Zoekresultaten 521-540 van de 44627 resultaten
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2025:16 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7427
- Datum publicatie: 11-02-2025
- Datum uitspraak: 11-02-2025
- ECLI:NL:TGZRZWO:2025:16
Klacht tegen een gezondheidszorg-psycholoog ongegrond. Verweerder was regiebehandelaar van klager bij een GGZ-praktijk. Klagers eigen behandelaar kreeg een andere functie en stopte haar werkzaamheden bij de praktijk. Klager bleef contact met haar zoeken, ook nadat de voormalig behandelaar zei dat ze dat niet wilde en ook verweerder hem daarop had gewezen. Om die reden ging de praktijk over tot beëindiging van de behandelingsovereenkomst en verwees klager terug naar de huisarts. Klager is van mening dat verweerder geen dringende reden had voor de opzegging. Hij vindt dat de regiebehandelaar geen verantwoordelijkheid heeft genomen voor de voortgang van de behandeling. Verder klaagt hij over schending van de geheimhoudingsplicht doordat verweerder zonder goede grond informatie over klager met collega’s en met de office-manager heeft gedeeld. Het college is van oordeel dat verweerder gegeven de omstandigheden niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Er was sprake van een gewichtige reden voor beëindiging van de behandelingsovereenkomst omdat klager ook na nadrukkelijke begrenzing contact bleef zoeken met de vorige behandelaar.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:39 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-832/AL/MN
- Datum publicatie: 11-02-2025
- Datum uitspraak: 10-02-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:39
Voorzittersbeslissing over de advocaat van de wederpartij. De voorzitter kan niet vaststellen dat verweerder klaagster in zijn correspondentie ontoelaatbaar onder druk heeft gezet. Hij heeft als partijdige belangenbehartiger opgetreden en correcte bewoordingen gebruikt. Verweerder mocht daarbij afgaan op van zijn cliënt verkregen informatie zonder nader onderzoek. Kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TDIVBC:2025:1 Veterinair Beroepscollege 's-Gravenhage VB 2024/04 VB 2024/05
- Datum publicatie: 10-02-2025
- Datum uitspraak: 07-02-2025
- ECLI:NL:TDIVBC:2025:1
Beroep van diereigenaar tegen een uitspraak van het Veterinair Tuchtcollege op een klacht tegen twee dierenartsen. De zaak heeft betrekking op de kat van appellante, die was opgenomen en behandeld voor nierproblemen. De kat is uiteindelijk, vanwege een verslechterde gezondheidstoestand en een slechte prognose, geëuthanaseerd. De klachten gaan onder meer over de uitgevoerde behandeling en de dossiervoering. Het Veterinair Tuchtcollege heeft de klacht van appellante tegen de ene dierenarts ongegrond verklaard en tegen de andere dierenarts deels gegrond. Het Veterinair Beroepscollege verwerpt de beroepen.
-
ECLI:NL:TDIVBC:2025:2 Veterinair Beroepscollege 's-Gravenhage VB 2024/07
- Datum publicatie: 10-02-2025
- Datum uitspraak: 07-02-2025
- ECLI:NL:TDIVBC:2025:2
Beroep van diereigenaar tegen een uitspraak van het Veterinair Tuchtcollege. De klacht is gericht tegen een dierenarts en gaat over het uitvoeren van een gebitsbehandeling bij de hond van appellante. Aanvankelijk betrof het een gebitsreiniging en uiteindelijk zijn 19 elementen verwijderd. Kort na de behandeling is de hond, vanwege een verslechterde gezondheidstoestand, geëuthanaseerd. De verwijten zien op het handelen voor, tijdens en na de behandeling van de hond. De klacht is in eerste aanleg ongegrond verklaard. In beroep komt het Veterinair Beroepscollege tot het oordeel dat het Veterinair Tuchtcollege de klacht – voor zover appellante daarvan in beroep komt – ten onrechte ongegrond heeft verklaard. Naar het oordeel van het Veterinair Beroepscollege heeft de dierenarts verwijtbaar gehandeld. Dit betreft de informatieverstrekking over de behandeling, de wijze waarop de diagnose tot stand is gekomen en de behandeling zelf is uitgevoerd, de nazorg en de dossiervoering. Het beroep is gegrond en aan de dierenarts wordt de maatregel van berisping opgelegd.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:23 Hof van Discipline 's Gravenhage 240259
