ECLI:NL:TAHVD:2025:27 Hof van Discipline 's Gravenhage 240217

ECLI: ECLI:NL:TAHVD:2025:27
Datum uitspraak: 14-02-2025
Datum publicatie: 17-02-2025
Zaaknummer(s): 240217
Onderwerp:
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Vereiste communicatie met de cliënt
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Kwaliteit van de dienstverlening
Beslissingen: Regulier
Inhoudsindicatie: Verweerster heeft haar cliënt, klager, gedurende een lange periode bewust voorgespiegeld dat zij een zaak tegen de ex-partner van klager aanhangig had gemaakt bij de rechtbank, terwijl dat niet het geval was. Vervolgens heeft verweerster klager ontraden zich bij de rechtbank te beklagen over de trage behandeling. De raad heeft verweerster hiervoor de maatregel van schrapping opgelegd, mede gelet op het proberen te verhullen van haar gedrag, het niet geven van een uitleg voor haar handelen en haar tuchtrechtelijk verleden. Het hof bekrachtigt de beslissing van de raad.


Beslissing van 14 februari 2025
in de zaak 240217

naar aanleiding van het hoger beroep van:

verweerster

tegen:

klager

gemachtigde: mr. S.S.A. Hendrickx, advocaat te Den Haag

1 INLEIDING

1.1 Verweerster heeft haar cliënt, klager, gedurende een lange periode bewust voorgespiegeld dat zij een zaak tegen de ex-partner van klager aanhangig had gemaakt bij de rechtbank, terwijl dat niet het geval was. Vervolgens heeft verweerster klager ontraden zich bij de rechtbank te beklagen over de trage behandeling. De raad heeft verweerster hiervoor de maatregel van schrapping opgelegd, mede gelet op het proberen te verhullen van haar gedrag, het niet geven van een uitleg voor haar handelen en haar tuchtrechtelijk verleden. Verweerster komt hiertegen in beroep.

1.2 Het Hof van Discipline (hierna: het hof) zet eerst het verloop van de procedure bij de raad en het hof uiteen. Vervolgens zet het hof het volgende op een rij: de feiten, de klacht en de beoordeling van de raad. Daarna volgen de redenen waarom verweerster in beroep is gekomen en hoe het hof daarover oordeelt.


2 DE PROCEDURE

Bij de raad van discipline

2.1 De raad van discipline in het ressort Den Haag heeft in de zaak tussen klager en verweerster (zaaknummer: 24-012/DH/DH) een beslissing genomen op 8 juli 2024. In deze beslissing is de klacht van klager gegrond verklaard. Aan verweerster is de maatregel van schrapping opgelegd. Verder is verweerster veroordeeld tot betaling van het griffierecht, de reiskosten en proceskosten.

2.2 Deze beslissing is onder ECLI:NL:TADRSGR:2024:130 op tuchtrecht.nl gepubliceerd.

Bij het Hof van Discipline

2.3 Het beroepschrift van verweerster tegen de beslissing is op 6 augustus 2024 ontvangen door de griffie van het hof.

2.4 Verder bevat het dossier van het hof:
- de stukken van de raad;
- het verweerschrift van klager.

2.5 Het hof heeft de zaak mondeling behandeld tijdens de openbare zitting van 20 december 2024. Daar zijn verweerster en klager, bijgestaan door zijn gemachtigde, verschenen. De gemachtigde van klager heeft de standpunten van klager toegelicht aan de hand van spreekaantekeningen, die onderdeel uitmaken van het dossier van het hof.


3 FEITEN

Het hof gaat uit van de feiten die door de raad zijn vastgesteld nu daartegen geen beroepsgrond is gericht. Het gaat voor zover in hoger beroep nog van belang om de volgende feiten.

3.1 Klager is tot 4 februari 2016 gehuwd geweest. Klager is in Spanje, waar hij indertijd woonachtig was, een procedure gestart tot afwikkeling van het huwelijksvermogensregime, waaronder de op naam van zijn ex-partner gestelde echtelijke woning in Den Haag. De Spaanse rechter heeft zich in die zaak onbevoegd verklaard.

