ECLI:NL:TGDKG:2022:103 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/707774 / DW RK 21/430 MdV/RH

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2022:103
Datum uitspraak: 06-05-2022
Datum publicatie: 13-05-2022
Zaaknummer(s): C/13/707774 / DW RK 21/430 MdV/RH
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Beslissing op verzet. De kamer kan niet zelfstandig een andere gerechtsdeurwaarder aanwijzen wanneer klager in zijn klacht een gerechtsdeurwaarder met naam heeft genoemd. Gebleken is dat deze slechts het gelegde beslag op de onroerende zaken van klager als losse opdracht aan klager heeft overbetekend. Door de overbetekening is hij niet verantwoordelijk geworden voor het gelegde beslag. 

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 6 mei 2022 zoals bedoeld in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de beslissing van 21 september 2021 met zaaknummer C/13/698307 / DW RK 21/87 en het daartegen ingestelde verzet met zaaknummer C/13/707774 / DW RK 21/430 MdV/RH ingesteld door:

[..],

wonende te [..],

klager,

tegen:

[..],

toegevoegd gerechtsdeurwaarder te [..],

beklaagde,

gemachtigde: [..].

Ontstaan en verloop van de procedure

Bij klachtenformulier met bijlagen, ingekomen op 1 maart 2021, heeft klager een klacht ingediend tegen de gerechtsdeurwaarder. Bij verweerschrift, ingekomen op

9 april 2021, heeft de gerechtsdeurwaarder op de klacht gereageerd.

Bij beslissing van 21 september 2021 heeft de voorzitter de klacht als kennelijk niet ontvankelijk afgewezen. Aan klager is een afschrift van de beslissing van de voorzitter toegezonden bij brief van diezelfde datum. Bij brief, ingekomen op

28 september 2021, heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter. Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 25 maart 2021 alwaar klager is verschenen. De gemachtigde van de gerechtsdeurwaarderis telefonisch gehoord. De uitspraak is bepaald op 6 mei 2022.

1. De ontvankelijkheid van het verzet

Klager heeft verzet ingesteld binnen veertien dagen na de dag van verzending van een afschrift van voormelde beslissing van de voorzitter, zodat hij in het verzet kan worden ontvangen.

2. De feiten

Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden:

-           bij vonnis van de rechtbank Rotterdam van 17 november 2017 is klager –samengevat – veroordeeld tot betaling van de proceskosten en een geldsom ad € 25.000,- aan de naamloze vennootschap ING Bank N.V. (hierna: ING);

-           het gerechtsdeurwaarderskantoor [..], mede handelende onder de naam [..], is belast met de executie van het vonnis;

-           op 23 januari 2018 is de grosse van het vonnis met gelijktijdig bevel tot betaling aan klager betekend;

-           bij brief van 24 juli 2018 heeft het gerechtsdeurwaarderskantoor [..] aan klager medegedeeld dat onder voorbehoud van goedkeuring van ING een tijdelijke betalingsregeling voor 3 maanden akkoord is;

-           bij brief van 4 juni 2020 heeft Van Arkel klager geïnformeerd dat ING niet instemt met zijn voorstel tegen finale kwijting en dat de in het verleden afgesproken betalingsregeling voor bepaalde tijd moet worden herzien. Klager is tevens verzocht om een nieuw betalingsvoorstel te doen;

-           op 10 juni 2020 is er wederom een bevel tot betaling aan klager betekend;

-           bij brief van 10 juni 2020 heeft [..] een tijdelijke betalingsregeling voor de duur van 6 maanden aan klager bevestigd. Hierin is door [..] aan klager medegedeeld dat de eerste termijn uiterlijk op 5 juli 2020 door het gerechtsdeurwaarderskantoor moet zijn ontvangen;

