Zoekresultaten 381-400 van de 21674 resultaten

  • ECLI:NL:TADRSHE:2025:34 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-591/DB/LI

    Verzet ongegrond

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:56 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-553/AL/MN

    De raad verklaart de klacht niet-ontvankelijk wegens overschrijding van de klachttermijn.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2025:35 Raad van Discipline Amsterdam 24-667/A/A

    Ongegrond verzet.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2025:36 Raad van Discipline Amsterdam 24-578/A/A

    Ongegrond verzet.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2025:37 Raad van Discipline Amsterdam 24-831/A/A

    Raadsbeslissing; ongegronde klacht over de advocaat wederpartij. Van een situatie waarin toepassing moet worden gegeven aan gedragsregel 15 is geen sprake. Daarvoor dient klager op enig moment de cliënt van verweerder te zijn geweest (15 lid 1 onder b). Dat is niet gebleken.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:55 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-889/AL/OV

    Voorzittersbeslissing. De voorzitter verklaart een klacht over de deken kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2025:38 Raad van Discipline Amsterdam 24-741/A/A

    Raadsbeslissing; Klacht over de kwaliteit van dienstverlening gedeeltelijk gegrond zonder oplegging maatregel. Hoewel is komen vast te staan dat verweerder op het gebied van de schriftelijke vastlegging van belangrijke afspraken (gedragsregel 16 lid 1) en bij zijn onttrekking aan klaagsters zaak (gedragsregel 14 lid 3) steken heeft laten vallen, ziet de raad aanleiding in dit geval geen maatregel op te leggen. De raad heeft er begrip voor dat bijstand in Wvggz-zaken zich minder goed leent voor onverkorte en strikte toepassing van de gedragsregels. Bovendien valt het verweerder te prijzen dat hij, zo heeft hij ter zitting verklaard, klaagster op haar verzoek recentelijk toch weer als advocaat heeft bijgestaan, omdat geen enkele andere advocaat klaagster wilde bijstaan en hij haar niet in de steek wilde laten.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2025:39 Raad van Discipline Amsterdam 25-031/A/A

    Voorzittersbeslissing; kennelijk ongegronde klacht over de kwaliteit van dienstverlening van verweerster in een echtscheidingsprocedure; naar het oordeel van de voorzitter voldeed het werk van verweerster aan hetgeen van een redelijk bekwame en redelijk handelende advocaat in de gegeven omstandigheden mocht worden verwacht. Daarnaast kwalificeerden de declaraties van verweerster niet als excessief.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2025:34 Raad van Discipline Amsterdam 24-718/A/A

    Ongegrond verzet.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:27 Hof van Discipline 's Gravenhage 240217

    Verweerster heeft haar cliënt, klager, gedurende een lange periode bewust voorgespiegeld dat zij een zaak tegen de ex-partner van klager aanhangig had gemaakt bij de rechtbank, terwijl dat niet het geval was. Vervolgens heeft verweerster klager ontraden zich bij de rechtbank te beklagen over de trage behandeling. De raad heeft verweerster hiervoor de maatregel van schrapping opgelegd, mede gelet op het proberen te verhullen van haar gedrag, het niet geven van een uitleg voor haar handelen en haar tuchtrechtelijk verleden. Het hof bekrachtigt de beslissing van de raad.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2025:31 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-661/DB/ZWB

    Raadsbeslissing. Klacht van advocaat over advocaat. Naar het oordeel van de raad betaamt het een behoorlijk handelend advocaat niet om een schikkingsvoorstel te formuleren, waarin volstrekt onduidelijk is ten behoeve van welke wederpartij(en) bij aanvaarding van het schikkingsvoorstel tot betaling moet worden overgegaan en waarin volstrekt ongewis is tot betaling van welke bedragen moet worden overgegaan. Klager heeft uitdrukkelijk aan verweerder gevraagd voor wie hij optrad en verweerder had daarover in ieder geval op het moment dat hij een schikkingsvoorstel namens zijn cliënten formuleerde klare wijn moeten schenken. Door dit te weigeren heeft verweerder niet gehandeld zoals het een behoorlijk advocaat betaamt. Klager verwijt verweerder daarnaast dat hij misbruik heeft gemaakt van procesrecht door een proefprocedure te starten, waarin hij bewust heeft gekozen voor een lage vordering zodat geen hoger beroep mogelijk is, waarna hij vijftien dagvaardingen heeft uitgebracht en de eis heeft vermeerderd tot een bedrag van € 7.750,--. Door kort na uitbrenging van de dagvaarding de eis te vermeerderen heeft verweerder naar het oordeel van de raad tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld. De advocaat dient immers een doelmatige behandeling van de zaak na te streven en verweerder heeft dit nagelaten. Klacht deels gegrond. Schorsing van twaalf weken, waarvan vier weken voorwaardelijk.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:52 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-805/AL/GLD