3.2 Op 23 maart 2019 heeft klager zich gewend tot verweerster om te bewerkstelligen dat klager werd bevrijd van de verplichting tot betaling van de hypothecaire lasten verbonden aan de woning. Hoewel de woning uitsluitend eigendom was van de ex-partner van klager, waren klager en zijn ex-partner hoofdelijk schuldenaar voor de hypotheeklening en voldeed klager de hypothecaire lasten (alsmede bepaalde andere verplichtingen ten aanzien van deze woning).

3.3 Op 20 juli 2020 schreef verweerster aan klager:

Thecourts haave just re-opened aagain and the courts recently informed that they are behind with cases due to Covid and shrtage of judges and court room Covid proof of the moment, but that they will do their utmost to try to work as hard as possible the coming months and try to organize the court cases as much as possible. I expect us to go to court, but I can not predict of course how fast the court can work, also because the courts have holidays as well till end of Augustus, that either end of this year/beginning next year (january) it will be your turn. As soon as I hear anything I will let y ou know. […] As soon as I know more I will inform you right away and ir I am offered a court hearing in the evening, I will accept, even I fit would be in the weekend. I keep you updated […]. I will report again first week of September as I hope to have more information then.

3.4 Op 28 mei 2021 heeft verweerster klager onder meer bericht:

I have received your email in good order. Please do not worry, I take your case very seriously and your case has my full attention. Due to the covid situation the courts have a delay in dealing with all the cases as a result of which, unfortunately, your case is also awaiting tob e dealt with by the court. As I mentioned last time, and it seems that you might not have received my email, I am in touch with the court on a very regular basis to get your case dealt with. The last court employee I Spoke to informed me that the court expects to deal with your case likely end September/beginning of October. I have stressed that it is very important that the case is dealt with as quickly as possible due to emergency reasons which the court understands. […] I will inform the court again on Monday. Is there any updating information I can send tot he court to stress the emergency once more?
I would also like you to start to update the financial situation around the house in regard to the costs you paid for the house, the mortgage you paid for the house and any other additional costs so the court sees and can order, that even if your ex wife would turn up, there is no need to give her any financial contribution as you always did pay all for the house. I like the give the court, now that the court hearing date is getting closes, the update as well.
In regard to the court hearing [klager], I was informed by the court employee, that there is no need when the court hearing date is fixed to come to the Netherlands, as the court is willing to organize a skype hearing so you can stay safe in your country. […] So, please dot not worry as I also notice that the courts do all to get on track again and we are always there. I will prepare the court hearing well with you. I expect at the end of the week likely an update as I will then call the court employee again.

3.5 Klager heeft diezelfde dag onder meer als volgt daarop gereageerd:

Thank you [verweerster] – I am calm now – that is all I wanted. Sometimes I just need to know that I have not been forgotten After 7 years – I am going crazy and losing money every day.

3.6 Op 14 maart 2022 heeft verweerster klager onder meer het volgende bericht:

I have been in contact with the court. The courts in the Netherlands are, as I mentioned before, gradually speeden up the process of dealing wit hall the cases which have been awaiting a trail/ or court order. We can see that the courts now are seriously speeden up as we will not have as of Macch 25, 2022 any corona rules anymore and all court employees can return to their working space at the court.
The court asked one question during my call. As you also paid for the costs of the house during the pending court procedure, would it be possible for you to update what you paid during that period of time and send the proof of the payments made? So the court can mention the exact amount of costs you have had for the house in The Hague in the court order,in case your ex wife might turn up and to avoid any further procedures between you and her. Although it is not expected that she might trun up or ever respond, I also believe it is best to put an update of all the costs you had for he house thus far in the court order. How long would it take you to make that update and to end the proof of payments made to me? I can then inform the court about that and the court can take the next step.

3.7 Op 7 september 2022 heeft verweerster klager onder meer medegedeeld:

I have been informed today by the court that the questions will be received on Friday/Saturday this week. The court will also ask me some questions in regard to wether the court can deal with the other housewhich is not in The Netherlands. As soon as I have them, I can forward them. I thought it wise to update you and thank you for all the information which I am preparing to send to the court.

