Zoekresultaten 841-860 van de 1547 resultaten

  • ECLI:NL:TDIVTC:2024:37 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2022/68

    Rund. Klacht van een dierenwelzijnsorganisatie die ten doel heeft dierenleed in de Oostvaardersplassen te voorkomen. Beklaagde wordt verweten, samengevat, dat hij als verantwoordelijk dierenarts ten aanzien van met name Heckrunderen in het gebied en de beoordeling van hun conditie en het adviseren tot bijvoeren verwijtbaar nalatig handelt. [Ongegrond.]

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2025:11 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/5501

    Verweerder (medisch adviseur) wordt verweten een onjuist rapport te hebben opgesteld omdat er een onjuistheden in staan over een huisbezoek en over lichamelijk onderzoek. Ook wordt verweerder verweten dat hij de stukken en de jurisprudentie in zijn rapport niet goed heeft geïnterpreteerd. Gedeeltelijk gegrond. Maatregel: waarschuwing.

  • ECLI:NL:TDIVTC:2024:38 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2023/38

    Hond. Dierenarts wordt verweten dat hij niet voortvarend heeft gehandeld als spoedarts tijdens een avond-/nachtdienst met betrekking tot een hond met een epileptische aanval, met als gevolg dat de gezondheidssituatie van de hond gedurende de nacht verder verslechterde en de volgende ochtend bij een andere dierenartsenpraktijk is besloten tot euthanasie. [Gegrond] Er volgt een waarschuwing.

  • ECLI:NL:TDIVTC:2024:39 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2023/52

    Rund. Dierenarts wordt verweten een noodslachtverklaring onjuist, althans lichtvaardig te hebben ingevuld en dat hij de noodslachting heeft uitgevoerd, terwijl het betrokken rund zich nog in de wachttijd van een diergeneesmiddel bevond. [Gegrond] Het college ziet af van het opleggen van een maatregel.

  • ECLI:NL:TDIVTC:2024:40 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2023/63

    Dierverloskundige heeft veterinaire handelingen verricht waartoe hij niet bevoegd was, te weten keizersneden en de toepassing c.q. afgifte van UDD-gekanaliseerde diergeneesmiddelen. [Gegrond] De dierverloskundige wordt voorwaardelijk geschorst voor de duur van één jaar met daaraan gekoppeld een bijzondere voorwaarde.

  • ECLI:NL:TDIVTC:2024:41 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2023/75

    Konijn. Dierenarts wordt verweten tijdens een consult verwijtbaar nalatig te hebben gehandeld met betrekking tot het onderzoek en het vaccineren van een konijn. [Deels gegrond.] Volgt waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2025:12 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2500

    Klacht tegen een orthopedisch chirurg. Klager is door zijn huisarts in 2022 verwezen naar een neuroloog in verband met al jaren bestaande invaliderende klachten van de linkerbil, met uitstraling naar het hele lichaam en naar het linkerbeen. De neuroloog heeft klager op zijn verzoek verwezen naar de orthopedisch chirurg. Klager heeft tijdens het consult het vermoeden geuit dat de klachten werden veroorzaakt door de piriformis (diep gelegen bilspier). Hij verwijt de orthopedisch chirurg dat (a) hij geen lichamelijk onderzoek heeft verricht tijdens het consult, (b) hij zich denigrerend heeft uitgelaten over een andere arts en (c) niet goed op de hoogte is van de behandelingen in zijn specialisatiegebied. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht in al haar onderdelen kennelijk ongegrond. Klager handhaaft in hoger beroep alleen de klachtonderdelen a en c. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager over de klachtonderdelen a en c.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2025:7 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-802/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Klacht over advocaat wederpartij en lid dagelijks bestuur. Klacht deels kennelijk niet-ontvankelijk voor zover de klacht is gericht tegen het dagelijks bestuur en voor zover wordt geklaagd over gedragsregels waar de wederpartij geen beroep op kan doen. Klacht voor het overige kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2025:8 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-803/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Klacht over advocaat in andere hoedanigheid: bestuurder en klachtenfunctionaris. Klacht deels kennelijk niet-ontvankelijk voor zover gericht tegen het dagelijks bestuur en voor zover wordt geklaagd over deskundigheid. Klacht voor het overige kennelijk ongegrond vanwege onvoldoende onderbouwing.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2025:12 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2024/6952

