Zoekresultaten 21-40 van de 45173 resultaten

  • ECLI:NL:TADRSHE:2025:108 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 25-400/DB/LI/D

    Verzoek art. 60ab Advocatenwet toegewezen. Het ne bis in idem-beginsel staat niet in de weg aan het (opnieuw) treffen van een ordemaatregel tot onmiddellijke schorsing. De aan verweerder opgelegde (reguliere) schorsingen lopen op zeer korte termijn af. De gebrekkige praktijkvoering van verweerder is dusdanig ernstig dat de raad het niet verantwoord acht dat potentiële nieuwe cliënten aan een advocaat worden blootgesteld die zich niet bewust is van de elementaire beginselen en kerntaken van de advocatuur. De raad vindt het onverantwoord dat verweerder op korte termijn zijn praktijk weer kan gaan uitoefenen, terwijl er nog geen goedgekeurde coach aanwezig is. Vrees aanwezig dat verweerder bij het hervatten van de praktijkuitoefening direct tuchtrechtelijk verwijtbaar zal handelen en zonder de noodzakelijke begeleiding opnieuw cliënten zal bijstaan. Onmiddellijke schorsing in de praktijkuitoefening voor onbepaalde tijd.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2025:114 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2025/2761

    Het Regionaal Tuchtcollege te Amsterdam heeft de klacht gedeeltelijk gegrond verklaard en de maatregel van waarschuwing opgelegd. Klaagster heeft beroep aangetekend. Het beroepschrift is echter niet tijdig ontvangen. Het Centraal Tuchtcollege heeft het beroep niet-ontvankelijk verklaard. De maatregel van waarschuwing blijft in stand.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:124 Hof van Discipline 's Gravenhage 240386

    Intrekking klacht door klaagster. Vernietiging beslissing raad. Naar het oordeel van het hof bestaan geen redenen van algemeen belang die met zich brengen dat de behandeling van de klacht moet worden voortgezet. Aan het hoger beroep van verweerder is het belang komen te ontvallen.

  • ECLI:NL:TNORARL:2025:23 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/445370 KL RK 24-179

    De oud-notaris heeft aanzienlijke onttrekkingen aan de derdengeldenrekening ten laste van cliëntendossiers en ten gunst van zichzelf en haar dochter gedaan. Zij heeft geprobeerd deze onttrekkingen te verhullen door ten onrechte de indruk te wekken dat geldbedragen ten bate van de betrokken dossiers werden overgeboekt, terwijl in feite het geld werd overgeboekt naar haar privérekening. Zij heeft ook in meerdere dossiers andere namen gebruikt bij haar overboekingen.De kamer acht gelet op het feit dat de oud-notaris de kerntaken van de notaris ernstig heeft veronachtzaamd een ontzetting uit het ambt de enige passende maatregel. Dat de oud-notaris reeds is gedefungeerd vormt hiervoor geen beletsel, verwijzing naar ECLI:NL:GHAMS:205:1737.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2025:109 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 25-356/DB/OB

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij. Uit het advies van verweerster aan haar cliënte blijkt niet dat verweerster heeft geadviseerd om paulianeus te handelen. Niet gebleken dat verweerster de belangen van de wederpartij onnodig of onevenredig zonder redelijk doel heeft geschaad. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2025:115 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2025/2695

    Klacht is door het Regionaal Tuchtcollege te Amsterdam deels gegrond verklaard zonder oplegging van maatregel. Klager komt tijdig in beroep maar voert onvoldoende beroepsgronden aan. Het Centraal Tuchtcollege verklaart het beroep niet-ontvankelijk. De gedeeltelijke gegrondverklaring zonder oplegging van maatregel blijft in stand.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:125 Hof van Discipline 's Gravenhage 240378

    Wederzijds beroep met betrekking tot een klacht over de eigen advocaat. Het hof is met de Raad van Discipline in het ressort Den Haag (hierna: de raad) van oordeel dat verweerder de norm van gedragsregel 15 heeft geschonden. Voor het overige ziet het hof op basis van het onderzoek in hoger beroep geen aanleiding om tot een andere beoordeling van de klacht van klaagster te komen dan de raad. Dat verweerder (ongeoorloofde) druk op klaagster heeft uitgeoefend of zich schuldig heeft gemaakt aan ouderenmishandeling, is ook het hof niet gebleken. Het hof bekrachtigt de beslissing van de raad, inclusief de maatregel.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2025:76 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7362