- Datum publicatie: 10-02-2025
- Datum uitspraak: 07-02-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:23
Artikel 13 lid 1 Advocatenwet. Afwijzing door de deken een (nieuwe) advocaat aan te wijzen. Het hof verklaart het beklag tegen deze beslissing ongegrond. De eerder door de deken aangewezen advocaat heeft tijdig hoger beroep ingesteld en klaagster kan op de mondelinge behandeling verschijnen zonder advocaat. Daarnaast heeft zij onvoldoende onderbouwd dat de dienstverlening door haar eerdere advocaat ondermaats is geweest of dat sprake is van medische urgentie. Dat klaagster de correcte handelwijze van haar eerdere advocaat niet wil volgen is geen reden om een andere advocaat aan te wijzen.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:24 Hof van Discipline 's Gravenhage 240177
- Datum publicatie: 10-02-2025
- Datum uitspraak: 07-02-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:24
Klacht over de eigen advocaat. Het gaat in deze tuchtzaak over de rechtsbijstand door verweerder aan klager in een (strafrechtelijke) herzieningsprocedure bij de Hoge Raad. Klager heeft bij de raad vier klachtonderdelen geformuleerd. Klachtonderdelen a) en b) zijn door de raad gegrond verklaard. Klager verwijt verweerder met klachtonderdelen c) en d) dat verweerder al na twee weken na een gesprek bij de deken op 17 oktober 2022 een negatieve beslissing van de Hoge Raad over het herzieningsverzoek heeft doorgezonden en dat verweerder klager en zijn familie meerdere malen heeft beledigd. Deze klachtonderdelen zijn door de raad ongegrond verklaard. Omdat klachtonderdelen a) en b) door de raad gegrond zijn verklaard, liggen in het hoger beroep van klager uitsluitend klachtonderdelen c) en d) voor. Het Hof van Discipline (hierna: het hof) is het – met betrekking tot deze klachtonderdelen - eens met de beslissing van de raad en bekrachtigt deze beslissing.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:22 Hof van Discipline 's Gravenhage 250039
- Datum publicatie: 07-02-2025
- Datum uitspraak: 06-02-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:22
De voorzitter stelt vast dat een eerdere klacht van klager over mr. (X) heeft geleid tot een voorzittersbeslissing bij de Raad van Discipline in het ressort ‘s-Hertogenbosch, inhoudende dat die klacht niet-ontvankelijk is omdat de klacht is ingediend na het verstrijken van de in artikel 46g lid 1 aanhef en sub a Advocatenwet bedoelde termijn. Het verzet van klager tegen de voorzittersbeslissing is ongegrond verklaard door die raad. Uit de klacht van 24 januari 2025 kan worden opgemaakt dat klager nog steeds vindt dat verweerder met een dekenbezwaar had moeten komen. Het recht om een klacht in te dienen tegen de deken is niet bedoeld om ongenoegen over de wijze waarop de deken zijn werk uitvoert of laat uitvoeren tot uiting te brengen. Klager gebruikt het klachtrecht echter wel op deze wijze. Daarmee zet hij het klachtrecht in voor een ander doel (persoonlijk ongenoegen) dan waarvoor het is bedoeld (waarborging van de kwaliteit van de beroepsgroep). De voorzitter zal de klacht daarom niet verwijzen
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:31 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7698
- Datum publicatie: 07-02-2025
- Datum uitspraak: 05-02-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:31
Voorzittersbeslissing. Klager is een huisarts en klaagt namens zijn huisartsenpraktijk/huisartsenpost. De zorgverzekeraar heeft naar aanleiding van de door de huisartsenpost ingediende declaraties een materiële - en detailcontrole uitgevoerd. Voor de detailcontrole heeft de zorgverzekeraar een huisarts als medisch adviseur ingeschakeld. Klager verwijt deze huisarts dat zij verwijtbaar heeft gehandeld door onpartijdigheid en onpartijdige uitlatingen. Zij heeft volgens klager de Nederlandse Triage Standaard niet toegepast. De voorzitter oordeelt dat klager niet ontvankelijk is, omdat er geen sprake is van een rechtstreeks belang of handelen onder de eerste of tweede tuchtnorm. Klager kennelijk niet-ontvankelijk.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2025:11 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7322
