Zoekresultaten 121-140 van de 3154 resultaten

  • ECLI:NL:TGDKG:2024:80 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/730408 / DW RK 23/69 MK/RH

    Van een gerechtsdeurwaarder wordt verlangd, dat bij het inzien van de BRP uiterste zorgvuldigheid wordt betracht, gelet op de ernstige gevolgen die fouten bij de raadpleging met zich brengen. Vastgesteld moet dan ook worden dat de gerechtsdeurwaarder deze zorgvuldigheid niet in voldoende mate heeft betracht nu hij de geheimhouding van de adresgegevens over het hoofd heeft gezien. Het is niet de taak van een gerechtsdeurwaarder om het lichaam van een dagvaarding te controleren op juistheid of onderbouwing. Een gerechtsdeurwaarder is in het algemeen slechts gehouden marginaal te toetsen wat hij betekent, wat bij een dagvaarding inhoudt dat hij controleert of de dagvaarding voldoet aan de in de wet gestelde eisen.

  • ECLI:NL:TGDKG:2024:81 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/734740 / DW RK 23/196 MK/RH

    De kamer is niet bevoegd is een inhoudelijk oordeel te geven of op grond van de inhoud van de notariële akte beslag mocht worden gelegd. De kamer kan slechts beoordelen of de gerechtsdeurwaarder op grond van de marginale toetsing beslag had mogen leggen. Op grond van vaste jurisprudentie dient een gerechtsdeurwaarder vragen met betrekking tot een bij hem in behandeling zijnde incasso binnen een redelijke termijn te beantwoorden. Deze termijn bedraagt, uitzonderingen daargelaten, twee weken.

  • ECLI:NL:TGDKG:2024:77 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/ 744275 / DW RK 23/468 MdV/SM

    Beslissing op verzet. De gerechtsdeurwaarders worden verweten niet te hebben gereageerd op verzoeken van klager om tot een oplossing te komen. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en het verzet tegen die beslissing dient ongegrond te worden verklaard.

  • ECLI:NL:TGDKG:2024:78 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/730314 DW RK 23/66 MdV/SM

    Klacht ongegrond. De kamer merkt wel op dat de communicatie met betrekking tot de vaststelling van de beslagvrije voet beter had gekund. Klager had er baat bij gehad als de gerechtsdeurwaarder een duidelijk onderscheid had gemaakt tussen verantwoordelijkheden van de gerechtsdeurwaarder en de opdrachtgever op dit punt. Ook had de gerechtsdeurwaarder duidelijker aan klager kunnen uitleggen worden wat de reden was dat de beslagvrije voet zo laag was, nu de hoogte daarvan kennelijk een direct verband had met de woonplaats van klager. De kamer overweegt dat dit een gemiste kans is geweest van de gerechtsdeurwaarder, maar komt tot het oordeel dat hiermee nog geen sprake is van tuchtrechtelijk laakbaar handelen.

  • ECLI:NL:TGDKG:2024:79 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/731803 / DW RK 23/105 MdV/SM

    Klacht ongegrond. Klaagster heeft de gerechtsdeurwaarder, onder meer, verweten actief te blijven incasseren na de beëindiging van de overeenkomst van opdracht en zonder grondslag gelden onder zich te hebben gehouden. Klaagster heeft op geen enkele wijze aannemelijk weten te maken dat daar sprake van is geweest.

  • ECLI:NL:TGDKG:2024:76 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/ 743242 / DW RK 23/446 MdV/SM

    Beslissing op verzet. Klager beklaagt zich er onder meer over dat de gerechtsdeurwaarder niet publiekrechtelijk bevoegd is om beslagen te leggen. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en het verzet tegen die beslissing dient ongegrond te worden verklaard.

  • ECLI:NL:TGDKG:2024:72 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/726768 / DW RK 22/462 LV/WdJ

    Klacht ongegrond. De gerechtsdeurwaarder heeft niet tuchtrechtelijk laakbaar door de titel te executeren. Niet gebleken is dat de gerechtsdeurwaarder tegen het UWV heeft gelogen over de beslagvrije voet. De gerechtsdeurwaarder correspondeert voldoende professioneel met (de advocaat van) klaagster. De hoogte van de beslagvrije voet is geen kwestie die ter beoordeling staat van de kamer.