    Gedeeltelijk gegronde klacht (doorhaling) van een zorgverzekeraar tegen een verpleegkundige. De verpleegkundige stelde voor verschillende zorgaanbieders (thuis)zorgindicaties. De gegrond verklaarde klachtonderdelen gaan over het afgeven van indicaties die n iet voldeden aan de daaraan te stellen eisen en het niet beschikken over een deugdelijke zorgadministratie.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:126 Hof van Discipline 's Gravenhage 250212

    Afwijzing verzoek tot verwijzing. De deken vervult de functie van vooronderzoeker in de tuchtprocedure. De deken ontleent zijn bevoegdheden aan de Advocatenwet. Artikel 46c van de Advocatenwet biedt geen grondslag om het vooronderzoek naar de klacht van klager over mr. S. door een andere deken dan verweerster te laten verrichten. Ook staat niet bij voorbaat vast dat verweerster de expertise mist om de klacht die klager heeft ingediend over mr. S. te behandelen. Ten slotte is met de uitkomst van het vooronderzoek de klachtprocedure niet beëindigd. Klager heeft dan de mogelijkheid zijn klacht over mr. S. in te dienen bij de Raad van Discipline in het ressort Arnhem-Leeuwarden.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2025:77 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7361

    Gegronde klacht (doorhaling) van een zorgverzekeraar tegen een verpleegkundige. De verpleegkundige was eigenaar/bestuurder van een onderneming die (thuis)zorg verleende. De gegrond verklaarde klachtonderdelen gaan over het declareren van niet geleverde zorg, het declareren van zorg die niet voor vergoeding in aanmerking komt en het niet voldoen aan de dossierplicht.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2025:78 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7920

    (Kennelijk) ongegronde klacht van patiënt (vertegenwoordigd door zijn vader) tegen een kinderarts. Klager werd vanwege het vermoeden van een insult gezien op de SEH. Verwijt gaat over het stellen van een onjuiste diagnose en verlenen van onjuiste zorg als gevolg van het afzien van beeldvormend onderzoek. Het college oordeelt dat de werkdiagnose obstipatie met overloopdiarree niet onzorgvuldig was en dat beeldvormend onderzoek niet geïndiceerd was.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2025:79 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7457

    Klacht tegen een orthopedisch chirurg kennelijk ongegrond. Bij klager is in 2017 door de orthopedisch chirurg een heupprothese geplaatst. De operatie verliep voorspoedig en er waren geen complicaties. Wel kreeg klager na enige tijd (ernstige) rugklachten, waarvoor hij meerdere keren bij de orthopedisch chirurg op consult kwam. De orthopedisch chirurg heeft klager onderzocht en naar diverse specialisten verwezen. Klager verwijt de orthopedisch chirurg, samengevat, dat hij de operatie onzorgvuldig heeft uitgevoerd en niet adequaat heeft gereageerd op zijn klachten.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2025:75 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2024/7127

    Een klacht tegen een gz-psycholoog wordt ongegrond verklaard.Klager is veroordeeld tot tbs met dwangverpleging. Verweerder was van juli 2020 tot en met mei 2024 zijn hoofdbehandelaar. Klager verwijt verweerder dat hij beloftes over het deelnemen van de reclassering aan de gesprekken met klager en het tijdstip van het insturen van de verlofevaluatie van klager niet is nagekomen en diens huidige verlofmachtiging heeft laten verlopen.Het college acht klager ontvankelijk in zijn klachten omdat deze betrekking hebben op de individuele gezondheidszorg. De door klager gestelde feiten zeggen namelijk iets over de huidige status en voortgang van de behandeling van klager. Uit de stukken blijkt echter niet dat verweerder de door klager gestelde beloftes heeft gedaan of de verlofmachtiging van klager heeft laten verlopen. Deels blijkt daaruit eerder het integendeel. Klager heeft niet aannemelijk gemaakt dat dit anders is. De klacht is daarom ongegrond

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2025:76 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2024/7441

    Klager wordt in een klacht tegen een chirurg gedeeltelijk niet-ontvankelijk verklaard en de klacht wordt gedeeltelijk ongegrond verklaard. Verweerder voert in 2014 een fundoplicatie bij klager uit. Dat is een chirurgische operatie waarbij de bovenkant van de maag als een “manchet” om de onderkant van de slokdarm wordt gewikkeld. Op deze manier wordt voorkomen dat de maaginhoud terugvloeit naar de slokdarm. Klager dient in 2024 een klacht in over het vooronderzoek, de operatie en de nazorg. Het college oordeelt dat een aantal klachtonderdelen te laat is ingediend en daarom verjaard zijn en dat de andere klachtonderdelen geen steun vinden in het dossier en klager deze ook niet aannemelijk heeft gemaakt.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2025:77 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2024/7514