    Voorzittersbeslissing. De voorzitter verklaart een klacht over de deken kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:53 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-001/AL/MN

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen de advocaat van de wederpartij kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:54 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-027/AL/GLD

    Voorzittersbeslissing over verweerder als advocaat van de wederpartij van klager in een familiegeschil. Een deel van de klachten zijn niet-ontvankelijk omdat die buiten de wettelijke termijn zijn ingediend. Voor zover al sprake was van onjuiste feiten in het verzoekschrift van verweerder, had de advocaat van klager zich daartegen kunnen verweren in die procedure.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2025:28 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-692/DB/ZWB

    Verzetbeslissing. De voorzitter heeft bij de beoordeling van de klacht de juiste maatstaf toegepast en voorts rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2025:29 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-497/DB/ZWB

    Verzetbeslissing. De voorzitter heeft bij de beoordeling van de klacht de juiste maatstaf toegepast en voorts rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2025:30 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-498/DB/ZWB

    Raadsbeslissing. Klacht over advocaat van de wederpartij. Klaagster verwijt verweerster dat zij klaagster enkele dagen voor kerst heeft doen dagvaarden, zonder gelijktijdig haar advocaat te informeren. De raad is van oordeel dat gedragsregel 25 lid 2 ook geldt voor dagvaardingen. Dat de betekening van een dagvaarding door de deurwaarder met waarborgen is omkleed doet daar niet aan af. De ratio van deze gedragsregel is namelijk dat de advocaat van de wederpartij van de ontwikkelingen in een zaak op de hoogte is. Zo wordt voorkomen dat de advocaat van de wederpartij een partij bij een geschil overrompelt zonder bijstand van zijn eigen advocaat. Bovendien is het niet ongebruikelijk dat een dagvaarding niet aan de beoogde partij ter hand wordt gesteld maar door de deurwaarder in de brievenbus wordt achtergelaten. Ook die praktijk onderstreept het belang dat de advocaat van de eisende partij de advocaat van de gedaagde partij informeert over het uitbrengen van de dagvaarding door het toesturen daarvan aan die advocaat. Op grond van gedragsregel 25 lid 2 mag een dagvaarding derhalve slechts rechtstreeks aan een partij, die zich laat bijstaan door een advocaat, betekend worden, wanneer een afschrift hiervan gelijktijdig aan diens advocaat wordt verstuurd. Verweerster heeft dit nagelaten. Door na te laten gelijktijdig een afschrift van de dagvaarding aan klaagster te sturen, heeft verweerster naar het oordeel van de raad gehandeld in strijd met gedragsregel 25 lid 2. In zoverre is de klacht gegrond. De raad is, anders dan klaagster, van oordeel dat verweerster geen tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt van het feit dat de dagvaarding op 21 december 2023, dus enkele dagen voor kerst, aan klaagster is betekend. Naar het oordeel van de raad is niet gebleken dat klaagsters belangen daardoor nodeloos zijn geschaad. In zoverre is de klacht ongegrond. De raad ziet in de aard en ernst van het gegrond bevonden tuchtrechtelijke verwijt en in de omstandigheden dat verweerster ter zitting van de raad heeft aangegeven dat zij in retrospectief er beter aan had gedaan om klaagsters advocaat gelijktijdig te informeren en dat verweerster niet eerder tuchtrechtelijk werd veroordeeld, aanleiding om af te zien van oplegging van een maatregel.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:51 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-731/AL/GLD

    Raadsbeslissing. Klacht over advocaat van de wederpartij. Verweerder heeft in een langlopende procedure de advocaat van klaagster vooraf niet geïnformeerd over het uitbrengen van de dagvaarding, het aanbrengen van de dagvaarding en de betekening van het verstekvonnis. Verweerder heeft onvoldoende oog gehad voor de gerechtvaardigde belangen van klaagster om zich behoorlijk tegen de vordering van de cliënt van verweerder te verweren. De belangen van klaagster zijn hierdoor onnodig geschaad. De optelsom van de feitelijke omstandigheden in deze zaak in onderling verband en in samenhang bezien leidt tot de conclusie dat verweerder klachtwaardig heeft gehandeld. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2025:26 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-677/DB/LI

    Raadsbeslissing. Klacht over de eigen advocaat over de kwaliteit van de dienstverlening. De klacht dat verweerder klagers belangen niet naar behoren heeft behartigd en hem niet dan wel onvoldoende heeft geinformeerd is ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2025:27 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-528/DB/LI

    Raadsbeslissing. Klacht over de eigen advocaat. Klacht deels niet-ontvankelijk op grond van artikel 46g lid 1 aanhef en sub a Advocatenwet. Verweerder heeft zonder toestemming van klaagster zijn honorarium verrekend met aan klaagster toekomende gelden en daarmee gehandeld in strijd met de kernwaarden (financiële) integriteit. Deels gegrond. Waarschuwing.