Zoekresultaten 44451-44500 van de 44598 resultaten

  • ECLI:NL:TNOKSGR:2007:YC0097 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 06-28

    1. Een notaris mag – in het algemeen en behoudens uitzonderingen ‑ zijn declaratie niet zonder toestemming van de cliënt aan zich zelf voldoen uit derdengelden die hij onder zijn beheer heeft. Het is daarbij onverschillig of hij zich zou kunnen voldoen met een beroep op verrekening, hetgeen onder de oude Wet op het Notarisambt het geval zou kunnen zijn geweest, dan wel of hij zich als beschikkingsgerechtigde zou kunnen voldoen ten laste van een in artikel 25 van de thans geldende Wna bedoelde kwaliteitsrekening. 2. De notaris heeft bij de afwikkeling van de koop van het onderhavige pand op meerdere momenten verzuimd doortastend en adequaat te handelen.

  • ECLI:NL:TNOKSGR:2007:YC0098 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 06-36

    Voor alle onderdelen van de klacht geldt dat de notaris binnen de vereisten van het notariële ambt en naar vermogen het nodige heeft gedaan voor de afwikkeling van deze complexe nalatenschap, temeer daar er op onderdelen van de afwikkeling [kennelijk] geen sprake was van algehele overeenstemming tussen de erfgenamen, maar wel van misverstanden [klachtonderdelen 2 en 5] en soms zelfs van onenigheid tussen de erfgenamen [klachtonderdeel 4]. Dit zijn echter zonder uitzondering zaken die de notaris niet tuchtrechtelijk kunnen worden aangerekend. Het is immers niet aan de notaris om zijn visie aan de erfgenamen op te leggen en voor hen te beslissen.

  • ECLI:NL:TNOKAMS:2008:YC0009 Kamer van toezicht Amsterdam 377061 / NT 07-26 Pee

    Gang van zaken rond een verkoop bij inschrijving. Niet gebleken is dat de notaris het standpunt heeft ingenomen dat het verkoper ná de totstandkoming van de overeenkomst vrij stond om eenzijdig een kwalitatieve verplichting op te leggen.

  • ECLI:NL:TNOKSGR:2008:YC0094 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 07-51

    Verzet Klager was geen partij bij de voornoemde transacties. Uit hetgeen hij heeft gesteld valt evenmin af te leiden dat hij bij die transacties op andere wijze zodanig betrokken is dat hij voldoende rechtstreeks belang heeft bij de klacht. Hoewel klager stelt de klacht in te dienen in het een ieder aangaande belang bij het goed functioneren van het notariaat, is de voorzitter van oordeel dat dat belang niet van dien aard is dat klager in het onderhavige geval kan worden gezien als belanghebbende.

  • ECLI:NL:TNOKSGR:2008:YC0095 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 07-50

    Vervalterming van drie jaren De Kamer is van oordeel dat in het onderhavige geval de vervaltermijn ten aanzien van de klacht tegen de notaris is gaan lopen vanaf 22 december 1994 , toen klager - in persoon aanwezig bij de partiële verdeling - de door de notaris gepasseerde verdelingsakte heeft medeondertekend. De klacht is op 26 november 2007 bij de Kamer ingediend bij brief van 23 november [lees: 2007], ná het verstreken zijn van de vervaltermijn van drie jaren vanaf 22 december 1994.

  • ECLI:NL:TNOKSGR:2008:YC0093 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 07-48

    1. De kandidaat-notaris heeft klager op grond van de voor haar beschikbare informatie adequaat en volledig geïnformeerd over diens status van erfgenaam, zomede over haar eigen positie en die van het notariskantoor met betrekking tot de afwikkeling van de nalatenschap van erflater. Hetzelfde geldt voor de door de kandidaat- notaris verstrekte informatie over de consequenties van de koopovereenkomst en de in de koopovereenkomst vastgestelde eigendomsoverdracht van meergenoemde panden. 2. Het per fax beschikbaar stellen van een kopie van een testament aan een collega-notaris is in de notariële wereld geenszins ongebruikelijk; onder omstandigheden behoeft daartegen ook in het geheel geen bezwaar te bestaan. De kandidaat-notaris is niet tekortgeschoten in haar zorg- en geheimhoudingsplicht door de testamenten van erflater op te vragen bij de betreffende notaris, zulks te minder waar kopieën van de testamenten vervolgens uitsluitend zijn verzonden aan klager en diens zuster en niet aan derden. Evenmin kan worden gezegd dat klager door deze gang van zaken enig nadeel heeft ondervonden. 3. De kandidaat-notaris heeft terecht ervoor gekozen ter vermijding van een mogelijke belangenverstrengeling om geen bemoeienis te zullen hebben met de afwikkeling van de nalatenschap van de vader van klager, en haar werkzaamheden te zullen beperken tot de eigendomsoverdracht van meergenoemde panden, gelet op het optreden van een kantoorgenoot als advocaat in een door klager aangespannen tuchtprocedure tegen de notaris, betrokken bij het testament van klagers vader. Klacht op alle onderdelen ongegrond.

