ECLI:NL:TGDKG:2022:94 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/689362 / DW RK 20/453 MK/SM

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2022:94
Datum uitspraak: 04-05-2022
Datum publicatie: 13-05-2022
Zaaknummer(s): C/13/689362 / DW RK 20/453 MK/SM
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Beslissing op verzet. Niet-ontvankelijk. Verzet te laat ingediend.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 4 mei 2022 zoals bedoeld in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de beslissing van 28 april 2021 met zaaknummer C/13/689362 DW RK 20/453 MdV/WdJ en het daartegen ingestelde verzet met zaaknummer C/13/689362 / DW RK 20/453 MK/SM ingesteld door:

[   ],

wonende te [   ],

klaagster,

tegen:

[   ],

gerechtsdeurwaarder te [   ],

beklaagde,

gemachtigde: [   ].

1. Ontstaan en verloop van de procedure

Bij klachtformulier met bijlagen, ingekomen op 2 september 2020, heeft klaagster een klacht ingediend tegen (het kantoor van) beklaagde, hierna: de gerechtsdeurwaarder. Bij verweerschrift, ingekomen op 10 december 2020, heeft de gerechtsdeurwaarder op de klacht gereageerd. Bij beslissing van 28 april 2021 heeft de voorzitter de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Een afschrift van de beslissing van de voorzitter is bij brief van diezelfde datum aan klaagster toegezonden. Bij brief, ingekomen op 20 mei 2021, heeft klaagster verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter. Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 16 maart 2022 alwaar de gerechtsdeurwaarder is verschenen. Klaagster is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet ter zitting verschenen. De uitspraak is bepaald op 4 mei 2022.

2. De ontvankelijkheid van het verzet

2.1 Het verzet dient op grond van de wet te worden ingediend binnen veertien dagen na verzending van de brief met de beslissing van de voorzitter. De beslissing is verzonden op 28 april 2021. De termijn begon daarmee te lopen op 29 april 2021

en eindigde op 12 mei 2021. Het verzet is ingekomen op 20 mei 2021, dus buiten de termijn van veertien dagen en daarom te laat ingediend. Nu niet is gebleken van omstandigheden die de termijnoverschrijding verschoonbaar maken, is klaagster niet ontvankelijk in haar verzet.

2.2 Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING:

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

  • verklaart het verzet niet-ontvankelijk.

Aldus gegeven door mr. M.L.S. Kalff, plaatsvervangend-voorzitter,

mr. L. van Berkum en mr. J.M. Wisseborn, leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 4 mei 2022, in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing staat op grond van het bepaalde in artikel 39, lid 4 van de Gerechtsdeurwaarderswet geen rechtsmiddel open.