-           bij brief van 4 september 2020 heeft [..] klager geïnformeerd dat ING heeft ingestemd met de tijdelijke betalingsregeling van 6 maanden. Uit de brief volgt dat de laatste betaling van deze betalingsregeling uiterlijk op 5 december 2020 moet zijn ontvangen. Tevens is klager verzocht om uiterlijk 5 januari 2021 een nieuw betalingsvoorstel in te dienen;

-           bij brief van 21 januari 2021 heeft [..] aan klager meegedeeld dat ING niet akkoord is met een door klager aangeboden betalingsvoorstel tegen finale kwijting. Tevens is aangegeven dat ING geen betalingsregeling meer wil treffen en verlangt dat de vordering uiterlijk op 29 januari 2021 ineens is voldaan. Bij uitblijven van betaling gaat [..] over tot verdere executiemaatregelen;

-           op 9 februari 2021 heeft gerechtsdeurwaarder [..] beslag gelegd op onroerende zaken van klager;

-           de gerechtsdeurwaarder is door [..] opgedragen om het proces-verbaal van de beslaglegging op de onroerende zaken van klager te betekenen;

-           op 15 februari 2021 heeft de gerechtsdeurwaarder het proces-verbaal aan klager betekend;

-           bij brief van 16 februari 2021 heeft klager zich bij [..] beklaagd over de beslaglegging op zijn onroerende zaken en het gerechtsdeurwaarderskantoor gesommeerd het beslag op te heffen. Klager stelt in de brief dat hij de getroffen betalingsregeling is nagekomen;

-           bij e-mail van 1 maart 2021 heeft [..] inhoudelijk gereageerd op de brief van 16 februari 2021;

-           de gerechtsdeurwaarder heeft na kennisname van de onderhavige klacht [..] gevraagd naar de achtergrond van de klacht.

3. De oorspronkelijke klacht

Klager beklaagt zich er samengevat over dat de gerechtsdeurwaarder onrechtmatig beslag heeft gelegd op zijn woning en dat de gerechtsdeurwaarder niet heeft gereageerd op de sommatie om het beslag op te heffen.

4. De beslissing van de voorzitter

4.1 De voorzitter heeft als volgt op de klacht overwogen:

4.1 Op grond van artikel 34 lid 1 van de Gerechtsdeurwaarderswet zijn gerechtsdeurwaarders onderworpen aan tuchtrechtspraak voor handelen of nalaten in strijd met de Gerechtsdeurwaarderswet, en voor handelen of nalaten dat een behoorlijk gerechtsdeurwaarder niet betaamt. In deze beslissing wordt beoordeeld of de beklaagde handelwijze van de gerechtsdeurwaarder een tuchtrechtelijk verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert.

4.2 In het onderhavige geval heeft klager zijn klacht gericht tegen de gerechtsdeurwaarder die werkzaam is bij het gerechtsdeurwaarderskantoor [..]. Uit het verweerschrift en de overgelegde producties blijkt dat de klacht van klager betrekking heeft op een gerechtsdeurwaarder van [..]. De beklaagde gerechtsdeurwaarder is op geen enkele wijze betrokken geweest bij de gewraakte beslaglegging en de gewraakte communicatiewijze. De met naam genoemde gerechtsdeurwaarder kan om die reden dan ook niet als beklaagde worden aangemerkt.

4.3 Het Gerechtshof Amsterdam heeft beslist dat de Kamer zijn onderzoeksbevoegdheid overschrijdt als zij zelfstandig een andere gerechtsdeurwaarder als beklaagde aanmerkt terwijl klager zijn klacht tegen een met naam genoemde gerechtsdeurwaarder heeft gericht (ECLI:NL:GHAMS:2014:3696). Klager heeft zijn klacht gericht tegen de gerechtsdeurwaarder genoemd in de aanhef van deze beschikking.

4.4 De stukken in het dossier geven er geen blijk van dat klager op enig moment zijn oorspronkelijke klacht heeft herzien dan wel een nieuwe klacht heeft ingediend, waardoor de Kamer geen andere gerechtsdeurwaarder als beklaagde mag aanmerken.