  • ECLI:NL:TNOKSGR:2008:YC0091 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 07-34

    1. Gesteld noch gebleken is dat de notaris de identiteit en de vertegenwoordigingsbevoegdheid van [… junior] heeft vastgesteld voor het ondertekenen van de depotovereenkomst, een en ander zoals voorgeschreven in de Wet identificatie dienstverlening. 2. In het algemeen en behoudens uitzonderingen geldt dat een notaris zijn declaratie niet zonder toestemming van de cliënt aan zich zelf voldoet uit derdengelden die hij onder zijn beheer heeft. Het is daarbij onverschillig of hij zich zou kunnen voldoen met een beroep op verrekening, hetgeen onder de oude Wet op het Notarisambt het geval zou kunnen zijn geweest, dan wel of hij zich als beschikkingsgerechtigde zou kunnen voldoen ten laste van een in artikel 25 van de Wet op het notarisambt bedoelde kwaliteitsrekening.

  • ECLI:NL:TNOKSGR:2008:YC0092 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 07-40

    1. De Kamer is van oordeel dat de notaris heeft mogen uitgaan van de verdeelsleutel zoals door hem voorgesteld in zijn brief van 12 januari 2004, gelet op hetgeen hierover blijkt uit de twee verslagen van diens gesprek op 18 maart 2004 met klagers en notaris [D]. Uit beide verslagen blijkt immers dat klagers met de verdeelsleutel instemden. Daaraan doet niet af dat de verslagen op overige punten van inhoud verschillen. Vervolgens is de notaris bij de afwikkeling te werk gegaan overeenkomstig de hem bij het proces­verbaal van 18 april 2005 door de erfgenamen bij onherroepelijke volmacht verleende bevoegdheid. Dat klagers bezwaren bleven houden betreffende genoemde verdeelsleutel kan, gezien de vermelde instemming, niet tot een tuchtrechtelijk verwijt leiden. Met de notaris is de Kamer van oordeel dat klaagster de gegrondheid van deze bezwaren aan het oordeel van de civiele rechter dient voor te leggen. 2. Bij de comparitie op 18 april 2005 zijn de zes erfgenamen onder meer overeengekomen, dat vanaf 1 januari 2004 een rente van 4% per jaar zou worden vergoed op de schulden van klaagster en erfgename [zuster van klaagster] aan de boedel tot het moment van feitelijke voldoening aan de notaris. De notaris heeft onweersproken gesteld dat hij ingevolge voormelde overeenstemming op 1 september 2005 aan alle erfgenamen hun netto vordering van het vaderlijk erfdeel uitgekeerd heeft en dit verrekend heeft met de hypothecaire vordering van de boedel op klaagster, alsmede met de rente tot de datum van verrekening. Het restant van de hypothecaire schuld van klaagster heeft hij bij de afrekening op 12 juni 2006 verrekend, wederom inclusief de rente over het restant van de hypothecaire vordering. Hiermee heeft de notaris naar het oordeel van de Kamer gehandeld conform voormelde minnelijke regeling tussen de erfgenamen. Dat en waarom de notaris anders had moeten handelen, namelijk op de wijze zoals door klagers aangevoerd, hebben zij onvoldoende onderbouwd. 3. De Kamer is van oordeel dat de notaris de erfgenamen in het algemeen - en klaagster in het bijzonder, naar aanleiding van haar vragen - blijkens de overgelegde correspondentie telkens naar behoren toelichting heeft gegeven over de door hem gedane uitgaven.