    Klager verwijt verweerder dat hij: in strijd met de GBL heeft gehandeld door als internist n.p. een oordeel te geven over het handelen van een neurochirurg die bij klaagster een operatie aan de nek/hals heeft verricht; het niet onmiddellijk toezenden van het medisch dossier; het een beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar heeft ingeschakeld die een standpunt heeft ingenomen zonder medisch advies dan wel op advies van verweerder; indien de beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar van verweerder een standpunt heeft ingenomen op basis van het advies van verweerder: het onbekwaam vertrekken van een advies.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2025:9 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-804/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij in een bestuursrechtelijke kwestie. Klacht deels niet-ontvankelijk, want te laat. Klacht over deskundigheid kennelijk niet-ontvankelijk, vanwege gebrek aan rechtstreeks belang. Klacht voor het overige kennelijk ongegrond, vanwege onvoldoende onderbouwing.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2025:8 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2360

    Klacht tegen een orthopedisch chirurg. Klaagster is scoliose-patiënte. Zij is in verband met daaraan gerelateerde problematiek in 2013 op tienerleeftijd door de orthopedisch chirurg geopereerd. Na de operatie ging het aanvankelijk goed, maar na enige tijd kreeg klaagster pijnklachten en is uiteindelijk het osteosynthesemateriaal in 2015 verwijderd. Na het verwijderen van dit materiaal is de scoliose teruggekomen. Klaagster verwijt de orthopedisch chirurg met klachtonderdeel b dat hij de in 2014 en 2015 gemaakte röntgenfoto’s en de in 2015 gemaakte CT-scan onjuist heeft beoordeeld en er eind 2015 ten onrechte van uit is gegaan dat sprake was van een goed gefuseerde spondylodese. Volgens klaagster heeft de orthopedisch chirurg dan ook niet kunnen besluiten om het osteosynthesemateriaal te verwijderen. Klaagster verwijt de orthopedisch chirurg ook dat zij onvoldoende is voorgelicht over de risico’s van de operatie waarbij het osteosynthesemateriaal is verwijderd. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart dit klachtonderdeel ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het door klaagster ingestelde beroep.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2025:9 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2371

    Klacht tegen een specialist ouderengeneeskunde. De zus van klager (patiënte) is na een herseninfarct opgenomen bij de zorgorganisatie waar de specialist ouderengeneeskunde werkt. Klager heeft ten behoeve van patiënte een klacht ingediend tegen de specialist ouderengeneeskunde. Het Regionaal Tuchtcollege heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in de vijf klachtonderdelen over de behandeling van patiënte, omdat patiënte een mentor had die niet instemde met de klacht. De twee resterende klachtonderdelen, die het handelen van de specialist ouderengeneeskunde ten opzichte van klager zelf betreffen, zijn ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege overweegt dat een patiënt die een mentor heeft ook zonder toestemming van die mentor een klacht kan indienen, tenzij aannemelijk is dat de patiënt ter zake van het indienen van die klacht wilsonbekwaam is. Als een patiënt met een mentor ter zake van het indienen van een klacht wilsonbekwaam is, kan een klacht over de behandeling van de patiënt alleen worden ingediend door de mentor zelf, als wettelijk vertegenwoordiger van de patiënt, of door een ander met instemming van de mentor. Het Centraal Tuchtcollege acht patiënte in dit geval ter zake niet wilsbekwaam en stelt vast dat de mentor niet instemde met de klacht. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager tegen de beslissing van het Regionaal Tuchtcollege.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2025:10 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2372

    Klacht tegen een gynaecoloog. Klagers zijn met een zwangerschapstermijn van 41 weken en 3 dagen doorverwezen naar het ziekenhuis in verband met een stuitligging. De ontsluiting volgt vlot, maar de uitdrijving verloopt zeer moeizaam. Daardoor loopt het zoontje hersenschade op en overlijdt na 6 dagen. Klagers verwijten de gynaecoloog dat hij a) te sturend is geweest tijdens de counseling, b) de bevalling niet goed heeft begeleid en de CTG-registratie onvoldoende aandacht heeft gegeven, c) in de nagesprekken niet eerlijk is geweest en d) geen calamiteitenmelding heeft gedaan bij IGJ. Het Regionaal Tuchtcollege heeft klachtonderdeel b) gegrond verklaard en de gynaecoloog de maatregel op van berisping opgelegd. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van de gynaecoloog tegen deze beslissing.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2025:10 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-820/DH/RO 24-821/DH/RO 24-822/DH/RO 24-824/DH/RO 24-825/DH/RO