4.5 Vorenstaande betekent dat de klacht niet-ontvankelijk moet worden verklaard. Hetgeen klager overigens heeft aangevoerd komt daarom niet voor bespreking in aanmerking.

4.2 Op grond hiervan heeft de voorzitter de klacht van klager kennelijk niet ontvankelijk verklaard.

5. De gronden van het verzet

In verzet heeft klager het volgende aangevoerd.

5.1 De beklaagde gerechtsdeurwaarder heeft op 15 februari 2021 de betekening verzorgd van de beslaglegging. Deze heeft in opdracht van gerechtsdeurwaarder [..] gehandeld. Door de betekening is de gerechtsdeurwaarder verantwoordelijk geworden voor de daaruit vloeiende handelingen, ook al is dit in opdracht. Vervolgens is de incasso terecht gekomen bij [..].

5.2 Uit het verweerschrift dat is opgesteld door [..] zou men op kunnen maken dat de gerechtsdeurwaarder geen verantwoordelijkheid heeft daar deze alleen als postbode is gebruikt om de envelop in [..] te krijgen.

5.3 Vanwege de onduidelijkheid over de vele namen en het wegschuiven van verantwoordelijkheden heeft de kamer geconcludeerd tot niet ontvankelijkheid. Klager voelt zich door deze handelwijze misleid.

Ter zitting heeft klager aangevoerd dat de gerechtsdeurwaarder niet heeft onderzocht of het leggen van het beslag gerechtvaardigd was, mede in het licht van het feit dat klager de betalingsregeling altijd is nagekomen. Klager verzoekt de kamer om duidelijkheid te scheppen in de chaos van de verschillende gerechtsdeurwaarders die zich met de zaak bezig houden en hun te verzoeken akkoord te gaan met klagers’ maandelijkse betalingen en te zorgen dat de disproportionele beslagen ongedaan gemaakt kunnen worden.    

6. De beoordeling van de gronden van het verzet

6.1 Voor zover klager nieuwe klachten in verzet heeft aangevoerd kan hij daarin niet worden ontvangen. Volgens vaste rechtspraak van het gerechtshof Amsterdam dient de kamer bij de behandeling van het verzet tegen de beslissing van de voorzitter de oorspronkelijke klacht te toetsen. Dit betekent dat in verzet de oorspronkelijke klacht niet met nieuwe klachten kan worden aangevuld. Klager kan niet worden ontvangen in zijn klachten die hij ter zitting heeft aangevoerd. Daarbij wordt tevens overwogen dat het niet tot de bevoegdheid van de kamer behoort een gerechtsdeurwaarder opdrachten te geven zoals door klager ter zitting verzocht.

6.2 Klager heeft zijn klacht ingediend tegen de in de aanhef vermelde toegevoegd gerechtsdeurwaarder. Gebleken is dat deze slechts het gelegde beslag op de onroerende zaken van klager als losse opdracht aan klager heeft overbetekend ex artikel 475i Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Door de overbetekening is hij niet verantwoordelijk geworden voor het gelegde beslag. Een betekening is immers niets meer dan een kennisgeving van een rechtshandeling (bijvoorbeeld een gelegd beslag) die al heeft plaatsgevonden. Het beslag is gelegd door gerechtsdeurwaarder [..] van [..]. Klager had zijn klacht over het gelegde beslag en de communicatie daarover moeten indienen tegen laatstgenoemde gerechtsdeurwaarder. Dat heeft hij echter niet gedaan.

6.3 De voorzitter heeft in de beslissing van 21 september 2021 de klacht kennelijk niet ontvankelijk verklaard. Dit is niet juist, het dictum had moeten luiden: kennelijk ongegrond. Nu dit niet meer dan een verschrijving betreft, leidt dit niet tot vernietiging van de voorzittersbeslissing.

6.4 Het voorgaande leidt tot de navolgende beslissing.

BESLISSING:

De kamer voor gerechtsdeurwaarders:

  • verklaart het verzet ongegrond.