  • ECLI:NL:TNOKSGR:2008:YC0088 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 07-30

    De Kamer is van oordeel dat de kandidaat-notaris in alle opzichten de kwesties met betrekking tot de sanering en de overige problemen rond de benedenwoning correct en voortvarend heeft afgehandeld. De vertragingen van de sanering die zich op diverse momenten hebben voorgedaan, kunnen de kandidaat-notaris niet worden aangerekend. Het is begrijpelijk dat met de bodemsanering gewacht is, totdat de kandidaat-notaris bevoegd was, hetgeen eerst krachtens de op 28 maart 2007 opgemaakte verklaring van erfrecht het geval was. Ter zitting heeft de kandidaat-notaris nog toegelicht dat zij klaagster hierover geïnformeerd heeft. Voor de renovatie was de toestemming van de eigenaren van alle woningen nodig, onder wie die van [eigenaar tweede etagewoning]. De kosten van de muizenlokdozen zijn vergoed en notaris [D] heeft aangeboden eventuele schade aan de woning van klaagster, veroorzaakt door de klimopbegroeiing te vergoeden. De interne toegangsdeur tot de benedenwoning is door klaagster op eigen initiatief vervangen binnen enkele maanden nadat zij het ontbreken daarvan had geconstateerd, en de kosten daarvan zijn vervolgens door de kandidaat-notaris uit de boedel vergoed. Weliswaar had de kandidaat-notaris eerder kunnen ingrijpen bij het vervangen van de interne toegangsdeur tot de benedenwoning, maar dat zij dit niet heeft gedaan is in het licht van de omstandigheden niet tuchtrechtelijk laakbaar.

  • ECLI:NL:TNOKSGR:2008:YC0089 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 07-31

    Verzet Betreffende het derde klachtonderdeel tenslotte, de nakoming van de honoreringsafspraken, heeft de notaris betoogd niet gehouden te zijn afspraken tussen klager en [oud-notaris] na te komen, nu zij althans haar kantoorgenoot, zich daartoe niet verplicht heeft. Het is de voorzitter ambtshalve bekend dat [notaris A] het vacante protocol voor eigen rekening en risico waarneemt. De voorzitter is van oordeel dat dit geschilpunt zich niet leent voor behandeling door deze kamer doch een civiele rechtsvraag betreft en dan ook aan de civiele rechter dient te worden voorgelegd.

  • ECLI:NL:TNOKSGR:2008:YC0090 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 08-04

    Ministerieplicht en geheimhoudingsplicht 1. Vast staat dat de tekst van het anti-speculatiebeding uiteindelijk met instemming van klaagster is opgesteld. Het ligt dan naar het oordeel van de Kamer aan klaagster om bij het beding een clausule op te nemen, volgens welke een volgende levering niet zonder voorafgaande toestemming of raadpleging van klaagster zou dienen te geschieden. Klaagster mag als professionele instelling immers worden geacht bekend te zijn met het risico dat een koper zich niet aan het beding zou houden. Daarom berust de eerste verantwoordelijkheid om zich hiertegen in te dekken dan wel de nodige maatregelen te treffen niet bij de notaris, maar bij klaagster. 2. Wellicht had de notaris er verstandiger aan gedaan om voorafgaand aan de levering [A] - ondanks het door deze ingenomen standpunt - toch naar een toestemmingsverklaring van klaagster te vragen. Dat hij dit niet heeft gedaan, is naar het oordeel van de Kamer echter - gelet op het vorenoverwogene - niet tuchtrechtelijk laakbaar. De Kamer is van oordeel dat de notaris voormelde afweging - mede gelet op zijn geheimhoudingsplicht - zorgvuldig en juist heeft gemaakt.

  • ECLI:NL:TNOKSGR:2008:YC0087 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 07-19

    Verzet Ten aanzien van de motivering van het verzet door klaagster overweegt de Kamer, dat de Wet op het notarisambt noch de lagere voor de [kandidaat-]notarissen of de Kamers van Toezicht geldende regelgeving voorziet in een voorlichtingsplicht voor genoemde functionarissen dan wel instanties over in de wet geregelde klachtmogelijkheden. Hoe onbevredigend dit voor klaagster ook mag zijn, het ligt in de eerste plaats op de weg van betrokkene om naar eigen kennis en inzicht al dan niet te kiezen voor het aanspannen van een klachtprocedure.

  • ECLI:NL:TNOKSGR:2008:YC0086 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 07-52