3.8 Omstreeks mei 2023 wilde klager een klacht indienen bij het bestuur van de rechtbank, omdat hij geen bericht ontving van de rechtbank respectievelijk de behandeling van zijn zaak erg traag verliep. Op 11 mei 2023 heeft verweerster klager daarover als volgt bericht:

Please do not send a complaint to the court now. I sincerely do not want the court now to be affected. I asked to give a decision on one of the requests made and expect this important decision, also jurisdiction related, Tuesday-lately Wednesday next week from the court. Please await the outcome as it is important for the case. I will update you about this further and why this partly decision is so important in your case as soon as I am back at the office Monday and then also advise you further when having received the emails.

3.9 Klager heeft vervolgens, ondanks het verzoek van verweerster om dat niet te doen, een klacht ingediend bij het bestuur van de rechtbank. Op 16 mei 2023 heeft de rechtbank gereageerd op zijn klacht, en heeft de rechtbank als volgt kenbaar gemaakt dat er geen zaak onder klagers naam bekend was:

On 11 May 2023 the District Court Den Haag received your complaint form. You ask what is the status of your case. I am sorry to inform you that we cannot find a case about the disposition of properties in your name. Your lawyer may provide you with further information. On this website you will find information (in Dutch) about what to do if you have a problem with your lawyer:

3.10 Op 24 mei 2023 heeft klager verweerster geïnformeerd over de reactie van de rechtbank en heeft hij het voornemen geuit een schadeclaim in te dienen bij de rechtbank wegens de trage behandeling en het kwijtraken van zijn zaak. Klager en verweerster hebben vervolgens een gesprek gevoerd, waarin verweerster heeft aangeboden om het tot dan toe aan haar betaalde honorarium van bijna € 7.000,- terug te betalen omdat zij niet het beoogde resultaat had kunnen bewerkstelligen. Klager heeft dat aanbod geaccepteerd.

3.11 Klager heeft verweerster nadien gevraagd om het zaaknummer bij de rechtbank en alle correspondentie met de rechtbank. Verweerster heeft daarop niet gereageerd. Klager meende vanaf dat moment dat het probleem niet bij de rechtbank lag, maar dat verweerster hem vier jaar in de veronderstelling heeft laten verkeren dat er een procedure liep bij de rechtbank, terwijl dat niet het geval was.

3.12 Op 14 juli 2023 heeft klagers gemachtigde bij verweerster het voornemen kenbaar gemaakt een tuchtklacht in te dienen. Verweerster heeft daarop niet gereageerd. Op 28 juli 2023 is de tuchtklacht ingediend.


4 KLACHT

De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerster tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet. Klager verwijt verweerster zijn zaak niet voortvarend, of eigenlijk in het geheel niet, te hebben behandeld en hem gedurende vier jaar onwaarheden te hebben verteld, waarmee zij de kernwaarde integriteit heeft geschonden. Daarnaast heeft verweerster klager gedurende de periode dat verweerster voor hem optrad niet adequaat en/of volledig op de hoogte gehouden over het verloop van de behandeling van zijn zaak en heeft zij gegeven adviezen en gemaakte werkafspraken niet schriftelijk vastgelegd.