- Datum publicatie: 06-02-2025
- Datum uitspraak: 31-01-2025
- ECLI:NL:TGZRZWO:2025:11
Klager werd verdacht van betrokkenheid bij de dood van zijn zwangere echtgenote en ongeboren kindje. In verband met deze verdenking verbleef klager in het cellencomplex in een politiecel. Klager werd tijdens zijn verblijf daar gezien door meerdere GGD-artsen, waaronder verweerder. Klager verwijt verweerder onder meer dat de door hem aan klager verleende zorg onvoldoende was. Het college verklaart de klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2025:12 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7323
- Datum publicatie: 06-02-2025
- Datum uitspraak: 31-01-2025
- ECLI:NL:TGZRZWO:2025:12
Klager werd verdacht van betrokkenheid bij de dood van zijn zwangere echtgenote en ongeboren kindje. In verband met deze verdenking verbleef klager in het cellencomplex in een politiecel. Klager werd tijdens zijn verblijf daar gezien door meerdere GGD-artsen, waaronder verweerster. Klager verwijt verweerster onder meer dat de door haar aan klager verleende zorg onvoldoende was. Het college verklaart de klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2025:13 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7324
- Datum publicatie: 06-02-2025
- Datum uitspraak: 31-01-2025
- ECLI:NL:TGZRZWO:2025:13
Klager werd verdacht van betrokkenheid bij de dood van zijn zwangere echtgenote en ongeboren kindje. In verband met deze verdenking verbleef klager in het cellencomplex in een politiecel. Klager werd tijdens zijn verblijf daar gezien door meerdere GGD-artsen, waaronder verweerder. Klager verwijt verweerder onder meer dat de door hem aan klager verleende zorg onvoldoende was. Het college verklaart de klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2025:14 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7325
- Datum publicatie: 06-02-2025
- Datum uitspraak: 31-01-2025
- ECLI:NL:TGZRZWO:2025:14
Klager werd verdacht van betrokkenheid bij de dood van zijn zwangere echtgenote en ongeboren kindje. In verband met deze verdenking verbleef klager in het cellencomplex in een politiecel. Klager werd tijdens zijn verblijf daar gezien door meerdere GGD-artsen, waaronder verweerster. Klager verwijt verweerster onder meer dat de door haar aan klager verleende zorg onvoldoende was. Het college verklaart de klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2025:15 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7286
- Datum publicatie: 06-02-2025
- Datum uitspraak: 31-01-2025
- ECLI:NL:TGZRZWO:2025:15
Klager werd verdacht van betrokkenheid bij de dood van zijn zwangere echtgenote en ongeboren kindje. In verband met deze verdenking verbleef klager in het cellencomplex in een politiecel. Klager werd tijdens zijn verblijf daar gezien door meerdere GGD-artsen, waaronder verweerder. Klager verwijt verweerder onder meer dat de door hem aan klager verleende zorg onvoldoende was. Het college verklaart de klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2025:16 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/6595
- Datum publicatie: 05-02-2025
- Datum uitspraak: 05-02-2025
- ECLI:NL:TGZRSHE:2025:16
Bedrijfsarts wordt verweten dat hij heeft geëist dat klaagster met hem praat terwijl zij dit niet kon door PTSS. Advies bedrijfsarts zou hebben geleid tot een loonstop van de werkgever. College: eis om te praten met bedrijfsarts onder deze omstandigheden tuchtrechtelijk verwijtbaar. De bedrijfsarts had moeten onderzoeken welke andere mogelijkheden er waren. Waarschuwing. Publicatie. Klacht voor het overige ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2025:11 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-143/DH/RO
