Zoekresultaten 401-420 van de 3154 resultaten

  • ECLI:NL:TGDKG:2022:108 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/702225 DW RK 21/206 MdV/WdJ

    De gerechtsdeurwaarders hebben in dit geval niet tuchtrechtelijk laakbaar gehandeld door klagers aan te schrijven op het adres van hun onderneming. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2022:109 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/702984 DW RK 21/236 MdV/WdJ

    Vordering betreft een niet betaalde tankbeurt. Omdat klager bij zijn standpunt bleef dat de vordering onterecht was, had het op de weg van de gerechtsdeurwaarder gelegen om de opdrachtgever te adviseren om ofwel klager te dagvaarden ofwel de vordering in te trekken. Tevens heeft de gerechtsdeurwaarder met de sommatiebrief oneigenlijke druk uitgeoefend op klager mede door de suggestie van een zekere uitkomst van een gerechtelijke procedure te suggereren, die niet op voorhand vaststaat. Klacht gegrond. Maatregel van berisping opgelegd en veroordeling in proceskosten.

  • ECLI:NL:TGDKG:2022:110 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/716269 / DW RK 22/145

    BFT zaak. De gerechtsdeurwaarder heeft - na reeds recentelijk te zijn geschorst voor het laten ontstaan van een bewaringstekort - opnieuw een bewaringstekort laten ontstaan. De gerechtsdeurwaarder heeft nagelaten melding van dit tekort te doen bij het BFT. Gedurende het bestaan van het bewaringstekort heeft de gerechtsdeuwraarder gelden overgemaakt van de kwaliteitsrekening naar de kantoorrekening. Maatregel: schorsing.

  • ECLI:NL:TGDKG:2022:105 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/709789 / DW RK 21/513 MdV/WdJ

    Beslissing op verzet. Niet onderbouwd is dat de gerechtsdeurwaarder klager agressief heeft benaderd. Er is steeds tijdig en correct op e-mails gereageerd. Uit de overgelegde producties valt niet af te leiden dat klager (meermalen) heeft verzocht om specificaties van de verrichte betalingen. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2022:98 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/696290 / DW RK 21/29 MK/SM

    Beslissing op verzet. De gerechtsdeurwaarder heeft zich gedragen als een goed gerechtsdeurwaarder betaamt aangaande het beslag op de AOW, alsmede het beslag op het vakantiegeld van klaagster. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2022:100 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/691203 / DW RK 20/511 MdV/RH

    Beslissing op verzet. Oorspronkelijke beslissing over ministerieplicht en het (niet) plegen van valsheid in geschrifte blijft in stand.

  • ECLI:NL:TGDKG:2022:99 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/700637 / DW RK 21/144 MdV/RH

    Artikel 45 lid 3 onder d Rv geeft als uitgangspunt de vermelding van het adres. De Hoge Raad heeft echter op 18 december 2020 (ECLI:NL:HR:2020:2101) bepaald dat als het ontbreken van het woonadres van een gedaagde in een exploot, bijvoorbeeld in het geval van een geheim adres, niet leidt tot een identificatieprobleem, de vermelding van het adres niet per se noodzakelijk is. De gerechtsdeurwaarder heeft gesteld dat alleen op grond van een zwaarwegend belang van het uitgangspunt neergelegd in artikel 45 Rv kan worden afgeweken. Klager heeft aangevoerd dat hij wel degelijk een zwaarwegend belang heeft op grond waarvan zijn adres geheim moet blijven. Dit belang is gelegen in de aard van zijn werkzaamheden: onderbewindgestelden kunnen zich agressief richting bewindvoerders gaan gedragen. Naar het oordeel van de kamer had de gerechtsdeurwaarder gelet op het arrest van de Hoge Raad en in aanmerking genomen het zwaarwegend belang van klager om zijn adres geheim te houden, ervoor moeten kiezen dit adres niet te vermelden in het exploot. Ook in het geval het exploot niet zou zijn doorgestuurd aan de onderbewindgestelde zoals in dit geval wel is gebeurd, heeft klager een gerechtvaardigd belang bij het niet vermelden van zijn adresgegevens in een exploot. Een (ex)onderbewindgestelde kan namelijk altijd een afschrift van een exploot opvragen bij een gerechtsdeurwaarder, waardoor die gegevens alsnog bekend kunnen worden bij die (ex)onderbewindgestelde. De kamer is dus van oordeel dat dit klachtonderdeel gegrond is. [1] ECLI:NL:HR2020:2101