    1. Met klaagster en de KNB is de Kamer van oordeel dat artikel 24 lid 1 van de Verordening beroeps- en gedragsregels [VBG] geen ruimte laat voor een andere interpretatie dan dat een notaris de aanduiding van zijn kantoor in verband met zijn naar buiten optreden met de werkelijkheid moet doen overeenstemmen. Zolang het notariskantoor het enige is in de plaats van vestiging, is vermelding van die plaatsnaam in de kantoornaam geen enkel probleem: het betreft de werkelijke situatie en er is geen verwarring mogelijk bij het publiek, want er is maar één notariskantoor in die plaats. Zodra zich echter een ander notariskantoor in dezelfde plaats vestigt, verandert deze situatie. Voortzetting van de naamvoering door een notaris zou dan de suggestie kunnen wekken dat dit kantoor het enige notariskantoor is in die plaats, hetgeen immers niet meer het geval is. Dit strookt niet met de kennelijke bedoeling van artikel 24 lid 1 VBG, met welke bepaling in belang van het publiek een duidelijke presentatie - waarover dus geen misverstand moet kunnen bestaan - van het notariaat wordt beoogd. Dat er elders in het land ook notariskantoren - als hiervoor genoemd - zijn die in dezelfde situatie verkeren als dat van de notaris en klaagster, doet hieraan niet af. 2. De klacht is gegrond, maar de handelwijze van de notaris is tuchtrechtelijk niet zwaarwegend genoeg om haar een maatregel op te leggen. Daartoe neemt de Kamer in aanmerking dat de KNB, als orgaan dat tot taak onder meer heeft de bevordering van een goede beroepsuitoefening door haar leden, in de naamvoering van voormelde vier notariskantoren tot nu toe kennelijk geen reden heeft gezien om handhavend op te treden.

  • ECLI:NL:TNOKSGR:2008:YC0083 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 08-22

    Bewaringstekort op derdengeldenrekening. De notaris heeft in strijd gehandeld met zijn plicht om eventuele bewaringstekorten op zijn derdengeldenrekening terstond aan te zuiveren. Vast staat dat de notaris in het afdoende bewaken van zijn bewaringspositie in gebreke is gebleven, waardoor voormelde tekorten zijn ontstaan. Daarmee heeft de notaris gehandeld in strijd met zijn wettelijke verplichting. De Kamer rekent een tekort op de derdengeldenrekening de notaris zwaar aan. Immers de derdengeldenrekening dient ertoe om aan het publiek zoveel mogelijk zeker te stellen dat dergelijke gelden zonder meer aanwezig zijn en niet onderhevig zijn aan de bedrijfsvoering van de notaris. Door onderhavig handelen van de notaris is deze zekerstelling ernstig in gevaar gekomen en is bovendien het in een notaris te stellen vertrouwen ernstig beschaamd.

  • ECLI:NL:TNOKSGR:2008:YC0084 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 07-53

    null

  • ECLI:NL:TNOKSGR:2008:YC0085 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 08-26

    Schending indieningsverplichting jaarstukken 2007. Op grond van artikel 24 lid 4 van de Wet op het notarisambt [Wna] moet een notaris zijn jaarstukken binnen vier maanden na afloop van een boekjaar, dus in dit geval vóór 1 mei 2008, op schrift gereed hebben. Die termijn kan op verzoek van de notaris door het BFT op grond van bijzondere omstandigheden met ten hoogste twee maanden worden verlengd. De notaris heeft niet aan genoemde verplichting voldaan, ondanks de herinneringsbrief van het BFT.

  • ECLI:NL:TNOKSGR:2007:YC0082 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 06-35

    1. Uit de stukken blijkt niet van enige verbouwing door de verkoper van het appartement, hetgeen volgens notaris B het prijsverschil zou hebben gerechtvaardigd. Daar komt nog bij dat hij nagelaten heeft om klaagster uitdrukkelijk op het prijsverschil tussen de twee transacties te wijzen. Zijn ambtsgeheim stond hieraan niet in de weg. 2. De verklaring van notaris B ter zitting dat hij drie kwartier de tijd heeft genomen om met klaagster te praten, wordt gelogenstraft door de notariële verklaring omtrent de tijdstippen van het passeren van de beide transportakten [vijf minuten tijdsverschil tussen akten met deels verschillende partijen]. Voor zover de notaris aanvoert dat die tijdstippen vooraf door het kantoor ingevuld en dan ook niet reëel zijn, moet geconstateerd worden dat hij een niet op de realiteit gebaseerde notariële verklaring heeft afgegeven. 3. Door zonder meer voor een groot deel niet door haar verschuldigde overdrachtsbelasting aan klaagster in rekening te brengen heeft notaris B een norm geschonden. 4. De tuchtrechtelijke verantwoordelijkheid van notaris A eindigt niet steeds zodra voor haar een waarnemer optreedt. Deze verantwoordelijkheid blijft bestaan ingeval de waarnemer op verzoek van de notaris is benoemd teneinde de notaris in de in artikel 28, onderdelen a en b, Wet op het notarisambt bedoelde gevallen te vervangen. Het feit dat de notaris gedurende laatstgenoemde waarneming niet bevoegd is haar eigen waarneming over het vacante protocol uit te oefenen, ontslaat haar niet van de verplichting haar waarnemer voor zover mogelijk en nodig te voorzien van informatie en instructies ten aanzien van de praktijkvoering gedurende haar afwezigheid. Evenmin ontslaat het haar van haar tuchtrechtelijke verantwoordelijkheid voor de structuur, de organisatie en het reilen en zeilen van het notariskantoor, zelfs al betrof het in dit geval niet haar eigen kantoor. Daarbij komt dat zij haar waarnemer, toentertijd een kandidaat­notaris, diende te begeleiden, zeker nu het een ander kantoor betrof. Notaris A heeft in dat opzicht niet gehandeld als een behoorlijk notaris betaamt, ook al had zij geen directe betrokkenheid bij het dossier waarover thans geklaagd wordt.

