Zoekresultaten 221-240 van de 21655 resultaten

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:65 Hof van Discipline 's Gravenhage 240101

    Klaagster heeft verweerster gevraagd om haar bij te staan in huurkwesties. Klaagster verwijt verweerster dat zij onduidelijkheid heeft laten ontstaan over (de aard van) de bijstand die zij haar zou verlenen. De raad van discipline heeft de klacht ongegrond verklaard. Het hof bekrachtigt die beslissing.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:59 Hof van Discipline 's Gravenhage 240315

    Beklag artikel 13 ongegrond. Deken had geen reden om opnieuw een advocaat aan te wijzen. Bovendien is de procedure waarvoor klager een advocaat aangewezen wilde krijgen met een uitspraak geëindigd.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:60 Hof van Discipline 's Gravenhage 240308

    Klacht over advocaat wederpartij. Klager heeft zes klachtonderdelen geformuleerd. Hij verwijt verweerder onder andere dat hij in de civiele procedure tegen klager heeft gesteld dat klager facturen heeft geantedateerd. Ook verwijt hij verweerder dat hij onjuiste stukken en verklaringen in het geding heeft gebracht. Verder verwijt klager verweerder dat hij tijdens de mondelinge behandeling onheus is bejegend door een toehoorder en dat verweerder zich onnodig grievend over hem heeft uitgelaten door te zeggen “hij spoort niet” of woorden van gelijke strekking. De raad heeft de klachtonderdelen ongegrond verklaard. Het hof is het eens met de beslissing van de raad en bekrachtigt deze beslissing.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:61 Hof van Discipline 's Gravenhage 240302

    Beklag op grond van artikel 13 ongegrond. Klaagster heeft, ondanks vele verzoeken daartoe van de deken, geen (relevante) informatie gegeven waaruit blijkt welke vordering zij wenst in te stellen, wat de grondslag van die beweerdelijke vordering is, tegen wie zij een vordering wenst in te stellen, bij welke instantie zij een procedure wil starten en wat haar belang bij een dergelijke procedure is. Daardoor kan de haalbaarheid van een eventuele procedure niet worden beoordeeld. Evenmin kan worden beoordeeld of het zou gaan om een procedure waarvoor bijstand door een advocaat noodzakelijk/vereist is. De deken heeft het verzoek van klaagster op goede gronden afgewezen.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:62 Hof van Discipline 's Gravenhage 240275D

    Bij de deken zijn over een periode van bijna drie jaren verschillende signalen en meldingen vanuit de strafrechtketen binnengekomen die zien op het optreden van verweerder als advocaat in het detentierecht. Op grond hiervan wordt verweerder verweten dat hij bij herhaling tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld door in diverse procedures en situaties met zijn opstelling en handelwijze blijk te geven van onbetamelijk en onprofessioneel gedrag. In deze zaak onderzoekt het hof aan de hand van de signalen en meldingen, zowel afzonderlijk als in onderlinge samenhang bezien, of verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Met betrekking tot bepaalde signalen en meldingen is het hof van oordeel dat de feiten niet vast staan. Met betrekking tot andere signalen en meldingen is het hof van oordeel dat de feiten wel vast staan, maar dat verweerder tuchtrechtelijk geen verwijt valt te maken. Met betrekking tot overige signalen en meldingen valt verweerder tuchtrechtelijk een verwijt te maken. Het hof legt de maatregel van een waarschuwing op.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2025:61 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-936/DB/OB

    Raadsbeslissing. Klacht van advocaat over de advocaat van de wederpartij. Verweerder heeft tweemaal een eenstemmig uitstelverzoek gedaan zonder overleg met of akkoord van klaagster. Ook kan de raad met voldoende zekerheid vaststellen dat de ‘conclusie van antwoord en eis in reconventie’ niet door verweerder is opgesteld, maar door zijn cliënt(en). Verweerder heeft klaagster tot slot blootgesteld aan een confrontatie met de wederpartij. Door cliënten de processtukken fysiek te laten bezorgen op het kantoor van de advocaat van de wederpartij, brengt verweerder zijn collega’s in een positie waarbij zijn cliënt mogelijk zal proberen om inhoudelijk over de kwestie te spreken en aanvaart verweerder daarmee het risico dat er onaangenaamheden plaatsvinden bij het fysieke overhandigen van de stukken. Onvoorwaardelijke schorsing van 4 weken.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:63 Hof van Discipline 's Gravenhage 240068