  • ECLI:NL:TGDKG:2022:101 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/700735 / DW RK 21/149 MdV/RH

    Vastgesteld wordt dat voor het rentebedrag geen titel bestaat. Het verweer van beklaagden dat de rente geen onderdeel is van het dossier en de mogelijke executie, maar vermeld is in een losse sommatie, voldoet niet. Het steeds weer ten onrechte opvoeren van het rentebedrag in de aanmaningen waarin ook de verschuldigde proceskosten zijn vermeld, leidt tot onduidelijkheid bij klaagster over wat betaald moet worden en voor welke bedragen een titel bestaat, en dus ook voor welk bedrag executiemaatregelen kunnen worden getroffen. De gerechtsdeurwaarder heeft daarmee in strijd met de zorgvuldigheid gehandeld.

  • ECLI:NL:TGDKG:2022:93 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/705622 / DW RK 21/349 MK/SM

    Beslissing op verzet. Niet-ontvankelijk. Verzet te laat ingediend.

  • ECLI:NL:TGDKG:2022:102 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/706372 / DW RK 21/387 MdV/RH

    Beslissing op verzet. Oorspronkelijke beslissing over het innen van een vordering nadat was gebleken dat geen schone lei verklaring was verleend blijft in stand.

  • ECLI:NL:TGDKG:2022:94 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/689362 / DW RK 20/453 MK/SM

    Beslissing op verzet. Niet-ontvankelijk. Verzet te laat ingediend.

  • ECLI:NL:TGDKG:2022:103 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/707774 / DW RK 21/430 MdV/RH

    Beslissing op verzet. De kamer kan niet zelfstandig een andere gerechtsdeurwaarder aanwijzen wanneer klager in zijn klacht een gerechtsdeurwaarder met naam heeft genoemd. Gebleken is dat deze slechts het gelegde beslag op de onroerende zaken van klager als losse opdracht aan klager heeft overbetekend. Door de overbetekening is hij niet verantwoordelijk geworden voor het gelegde beslag.

  • ECLI:NL:TGDKG:2022:95 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/700472 / DW RK 21/140 MK/SM

    Klagers beklagen zich er onder meer over dat de gerechtsdeurwaarder – naast de andere (zeven) titels die hij heeft betekend – één titel heeft betekend die niet uitvoerbaar bij voorraad was verklaard. De kamer oordeelt dat de gerechtsdeurwaarder in goed vertrouwen gevolg heeft gegeven aan zijn ministerieplicht, nu hij de opdracht kreeg van een advocaat. Hij mocht er daarom op vertrouwen dat alle vonnissen die hij ten uitvoer diende te leggen, daarvoor vatbaar waren en dus dat tegen het niet uitvoerbaar bij voorraad verklaarde vonnis geen hoger beroep was ingesteld. De termijn voor hoger beroep was immers op 28 december 2020 (de dag van betekening) ruimschoots verstreken en als hoger beroep was aangetekend had de advocaat daarvan op de hoogte kunnen en moeten zijn. Hoewel de gerechtsdeurwaarder uit het oogpunt van zorgvuldigheid navraag hiernaar had kunnen doen, is van enig tuchtrechtelijk laakbaar handelen niet gebleken. Klacht ongegrond.*****UITSPRAAK IN HOGER BEROEP: 24 januari 2023, ECLI:NL:GHAMS:2023:139,[ Het hof:- bevestigt de bestreden beslissing. ]*****

  • ECLI:NL:TGDKG:2022:104 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/707959 / DW RK 21/441 MdV/RH

    Beslissing op verzet. Oorspronkelijke beslissing over het leggen van beslag op klagers onroerende zaak voor een relatief geringe vordering blijft in stand.

  • ECLI:NL:TGDKG:2022:96 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/702066 DW RK 21/197 MK/SM

    Klacht (gedeeltelijk) gegrond. Maatregel: waarschuwing, geen proceskostenveroordeling. De afwikkeling van het eigen dossier en het dossier van de collega-gerechtsdeurwaarder hebben met onvoldoende spoed plaatsgevonden. De restitutie van hetgeen het UWV in april 2021 teveel had afgedragen heeft pas op 11 mei 2021 plaatsgevonden in plaats van op 23 april 2021. Klager is daar tevens onjuist over geïnformeerd door de gerechtsdeurwaarder.

