ECLI:NL:TGDKG:2022:108 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/702225 DW RK 21/206 MdV/WdJ

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2022:108
Datum uitspraak: 16-05-2022
Datum publicatie: 17-05-2022
Zaaknummer(s): C/13/702225 DW RK 21/206 MdV/WdJ
Onderwerp: Andere werkzaamheden (art. 20 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: De gerechtsdeurwaarders hebben in dit geval niet tuchtrechtelijk laakbaar gehandeld door klagers aan te schrijven op het adres van hun onderneming. Klacht ongegrond.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 16 mei 2022 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer C/13/702225 DW RK 21/206 MdV/WdJ ingesteld door:

1. [  ],

2. [  ],

wonende te [  ],

klagers,

gemachtigde: [  ],

tegen:

[  ],

gerechtsdeurwaarder te [  ],

beklaagde,

gemachtigde: [  ].

1. Ontstaan en loop van de procedure

Bij klachtenformulier met bijlagen, ingekomen op 19 mei 2021, hebben klagers een klacht ingediend tegen beklaagde, hierna: de gerechtsdeurwaarder. Bij verweerschrift, ingekomen op 3 juni 2021, heeft de gerechtsdeurwaarder op de klacht gereageerd. De klacht is behandeld ter openbare zitting van 4 april 2022 alwaar klagers met hun gemachtigde en de gemachtigde van de gerechtsdeurwaarder zijn verschenen. De uitspraak is bepaald op 16 mei 2022.

2. De feiten

Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden:

-           Bij vonnis van de voorzieningenrechter te [  ] van 22 april 2020 zijn klagers en hun onderneming onder meer hoofdelijk veroordeeld tot het betalen van een geldbedrag.

-           Bij exploot van 28 april 2020 is het vonnis van 22 april 2020 aan klagers betekend met gelijktijdig bevel aan de inhoud te voldoen.

-           Op 6 mei 2020 is executoriaal beslag gelegd op de woning van klagers. Het proces-verbaal van het gelegde beslag is bij exploot van 11 mei 2020 aan klagers betekend.

-           Bij brief van 12 oktober 2020 heeft de gerechtsdeurwaarder een vooraankondiging huisbezoek naar een adres in [  ] verzonden.

-           Bij brief van 29 maart 2021 heeft de gerechtsdeurwaarder klagers op hetzelfde adres in [  ] gesommeerd tot betaling van de openstaande vordering over te gaan teneinde beslag op het inkomen of inboedel te voorkomen.

-           Bij brief van 8 april 2021 heeft de gemachtigde van klagers bezwaar gemaakt tegen de adressering in de brieven van de gerechtsdeurwaarder van

12 oktober 2020 en 29 maart 2021. Hierop heeft de gerechtsdeurwaarder bij brief van 14 april 2021 gereageerd.

3. De klacht

Klagers beklagen zich er samengevat over dat de gerechtsdeurwaarder correspondentie richt aan een adres waar klagers niet wonen of zijn ingeschreven.

4. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder

De gerechtsdeurwaarder heeft de klacht gemotiveerd weersproken. Voor zover van belang wordt hierna op dat verweer ingegaan.

5. De beoordeling van de klacht

5.1 Gerechtsdeurwaarders (waaronder mede wordt begrepen waarnemend gerechts­deur­waar­ders, toegevoegd gerechtsdeurwaarders, kandidaat-gerechtsdeurwaar­ders en degenen die zijn toegevoegd in het kader van de stageverplichting bij de in artikel 25, eerste lid, bedoelde opleiding) zijn ingevolge artikel 34 van de Gerechtsdeurwaar­ders­­wet aan tuchtrechtspraak onderworpen ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling en ter zake van enig handelen of nalaten dat een behoorlijk gerechtsdeurwaarder, waarnemend gerechts­deur­waar­der, toegevoegd gerechtsdeurwaarder of kandidaat-gerechtsdeurwaarder niet betaamt. Ter beoordeling staat of de handelwijze van de gerechtsdeurwaarder een tuchtrechtelijk verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert.

5.2 Uit de overgelegde producties blijkt dat de gerechtsdeurwaarder het vonnis alsmede het proces-verbaal van het gelegde beslag op de woning van klagers hebben betekend op het woonadres van klagers te [  ]. Omdat betaling dan wel een reactie is uitgebleven, heeft de gerechtsdeurwaarder klagers vervolgens aangeschreven op het adres “[  ]”. Hoewel klagers niet woonachtig zijn op voornoemd adres en de onderneming van klagers volgens de gegevens uit de Kamer van Koophandel niet formeel op dit adres ingeschreven staat, valt niet in de zien waarom de gerechtsdeurwaarder de betreffende brieven niet naar dat adres mocht sturen, nu klagers het genoemde adres zelf in hun communicatie en advertenties gebruiken als het adres waarop ze te bereiken zijn. De gerechtsdeurwaarder heeft er op deze manier alles aan gedaan om te bereiken dat klagers de brieven zouden ontvangen. De gerechtsdeurwaarder heeft voorts, nadat de gemachtigde van klagers de gerechtsdeurwaarder had verzocht om alle correspondentie van klagers te richten aan het woonadres te [  ] bij brief van 5 mei 2021 excuses aangeboden en toegezegd dat toekomstige correspondentie alleen nog zal worden gericht aan het woonadres van klagers. Gesteld noch gebleken is dat de gerechtsdeurwaarder na de brief van 5  mei 2021 nog brieven heeft gericht aan het adres [  ]. Een tuchtrechtelijk verwijt kan de gerechtsdeurwaarder hier niet gemaakt worden.

5.3 Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

  • verklaart de klacht ongegrond.

Aldus gegeven door mr. W.M. de Vries, voorzitter, mr. C.W.D. Bom en

mr. A.W. Veth, leden en uitgesproken ter openbare zitting van 16 mei 2022, in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing, hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.