ECLI:NL:TGDKG:2024:75 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/744589 / DW RK 24/8 LV/WdJ

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2024:75
Datum uitspraak: 22-07-2024
Datum publicatie: 23-07-2024
Zaaknummer(s): C/13/744589 / DW RK 24/8 LV/WdJ
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Beslissing op verzet ongegrond. De gerechtsdeurwaarder heeft niet tuchtrechtelijk laakbaar gehandeld door de titel te executeren.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 22 juli 2024 zoals bedoeld in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de beslissing van 19 december 2023 met zaaknummer C/13/737986 / DW RK 23/281 en het daartegen ingestelde verzet met zaaknummer C/13/744589 / DW RK 24/8 LV/WdJ ingesteld door:

[  ],

wonende te [  ],

klager,

tegen:

[  ],

gerechtsdeurwaarder te [  ],

beklaagde.

1. Ontstaan en verloop van de procedure

Bij klachtenformulier met bijlage, ingekomen op 11 augustus 2023, heeft klager een klacht ingediend tegen beklaagde, hierna: de gerechtsdeurwaarder. Bij verweerschrift met bijlagen, ingekomen op 28 september 2023, heeft de gerechtsdeurwaarder op de klacht gereageerd. Bij beslissing van 19 december 2023 heeft de voorzitter de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Een afschrift van de beslissing van de voorzitter is bij brief van 21 december 2023 aan klager toegezonden. Bij brief, ingekomen op

2 januari 2024, heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter. Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 10 juni 2024 alwaar de gerechtsdeurwaarder is verschenen. Klager is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet ter zitting verschenen. De uitspraak is bepaald op 22 juli 2024.

2. De ontvankelijkheid van het verzet

Klager heeft verzet ingesteld binnen veertien dagen na de dag van verzending van een afschrift van voormelde beslissing van de voorzitter, zodat hij in het verzet kan worden ontvangen.

3. De feiten

Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden:

-           De gerechtsdeurwaarder is belast met een op 20 maart 2023 ten laste van klager uitgevaardigd dwangbevel van het Centraal Justitieel Incassobureau.

-           Bij brief van 23 maart 2023 is klager in de gelegenheid gesteld het openstaande bedrag binnen drie dagen te voldoen teneinde betekening van het dwangbevel en eventueel beslaglegging te voorkomen.

-           Bij exploot van 12 april 2023 heeft de gerechtsdeurwaarder het dwangbevel van 20 maart 2023 aan klager betekend met gelijktijdig bevel aan de inhoud te voldoen.

-           Op 1 mei 2023 heeft de gerechtsdeurwaarder executoriaal derdenbeslag gelegd onder [  ] ten laste van klager.

-           Bij exploot van 9 mei 2023 heeft de gerechtsdeurwaarder het proces-verbaal van het gelegde beslag aan klager betekend.

-           Bij brief van 20 juni 2023 heeft klager een klacht bij de gerechtsdeurwaarder ingediend.

4. De oorspronkelijke klacht

Klager beklaagt zich er samengevat over dat de gerechtsdeurwaarder, ondanks verzoeken tot aanlevering van bewijs volgens artikel 21 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvorming (Rv) en met inachtneming van de artikelen 150 en

156 (Rv), in verzuim is gebleven.

5. De beslissing van de voorzitter

5.1 De voorzitter heeft als volgt op de klacht overwogen:

4.2 De voorzitter overweegt dat een gerechtsdeurwaarder op grond van artikel 11 van de Gerechtsdeurwaarderswet in beginsel verplicht is om ambtshandelingen, waartoe hij bevoegd is, te verrichten indien hierom wordt verzocht. De gerechtsdeurwaarder heeft dan ook niet tuchtrechtelijk laakbaar gehandeld door het ten laste van klager uitgevaardigde dwangbevel van 23 maart 2023 ten uitvoer te leggen. De door klager aangevoerde standpunten geven geen aanleiding om enig tuchtrechtelijk laakbaar handelen van de gerechtsdeurwaarder vast te stellen.

5.2 Op grond hiervan heeft de voorzitter de klacht van klager als kennelijk ongegrond afgewezen.

6. De gronden van het verzet

6.1 In verzet heeft klager aangevoerd dat in de voorzittersbeslissing wordt verondersteld dat klager niet zou hebben gereageerd op de brief van de gerechtsdeurwaarder van 23 maart 2023. Klager heeft hier echter meermalen op gereageerd, te weten bij brieven van 1, 12 en 22 april 2023 en bij brief van 10 mei 2023. De gerechtsdeurwaarder heeft nimmer gereageerd op de brieven van klager.

6.2 Klager heeft verder aangevoerd dat de gerechtsdeurwaarder zijn executoriale titel is kwijtgeraakt en daardoor onrechtmatig heeft gehandeld door derdenbeslag ten laste van klager te leggen. Het is klager tot op heden niet bekend wie de schuldeiser is, waardoor sprake is van schending van ambtseed en de publiekelijke titel vernietigd is. De eventuele subjectieve veronderstellingen/aannames van de gerechtsdeurwaarder dat klager een soeverein mens is, zijn niet relevant en hebben slechts een demoniserende lading.

7. De beoordeling van de gronden van het verzet

7.1 De kamer overweegt dat de voorzitter bij de beoordeling van de inleidende klacht de juiste maatstaf heeft toegepast. De gronden van het verzet tegen de beslissing van de voorzitter leveren geen nieuwe gezichtspunten op die maken dat de kamer tot een andere beslissing komt.  

7.2 De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en het verzet dient dan ook ongegrond te worden verklaard.

7.3 Het voorgaande leidt tot de navolgende beslissing.

BESLISSING:

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

  • verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gegeven door mr. L. Voetelink, plaatsvervangend-voorzitter, mr. M.L.S. Kalff en M.F.J. Pijnenburg, leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 22 juli 2024, in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing staat op grond van het bepaalde in artikel 39, lid 4 van de Gerechtsdeurwaarderswet geen rechtsmiddel open.