5 BEOORDELING RAAD

5.1 De raad heeft uit het dossier opgemaakt dat verweerster gedurende meerdere jaren aan klager heeft voorgehouden dat zij over zijn zaak contact had met (een medewerker van) de rechtbank, dat zij een procedure bij de rechtbank aanhangig had gemaakt en dat het uitblijven van ontwikkelingen daarin te wijten was aan de trage afhandeling door de rechtbank, mede ten gevolge van de coronamaatregelen. Toen klager zich, tegen het advies van verweerster in, bij het gerechtsbestuur over die trage afhandeling had beklaagd, ontving hij van de rechtbank het bericht dat de rechtbank geen zaak op zijn naam kon vinden met betrekking tot een onroerende goed. Op naar aanleiding hiervan door klager aan verweerster gestelde nadere vragen over het eventuele zaaknummer of haar correspondentie met de rechtbank heeft verweerster niet geantwoord. Klager realiseerde zich dat in het geheel geen zaak aanhangig was gemaakt, hetgeen verweerster niet heeft betwist. De raad heeft dan ook geconcludeerd dat verweerster klager gedurende de (ruim) vier jaar waarin zij voor klager optrad als zijn advocaat bewust verkeerd heeft geïnformeerd over de status van zijn zaak en daarbij bovendien de rechtbank in diskrediet heeft gebracht. Al die tijd heeft de zaak van klager stilgelegen, terwijl verweerster moest begrijpen dat klager (vanwege de doorlopende hypotheeklasten en de omstandigheid dat klager hoofdelijk aansprakelijk was voor de verplichtingen jegens de bank) groot belang had bij een zo voortvarend mogelijke verkoop en verdeling van de voormalige echtelijke woning. Verweerster heeft klager echter al die tijd laten gissen naar de status van zijn zaak en niets aanwijsbaars gedaan om de kenbaar oplopende schade van haar cliënt te (doen) beperken.

5.2 Dat verweerster veel uitzoekwerk heeft gedaan voor klager heeft zij niet kunnen onderbouwen, nog daargelaten dat zij klager over haar beweerdelijke bezigheden geheel in het ongewisse heeft gelaten. Schriftelijke vastlegging van de afspraken die verweerster met klager zou hebben gemaakt over de aanpak van de zaak, de gegeven adviezen, de voor- en nadelen van mogelijke keuzes en het verloop van de behandeling, ontbreken. Daarmee heeft verweerster in strijd gehandeld met gedragsregel 16.

5.3 Verweerster heeft nog aangevoerd dat zij een verstekvonnis (de ex-partner van klager had geen bekende woon- of verblijfplaats) niet in het belang van klager achtte, maar zij heeft niet uitgelegd waarom klager geen procedure bij de rechtbank had moeten starten. Verweerster had klager moeten informeren over de voor- en nadelen van een verstekveroordeling, waarna klager zelf een keuze had moeten maken. Daar komt bij dat verweerster niet is verschenen op de zitting van de raad om klager, die daarvoor uit het buitenland was gekomen, (ook) daarover tekst en uitleg te geven.

5.4 De raad heeft geconcludeerd dat verweerster in zeer ernstige mate tekort is geschoten in de zorgvuldigheid die van een redelijk bekwaam en handelend advocaat mag worden verwacht, hetgeen haar temeer moet worden aangerekend nu zij gedurende deze klachtprocedure op geen enkele wijze blijk heeft gegeven van enig zelfinzicht of deemoedigheid in de richting van haar voormalige cliënt. De raad heeft de klacht daarom in zijn geheel gegrond verklaard. Ten overvloede heeft de raad nog opgemerkt dat verweerster niet heeft bevestigd dat zij de aansprakelijkstelling heeft gemeld bij haar beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar. Dit valt weliswaar buiten de omvang van de klacht, maar de raad is er van uit gegaan dat verweerster op korte termijn, na het lezen van deze beslissing, alsnog duidelijkheid over de melding zou verschaffen.

5.5 De raad heeft aan verweerster de maatregel van schrapping opgelegd, nu verweerster niet integer heeft gehandeld en het vertrouwen in de advocatuur op zeer ernstige wijze heeft geschaad. Verweerster heeft klager gedurende een lange periode bewust onjuist geïnformeerd, waardoor klager zijn schade in rap tempo heeft zien oplopen. Door klager vervolgens te ontraden om zich bij de rechtbank over de trage afhandeling van zijn (niet bestaande) zaak te beklagen heeft verweerster ogenschijnlijk ook nog geprobeerd om haar eigen kwalijke gedrag te verhullen. Nadat klager verweerster met zijn bevindingen had geconfronteerd, na het indienen van de klacht en zelfs op de zitting bij de raad, heeft verweerster geen uitleg gegeven over haar houding en gedrag. Verweerster heeft dus op geen enkele wijze blijk gegeven het kwalijke van haar handelwijze in te zien. Daarnaast is meegewogen dat verweerster al tweemaal is berispt, voor het verstrekken van onjuiste feitelijke informatie in een procedure en het nalaten om gemaakte fouten te herstellen, en dat verweerster bij beslissing van 1 november 2021 voorwaardelijk is geschorst voor de duur van twee weken, wegens het tekortschieten in het adequaat communiceren met, en informeren en adviseren van, haar cliënt. De proeftijd van die voorwaardelijke schorsing, die in zoverre vergelijkbaar is met de onderhavige zaak, zag op verweersters communicatie en kwaliteit van rechtsbijstand, liep ook nog grotendeels in de periode dat verweerster deed alsof zij voor klager een zaak had lopen bij de rechtbank. De raad is dan ook tot de conclusie gekomen dat de belangen van (toekomstige) cliënten niet meer aan verweerster kunnen worden toevertrouwd.


