ECLI:NL:TAKTPA:2008:17 Tuchtgerecht Akkerbouwproductschappen Wageningen WH 08-9

ECLI: ECLI:NL:TAKTPA:2008:17
Datum uitspraak: 04-12-2008
Datum publicatie: 04-12-2008
Zaaknummer(s): WH 08-9
Onderwerp: wilde haver
Beslissingen: Geldboete
Inhoudsindicatie:   Overtreding van de verplichting om wilde haverplanten te verwijderen en te vernietigen, voordat het zaad begint uit te vallen en dat voor een bepaalde datum, op twee percelen. Rekening houdend met het feit dat de percelen voor het eerste jaar in gebruik zijn door betrokkene en betrokkene er veel aan heeft gedaan om de wilde haver te verwijderen wordt een geldboete opgelegd, waarvan gedeeltelijk voorwaardelijk.

1.         De procedure

Op 8 oktober 2008 heeft het Tuchtgerecht een schriftelijke verklaring ontvangen van de voorzitter van het Productschap Akkerbouw met nummer WH 08-9 en een bijgevoegd berechtingsrapport waarmee de zaak bij het Tuchtgerecht aanhangig is gemaakt.

Op 28 oktober 2008 heeft het onderzoek ter zitting plaatsgevonden. Namens de BV heeft [vennoot] de zaak nader toegelicht. Namens de voorzitter van het Productschap Akkerbouw heeft mevrouw mr. O.D. van der Vliet de zaak nader toegelicht.

2.         De schriftelijke verklaring en het berechtingsrapport

De BV wordt ten laste gelegd:

Overtreding van artikel 2 van de Verordening PA bestrijding wilde haver 2008. Daarin is opgenomen de verplichting van een ondernemer om van op zijn grond voorkomende wilde haverplanten, te verwijderen en te vernietigen, vóórdat het zaad begint uit te vallen en dit voor een bepaalde datum. Het berechtingsrapport is 2 oktober 2008 opgemaakt door [toezichthouder HPA]. Het berechtingsrapport bevat een verklaring van [de vennoot], het signaleringsrapport van 5 augustus 2008, een plattegrond van de percelen alsmede twee overzichten met gebruikte bestrijdingsmiddelen en datum van toepassing.

3.         De betrokken regelgeving

Het Productschap Akkerbouw heeft de Verordening PA bestrijding wilde haver 2008 vastgesteld. Doelstelling is te voorkomen dat wilde haver (als zaad) een schadelijke verontreiniging wordt in zaaizaden van graan en grassen. Op overtreding van het bepaalde bij of krachtens de Verordening worden tuchtrechtelijke maatregelen gesteld.

4.         De vaststaande feiten

Op grond van de stukken en het onderzoek ter zitting zijn in deze zaak de volgende feiten en omstandigheden voor het Tuchtgerecht vast komen te staan:

met een brief van 11 juli 2007 heeft het Productschap Akkerbouw de BV op de hoogte gebracht van de wilde haverproblematiek in het gebied waar de percelen zijn gelegen met daarin tevens aangegeven dat het hebben van wilde haver na 1 juli van ieder teeltjaar strafbaar is;

Op 5 augustus 2008 heeft een toezichthouder HPA wilde haver aangetroffen in de percelen van de BV.

5.         Standpunt van de BV

[de Vennoot] geeft aan dat het het eerste jaar was dat hij de percelen in gebruik heeft. Hij heeft ze gepacht van het Sint Laurensinstituut en is door het instituut bij aanvang van de pacht op de hoogte gesteld van de besmetting met wilde haver. [De vennoot] was in de veronderstelling dat de wilde haver alleen in granen bestreden dient te worden en niet in aardappelen. Hij heeft bespuitingen met Puma laten uitvoeren om de wilde haver te verwijderen maar er stond nog wat wilde haver aan de slootkant bij de aardappelen. Er is geen wilde haver handmatig verwijderd.

6.         Standpunt Productschap Akkerbouw

Op grond van de Verordening PA bestrijding wilde haver 2008 is de aanwezigheid van wilde haver na 1 juli strafbaar. Op 5 augustus 2008 is op de percelen van de BV wilde haver aangetroffen. Het Productschap Akkerbouw verzoekt het Tuchtgerecht aan de BV een geldboete op te leggen.

7.         De beoordeling

Het Tuchtgerecht stelt vast dat er wilde haver is aangetroffen in twee percelen van de BV. De BV geeft ook toe dat er wilde haver stond. Hiermee acht het Tuchtgerecht het ten laste gelegde bewezen en stelt daarmee de overtreding van artikel 2 van de Verordening PA bestrijding wilde haver 2008 vast. Het Tuchtgerecht stelt vast dat de percelen voor het eerste jaar in gebruik zijn door de BV. De BV was op de hoogte van de zware besmetting met wilde haver en de BV er veel aan gedaan heeft de wilde haver te verwijderen. Bij het bepalen van de hoogte van de boete houdt het Tuchtgerecht hier rekening mee.

8.         De beslissing

Het Tuchtgerecht legt, gelet op de ernst van het feit en de omstandigheden van de zaak aan de BV een geldboete op van € 400,- waarvan € 100,- voorwaardelijk waarbij als voorwaarde wordt gesteld overtreding van de Verordening PA bestrijding wilde haver 2008 gedurende een termijn van 2 jaar na dagtekening van dit vonnis.