  • ECLI:NL:TGDKG:2024:73 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/738497 / DW RK 23/299 LV/WdJ

    Klacht deels gegrond, maatregel van waarschuwing opgelegd. Verzoek tot uitstel van betaling kan niet worden vastgesteld. Niet tuchtrechtelijk laakbaar gehandeld door de titel te executeren. Dat kosten zijn opgelopen kan niet aan de gerechtsdeurwaarder worden verweten. Betalingsregeling had naast het gelegde beslag niet mogen worden hervat, tenzij het loonbeslag zou worden opgeheven.

  • ECLI:NL:TGDKG:2024:74 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/745611 / DW RK 24/48 LV/WdJ

    Beslissing op verzet ongegrond. Niet gebleken is dat sprake is van twee verschillende versies van de (toelichting op de) dagvaarding. De kamer gaat er vanuit dat klaagster ook uit de dagvaarding zelf had kunnen afleiden dat een natte handtekening vereist was.

  • ECLI:NL:TGDKG:2024:75 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/744589 / DW RK 24/8 LV/WdJ

    Beslissing op verzet ongegrond. De gerechtsdeurwaarder heeft niet tuchtrechtelijk laakbaar gehandeld door de titel te executeren.

  • ECLI:NL:TGDKG:2024:71 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/753880 / DW RK 24/257 EV/SM

    Verzoek tot verlenging schorsing ex artikel 38 lid 1 Gerechtsdeurwaarderswet.

  • ECLI:NL:TGDKG:2024:70 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/730911 DW RK 23/84

    Klacht over een zitting in een civiele procedure, die de gerechtsdeurwaarder niet heeft ingetrokken na een (deel)betaling door klager. Klager vindt dat de gerechtsdeurwaarder niet duidelijk heeft gecommuniceerd over openstaande bedragen en verwijt hem ook persoonsgegevens op te slaan en gevoelige gegevens te delen met derden. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2024:64 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/730543 DW RK 23/76 LV/SM

    Klacht gegrond. Maatregel: waarschuwing. In dit specifieke geval heeft de gerechtsdeurwaarder een onredelijk termijn gesteld waarbinnen een grote som betaald moest worden in combinatie met een hoog bedrag aan incassokosten. Bovendien was de aanzegging van een faillissementsaanvraag in deze fase van het proces prematuur.

  • ECLI:NL:TGDKG:2024:65 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/731061 / DW RK 23/90 LV/SM

    Klacht gegrond. Maatregel: berisping. Een onjuiste interpretatie van artikel 475a lid 6 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering heeft ertoe geleid dat klager enige beslagvrije voet is onthouden.

  • ECLI:NL:TGDKG:2024:66 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/731062 / DW RK 23/91 LV/SM

    Klacht gegrond. Maatregel: berisping. De gerechtsdeurwaarder heeft (achtereenvolgend) onvoldoende zorgvuldigheid betracht met betrekking tot de vaststelling van de beslagvrije voet.

  • ECLI:NL:TGDKG:2023:117 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/719072 / DW RK 22/238

    De gerechtsdeurwaarder heeft onterecht geïncasseerde gelden uit loonbeslag - nadat een betalingsregeling was overeengekomen - te laat terugbetaald aan klager. ***[Uitspraak vernietigd in HB 23 juli 2024. Zie ECLI:NL:GHAMS:2024:2043]***

  • ECLI:NL:TGDKG:2024:67 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/741653 / DW RK 23/390

    Beslissing op verzet. Niet-ontvankelijk: over beklaagde handelen is reeds door de kamer geoordeeld. Een arrest van het Gerechtshof is geen nieuw feit die maakt dat de kamer opnieuw aan toetsing van het beklaagde handelen toekomt.

  • ECLI:NL:TGDKG:2024:61 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/730934 / DW RK 23/86

    Klacht over dat het te lang heeft geduurd voordat klager antwoord kreeg op de vraag wie schuldeiser is, na cessie. Verkrijging akte cessie duurde lang vanwege moeizame communicatie met opdrachtgever. Klacht niet gegrond. Op een bericht is niet geantwoord. Klacht is ten aanzien van dat onderdeel wel gegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2024:68 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/740718 / DW RK 23/371

    Beslissing op verzet. Ongegrond. Klacht berust op hetzelfde feitencomplex waar eerder over is geklaagd.

  • ECLI:NL:TGDKG:2024:62 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/743898 / DW RK 23/462 LV/SM

    Beslissing op verzet. Klager beklaagt zich er onder meer over dat de gerechtsdeurwaarders klager niet hebben verteld wie de schuldeiser is en ondanks daartoe onbevoegd te zijn loonbeslag hebben gelegd. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en het verzet tegen die beslissing dient ongegrond te worden verklaard.