ECLI:NL:TADRSHE:2025:28 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-692/DB/ZWB
ECLI: | ECLI:NL:TADRSHE:2025:28 |
---|---|
Datum uitspraak: | 24-02-2025 |
Datum publicatie: | 25-02-2025 |
Zaaknummer(s): | 24-692/DB/ZWB |
Onderwerp: |
|
Beslissingen: | Beslissing op verzet |
Inhoudsindicatie: | Verzetbeslissing. De voorzitter heeft bij de beoordeling van de klacht de juiste maatstaf toegepast en voorts rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. Verzet ongegrond. |
Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort ‘s-Hertogenbosch
van 24 februari 2025
in de zaak 24-692/DB/ZWB
naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de voorzitter van de raad van discipline van 18 november 2024 op de klacht van:
klager
over:
verweerder
1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE
1.1 Op 4 juni 2024 heeft klager tegen verweerder een klacht ingediend bij de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Zeeland-West-Brabant (hierna: “de deken”).
1.2 Op 18 september 2024 heeft de raad het dossier met kenmerk K24-043 van de deken ontvangen.
1.3 Bij beslissing van 18 november 2024 heeft de voorzitter van de raad de klacht deels kennelijk ongegrond deels niet-ontvankelijk verklaard.
1.4 Op 19 november 2024 heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.
1.5 Partijen zijn opgeroepen voor de mondelinge behandeling van het verzet tijdens de zitting van de raad op 13 januari 2025. Verschenen zijn klager en verweerder.
1.6 Op 13 januari 2025 heeft klager, na afloop van de zitting, een verzoek tot wraking ingediend tegen de voorzitter. De wrakingskamer van de raad van discipline in het ressort Arnhem-Leeuwarden heeft het verzoek tot wraking bij beslissing van 31 januari 2025 (kenmerk 25-032/AL/ZWB/W) kennelijk ongegrond verklaard en bepaald dat de procedure wordt voortgezet in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van het indienen van het wrakingsverzoek.
1.7 De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waartegen het
verzet is gericht, van de stukken waarop de beslissing van de voorzitter is gebaseerd,
van het verzetschrift en van de volgende nagekomen stukken:
- De tien e-mails van klager van 9 december 2024, ontvangen tussen 14:57 en 15:11
uur;
- De e-mail van klager met bijlagen van 30 december 2024;
- De e-mail van klager van 8 januari 2025.
2 FEITEN EN KLACHT
2.1 Voor een weergave van de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter.
3 VERZET
3.1 De gronden van het verzet houden het volgende in:
De beslissing van de voorzitter is vooringenomen en onzorgvuldig.
4 BEOORDELING
4.1 Voordat de raad de klacht inhoudelijk kan beoordelen moet sprake zijn van een gegrond verzet. Een verzet is alleen gegrond als in redelijkheid moet worden betwijfeld of de beslissing van de voorzitter juist is. Twijfel kan bijvoorbeeld bestaan als de voorzitter een verkeerde maatstaf (toetsingsnorm) heeft toegepast of de beslissing heeft gebaseerd op onjuiste of onvolledige feiten.
4.2 De raad is op grond van het verzetschrift van oordeel dat de verzetgronden van klager niet slagen. De voorzitter heeft bij de beoordeling van de klacht de juiste maatstaf toegepast en voorts rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval.
4.3 Omdat het verzet tegen de beslissing van de voorzitter ook verder geen nieuwe gezichtspunten oplevert, is er geen plaats voor verder onderzoek naar de klacht. De raad zal het verzet daarom ongegrond verklaren.
BESLISSING
De raad van discipline:
verklaart het verzet ongegrond.
Aldus beslist door mr. P.A.M. Wijffels, voorzitter, mrs. A.A.M. Schutte, M.M.C. van de Ven, leden, bijgestaan door mr. T.H.G. Huber – van de Langenberg als griffier, en uitgesproken op 24 februari 2025.
Griffier Voorzitter
Verzonden op: 24 februari 2025