  • ECLI:NL:TNOKSGR:2008:YC0081 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 08-05

    Klagers verwijt dat de notaris onvoldoende [voor]onderzoek naar het door klager gestelde dementeren van erflaatster heeft gedaan naar aanleiding van de hem door klager aangereikte informatie, is naar het oordeel van de Kamer van geen belang voor de wel relevante vraag of de notaris ten tijde van het opmaken van het testament voldoende heeft nagegaan of erflaatster compos mentis was.

  • ECLI:NL:TNOKAMS:2007:YC0079 Kamer van toezicht Amsterdam 362736 / NT 07-4 AB

    Ontvankelijkheid BFT in klachtzaak naar aanleiding van Wid/Wet Mot onderzoek.

  • ECLI:NL:TNOKAMS:2007:YC0080 Kamer van toezicht Amsterdam 332434 / NT 05-82 AB

    Geheimhoudingsplicht van notaris jegens BFT bij onderzoek Wid/Wet Mot

  • ECLI:NL:TNOKAMS:2008:YC0068 Kamer van toezicht Amsterdam 377061 / NT 07-26 Pee

    Gang van zaken bij verkoop bij inschrijving.

  • ECLI:NL:TNOKAMS:2008:YC0062 Kamer van toezicht Amsterdam 387503 / NT 07-47 AB

    Beoordeling wilsbekwaamheid.

  • ECLI:NL:TNOKAMS:2008:YC0075 Kamer van toezicht Amsterdam 367471 / NT 07-10 AB

    Bejegening en voortgang bij het passeren van een testament.

  • ECLI:NL:TNOKAMS:2008:YC0069 Kamer van toezicht Amsterdam 383393 / NT 07-42 P

    De termijn van artikel 99 lid 12 Wna.

  • ECLI:NL:TNOKAMS:2008:YC0063 Kamer van toezicht Amsterdam 384940 / NT 07-43 Pee

    Onzorgvuldige afhandeling ontbinding verkoop.

  • ECLI:NL:TNOKAMS:2008:YC0076 Kamer van toezicht Amsterdam 388719 / NT 08-1 Pee

    Gang van zaken bij doorhaling van een beslag.

  • ECLI:NL:TNOKAMS:2008:YC0070 Kamer van toezicht Amsterdam 382347 / NT 07-39 P

    Samenwerking met makelaarskantoor. Overtreding provisieverbod?

  • ECLI:NL:TNOKAMS:2008:YC0064 Kamer van toezicht Amsterdam 383086 / NT 07-41 Pee

    Mogelijk heeft de kandidaat-notaris zich teveel laten leiden door de informatie van de potentiële koper, maar zo dat al het geval is, is dat onvoldoende om aan te nemen dat de kandidaat-notaris druk op klager heeft uitgeoefend om de koopakte te ondertekenen.

  • ECLI:NL:TNOKAMS:2008:YC0077 Kamer van toezicht Amsterdam 386040 / NT RK 07-44 AB

    De notaris verleent gedurende meer dan één jaar de waarneming, zonder dat ontheffing van de aan de waarneming gestelde maximumtermijn van een jaar is verleend. Schorsing.

  • ECLI:NL:TNOKAMS:2008:YC0071 Kamer van toezicht Amsterdam 382823 / NT 07-40 Pee

    De notaris komt bij herhaling zijn verplichtingen ex artikel 112 lid 1 van de Wet op het notarisambt niet na. Schorsing voor de duur van één dag.

  • ECLI:NL:TNOKAMS:2008:YC0065 Kamer van toezicht Amsterdam 356210 / NT 06-48 en 356218 / NT 06-49 AB

    Termijn artikel 99 lid 12 Wna.

  • ECLI:NL:TNOKAMS:2008:YC0078 Kamer van toezicht Amsterdam 387178 / NT 07-46 Pee

    Schending geheimhoudingsplicht. Klager heeft onvoldoende feiten gesteld waaruit die schending zou blijken. De enkele stelling dat niet goed is voor te stellen hoe de zuster anders dan uit het dossier van [H] aan zijn financiële gegevens is gekomen, is daartoe onvoldoende.

