verwijt van buren dat verweerster ten onrechte heeft meegewerkt aan opname van hun hoogbejaarde buurvrouw in een verpleeghuis. Klagers zijn niet te beschouwen als rechtstreeks belanghebbende in de zin van artikel 65, eerste lid onder a van de wet BIG. In beginsel is de patiënt zelf rechtstreeks belanghebbende of, onder omstandigheden, diens naaste betrekkingen. De ondertekening door patiënte van een aanvulling op het klaagschrift betekent in het algemeen dat de patiënt instemt met de klacht. In dit geval is dat echter anders. Verweerster heeft desgevraagd verklaringen overgelegd van een BOPZ-arts/specialist ouderengeneeskunde en een psycholoog, waarin deze aangeven dat patiënte niet wilsbekwaam is en dat ze zich niet verzet tegen c.q. tevreden is met haar verblijf in het verpleeghuis. Onder die omstandigheden kan aan de handtekening van patiënte niet de betekenis worden toegekend dat zij ermee instemt dat klagers deze procedure voor haar voeren. Niet-ontvankelijk.

 

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE

Beslissing d.d. 13 januari 2011 naar aanleiding van de op 11 mei 2010 bij het Regionaal Tuchtcollege te Zwolle ingekomen klacht van

A en B , wonende te C,

k l a g e r s

-tegen-

D , specialist ouderengeneeskunde, werkzaam te C,

bijgestaan door prof. mr. J.H. Hubben, advocaat te Arnhem,

v e r w e e r s t e r

1.      HET VERLOOP VAN DE PROCEDURE

Klagers hebben een klaagschrift ingediend met bijlagen en, op vragen van de secretaris, driemaal een aanvulling hierop gegeven. Verweerster heeft een verweerschrift met bijlagen ingediend en, op vragen van de secretaris, nadere stukken overgelegd. Partijen hebben gere- en gedupliceerd.

Klagers hebben ook een klacht ingediend tegen na te noemen collega van verweerster. In beide zaken (nrs 088/2010 en 125/2010) wordt gelijktijdig uitspraak gedaan.

2.   DE FEITEN

Op grond van de stukken dient, voor zover van belang voor de beoordeling van de klacht, van het volgende te worden uitgegaan.

De klacht heeft betrekking op de 96-jarige, voormalige overbuurvouw van klagers, E, verder patiënte te noemen. Patiënte is in verband met dementie met toestemming van haar zoon opgenomen in de zorglocatie F te C. Verweerster en haar collega G zijn aldaar werkzaam als specialist ouderengeneeskunde.

3.     HET STANDPUNT VAN KLAGERS EN DE KLACHT

Klagers verwijten verweerster -zakelijk weergegeven- dat de diagnose van patiënte ‘zwaar dement’ zeer overdreven is en dat zij ten onrechte vanuit haar huis is overgeplaatst (ontvoerd) naar voornoemd verpleeghuis.

4.    HET STANDPUNT VAN VERWEERSTER

Verweerster voert primair aan dat klagers niet ontvankelijk zijn in hun klacht omdat zij niet als rechtstreeks belanghebbende zijn aan te merken.

5.     DE OVERWEGINGEN VAN HET COLLEGE

De ontvankelijkheid

5.1

Klagers hebben -uiteindelijk- het zover weten te krijgen dat patiënte de laatste aanvulling op het klaagschrift heeft mee-ondertekend.

Verweerster heeft aangevoerd dat patiënte wilsonbekwaam is en dat haar zoon voor haar optreedt als vertegenwoordiger in de zin van artikel 7:465 BW. Deze zoon heeft uitdrukkelijk (schriftelijk) verklaard dat hij het eens is met de opname en verzorging van patiënte in het verpleeghuis.

5.2

Het college oordeelt als volgt over de ontvankelijkheid. Klagers zijn niet te beschouwen als rechtstreeks belanghebbende in de zin van artikel 65, eerste lid onder a van de wet BIG. In beginsel is de patiënt zelf rechtstreeks belanghebbende of, onder omstandigheden, diens naaste betrekkingen. De ondertekening door patiënte van een aanvulling op het klaagschrift betekent in het algemeen dat de patiënt instemt met de klacht. In dit geval is dat echter anders. Verweerster heeft desgevraagd verklaringen overgelegd van een BOPZ-arts/specialist ouderengeneeskunde en een psycholoog, waarin deze aangeven dat patiënte niet wilsbekwaam is en dat ze zich niet verzet tegen c.q. tevreden is met haar verblijf in het verpleeghuis. Onder die omstandigheden kan aan de handtekening van patiënte niet de betekenis worden toegekend dat zij ermee instemt dat klagers deze procedure voor haar voeren. Dit leidt tot de volgende beslissing.

6.       DE BESLISSING

Het college verklaart klagers niet-ontvankelijk in hun klacht.

Aldus gedaan in raadkamer door mr. A.L. Smit, voorzitter, en J.N. Voorhoeve en S. Tiemersma, leden-geneeskundigen, in tegenwoordigheid van mr. K.M. Dijkman, secretaris, en uitgesproken in het openbaar op 13 januari 2011 door mr. A.L. Smit, voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. H. van der Poel-Berkovits, secretaris.                                                                                                   

                                                                                                                 voorzitter

                                                                                                                 secretaris

 

Tegen deze beslissing kan binnen zes weken na de dag van verzending van het afschrift ervan schriftelijk hoger beroep worden ingesteld bij het Centrale Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg door:

a. de klager en/of klaagster, voor zover de klacht is afgewezen, of voor zover hij/zij niet-ontvankelijk is verklaard;

b. degene over wie is geklaagd;

c. de hoofdinspecteur of de regionale inspecteur van de volksgezondheid, wie de aangelegenheid uit hoofde van de hun toevertrouwde belangen aangaat.

Het tot het Centrale Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg gerichte beroepschrift wordt ingezonden bij de secretaris van het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Zwolle, door wie het binnen de beroepstermijn moet zijn ontvangen.