ECLI:NL:TAKTPA:2008:23 Tuchtgerecht Akkerbouwproductschappen Wageningen KC 07-28

ECLI: ECLI:NL:TAKTPA:2008:23
Datum uitspraak: 04-12-2008
Datum publicatie: 04-12-2008
Zaaknummer(s): KC 07-28
Onderwerp: knolcyperus
Beslissingen: Vrijspraak
Inhoudsindicatie:   Verzet. Geen nieuwe feiten of omstandigheden. Het tuchtgerecht kan op grond van de feiten niet vaststellen dat er knolcyperus aanwezig was op het perceel van de gemeente. De Wet Tuchtrechtspraak voorziet niet in een proceskostenveroordeling. De uitspraak van 17 mei 2008, zaak nummer KC 07-28, wordt bevestigd.

1.      De procedure

Op 14 maart 2008 heeft het Tuchtgerecht een schriftelijke verklaring ontvangen van de voorzitter van het Productschap Akkerbouw met nummer KC 07-28 alsmede bijgevoegd berechtingsrapport waarmee de zaak bij het Tuchtgerecht aanhangig is gemaakt. Het berechtingsrapport is 25 januari 2008 opgemaakt door [toezichthouder HPA]. Het berechtingsrapport bevat een verklaring van de [toezichthouder PA] alsmede het signaleringsrapport van 6 september 2007 met bijlagen.

De gemeente wordt ten laste gelegd overtreding van artikel 4, eerste lid onderdeel d van de Verordening HPA bestrijding knolcyperus 2004. Daarin is de verplichting opgenomen dat een ondernemer, aan wie een teeltverbod is opgelegd, de op de in gebruik zijnde grond voorkomende knolcyperus moet verwijderen en vernietigen.

De voorzitter van het Tuchtgerecht heeft, conform artikel 28, eerste lid van de Wet tuchtrechtspraak bedrijfsorganisatie 2004, op 27 mei 2008 uitspraak gedaan waarbij de voorzitter het ten laste gelegde niet bewezen verklaart en de gemeente vrij spreekt. 

Namens de voorzitter van het Productschap Akkerbouw heeft mevrouw mr. O.D. van der Vliet bij brief van 7 juli 2008, bij het Tuchtgerecht ontvangen op 8 juli 2008, gemotiveerd verzet gedaan.

Op 28 oktober 2008 heeft het onderzoek ter zitting plaatsgevonden. Namens de gemeente heeft mr. A.G.Th. Geene de zaak nader toegelicht alsmede een pleitnota en twee producties overgelegd. Namens de voorzitter van het Productschap Akkerbouw heeft mevrouw mr. O.D. van der Vliet de zaak nader toegelicht.

2.      Het verzetschrift van 7 juli 2008 en het standpunt van het Productschap Akkerbouw

1.      Op het perceel rust al sinds 1996 een teeltverbod. In 1998 en 2005 is zelfs een nieuw teeltverbod opgelegd in verband met uitbreiding van de besmetting. Van 1996 tot en met 2006 is jaarlijks knolcyperus aangetroffen op het perceel;

2.      op het perceel is in 2007 geen enkele maatregel door de gemeente genomen om de knolcyperus te bestrijden. Dit blijkt uit het feit dat het perceel vol stond met onkruid;

3.      het kan niet anders dan dat er op het perceel knolcyperus stond nu de gemeente niet behoorlijk heeft bestreden en het perceel al jaren besmet is met knolcyperus;

4.      bij uitspraak van 20 juni 2007 is de gemeente een boete opgelegd vanwege overtreding in 2006 van de knolcyperusverordening, het betrof hetzelfde perceel en derhalve is er sprake van recidive hetgeen als strafverzwarende omstandigheid heeft te gelden.

De voorzittersuitspraak van 27 mei 2008 kan niet in stand blijven en het Productschap Akkerbouw verzoekt het Tuchtgerecht de gemeente te veroordelen tot een geldboete.

3.      Standpunt van de gemeente

1.      de gemeente heeft geen knolcyperus aangetroffen zodat vernietiging niet nodig was;

2.      de gemeente heeft een bestrijding uitgevoerd conform de wijze zoals het Productschap Akkerbouw in een brief van 1 juni 2007 heeft voorgeschreven, dit ondanks het feit dat de gemeente geen knolcyperus had aangetroffen;

3.      de door het Productschap Akkerbouw gestelde overtreding is niet aangetoond en ook niet bewezen;

4.      het Productschap Akkerbouw dient in de proceskosten te worden veroordeeld.

4.      Beoordeling

Het Tuchtgerecht kan op grond van de feiten niet vaststellen dat er knolcyperus aanwezig was op het perceel van de gemeente. Dientengevolge kan het de gemeente niet verweten worden niet conform artikel 4, eerste lid onderdeel d, van de verordening HPA bestrijding knolcyperus 2004, de knolcyperus te bestrijden. Het verzetschrift en hetgeen het Productschap Akkerbouw ter zitting naar voren heeft gebracht geven geen nieuwe feiten of omstandigheden die het Tuchtgerecht tot een andere beslissing doen komen dan de uitspraak van de voorzitter van 17 mei 2008, zaaknummer KC 07-28. De uitspraak van 17 mei 2008 maakt deel uit van deze uitspraak.

Voor wat betreft het verzoek van de gemeente het Productschap Akkerbouw te veroordelen in de proceskosten merkt het Tuchtgerecht op dat de Wet Tuchtrechtspraak bedrijfsorganisatie daarin niet voorziet.

5.      De beslissing

Het Tuchtgerecht bevestigt de uitspraak van de voorzitter van 17 mei 2008 waarbij de gemeente is vrijgesproken.