  • ECLI:NL:TNOKAMS:2008:YC0066 Kamer van toezicht Amsterdam 381494 / NT 07-37 Pee

    De kandidaat-notaris twijfelt – met de ex-echtgenote van klager – terecht aan de rechtsgeldigheid van de opzegging door klager van de opdracht aan de Makelaar. Onder deze omstandigheden heeft de kandidaat-notaris correct gehandeld door het geld onder zich te houden, omdat hij daarmee de belangen van alle bij de transactie betrokken partijen zoveel mogelijk heeft gewaarborgd.

  • ECLI:NL:TNOKAMS:2008:YC0073 Kamer van toezicht Amsterdam 377431 / NT 07-27 Pee

    Beoordeling wilsbekwaamheid.

  • ECLI:NL:TNOKAMS:2008:YC0067 Kamer van toezicht Amsterdam 382036 / NT 07- 38 Pee

    De notaris wordt verweten dat hij eigenhandig twee geheel nieuwe bepalingen in de allonge heeft opgenomen. Gelet op de duur van de bijeenkomst ten kantore van de notaris, alsmede het feit dat de tekst van de allonge in ieder geval één keer is aangepast, is niet aannemelijk dat over de inhoud van de allonge in het geheel niet is gesproken. Het is evenwel de vraag of de notaris de consequenties van de allonge voldoende duidelijk heeft gemaakt. Mogelijk heeft de notaris tijdens de bijeenkomst de risico’s onvoldoende in – wat klager noemt – gewone mensentaal duidelijk gemaakt. Aan de andere kant is niet gebleken dat klager meer dan de gebruikelijke zorg behoeft.

  • ECLI:NL:TNOKAMS:2008:YC0074 Kamer van toezicht Amsterdam 370724 / NT 07-12 Pee

    De slotsom van het voorgaande is dat de notaris hoe dan ook de gelden aan klaagster dient uit te keren. Dat hij zekerheidshalve een pas op de plaats heeft gemaakt is echter te begrijpen, omdat klaagster aan de notaris tegenstrijdige berichten heeft doen uitgaan over het al dan niet bestaan van een depotovereenkomst, waardoor de notaris in onzekerheid kwam te verkeren.

  • ECLI:NL:TNOKSGR:2007:YC0059 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 07-12 en 07-17

    De tuchtnorm In algemene zin rust de wettelijke norm, vastgelegd in artikel 98 van de Wet op het notarisambt, zowel op notarissen als op kandidaat­-notarissen. Van beide categorieën mag de naleving van wettelijke regels of de in dit artikel beschreven zorg voor degenen voor wie zij optreden worden verwacht. Derden die met een notariskantoor te maken hebben, moeten erop kunnen rekenen dat de notaris[sen] en eventuele kandidaat­-notarissen zich aan de op hen rustende verplichtingen houden. Dit geldt ook voor het publieke element dat in deze algemene norm is verdisconteerd. Dit is in bijzondere mate het geval als een kandidaat-notaris optreedt als waarnemer van een notaris, maar is daartoe niet beperkt. De hier kort aangeduide externe omstandigheden – de zorg tegenover cliënten én de algemene verantwoordelijkheid voor een goed functionerend notariaat – zijn bepalend. Voor de gelding van de norm doet de interne, mogelijk afhankelijke, positie van een kandidaat-notaris niet ter zake. Wel kan er reden zijn om, bij overtreding van de norm, daarmee rekening te houden bij de beantwoording van de vraag of een sanctie passend is, en zo ja, welke. De transacties in het algemeen De kandidaat­-notaris is in ernstige mate in gebreke gebleven bij de uitoefening van haar werkzaamheden ter ondersteuning en als waarnemer van de notaris. De maatregel De Kamer acht, gezien de aard en de ernst van voormelde handelwijze van de kandidaat­-notaris en haar eigen verantwoordelijkheid in deze, de maatregel van ontzegging van de waarnemingsbevoegdheid voor de duur van twee weken passend. Zij heeft daartoe overwogen dat de ernst en het aantal van de schendingen van de aangehaalde tuchtnorm op zichzelf bezien een zwaardere maatregel rechtvaardigen. Van kandidaat-notarissen mag worden verwacht dat zij de op hen rustende wettelijke norm in acht nemen. Dit is te sterker het geval als de betrokkene - zoals zich ook bij de kandidaat-notaris in enkele van de behandelde gevallen heeft voorgedaan - optreedt als waarnemer van een notaris en daarmee ook extern een zelfstandige rol vervult. Tegenover al dergelijke aspecten staan echter ook bijzonderheden in deze zaak die zich verzetten tegen oplegging van een zwaardere maatregel. De Kamer heeft in dit opzicht sterk rekening gehouden met de onervarenheid van de kandidaat-notaris en haar [afhankelijke] positie op dit kantoor.

