Zoekresultaten 44621-44640 van de 44805 resultaten

  • ECLI:NL:TAKTPA:2008:23 Tuchtgerecht Akkerbouwproductschappen Wageningen KC 07-28

    Verzet. Geen nieuwe feiten of omstandigheden. Het tuchtgerecht kan op grond van de feiten niet vaststellen dat er knolcyperus aanwezig was op het perceel van de gemeente. De Wet Tuchtrechtspraak voorziet niet in een proceskostenveroordeling. De uitspraak van 17 mei 2008, zaak nummer KC 07-28, wordt bevestigd.

  • ECLI:NL:TAKTPA:2008:17 Tuchtgerecht Akkerbouwproductschappen Wageningen WH 08-9

    Overtreding van de verplichting om wilde haverplanten te verwijderen en te vernietigen, voordat het zaad begint uit te vallen en dat voor een bepaalde datum, op twee percelen. Rekening houdend met het feit dat de percelen voor het eerste jaar in gebruik zijn door betrokkene en betrokkene er veel aan heeft gedaan om de wilde haver te verwijderen wordt een geldboete opgelegd, waarvan gedeeltelijk voorwaardelijk.

  • ECLI:NL:TAKTPA:2008:24 Tuchtgerecht Akkerbouwproductschappen Wageningen KC 07-38

    Verzet. Geen nieuwe feiten of omstandigheden. De uitspraak van 16 september 2008, zaaknummer KC 07-38, wordt bevestigd.

  • ECLI:NL:TAKTPA:2008:18 Tuchtgerecht Akkerbouwproductschappen Wageningen PH 08-1

    Aanwezigheid van een aardappel afvalhoop na 15 april zonder een zodanige afdekking dat stengels met blad niet boven de afdekking kunnen komen. Betrokkene bespuit de afvalhoop om phytophthora te voorkomen, maar de verordening voorziet niet in deze methode. Een afvalhoop dient conform de verordening altijd afgedekt te zijn. Recidive. Geldboete opgelegd.

  • ECLI:NL:TAKTPA:2008:20 Tuchtgerecht Akkerbouwproductschappen Wageningen PH 08-6

    Aanwezigheid van een aardappel afvalhoop na 15 april zonder een zodanige afdekking dat stengels met blad niet boven de afdekking kunnen komen. Geldboete opgelegd.

  • ECLI:NL:TAKTPA:2008:21 Tuchtgerecht Akkerbouwproductschappen Wageningen WH 08-4

    Overtreding van de verplichting om wilde haverplanten te verwijderen en te vernietigen voordat het zaad begint uit te vallen en dit voor een bepaalde datum. Er wordt rekening gehouden met het feit dat de vaste medewerker van betrokkene plotseling is overleden en deze omstandigheid dit jaar heeft geleid tot een onvoldoende verwijdering van de wilde haverplanten. Geldboete opgelegd, gedeeltelijk voorwaardelijk.

  • ECLI:NL:TAKTPA:2008:15 Tuchtgerecht Akkerbouwproductschappen Wageningen WH 08-7

    Overtreding van de plicht om wilde haverplanten te verwijderen en te vernietigen, voordat het zaad begint uit te vallen en dat voor een bepaalde datum, op twee percelen. In het perceel met aardappelen heeft onvoldoende bestrijding plaatsgevonden. In het perceel met tarwe stond de wilde haver verspreid en was handmatig verwijderen van de wilde haver goed te doen geweest. Geldboete opgelegd.

  • ECLI:NL:TAKTPA:2008:22 Tuchtgerecht Akkerbouwproductschappen Wageningen WH 08-5

    Overtreding van de verplichting om wilde haverplanten te verwijderen en te vernietigen voordat het zaad begint uit te vallen en dit voor een bepaalde datum. Geldboete opgelegd.