    Tandarts. Klacht: bij extractie niet nagevraagd of verdoving werkte, niet geacht tot verdoving werkte, geen afspraken gemaakt wat te doen bij pijn verzoek te stoppen; doorgegaan met trekken kies terwijl klaagster herhaaldelijk riep dat zij pijn had en hand van de tandarts probeerde weg te duwen; doorgegaan met trekken terwijl begeleidster verzocht te stoppen en zei dat er sprake was van PTSS/trauma bij klaagster. Tandarts zou niet bekend zijn met termen PTSS/trauma en klaagster niet serieus genomen hebben. College: Ongegrond. Niet vast komen te staan of tandarts heeft gevraagd of verdoving was ingewerkt of afspraken heeft gemaakt wat te doen bij pijn of verzoek te stoppen. Wel aannemelijk geworden dat tandarts heeft gewacht tot verdoving was ingewerkt. Niet vast komen te staan dat klaagster heeft gezegd dat zij pijn had en tandarts heeft verzocht om stoppen. Ook geen aanknopingspunten in dossier. Niet verwijtbaar dat tandarts doorging met trekken kies, ondanks verzoek begeleidster om te stoppen omdat rol/status begeleidster niet bekend was. Aanwezigheid eventuele PTSS was tevens niet bekend en niet gebleken dat tandarts niet bekend zou zijn met termen PTSS/trauma. Klaagster wel serieus genomen.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:173 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7597

    Klaagster kennelijk niet-ontvankelijk. Klaagster klaagt namens haar moeder (hierna: patiënte) die in behandeling bij de cardioloog is geweest. Na een aantal gesprekken met patiënte en haar familie is aan patiënte en een andere dochter uitgelegd dat er geen medische mogelijkheden meer waren en dat besloten is dat een nieuwe opname niet zinvol was. Klaagster verwijt de cardioloog dat hij de patiënte niet geïnformeerd heeft over de beslissingen betreffende niet behandelen en het no-returnbeleid. Het college is van oordeel dat onvoldoende concrete aanknopingspunten zijn te vinden die aannemelijk maken dat klaagster de wil van patiënte vertegenwoordigt.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:123 Hof van Discipline 's Gravenhage 240099

    Volgens klager heeft verweerster, de advocaat van zijn ex-partner, zich in een geschil over de ontbinding en afwikkeling van hun geregistreerd partnerschap bij de rechtbank na het geven van de beschikking schuldig gemaakt aan “napleiten”. Dat heeft verweerster volgens klager gedaan bij het door haar zelfstandig ingediende herstelverzoek, maar ook in haar reactie op het herstelverzoek dat door de gemachtigde van klager is ingediend. De raad heeft de klacht van klager ongegrond verklaard. Klager is tegen deze beslissing in beroep gekomen. Het hof bekrachtigt de beslissing van de raad. Volgens het hof is er geen sprake van “napleiten”. Verweerster heeft binnen de haar toekomende vrijheid de belangen van haar client behartigd en heeft daarbij niet onnodig de belangen van klager geschaad.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:117 Hof van Discipline 's Gravenhage 250135

    De deken heeft het verzoek om aanwijzing van een advocaat afgewezen. Aan deze beslissing ten grondslag gelegd dat de vader van klager een advocaat heeft voor de procedures waarin vertegenwoordiging van een advocaat is voorgeschreven. Voor een AVG-procedure van de vader en een zaak van vader op het terrein van het Wdz-klachtrecht is geen vertegenwoordiging door een advocaat is voorgeschreven, zodat voor aanwijzing van een advocaat geen reden is. Voor het klachtrecht van klager is evenmin vertegenwoordiging door een advocaat voorgeschreven. Het hof onderschrijft de beslissing van de deken.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:174 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7628

    Deels gegronde klacht tegen een arts. Klager en de arts zijn bekenden van elkaar. De arts vernam tijdens een patiëntenbespreking dat klager plotseling was opgenomen. Zij bezocht hem twee keer en bekeek het medisch dossier. Klager verwijt haar dat dit ongeoorloofde inzage was en dat de arts medische informatie heeft gedeeld die anders was dan de informatie die door zijn behandelend arts werd gedeeld. De arts heeft inzicht getoond in de onjuistheid van haar handelen en mede gelet op de omstandigheden waaronder de schending van het inzagerecht heeft plaatsgevonden, het reflecteren van de arts ter zitting en de reeds genomen maatregelen naar aanleiding van de onbevoegde inzage, ziet het college geen aanleiding om de arts nog een maatregel op te leggen.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:118 Hof van Discipline 's Gravenhage 240387

    Beklag artikel 13 Advocatenwet ongegrond.