6 BEROEPSGRONDEN EN VERWEER

Beroepsgronden verweerster

6.1 Verweerster voert allereerst aan dat zij niet is opgeroepen voor de zitting van de raad, waardoor haar de kans is ontnomen om een toelichting op haar verweer te geven. Daarmee is het beginsel van hoor en wederhoor geschonden. Verweerster heeft daardoor niet kunnen toelichten dat zij zich ten tijde van de eerdere berisping in 2019 privé in een lastige situatie bevond. Zij had haar heup gebroken, is geopereerd, en moest daarvan herstellen. Daarna volgde de coronapandemie en werd haar vader ongeneeslijk ziek. Hij is onlangs overleden. Deze omstandigheden hebben verweersters werk bemoeilijkt en zorgden ervoor dat zij zodanige druk ervoer dat zij de zaak van klager en de andere zaak waarin een klacht is ingediend niet adequaat heeft behandeld. Verweerster heeft tijdens coaching en intervisie de kwesties besproken en legt naar aanleiding daarvan haar adviezen en afspraken met cliënten duidelijker vast. In mei 2023 heeft verweerster met klager gesproken en spijt betuigd door aan te bieden de zaak kosteloos voor hem te doen. Toen klager hier niet mee instemde, heeft verweerster het voorschot terugbetaald plus € 2.000,- extra. Verweerster heeft steeds aangegeven dat zij openstond voor mediation op haar kosten. De aansprakelijkheidsstelling heeft verweerster inmiddels bij haar beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar gemeld. Verweerster verzoekt het hof dan ook een minder zware maatregel op te leggen, waarbij zij een schorsing van 52 weken waarvan dertien weken voorwaardelijk voorstelt.

Verweer klager

6.2 Klager heeft gemotiveerd verweer gevoerd in beroep. Waar dat relevant is, bespreekt het hof dit bij de beoordeling van het beroep.


7 BEOORDELING HOF

Overwegingen hof

7.1 Verweerster voert allereerst aan geen uitnodiging te hebben ontvangen voor de zitting bij de raad. De raad heeft in zijn beslissing overwogen dat verweerster wel (juist) was opgeroepen. Wat hier verder ook van zij, nu verweerster in hoger beroep voldoende gelegenheid heeft gehad om al datgene naar voren te brengen wat haar wenselijk voorkomt en het hof de zaak opnieuw beoordeelt, is er geen plaats voor vernietiging van de beslissing van de raad op deze grond (vgl. Hof van Discipline 22 mei 2015, ECLI:NL:TAHVD:2015:164).

7.2 Verweerster betwist hetgeen klager haar verwijt niet, maar zij voert aan dat zij door privé omstandigheden de zaak niet op de juiste wijze heeft behandeld. Hoewel het hof begrijpt dat verweerster privé gezien een nare tijd heeft moeten doormaken, betekent dat niet dat de juridische dienstverlening aan klager daardoor negatief beïnvloed mag worden. Bovendien heeft verweerster niet éénmalig tuchtrechtelijk verwijtbaar jegens klager gehandeld, maar zij heeft klager vier jaar lang welbewust voorgespiegeld dat er een procedure bij de rechtbank liep, terwijl dat niet zo was. Zelfs toen klager bij de rechtbank een klacht wilde indienen, heeft verweerster geprobeerd hem hiervan te weerhouden. Verweerster heeft hiermee gehandeld in strijd met de kernwaarden partijdigheid, deskundigheid en integriteit. Klager heeft hierdoor aanzienlijk (financieel) nadeel ondervonden, mede doordat verweerster niet voortvarend de aansprakelijkheidstelling bij haar beroepsaansprakelijkheidsverzekering heeft gemeld.