  • ECLI:NL:TAKTPA:2008:16 Tuchtgerecht Akkerbouwproductschappen Wageningen WH 08-8

    Overtreding van de verplichting om wilde haverplanten te verwijderen en te vernietigen, voordat het zaad begint uit te vallen en dat voor een bepaalde datum. De bestrijding is niet afdoende gebeurd. Geldboete opgelegd.

  • ECLI:NL:TNOKROE:2008:YC0111 Kamer van toezicht Roermond KL 6/2008

    Doel wettelijk notarieel tuchtrecht. Ne-bis-in-idem-regel geldt ook in het notarieel tuchtrecht. De notaris handelt zorgvuldig door zich op het standpunt te stellen dat hij een onder hem berustend geldbedrag eerst zal uitbetalen nadat in een tussen de klaagster en haar wederpartij aanhangige civiele procedure is uitgemaakt wie de rechthebbende op dat geldbedrag is.

  • ECLI:NL:TNOKSGR:2008:YC0109 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 07-04

    Het had op de weg van de notaris, al dan niet via haar medewerker [notarieel jurist], gelegen om de erven van het begin af aan te waarschuwen dat de verklaring van erfrecht de nodige - lange - tijd zou kosten, gezien het vooralsnog niet te overziene - naar inmiddels is gebleken aanmerkelijk en groeiend - aantal erfgenamen, waarvan een deel bovendien in het buitenland woonplaats heeft. Dit had de notaris in ieder geval eerder kunnen onderkennen en aan klaagster meedelen, temeer nadat klaagster het notariskantoor herhaaldelijk expliciet had gevraagd om inlichtingen over de stand van de afgifte van de verklaring van erfrecht. Anderzijds heeft de notaris en haar medewerker klaagster en de overige erfgenamen - voor zover hun bekend - vervolgens wel adequaat van de voor hen beschikbare informatie hebben voorzien. Gelet op de gecompliceerdheid van het opstellen van de verklaring van erfrecht en de ontwikkelingen vanaf juni 2004 bij een deel van de erfgenamen, welke ontwikkelingen zoals de notaris naar voren heeft gebracht een vertragende invloed hebben gehad op de voortgang van de behandeling, is het begrijpelijk en aanvaardbaar dat de notaris de verklaring van erfrecht tot nu toe niet heeft kunnen opstellen. Bovendien bevindt de opstelling zich zoals blijkt uit het verhandelde ter zitting thans in haar laatste fase. Dit alles wegend is de aanvankelijke hapering in de communicatie vanuit het notariskantoor niet zwaarwegend genoeg is om tot een gehonoreerde klacht te leiden. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TNOKSGR:2008:YC0110 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 07-45

    1. Bejegening 2. De notaris heeft op correcte wijze de kwestie van het successierecht en de afwikkeling van de nalatenschap afgehandeld. Hij heeft klaagster in zijn brief van 31 augustus 2007 een concrete toelichting gegeven over de foutieve successieaangifte, klaagster zijn excuses hiervoor aangeboden, klaagster ingelicht over zijn daaropvolgende bezwaarschrift bij de Belastingdienst tot herstel van de fout en bovendien klaagster aangeboden de wettelijke rente te vergoeden. Daarbij heeft hij klaagster tweemaal de gelegenheid gegeven om een en ander in een persoonlijk gesprek te bespreken. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TNOKSGR:2008:YC0107 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 08-11

    Omdat de erven niet allemaal een verklaring aflegden omtrent de aanvaarding of verwerping van de nalatenschap heeft de notaris het saldo van de nalatenschap, behoudens € 644,37, overgemaakt aan de consignatiekas van het Ministerie van Financiën. De notaris heeft het bedrag van € 644,37 wellicht te lang onder zich gehouden. De notaris treft daarvan echter geen enkel verwijt, nu het de Kamer voorkomt dat hij dit - kennelijk met de beste bedoelingen - gedaan heeft in de toen gerechtvaardigde verwachting dat alle erven tot overeenstemming zouden komen over de betaling van dit bedrag aan [het kerkgenootschap] en hem de daartoe benodigde volmachten zouden geven. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TNOKSGR:2008:YC0108 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 08-12

