ECLI:NL:TADRAMS:2025:37 Raad van Discipline Amsterdam 24-831/A/A
ECLI: | ECLI:NL:TADRAMS:2025:37 |
---|---|
Datum uitspraak: | 24-02-2025 |
Datum publicatie: | 28-02-2025 |
Zaaknummer(s): | 24-831/A/A |
Onderwerp: | Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartij, subonderwerp: Vrijheid van handelen |
Beslissingen: | Regulier |
Inhoudsindicatie: | Raadsbeslissing; ongegronde klacht over de advocaat wederpartij. Van een situatie waarin toepassing moet worden gegeven aan gedragsregel 15 is geen sprake. Daarvoor dient klager op enig moment de cliënt van verweerder te zijn geweest (15 lid 1 onder b). Dat is niet gebleken. |
Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Amsterdam
van 24 februari 2025
in de zaak 24-831/A/A
naar aanleiding van de klacht van:
klager
over
verweerder
1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE
1.1 Op 30 juli 2024 heeft klager bij de deken van de Orde van Advocaten in het
arrondissement Amsterdam (hierna: de deken) een klacht ingediend over verweerder.
1.2 Op 13 november 2024 heeft de raad het klachtdossier met kenmerk 2361726/JS/YH
van de deken ontvangen.
1.3 De klacht is behandeld op de zitting van de raad van 13 januari 2025. Daarbij
waren klager en verweerder aanwezig. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.
1.4 De raad heeft kennisgenomen van het in 1.2 genoemde klachtdossier en van
de op de inventarislijst genoemde bijlagen 1 tot en met 4. Ook heeft de raad kennisgenomen
van de door klager op 11 december 2024 nagezonden stukken.
2 FEITEN
2.1 Voor de beoordeling van de klacht gaat de raad, gelet op het klachtdossier
en de op de zitting afgelegde verklaringen, uit van de volgende feiten.
2.2 De heer R. J (hierna: J) heeft de IJslandse nationaliteit en woont in IJsland.
Hij is een cliënt van verweerder. Hij spreekt en leest geen Nederlands. Omdat hij
niet bekend was met de Nederlandse muzieksector, heeft de heer A. D (hierna: D) contact
met verweerder opgenomen om advies en bijstand te krijgen over een geschil dat J had
met een muziekproducer (hierna: de muziekproducer) en met New Day Productions, de
makers van het televisieprogramma ‘Van Passie Naar Droombaan’. J had € 10.000,- betaald
voor deelname aan het programma en deelname aan een andere productie. Er zouden vervolgens
aanvullende eisen aan J zijn gesteld in verband met de uitzending van het programma.
De uitzending van het programma is nooit doorgegaan.
2.3 Verweerder heeft D op 25 oktober 2017 een offerte gestuurd voor zijn dienstverlening
over deze twee kwesties. D heeft deze offerte diezelfde dag doorgestuurd aan J en
klager. Klager en D werkten namelijk samen als soort co-managers voor J. Klager had
daarnaast ook een eigen geschil met New Day Productions.
2.4 Er volgde een e-mailwisseling over de offerte van verweerder, waarbij D op
26 oktober 2017 laat weten dat klager en J verweerders uurtarief te hoog vonden. Verweerder
heeft daarna nog enkele keren contact gehad met D en later enkele keren met klager.
2.5 Op 6 juni 2018 zijn J, D en klager bij verweerder op kantoor geweest voor
een kennismakingsgesprek. Tijdens dit gesprek is met name het geschil van J met de
muziekproducer besproken, omdat dat geschil prioriteit had. In september 2018 heeft
verweerder met J over dit geschil gecorrespondeerd. Ook zijn (opnieuw) offertes verstuurd.
Op verzoek van J is de behandeling van de zaken daarna stilgelegd. Met de zaak tegen
het televisieprogramma ‘Van Passie naar Droombaan’ is toen niets gebeurd.
2.6 In mei 2019 heeft J opnieuw contact met verweerder opgenomen. Verweerder
heeft J toen bijgestaan in de zaak tegen de muziekproducer. Deze zaak is in 2021 afgerond.
Klager is niet betrokken geweest bij de behandeling van deze zaak. Verweerder heeft
na september 2018 ook geen ander contact meer met klager gehad.
2.7 In mei 2022 heeft J verweerder verzocht om hem bij te staan in een geschil
tegen klager. J was - kort gezegd - ontevreden over het handelen van klager als zijn
manager. Klager zou volgens J de samenwerking met New Day Productions onder valse
voorwendselen tot stand hebben gebracht. J hield klager verantwoordelijk voor het
opzetten van deze deal, het verkeerd voorlichten en de afhandeling van de overeenkomst.
