Zoekresultaten 1-20 van de 44805 resultaten

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:84 Hof van Discipline 's Gravenhage 250095

    Naar het oordeel van het hof heeft de deken zich op het standpunt kunnen en mogen stellen dat een vordering van klager tegen mr. Sch. geen redelijke kans van slagen heeft omdat de vordering is verjaard. Er zijn voldoende aanwijzingen dat klager al eerder moest of had kunnen weten dat de daadwerkelijke veilingkosten afweken (aanmerkelijk lager waren) van het bedrag (€ 10.000) dat hij had doorgekregen om te betalen om een executieveiling van zijn woning te voorkomen.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:85 Hof van Discipline 's Gravenhage 250093

    Klachten tegen de inhoudelijke beoordeling van de zaak (in dit het geval het gestelde verzoek) raken niet aan fundamentele rechtsbeginselen, zoals schending van hoor en wederhoor. Dergelijke klachten leveren naar vaste jurisprudentie geen grond op voor doorbreking van het appelverbod (HvD 28 augustus 2017, ECLI:NL:TAHVD:2017:168, ECLI:NL:TAHVD:2017:169 en HR 23 juni 1995, NJ 1995/661).

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:86 Hof van Discipline 's Gravenhage 250091

    Klager wenst aanwijzing van een advocaat om beroep in te stellen tegen de beschikking van de rechtbank Noord-Holland van 20 december 2024. Zoals de deken in haar reactie op het beklag ook heeft aangegeven, is de termijn waarbinnen dat nog kon inmiddels verstreken. Dit betekent dat klagers doel niet meer kan worden bereikt zodat aanwijzing van een advocaat voor dat doel zinloos is geworden. Op die grond dient het beklag van klager reeds te worden afgewezen. Ook overigens heeft de deken op juiste gronden beslist het verzoek van klager om aanwijzing van een advocaat af te wijzen. De deken heeft onder verwijzing naar het negatieve procesadvies van 2 advocaten op goede gronden vastgesteld dat het hoger beroep dat klager in wil stellen onvoldoende kans van slagen heeft. De deken is ook zelf tot deze conclusie gekomen. Voorts heeft klager niet aannemelijk gemaakt dat hij voldoende inspanningen heeft verricht om zelf een advocaat te vinden. Klager heeft pas bij zijn beklagschrift één schriftelijke afwijzing van een advocaat gevoegd. Hiermee heeft klager niet voldaan aan het verzoek van deken om drie schriftelijke afwijzingen in de dienen.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:125 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7598

    Deels gegronde klacht tegen een huisarts. De echtgenote van klaagster is als gevolg van COVID-19 (bij uitgebreid onderliggend lijden) overleden. Nadat de patiënt daags na een positieve zelftest telefonisch overleg met de huisarts heeft gevoerd, heeft de huisarts de klachten onvoldoende uitgevraagd, te weinig rekening gehouden met het feit dat patiënt behoorde tot een risicogroep en heeft een ontoereikend vangnetadvies gegeven. Ook na het bekend worden van een positieve PCR-test, had de huisarts een proactief beleid moeten voeren. Klacht grotendeels gegrond, waarschuwing.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:87 Hof van Discipline 's Gravenhage 250072

    Klaagster wenst aanwijzing van een advocaat om cassatieberoep in te stellen De termijn om cassatie in te stellen is inmiddels verstreken. Dit betekent dat klaagsters doel – een rechtsmiddel instellen tegen deze beslissing – niet meer kan worden bereikt, zodat aanwijzing van een advocaat voor dat doel zinloos is geworden. Reeds op die grond dient het beklag van klaagster te worden afgewezen. Overigens is het hof met de deken, gezien het procesadvies van de cassatieadvocaat, van oordeel dat de procedure die klaagster had willen voeren geen redelijke kans van slagen heeft. Dit is een gegronde reden om het verzoek af te wijzen, wat de deken dan ook terecht heeft gedaan. Door klaagster zijn geen feiten en omstandigheden naar voren gebracht, die haar standpunt dat het cassatie-advies zonder haar toestemming is uitgebracht ondersteunen.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:126 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7416

