ECLI:NL:TGDKG:2022:93 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/705622 / DW RK 21/349 MK/SM

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2022:93
Datum uitspraak: 04-05-2022
Datum publicatie: 13-05-2022
Zaaknummer(s): C/13/705622 / DW RK 21/349 MK/SM
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Beslissing op verzet. Niet-ontvankelijk. Verzet te laat ingediend.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 4 mei 2022 zoals bedoeld in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de beslissing van 6 juli 2021met zaaknummer C/13/696105 DW RK 21/18 MdV/RH en het daartegen ingestelde verzet met zaaknummer C/13/705622 / DW RK 21/349 MK/SM ingesteld door:

[   ],

wonende te [   ],

klaagster,

tegen:

[   ],

gerechtsdeurwaarder te [   ],

beklaagde,

gemachtigde: [   ].

1. Ontstaan en verloop van de procedure

Bij klachtenformulier met bijlagen, ingekomen op 14 januari 2021, heeft klaagster een klacht ingediend tegen de gerechtsdeurwaarder. Bij verweerschrift, ingekomen op 15 februari 2021, heeft de gerechtsdeurwaarder gereageerd. Aan klaagster is een afschrift van de beslissing van de voorzitter van 6 juli 2021 toegezonden bij brief van 6 juli 2021. Bij brief, ingekomen op 30 juli 2021, heeft klaagster (pro forma) verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter met het verzoek om een (ruime) termijn om de gronden aan te vullen. Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 16 maart 2022 alwaar de gemachtigde van de gerechtsdeurwaarder is verschenen. Klaagster is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet ter zitting verschenen. De uitspraak is bepaald op 4 mei 2022.

2. De ontvankelijkheid van het verzet

2.1 Het verzet dient op grond van de wet te worden ingediend binnen veertien dagen na verzending van de brief met de beslissing van de voorzitter. De beslissing is verzonden op 6 juli 2021. De termijn begon daarmee te lopen op 7 juli 2021 en eindigde op 20 juli 2021. Het verzet is ingekomen op 30 juli 2021, dus buiten de termijn van veertien dagen en daarom te laat ingediend. Klaagster is niet ter zitting  verschenen en heeft ook geen gemachtigde afgevaardigd. Zij heeft op 14 maart 2022 (twee dagen voor de zitting) weliswaar een verzoek om uitstel van de zitting ingediend, maar dit verzoek is voorafgaand aan de zitting niet ingewilligd en klaagster heeft ook niet schriftelijk aangegeven wat de oorzaak van de termijnoverschrijding was. Nu niet is gebleken van omstandigheden die de termijnoverschrijding verschoonbaar maken, is klaagster niet ontvankelijk in haar verzet.

2.2 Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING:

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

  • verklaart het verzet niet ontvankelijk.

Aldus gegeven door mr. M.L.S. Kalff, plaatsvervangend-voorzitter,

mr. L. van Berkum en mr. J.M. Wisseborn, leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 4 mei 2022, in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing staat op grond van het bepaalde in artikel 39, lid 4 van de Gerechtsdeurwaarderswet geen rechtsmiddel open.