7.3 Dat verweerster met behulp van coaching en intervisie haar praktijkvoering heeft verbeterd, kan zo zijn (verweerster heeft dit niet gestaafd met stukken), maar dit heeft het hof niet overtuigd dat verweerster nog een kans verdient. Daarbij laat het hof meewegen dat aan verweerster ten tijde van haar handelen in een andere zaak een voorwaardelijke schorsing was opgelegd, waardoor zij nog in haar proeftijd zat, en dat zij al tweemaal eerder een berisping opgelegd heeft gekregen. Ook in die zaken ging het om het niet adequaat informeren van cliënten en het nalaten om gemaakte fouten te herstellen. Verder weegt het hof mee dat verweerster zich ook nog in haar beroepschrift beroept op een afspraak die op 16 mei 2023 met klager zou zijn gemaakt om de zaak kosteloos voor hem te behandelen, terwijl klager toen nog niet wist dat verweerster hem stelselmatig volstrekt onjuist had geïnformeerd en aan het lijntje had gehouden. Het hof acht dit kwalijk en constateert dat verweerster nog steeds probeert om haar handelen recht te praten. Het handelen van verweerster, dat niet alleen het vertrouwen van klager heeft beschaamd, maar ook het vertrouwen in de advocatuur, rechtvaardigt dan ook de oplegging van de maatregel van schrapping van het tableau.

7.4 Het hof zal dus de beslissing van de raad bekrachtigen.


8 PROCESKOSTEN

8.1 Omdat het hof een beslissing bekrachtigt waarin een maatregel is opgelegd, zal het hof verweerster daarnaast op grond van artikel 48ac, eerste lid, Advocatenwet veroordelen in de kosten voor de procedure bij het hof conform de Richtlijn kostenveroordeling Hof van Discipline 2021:

a) € 50,- kosten van klager (forfaitair);
b) € 1.050,- kosten voor rechtsbijstand van klager;
c) € 1.000,- kosten van de Nederlandse Orde van Advocaten;
d) € 1.000,- kosten van de Staat.

8.2 Verweerster moet op grond van artikel 48ac lid 4 Advocatenwet het bedrag van €1.100,- aan kosten van klager binnen vier weken na deze beslissing betalen aan klager. Klager geeft binnen twee weken na de datum van deze beslissing zijn rekeningnummer schriftelijk aan verweerster door.

8.3 Verweerster moet op grond van artikel 48ac lid 4 Advocatenwet het bedrag van € 2.000,- binnen vier weken na deze uitspraak overmaken naar rekeningnummer lBAN: NL85 lNGB 0000 079000, BIC: INGBNL2A, Nederlandse Orde van Advocaten, Den Haag, onder vermelding van “kostenveroordeling hof van discipline" en het zaaknummer.


9 BESLISSING

Het Hof van Discipline:

9.1 bekrachtigt de beslissing van 8 juli 2024 van de Raad van Discipline in het ressort Den Haag, gewezen onder zaaknummer: 24-012/DH/DH;

9.2 veroordeelt verweerster tot betaling van het griffierecht van € 50,- en van de kosten voor rechtsbijstand van € 1.050,- aan klager op de manier en binnen de termijn zoals hiervóór bepaald;
9.3 veroordeelt verweerster tot betaling van de proceskosten in de procedure bij het hof van € 2.000,- aan de Nederlandse Orde van Advocaten, op de manier en binnen de termijn zoals hiervóór bepaald.


Deze beslissing is genomen door mr. M.F.J.N. van Osch, voorzitter, mrs. R. van der Hoeven, E.W. de Groot, P.J G. van den Boom en H.H. Tan, leden, in tegenwoordigheid van mr. B.J.M. Vermulst, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 14 februari 2025.

griffier voorzitter

De beslissing is verzonden op 14 februari 2025.