2.8 In augustus 2022 heeft verweerder klager namens J aangeschreven over het
geschil. Op 19 juli 2024 heeft verweerder klager gedagvaard in verband met betalingen
die aan New Day Productions waren gedaan voor de deelname van J aan het RTL Programma
‘Van Passie Naar Droombaan’.
2.9 Klager heeft vervolgens op 30 juli 2024 bij de deken een klacht over verweerder
ingediend.
3 KLACHT
3.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk
verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet. Klager verwijt
verweerder het volgende:
a) verweerder heeft vertrouwelijke informatie ontleend aan gesprekken die klager
en J samen met verweerder hebben gevoerd. Van deze informatie wordt nu gebruik gemaakt
in een procedure tegen klager;
b) verweerder heeft daarmee de kernwaarden vertrouwelijkheid en partijdigheid
geschonden.
4 VERWEER
4.1 Verweerder heeft tegen de klacht verweer gevoerd. De raad zal hierna, waar
nodig, op het verweer ingaan.
5 BEOORDELING
Klachtonderdelen a) en b)
5.1 De klachtonderdelen a) en b) lenen zich gelet op hun onderlinge samenhang
voor een gezamenlijke beoordeling. Klager verwijt verweerder dat hij J is gaan bijstaan
in een procedure tegen hem, terwijl J en hij zich op een eerder moment samen tot verweerder
hadden gewend om gezamenlijk informatie in te winnen bij verweerder, onder meer, over
het geschil met New Day Productions en om diens cliënt te worden. Ter zitting heeft
klager verklaard dat hij weliswaar daarna de offerte van verweerder niet heeft geaccepteerd
en er formeel geen cliënt/advocaat verhouding is ontstaan tussen hem en verweerder,
maar dat klager tijdens de diverse contactmomenten vertrouwelijke informatie met verweerder
heeft gedeeld en daarmee volgens klager toch een cliënt/advocaat verhouding is ontstaan.
Doordat verweerder deze in vertrouwen gedeelde informatie nu gebruikt voor zijn bijstand
aan J in een procedure tegen klager schendt verweerder de kernwaarden vertrouwelijkheid
en partijdigheid, aldus klager.
5.2 De raad overweegt het volgende. In gedragsregel 15 is - kort gezegd - bepaald
dat een advocaat in het algemeen niet mag optreden tegen een (voormalig) cliënt van
hem of van een kantoorgenoot, omdat dit kan leiden tot belangenverstrengeling. De
raad stelt vast dat van een situatie waarin toepassing moet worden gegeven aan gedragsregel
15 geen sprake is. Daarvoor dient klager op enig moment de cliënt van verweerder te
zijn geweest (15 lid 1 onder b). Dat is niet gebleken. Weliswaar heeft klager in 2017
en 2018 contact gehad met verweerder, maar dat contact heeft niet geleid tot een opdrachtovereenkomst
tussen klager en verweerder. Klager had immers de offerte van verweerder niet geaccepteerd.
De besprekingen die daarna gevoerd zijn met verweerder waren ten behoeve van J. Klager
fungeerde als een co-manager c.q. begeleider van J, omdat hij de Nederlandse taal
niet machtig was. Verweerder heeft daarbij niet geadviseerd over de zaak die klager
zelf betrof. Evenmin is gebleken dat verweerder vertrouwelijke informatie van klager
heeft ontvangen die hij nu in de procedure tegen klager gebruikt. Klager heeft ter
zitting uitdrukkelijk verklaard dat hij geen vertrouwelijke informatie over zijn eigen
zaak heeft gedeeld met verweerder, maar uitsluitend informatie over de positie van
J heeft verstrekt. Van handelen in strijd met de kernwaarden vertrouwelijkheid en
partijdigheid is dan ook niet gebleken. De klachtonderdelen a) en b) zijn daarmee
ongegrond.
BESLISSING
De raad van discipline:
- verklaart de klacht ongegrond.
Aldus beslist door mr. E.J. van der Molen, voorzitter, mrs. D.V.A. Brouwer en J. Schulp, leden, bijgestaan door mr. N. Borgers-Abu Ghazaleh als griffier en uitgesproken in het openbaar op 24 februari 2025.
Griffier Voorzitter
Verzonden op: 24 februari 2025