  • ECLI:NL:TNOKSGR:2008:YC0060 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 07-11, 07-16, 07-22, 08-01

    De rol van de notaris bij de overdracht van onroerende zaken De notaris neemt in het algemeen een sleutelpositie in bij de handel in onroerend goed en daarmee ook bij het tegengaan van malafide onroerendgoedtransacties. De notaris is in dit verband verplicht om bij onroerendgoedtransacties de identiteit van zijn cliënten volgens de voorschriften van de Wid nauwkeurig te controleren, vast te stellen en deze identiteitgegevens op toegankelijke wijze vast te leggen in het dossier van de transactie. De bij een transactie verkregen informatie die in verband met de door de Minister van Justitie aangewezen indicatoren wijzen op een door de Wet Mot bedoelde ongebruikelijke transactie dient hij te melden bij het door de Wet Mot aangewezen Meldpunt Ongebruikelijke Transacties, de Financial Intelligence­Unit Nederland [FIU-NL], te Zoetermeer. Van de notaris wordt verwacht dat hij zich bewust is van deze sleutelrol en daarnaar handelt. De transacties in het algemeen In de behandelde zaken komt de Kamer tot het oordeel dat de notaris in ernstige mate is tekortgeschoten in zijn uitoefening van het ambt van notaris. Dit uit zich onder meer in het meermalen niet door de notaris hebben voldaan aan de voor het notariaat geldende voorschriften, alsmede aan zijn zorgplicht voor een adequate organisatie van zijn kantoor - mede gelet op de gebrekkige dossiervoering - en ten slotte in het niet in eigen hand hebben kunnen houden van de regie van zijn personeel. Uit het door een notaris gehouden dossier moet kunnen blijken welke stappen hij volgens wettelijke voorschriften heeft genomen in de uitvoering van zijn ambtelijke werkzaamheden, opdat te allen tijde op eenvoudige wijze zijn rechten en verplichtingen kunnen worden gekend. De door de Kamer behandelde dossiers getuigen echter van het tegendeel. Van een notaris wordt voorts verwacht dat hij de organisatie van zijn kantoor in overeenstemming brengt en houdt met de eisen van het ambt. Hij is en blijft hiervoor verantwoordelijk, tenzij er sprake is van overmacht. Het laatste is echter gebleken, noch aannemelijk gemaakt. De Kamer gaat ook voorbij aan het verweer van de notaris van onbekendheid met de recente wetgeving, met name de Wid en de Wet Mot. Van een notaris wordt verwacht dat hij op de hoogte is van de voor het ambt geldende regelgeving en zich op de hoogte houdt en blijft houden van wetswijzigingen die van belang zijn voor het uitoefenen van zijn ambt. De maatregel Ingevolge artikel 98 lid 4 Wna blijven notarissen die niet meer als zodanig werkzaam zijn aan tuchtrechtspraak onderworpen ter zake van handelen of nalaten gedurende de tijd dat zij als zodanig werkzaam waren. Ook aan hen kunnen derhalve de in artikel 103 Wna genoemde maatregelen worden opgelegd. Dit is slechts anders indien het een maatregel betreft die zich uit zijn aard er niet voor leent om alsnog te worden opgelegd, te weten de maatregel van schorsing in de uitoefening van het ambt of van ontzetting uit het ambt. De ernst en het aantal van de vastgestelde schendingen van de aangehaalde tuchtnorm zijn dermate zwaarwegend, dat zij op zichzelf bezien een zwaardere maatregel rechtvaardigen dan die van waarschuwing of berisping - namelijk van schorsing in de uitoefening van het ambt of van ontzetting uit het ambt - , ware het niet dat de notaris inmiddels is gedefungeerd. Gelet op zijn huidige hoedanigheid van oud-notaris komt de Kamer daarom niet toe aan een toemeting van één van de maatregelen in de zwaarste categorie genoemd in artikel 103 Wna. De Kamer zal daarom de maatregel van berisping aan de oud-notaris opleggen, als de zwaarste maatregel die in deze voor de Kamer als tuchtrechtelijk college nog resteert.