    Ongegronde klacht tegen een huisarts. Het komt niet vast te staan dat de huisarts een heupfractuur bij klaagster heeft gemist. Er bestonden tijdens het eerste bezoek geen aanwijzingen voor een trauma of een heupfractuur en tijdens het tweede onderzoek heeft de huisarts adequaat gehandeld door patiënte (met spoed) naar het ziekenhuis te verwijzen. Het verwijt dat het inwinnen van informatie van zorgpersoneel leidt tot tunnelvisie treft geen doel. Datzelfde geldt voor het verwijt dat ten onrechte werd uitgegaan van een psychische oorzaak van de klachten. Er zijn geen aanwijzingen dat klaagster en haar mentor niet serieus genomen zijn. Klacht ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:88 Hof van Discipline 's Gravenhage 240064

    Hoger beroep te laat ingesteld en daarom niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:134 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-724/AL/OV

    Raadsbeslissing. Klacht onder eigen advocaat. De raad verklaart diverse klachten over de eigen advocaat ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:127 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7723

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een huisarts. De huisarts was destijds werkzaam op de huisartsenpost waar klaagster twee keer in vier dagen tijd op consult kwam. Tijdens het eerste bezoek was er geen aanleiding om klaagster door te verwijzen en het college acht het beleid en overleg met een internist zorgvuldig. Tijdens het tweede bezoek aan de HAP heeft de huisarts zorgvuldig gehandeld door klaagster vanwege ernstige verslechtering van de situatie door te verwijzen naar de SEH voor nader onderzoek. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:82 Hof van Discipline 's Gravenhage 250158 250159

    Het hof stelt vast dat de klachten van klager verband houden met de werkzaamheden die verweersters als deken uitvoeren. Van de door hem geformuleerde klacht is echter alleen het eerste stukje geconcretiseerd. In het niet te woord (willen) staan van klager is echter naar het oordeel van het hof geen tuchtrechtelijk verwijt te ontwaren. Voor het overige is de door klager geformuleerde klacht niet onderbouwd. Daarom zal het hof de klachten niet verwijzen. Daarnaast is ontevredenheid over de gang van zaken in het onderzoek door een deken in verband met een door een klager ingediende tuchtklacht in het algemeen geen valide grond om een tuchtklacht tegen de betreffende deken in te dienen.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:89 Hof van Discipline 's Gravenhage 240282

    Verweerster heeft haar cliënte (de ex-echtgenote van klager) in het kader van een echtscheidingsprocedure geadviseerd om geld van de gezamenlijke rekeningen af te halen en op haar eigen rekening te zetten. De raad heeft de klacht gegrond verklaard en een waarschuwing opgelegd. Het hof bekrachtigt de beslissing, maar verzwaart de maatregel tot een berisping.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:83 Hof van Discipline 's Gravenhage 250099

    Afwijzing verzoek tot aanwijzing van een advocaat als bedoeld in artikel 13 lid 1 Advocatenwet. Het hof oordeelt dat het verzoek van klaagster om aanwijzing van een advocaat op goede gronden is afgewezen. De deken heeft terecht geoordeeld dat uit de VSO niet blijkt dat deze overeenkomst opengebroken kan worden.

  • ECLI:NL:TGDKG:2025:40 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/752857DW RK 24/236 EV/SM

    Klacht ongegrond. Klager beklaagt zich er over dat de gerechtsdeurwaarder in strijd met de waarheid heeft verklaard ter zitting (van de Kamer voor gerechtsdeurwaarders). De kamer overweegt dat de gerechtsdeurwaarder een vergissing heeft begaan, wat hem niet zonder meer ook schuldig maakt aan tuchtrechtelijk laakbaar handelen.

  • ECLI:NL:TGDKG:2025:41 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/738917 DW RK 23/312 LvB/SM

    Klacht ongegrond. Klager beklaagt zich er – kort gezegd – over dat de gerechtsdeurwaarder ten onrechte beslag heeft gelegd op roerende zaken van klager en daarmee rechtsregels uit de Faillisementswet en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering heeft overtreden. Niet is gebleken is dat er sprake van een enige beslaglegging is geweest.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2025:62 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2024/7521