    Klaagster heeft een klacht ingediend tegen haar voormalige advocaat. Hij heeft haar ongeveer drie jaar bijgestaan in een geschil met haar ex-echtgenoot. Volgens klaagster heeft verweerder onvoldoende met haar gecommuniceerd en heeft hij haar belangen onvoldoende behartigd, door niet te reageren op haar brief en haar klachtbrief. Ook in de daaraan voorafgaande periode heeft verweerder volgens klaagster niet gereageerd op haar verzoeken en heeft hij enkele maanden niets in haar zaak gedaan. De raad heeft de klacht gegrond verklaard en aan verweerder de maatregel van onvoorwaardelijke schorsing voor de duur van vier weken opgelegd. Verweerder is in beroep gekomen van deze gegrondverklaring en de opgelegde maatregel. Het hof is van oordeel dat de beslissing van de raad niet volledig in stand kan blijven en legt aan verweerder de maatregel van berisping op.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2025:62 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-924/DB/LI/D

    Dekenbezwaar gegrond. Verweerder heeft niet voldaan aan zijn plicht om de bevoegdheid van zijn opdrachtgever vast te stellen en de aan hem verstrekte opdracht, belangrijke afspraken en informatie schriftelijk vast te leggen. Ook heeft verweerder financieel niet integer gehandeld. Verweerder heeft enorme bedragen in rekening gebracht, zonder die deugdelijk te verantwoorden. Door te handelen zoals hij heeft gedaan is bij de raad het beeld ontstaan van een advocaat die zijn eigen belang extreem laat prevaleren boven dat van zijn cliënt. Dat geldt eveneens voor de vrijwaring die hij onder meer zijn cliënten ten behoeve van zichzelf heeft laten tekenen. Onvoorwaardelijke schorsing van 26 weken.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:64 Hof van Discipline 's Gravenhage 240247

    Klager verwijt zijn advocaat dat hij bij de klachtenfunctionaris in strijd met de waarheid heeft verklaard dat ze samen tot de conclusie waren gekomen dat klager geen recht had op gefinancierde rechtsbijstand. Ook verwijt hij verweerder dat hij klager een fout advies heeft gegeven, hij zonder klagers toestemming heeft gecommuniceerd met het Klachteninstituut financiële dienstverlening en klager geen kopie heeft gestuurd van de gevoerde correspondentie. De raad van discipline heeft alle klachtonderdelen ongegrond verklaard. Het hof bekrachtigt deze beslissing.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:58 Hof van Discipline 's Gravenhage 240359

    Verzoek opheffing schorsing op grond van artikel 60ab van de Advocatenwet. Ten tijde van dit hoger beroep is op het dekenbezwaar als bedoeld in artikel 60ab lid 5 Advocatenwet echter onherroepelijk beslist, waarbij aan verzoeker een schorsing is opgelegd. Uit artikel 60ae Advocatenwet volgt dan dat de 60ab-schorsing van rechtswege is komen te vervallen. Gelet daarop heeft verzoeker geen rechtens te respecteren belang meer bij het onderhavige hoger beroep en wordt hij daarin niet-ontvankelijk verklaard.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2025:57 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-711/DB/ZWB

    Verzetbeslissing. De voorzitter heeft bij de beoordeling van de klacht de juiste maatstaf toegepast en voorts rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2025:58 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-788/DB/OB

    Raadsbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij in een familiezaak. Niet gebleken dat verweerder nodeloos omvangrijke processtukken heeft ingediend. Evenmin is gebleken dat verweerder onterechte beschuldigingen aan het adres van klaagster heeft geuit, met modder heeft gegooid of klaagster heeft zwart gemaakt. Verweerder is met de inhoud van de door hem ingediende processtukken gebleven binnen de grenzen van de aan hem, in zijn hoedanigheid van advocaat van de wederpartij, toekomende vrijheid. Voor zover klaagster het met de in de processtukken opgenomen of ter zitting geponeerde stellingen niet eens was, is zij in de gerechtelijke procedure in de gelegenheid geweest om die stellingen te betwisten. Voor het ernstige verwijt, dat verweerder zich heeft schuldig gemaakt aan smaad, heeft de raad in de overgelegde stukken tot slot geen enkel aanknopingspunt gevonden. Gedragsregel 5 behelst geen absolute verplichting tot het treffen van een minnelijke regeling; het gaat erom dat een advocaat zich voldoende inzet om tussen partijen tot een oplossing te komen. Naar het oordeel van de raad is niet gebleken dat verweerder zich op dit punt onvoldoende heeft ingezet. Op basis van de overgelegde stukken heeft de raad niet kunnen vaststellen dat verweerder structureel de rechter heeft aangeschreven en daarbij zijn beklag over klaagster heeft gedaan. Klacht in alle onderdelen ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2025:59 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-835/DB/ZWB

    Raadsbeslissing. Klacht over de eigen (voormalige) advocaat. Verweerder heeft in strijd met de AVG een kopie van klaagsters paspoort gemaakt en bewaard. Verweerder had immers geen grondslag voor de verwerking daarvan. Hij had voor het identificeren van de cliënte moeten volstaan met het noteren van het documentnummer van het paspoort. Dat de Raad voor Rechtsbijstand volgens zijn privacyreglement kopieën van legitimatiebewijzen zou mogen verwerken, doet daar niets aan af. Verweerder is verantwoordelijk voor het naleven van de privacyregels op zijn eigen kantoor. Berisping.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2025:60 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 25-009/DB/ZWB

    Tussenbeslissing. Ambtshalve aanvulling van de klacht ten aanzien van bankieren met de derdengeldenrekening. Terugwijzing naar de deken voor nader onderzoek.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2025:56 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-649/DB/OB

    Verzetbeslissing. De voorzitter heeft bij de beoordeling van de klacht de juiste maatstaf toegepast en voorts rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2025:65 Raad van Discipline 's-Gravenhage 25-033/DH/RO 25-034/DH/RO

    Voorzittersbeslissing. Klacht over indienen handhavingsverzoek en daaropvolgende bestuursrechtelijke procedure. Verweerder 1 woont in de nabijheid, verweerder 2 (kantoorgenoot) treedt op als gemachtigde. Een deel van de klachten is te laat ingediend en daarom niet-ontvankelijk. Klachten voor het overige kennelijk niet-ontvankelijk (vanwege ontbreken belang) en kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2025:55 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 25-127/DB/LI

    Voorzittersbeslissing. Klager heeft zich op 19 juni 2024, derhalve ruimschoots na het verstrijken van de in artikel 46g lid 1 aanhef en sub a Advocatenwet bedoelde termijn, met een klacht over verweerster tot de deken gewend. Niet is gebleken dat klager niet eerder dan op 19 juni 2024 heeft kunnen klagen. Van een verschoonbare termijnoverschrijding is geen sprake. Dat sprake zou zijn van de in artikel 46g lid 2 Advocatenwet bedoelde situatie is voorts gesteld noch gebleken. De klacht is niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:80 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-103/AL/GLD

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen de deken over zijn betrokkenheid bij de benoeming van een bindend adviseur in een geschil tussen klager en klagers rechtsbijstandsverzekeraar kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:55 Hof van Discipline 's Gravenhage 240130

    Klacht over eigen advocaat in asielrechtzaak. Bekrachtiging beslissing raad.Klachten over beroepsfouten en samenwerking met IND blijven ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:81 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-106/AL/NN

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen de eigen advocaat over de kwaliteit van de dienstverlening kennelijk ongegrond.