  • ECLI:NL:TGDKG:2022:97 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/702130 DW RK 21/200 MK/SM

    Klager beklaagt zich er onder meer over dat de gerechtsdeurwaarder de beslagvrije voet ten onrecht heeft gehalveerd. De gerechtsdeurwaarder heeft de beslagvrije voet gehalveerd omdat, ondanks een verzoek om informatie, geen informatie is ontvangen van klager en zijn partner over hun inkomsten en uitgaven. Dit is overeenkomstig de toentertijd geldende wet (vóór 2021). Niet gebleken is dat de gevraagde informatie is verstrekt aan de gerechtsdeurwaarder. Van tuchtrechtelijk laakbaar handelen is niet gebleken. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2022:92 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/703284 / DW RK 21/383 MdV/SM

    Klacht gegrond. Maatregel: schorsing voor de duur van twee weken. De gerechtsdeurwaarders hebben erkend dat er (kortstondig) sprake is geweest van een bewaringstekort. Eveneens hebben de gerechtsdeurwaarders erkend dat er sprake is (geweest) van een dekkingstekort. De gerechtsdeurwaarders houden de resultaten van de normschending (lees: bedragen) herhaaldelijk tegen de zeer goede financiële gezondheid van de onderneming. Daarmee wekken de gerechtsdeurwaarders echter de indruk dat de normschendingen niet serieus (moeten) worden genomen en dat de voor de beroepsgroep geldende regels (op deze onderdelen) voor hen niet van toepassing zijn. Dit gedrag leidt tot willekeur en dat kan niet de bedoeling zijn. Eveneens kan het niet de bedoeling zijn de toezichthouder te onthouden van (potentieel) belangrijke informatie in het kader van haar onderzoek. Zeker daar waar het gaat om substantiële bedragen. Een enkele verklaring zonder daar enige (schriftelijke) onderbouwing voor aan te leveren is in dit geval onvoldoende. Zeker als de toezichthouder daar expliciet om verzoekt. De gerechtsdeurwaarders hebben de toezichthoudende taak van het BFT onnodig bemoeilijkt door niet voortvarend te voldoen aan haar verzoek. In potentie had het de gerechtsdeurwaarders een klachtonderdeel kunnen schelen.*****UITSPRAAK IN HOGER BEROEP: 7 februari 2023, ECLI:NL:GHAMS:2023:344,[ Het hof:- vernietigt de bestreden beslissing, met uitzondering van de kostenveroordeling;en, opnieuw beslissende:- verklaart klachtonderdeel a gegrond;- legt aan ieder van de gerechtsdeurwaarders de maatregel van berisping en een geldboete van € 2.500,- per persoon op. De wijze waarop de gerechtsdeurwaarders de boete moeten voldoen zal per aangetekende brief aan de gerechtsdeurwaarders worden medegedeeld. De termijn waarop de boete moet zijn voldaan bepaalt het hof op vier weken na dagtekening van die aangetekende brief;- verklaart de klachtonderdelen b en c ongegrond ]*****

  • ECLI:NL:TGDKG:2022:91 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/700473 / DW RK 21/141 LV/WdJ

    De gerechtsdeurwaarder heeft jarenlang ten onrechte de van de werkgever van klager ontvangen gelden verdeeld onder de schuldeiser en andere beslagleggers, nu sprake was van een opgemaakte akte van cessie. Klacht gegrond, maatregel van waarschuwing opgelegd.

  • ECLI:NL:TGDKG:2022:87 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/701884 / DW RK 21/190 LV/WdJ

    Beslissing op verzet. De gerechtsdeurwaarder heeft niet tuchtrechtelijk laakbaar gehandeld door het eerder gelegde beslag te hervatten. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2022:88 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/705647 / DW RK 21/352 LV/WdJ

    Tussenbeslissing op verzet. De kamer acht zich gelet op de omschreven klacht en de ter zitting door de gemachtigde van de gerechtsdeurwaarder gegeven toelichting onvoldoende voorgelicht om een beslissing te kunnen nemen op het verzetschrift. De gerechtsdeurwaarder wordt in de gelegenheid gesteld stukken voorzien van een korte toelichting te verstrekken, waarop klaagster in de gelegenheid wordt gesteld te reageren.