    Klager klaagt dat verweerster hem 15 capsules Tramadol heeft voorgeschreven, terwijl zij volgens hem had beloofd dat zij 30 capsules zou voorschrijven. Verweerster betwist dat zij een dergelijke belofte heeft gedaan.Dat verweerster heeft beloofd 30 capsules voor te schrijven, kan het college uit het dossier niet opmaken. De aantekening “HR” (herhaalrecept) betekent niet (zonder meer) dat het om dezelfde hoeveelheid van hetzelfde medicijn gaat en dezelfde dosering. Het kan ook om een andere hoeveelheid en/of een andere dosering gaan. Het college kan enkel vaststellen dat verweerster met klager heeft besproken dat langdurig opiaatgebruik niet goed is en dat daarvoor geen indicatie bestond. Uit het feit dat verweerster het eerdere recept heeft aangepast naar 15 capsules en een lagere dosering, blijkt dat ze bewust een afweging heeft gemaakt over het aantal voor te schrijven capsules en de dosering.Omdat uit het dossier niet blijkt dat verweerster heeft beloofd 30 capsules voor te schrijven en dit door klager ook onvoldoende aannemelijk is gemaakt, acht het college de klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2025:42 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/742430 / DW RK 23/412 EV/SM

    Klacht gegrond. Geen maatregel. De omstandigheden van het geval, waaronder de geringe overschrijding van de reactietermijn en een reactie die wel volgde op het rappel, maken dat er wordt afgezien van het opleggen van een maatregel.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2025:63 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2024/7404

    Klaagster dient een klacht in tegen haar voormalige huisarts (verweerder). Ze maakt hem verschillende verwijten, waaronder het niet behandelen van haar fysieke klachten, een misdiagnose, het ontbreken van opvolging bij verergering van haar toestand, en het niet bieden van hulp bij psychosociale en financiële druk. Verweerder betwist de verwijten en stelde dat hij bij het merendeel van de door klaagster in haar klaagschrift genoemde consulten niet persoonlijk betrokken was Daar waar hij wel persoonlijk of als opleider betrokken was, treft hem volgens hem geen verwijt. Het college oordeelt dat een groot deel van de klachtonderdelen ongegrond is, omdat uit het medisch dossier niet blijkt dat verweerder daarbij betrokken was. Daar waar verweerder wel persoonlijk of als supervisor betrokken was, is naar het oordeel van het college overeenkomstig de geldende normen gehandeld. Het college kan niet vaststellen dat verweerder de problemen van klaagster niet serieus heeft genomen of dat hij niet empathisch was. Dat blijkt niet uit het medisch dossier en het college kan ook niet anderszins vaststellen dat verweerder hier een verwijt treft. Twee klachtonderdelen betroffen handelen of nalaten van verweerder meer dan tien jaar geleden en deze zijn om die reden verjaard. Het college oordeelt dan ook dat klachtonderdelen kennelijk ongegrond zijn of dat klaagster daarin niet-ontvankelijk is.

  • ECLI:NL:TGDKG:2025:43 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/742848 / DW RK 23/430 LvB/SM

    Klacht gegrond. Geen maatregel. De klacht van klager (over niet tijdig reageren op correspondentie) kent een dusdanige samenhang met een eerdere klacht tegen de gerechtsdeurwaarder waar een berisping voor was opgelegd dat nu volstaan kan worden met de constatering dat de klacht gegrond is.

  • ECLI:NL:TGDKG:2025:38 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/762309 / DW RK 25/6 EV/SM

    Beslissing op verzet. Verzet niet-ontvankelijk. Het verzet is niet binnen de wettelijke termijn van veertien dagen ingediend.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2025:59 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7727

    klacht tegen een verpleegkundige kennelijk ongegrond. Klager werd door zijn huisarts verwezen naar het samenwerkingsverband GGZ in verband met psychische klachten. In 2024 vond er een gesprek plaats tussen klager en de verpleegkundige om de mogelijkheden voor een geschikte verwijsplek te bespreken. Klager is niet tevreden met de gehele gang van zaken en maakt de verpleegkundige onder andere het verwijt dat hij geen garantie op een behandeling heeft gekregen en hij niet is betrokken bij het overleg met een zorginstantie. Het college oordeelt dat het niet de taak van de verpleegkundige was om bij klager een diagnose te stellen of hem te behandelen. Het college kan niet vaststellen dat van enig tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen sprake is.