    Voorzittersbeslissing. Klacht over advocaten in hun hoedanigheid van respectievelijk medewerker en leden van de CBE van een universiteit. Klager meent dat hij van de opleiding en campus wordt geweigerd omdat sprake zou zijn van institutioneel racisme en een complot om hem ervan te weerhouden een opleiding te volgen. Daarvoor kan hij zich wenden tot de civiele rechter in een procedure tegen de universiteit. Klager maakt zijn klachten tegen verweerders verder weinig concreet en heeft nog geen begin van een onderbouwing daarvan gegeven. Niet gebleken dat verweerders het vertrouwen in de advocatuur hebben geschaad. Klachten alle vijf kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:19 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/6993

    Gegronde klacht tegen een bedrijfsarts. De bedrijfsarts heeft klager gezien in het kader van zijn ziekmelding. Zij heeft een Inzetbaarheidsprofiel (IZP) opgesteld. Klager verwijt de bedrijfsarts onder andere dat zij een onjuist IZP heeft opgemaakt en dat zij geen goede uitleg heeft gegeven over het IZP. Naar het oordeel van het college heeft de bedrijfsarts bij het vaststellen van de beperkingen in het IZP te lang en te zwaar geleund op autisme als –medisch en psychologisch verder niet geverifieerde – werkdiagnose. Om tot dermate verregaande en structurele beperkingen in het persoonlijke en sociale functioneren van klager te kunnen concluderen, had de bedrijfsarts ter onderbouwing nader onderzoek hebben moeten laten doen (psychiatrische dan wel psychologische expertise). Het college verklaart de klacht gegrond. Maatregel: waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2025:11 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2383

    Klacht tegen een gynaecoloog. Bij klaagster is in 2016 de baarmoeder operatief verwijderd. De ingreep begint als kijkoperatie, maar vanwege opgetreden bloeding bij de introductie van de trocar wordt het een open buikoperatie. De bloeding wordt gestopt en de ingreep is succesvol, maar kort na de operatie krijgt klaagster last van darmproblemen die in ernst toenemen en leiden tot arbeidsongeschiktheid en het aanbrengen van een stoma. Klaagster is van opvatting dat deze problemen zijn veroorzaakt door een verkeerd uitgevoerde operatie door de gynaecoloog. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht in al haar onderdelen ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster tegen deze beslissing.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2025:6 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-745/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij/curator. Deels niet-ontvankelijk, want te laat. Deels kennelijk niet-ontvankelijk vanwege ne bis in idem en gebrek aan rechtstreeks belang. Voor het overige kennelijk ongegrond, vanwege onvoldoende onderbouwing en omdat van onjuist gebruik van de derdengeldenrekening niet is gebleken.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:20 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-689/AL/MN

    voorzittersbeslissing. Naar het oordeel van de voorzitter heeft verweerder als partijdige belangenbehartiger voldoende oog gehad voor de belangen van klager als wederpartij van zijn client. Verweerder mocht afgaan op de juistheid van de feiten zoals door zijn cliënt gemeld. Dat verweerder onnodige druk op klager heeft uitgeoefend of misbruik van procesrecht heeft gemaakt is de voorzitter uit de stukken niet gebleken. Deels is klager niet ontvankelijk wegens strijd met het ne bis in idem-beginsel. Over klachten kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TDIVTC:2024:36 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2023/25 en 2023/26

    Kat. Klacht tegen twee dierenartsen. Beide dierenartsen wordt verweten bij klaagster te hebben aangedrongen op euthanasie van haar kat. Ook zijn er klachten over het voorschrijven van medicatie en het niet informeren van klaagster over het uitvoeren van een excisiebiopt ter bevestiging van de diagnose. [Ongegrond.]