- Datum publicatie: 05-02-2025
- Datum uitspraak: 27-01-2025
- ECLI:NL:TADRSGR:2025:11
Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2025:18 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-492/DH/DH
- Datum publicatie: 05-02-2025
- Datum uitspraak: 27-01-2025
- ECLI:NL:TADRSGR:2025:18
Raadsbeslissing. Klacht over advocaat wederpartij in een huurkwestie. Verweerder heeft zijn cliënten geadviseerd de kamer die klaagster bij hen huurde te ontruimen, terwijl daarvoor geen titel was. Verweerder heeft zijn cliënten daarmee geadviseerd tot onrechtmatig handelen en heeft daarbij onvoldoende oog gehad voor klaagsters belangen. Tuchtrechtelijk laakbaar advies. Waarschuwing.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2025:17 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/6021
- Datum publicatie: 05-02-2025
- Datum uitspraak: 05-02-2025
- ECLI:NL:TGZRSHE:2025:17
Bedrijfsarts wordt verweten dat zij heeft gezegd dat klager beter ander werk kon zoeken, zonder verdere uitleg en terwijl er tussen klager en de werkgever nog niets was uitgesproken, een arbeidsdeskundig onderzoek heeft voorgesteld terwijl op dat moment nog geen sprake was van voldoende herstel, heeft nagelaten om tijdelijke begeleiding ter overbrugging te regelen nadat de aanvraag voor psychische hulp was afgewezen, onvoldoende zicht heeft gehad op en/of rekening heeft gehouden met de impact die de opmerkingen over de klachten tijdens de twee functioneringsgesprekken hebben gehad hoewel klager telkens aangaf dat deze opmerkingen hem diep geraakt hadden, in de communicatie en wijze van begeleiding niet voldoende rekening heeft gehouden met het feit dat klager autisme heeft door geen oog te hebben voor de stress die het drinken van een kopje koffie bij klager veroorzaakte.College: advies om ander werk te gaan zoeken/onderzoeken of er andere passende functies waren binnen bedrijf niet verwijtbaar. Bedrijfsarts heeft zich ingespannen om psychische hulp te regelen voor klager, dat dit niet is gelukt is haar niet te verwijten. Bedrijfsarts had oog voor situatie van klager, maar communicatie met klager verliep moeilijk. Advies koffie drinken op de werkplek goed bedrijfsgeneeskundig handelen. Het was voor de bedrijfsarts niet duidelijk waarom klager hier moeite mee had. Klacht in alle onderdelen ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2025:12 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-232/DH/GLD
- Datum publicatie: 05-02-2025
- Datum uitspraak: 27-01-2025
- ECLI:NL:TADRSGR:2025:12
Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2025:19 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-827/DH/DH/D
- Datum publicatie: 05-02-2025
- Datum uitspraak: 27-01-2025
- ECLI:NL:TADRSGR:2025:19
Raadsbeslissing na ambtshalve voortzetting klacht. Genoegzaam is gebleken dat de kwaliteit van de dienstverlening door verweerder langdurig (zeer) beneden peil is geweest. Verweerder heeft daarmee laten blijken onvoldoende op de hoogte te zijn geweest van het recht, maar ook dat het hem herhaaldelijk niet is gelukt om het standpunt van de cliënt op goede wijze voor het voetlicht te brengen. Verweerder heeft daarmee herhaaldelijk in strijd gehandeld met de kernwaarde deskundigheid. Dit gebrek aan deskundigheid acht de raad onacceptabel. Anders dan door de deken is verzocht, is de raad van oordeel dat het noodzakelijk is om daarom een maatregel op te leggen aan verweerder. Onvoorwaardelijke schorsing van 6 weken.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2025:18 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2024/7001
- Datum publicatie: 05-02-2025
- Datum uitspraak: 05-02-2025
- ECLI:NL:TGZRSHE:2025:18
Verweerder, internist, wordt verweten: de zorg die door verpleegkundigen was gegeven, onvoldoende contact tussen verweerder en klaagster en de dochter van klaagster, het niet regelen van overplaatsing tijdens een ziekenhuisopname, het niet tijdig regelen van ambulancevervoer. Klacht kennelijk ongegrond.