    De notaris is bij de afwikkeling van de levering tekortgeschoten in zijn regie over de gang van zaken en in zijn plicht tot “Belehrung” van klager (en diens echtgenote) als kopers bij de levering. Het had op de weg van de notaris gelegen om klager bij de BC-transactie te wijzen op de hoedanigheid van particuliere verkoper van [B], daar waar klager erop gerekend had dat het registergoed aanvankelijk aan hem zou worden verkocht door [A]. Bovendien had de notaris klager er uitdrukkelijk op dienen te wijzen dat hiermee [A] ten aanzien van resterende verplichtingen uit de koopovereenkomst (de mandelige weg) niet meer zijn wederpartij was. Ook had de notaris klager dienen te informeren over de risico’s voor klager betreffende de latere levering om niet van de mandelige weg. De notaris heeft aangevoerd dat hij de aanpassingen bij het bespreken van de leveringsakte uitgebreid aan klager en diens echtgenote heeft toegelicht en met hen heeft behandeld. Naar het oordeel van de Kamer is dat te laat en had hij deze omvangrijke en zeer relevante informatie eerder en schriftelijk onder de aandacht van klager dienen te brengen. Berisping.

  • ECLI:NL:TNOKSGR:2008:YC0105 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 05-35

    Dat er twee executeurs in de nalatenschap waren benoemd, is een acceptabele reden voor de notaris om klager in de procedure voor de rechtbank in vrijwaring op te roepen. Dat de notaris via zijn advocaat getracht heeft met klager tot een minnelijke regeling te komen, is op zich niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Het ligt alleszins in de rede dat de notaris stappen daartoe heeft ondernomen in het licht van zijn eerder bereikte minnelijke schikking met [de erven] en hun daarmee samenhangende intrekking van hun klacht bij de Kamer. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TNOKSGR:2008:YC0106 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 08-20

    Klager niet-ontvankelijk in zijn klacht, vanwege: 1. verstrijken van de vervaltermijn van driejaren (artikel 99 lid 12 Wet op het notarisambt) 2. ontbreken van belang.

  • ECLI:NL:TNOKROT:2008:YC0102 Kamer van toezicht Rotterdam 07-08

    Notaris gaat over tot executieveiling van een registergoed terwijl volgens klager niet voldaan was aan de voorschriften. Klacht is ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TNOKROT:2008:YC0103 Kamer van toezicht Rotterdam 06-08

    De oud-notaris heeft zich als een makelaar opgesteld door -ongevraagd- kort na ontbinding van een koopovereenkomst mogelijke kopers voor verschillende panden aan te dragen. Voorts heeft de notaris klager onheus bejegend, door klagers niet persoonlijk op te roepen voor de levering. Klacht niet-ontvankelijk en in de overige onderdelen ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TNOKROT:2006:YC0104 Kamer van toezicht Rotterdam 06-06

    De notaris heeft in strijd met de Wet Melding ongebruikelijke transacties een uitbetaling van € 20.000,-- niet gemeld bij het Meldpunt Ongebruikelijke Transacties. Klacht gegrond zonder oplegging van een maatregel.

  • ECLI:NL:TNOKSGR:2007:YC0101 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 06-17

    Verzet 1. Uit de stukken blijkt niet dat de notaris op de een of andere wijze een onjuist gebruik heeft gemaakt van zijn [mogelijke] bekendheid met de lening. 2. De notaris meldt dat zowel de voorbereidende bespreking als ook het passeren van de aanvullende testamenten op 6 december 2001 beide ten huize van de ouders van klager hebben plaatsgevonden, zoals dit ook reeds in eerdere procedures aan de orde is geweest. De enkele verklaring de auditu van de bewindvoerder levert niet het bewijs van het tegendeel. 3. Een tuchtrechtelijke procedure leent zich niet voor beantwoording van een vraag omtrent de rechtsgeldigheid van een testament. Daartoe dient een civielrechtelijke procedure diende te worden geëntameerd.