  • ECLI:NL:TAKTPA:2008:10 Tuchtgerecht Akkerbouwproductschappen Wageningen KC 07-36

    Overtreding van de plicht om knolcyperus te bestrijden alsmede teelt van een verboden gewas op het teeltverbod. Betrokkene heeft een tweetal ondernemingen. De ene onderneming betreft het loonbedrijf, de andere onderneming de landbouw. Nu betrokkene de overtredingen niet begaan heeft met het loonbedrijf, volgt vrijspraak.

  • ECLI:NL:TAKTPA:2008:11 Tuchtgerecht Akkerbouwproductschappen Wageningen KC 07-37

    Overtreding van de plicht om knolcyperus te bestrijden. Betrokkene heeft onvoldoende bestrijdingsmaatregelen uitgevoerd. Geldboete opgelegd.

  • ECLI:NL:TAKTPA:2008:8 Tuchtgerecht Akkerbouwproductschappen Wageningen AM 07-34

    Overtreding van het 1 op 3 voorschrift aardappelteelt. Zowel in 2005 als 2007 aardappelen geteeld. Overtreding door derde (loonwerker) veroorzaakt. Betrokkene blijft verantwoordelijk voor het voldoen aan de voorschriften. Geldboete opgelegd.

  • ECLI:NL:TAKTPA:2008:12 Tuchtgerecht Akkerbouwproductschappen Wageningen KC 07-38

    Overtreding van de plicht om knolcyperus te bestrijden. Betrokkene heeft onvoldoende bestrijdingsmaatregelen uitgevoerd. Geldboete opgelegd.

  • ECLI:NL:TAKTPA:2008:9 Tuchtgerecht Akkerbouwproductschappen Wageningen KC 07-29

    Verzet ingesteld tegen de door het tuchtgerecht opgelegde boete vanwege overtreding van de bestrijdingsplicht van knolcyperus. Gelet op het feit dat betrokkene zich inspant om de knolcyperus te bestrijden en gelet op het feit dat het productschap zelf voorstelt de boete in een voorwaardelijke boete om te zetten, wordt de geldboete voorwaardelijk opgelegd, met als voorwaarde overtreding van de verordening gedurende een termijn van 2 jaar.

  • ECLI:NL:TAKTPA:2008:13 Tuchtgerecht Akkerbouwproductschappen Wageningen KC 07-39

    Overtreding van de plicht om knolcyperus te bestrijden. Het resultaat van de genomen maatregelen is niet doorslaggevend voor de strafbaarheid maar wel de vraag of de verplichting tot bestrijding is nagekomen. Vrijspraak omdat betrokkene voldoende bestreden heeft zoals blijkt uit de facturen van de bestrijdingsmiddelen.

  • ECLI:NL:TAKTPA:2008:14 Tuchtgerecht Akkerbouwproductschappen Wageningen KC 07-40

    Overtreding van de plicht om knolcyperus te bestrijden alsmede teelt van een verboden gewas op het teeltverbod. De bestrijding van de knolcyperus is onvoldoende uitgevoerd. Voor wat betreft de teelt van een verboden gewas had betrokkene als serieus ondernemer van dit verbod op de hoogte moeten zijn. Geldboete opgelegd.

  • ECLI:NL:TNOKSGR:2008:YC0054 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 07-35, 07-36, 07-37, 07-38

    Ongebruikelijke ABC-transactie. De notarissen zijn in meerdere dossiers onnauwkeurig en slordig te werk gegaan en hebben zich nonchalant en gemakzuchtig getoond ten opzichte van de geldende regelgeving. Beiden zijn in één geval niet voldoende alert geweest voor het gevaar van inschakeling van een stroman, en ook hebben zij zich elk in één geval de belangen van een derde onvoldoende aangetrokken.

  • ECLI:NL:TNOKSGR:2007:YC0055 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 07-35, 07-36, 07-37, 07-38

    Verklaart het BFT ontvankelijk in zijn klachten en zet de behandeling voort.

  • ECLI:NL:TNOKAMS:2008:YC0061 Kamer van toezicht Amsterdam 390620 / NT 08-5 AB

    Verplichting van een notaris om een afschrift van het laatste testament te verstrekken aan de persoon die door de erflater als versterferfgenaam is onterfd.

  • ECLI:NL:TNOKROE:2006:YC0052 Kamer van toezicht Roermond Kl 7/2005

    De notaris niet heeft voldaan aan zijn wettelijk verplichting tot tijdige en volledige indiening van de jaarstukken 2004.

  • ECLI:NL:TNOKROE:2005:YC0053 Kamer van toezicht Roermond KL 3/2005

    De klachttermijn van artikel 99 lid 12 Wna is een vervaltermijn. Tenzij de wet anders bepaalt, kan een vervaltermijn niet worden gestuit.