Zoekresultaten 3501-3550 van de 44598 resultaten
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2023:265 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5881
- Datum publicatie: 15-12-2023
- Datum uitspraak: 15-12-2023
- ECLI:NL:TGZRAMS:2023:265
Gegronde klacht tegen een verpleegkundige. De verpleegkundige kreeg een relatie met een ex-patiënte binnen de zogenaamde afkoelingsperiode die door de instelling waar zij destijds werkte wordt gehanteerd. Het college acht de klacht gegrond. Bij de vraag welke maatregel passend en geboden is, acht het college het volgende van belang. Er is sprake van een normschending door een te korte afkoelingsperiode in acht te nemen en onvoldoende zorgvuldigheid in acht te nemen bij het aangaan van een relatie met een ex-patiënt. In het voordeel van de verpleegkundige weegt daarentegen mee dat die normschending van geringe duur was en dat zij haar toenmalige leidinggevende vrijwel onmiddellijk over het ontstaan van de relatie heeft verteld. De verpleegkundige heeft verder ter zitting aangegeven dat als zij destijds op de hoogte was van de door de instelling gehanteerde afkoelingstermijn, zij anders zou hebben gehandeld. Ook blijkt uit het dossier dat de verpleegkundige gedurende 20 jaar uitstekend heeft gefunctioneerd. Verder heeft de verpleegkundige bij haar nieuwe werkgever deelgenomen aan intervisiebijeenkomsten over seksueel grensoverschrijdend gedrag, wordt er veel aandacht besteed aan de beroepscode en is er veel aandacht voor de individuele zorgverleners. Haar huidige leidinggevende acht de kans op recidive nihil. Gegeven de context van de zaak schat ook het college de kans op recidive laag in. Het college acht, al het voorgaande in acht genomen, de oplegging van een waarschuwing passend en toereikend. Publicatie.
-
ECLI:NL:TAHVD:2023:227 Hof van Discipline 's Gravenhage 220349
- Datum publicatie: 15-12-2023
- Datum uitspraak: 11-12-2023
- ECLI:NL:TAHVD:2023:227
Klacht tegen eigen advocaat ongegrond. Hof bekrachtigt beslissing raad. Geen aanknopingspunten voor excessief declareren.
-
ECLI:NL:TNORARL:2023:48 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/420828 KL RK 23-59 C/05/417485 KL RK 23-27
- Datum publicatie: 15-12-2023
- Datum uitspraak: 13-10-2023
- ECLI:NL:TNORARL:2023:48
Klager heeft in verzet alsnog voldoende onderbouwd gesteld dat de informatie over de erfdienstbaarheid van 1983 normaal en voor de notaris kenbaar is opgenomen in de openbare registers.Gezien deze nadere onderbouwing van de klacht op dit punt is de kamer van oordeel dat de kennelijke ongegrond verklaring van de oorspronkelijk klacht van klager niet in stand kan blijven. De voorzittersbeslissing C/05/417485 KL RK 23 – 27 moet daarom op dit punt vervallen en de klacht moet in zoverre nader in behandeling worden genomen. Voor het overige blijft de voorzittersbeslissing in stand.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2023:266 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5308
- Datum publicatie: 15-12-2023
- Datum uitspraak: 15-12-2023
- ECLI:NL:TGZRAMS:2023:266
Kennelijk ongegronde klacht tegen een verpleegkundige. De verpleegkundige heeft in het kader van het Rijksvaccinatieprogramma (RVP) de zoon van klaagster gevaccineerd. De oma van het kind was aanwezig tijdens de afspraak. De klacht van klaagster is a) dat haar zoon buiten aanwezigheid en tegen de wens van zijn ouders is gevaccineerd en b) dat vooraf niet geverifieerd is of haar zoon fit genoeg was voor de vaccinatie. Het college oordeelt dat niet voldoende aannemelijk is geworden dat de verpleegkundige tijdens het consult wist of had moeten weten dat klaagster niet wilde dat haar zoon de inentingen zou krijgen. Niet is gesteld dat de oma van het kind de verpleegkundige heeft gezegd dat hij niet gevaccineerd mocht worden. Het college ziet geen reden om te twijfelen aan de verklaring van de verpleegkundige dat zij dat niet wist en dat zij anders de vaccinatie niet had gezet. Er was voor de verpleegkundige ook overigens geen enkele reden om te twijfelen aan de instemming van de ouders. De zoon nam immers deel aan het RVP en de afspraak was een ‘inhaalvaccinatie’. Toen het kind met zijn oma verscheen op het consult mocht de verpleegkundige er dan ook vanuit gaan dat de ouders instemden met de vaccinatie. Kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TAHVD:2023:228 Hof van Discipline 's Gravenhage 230294
- Datum publicatie: 15-12-2023
- Datum uitspraak: 09-11-2023
- ECLI:NL:TAHVD:2023:228
Klacht niet verwezen.
-
ECLI:NL:TNORDHA:2023:23 Kamer voor het notariaat Den Haag 23-13
- Datum publicatie: 13-12-2023
- Datum uitspraak: 22-11-2023
- ECLI:NL:TNORDHA:2023:23
De notaris opereerde in een ruzieboedel; duidelijk was dat partijen het niet eens waren over de inhoud van de akte. In dat krachtenveld had de notaris te opereren.
-
ECLI:NL:TNORDHA:2023:24 Kamer voor het notariaat Den Haag 23-12
- Datum publicatie: 13-12-2023
- Datum uitspraak: 22-11-2023
- ECLI:NL:TNORDHA:2023:24
De kern van de klacht ziet op het verwijt aan de notaris dat de vrouw niet beschikkingsbevoegd was om het huis te leveren aan de koper.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2023:264 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5541
- Datum publicatie: 13-12-2023
- Datum uitspraak: 13-12-2023
- ECLI:NL:TGZRAMS:2023:264
Ongegronde klacht tegen een bedrijfsarts. Volgens klaagster heeft de bedrijfsarts haar niet de zorg gegeven die hij had horen te betrachten. Zij verwijt hem dat hij geen kennis had van de werkplek en de daarbij voorkomende arbeidsrisico’s, ondanks communicatie met de behandelaren geen kennis heeft genomen van de aandoening van het polsgewricht en met zijn adviezen tot werkhervatting haar aandoening heeft verergerd met onherstelbare schade tot gevolg. Naar het oordeel van het college is gelet op het verweer van de bedrijfsarts onvoldoende gebleken dat de bedrijfsarts geen kennis had van de werkplek van klaagster. Ook kan niet gezegd worden dat de bedrijfsarts onzorgvuldige adviezen heeft gegeven omdat hij niet voldoende rekening heeft gehouden met de genoemde omstandigheden. De door de bedrijfsarts bij de behandelaren ingewonnen informatie gaf geen aanleiding om aan te nemen dat klaagster helemaal niet kan werken. Het college kan het advies van de bedrijfsarts hieromtrent volgen. Dat de adviezen van de bedrijfsarts de klachten van klaagster hebben verergerd, kan het college niet vaststellen (zie 5.8 beslissing). Niet is gebleken dat de bedrijfsarts, waarbij nog een voorwaardelijke schorsing loopt, tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Het college oordeelt dat alle onderdelen van de klacht ongegrond zijn. De tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke schorsing is dus niet aan de orde.
-
ECLI:NL:TNORDHA:2023:21 Kamer voor het notariaat Den Haag 22-46
- Datum publicatie: 13-12-2023
- Datum uitspraak: 11-10-2023
- ECLI:NL:TNORDHA:2023:21
De notaris had de opdracht van de hypotheekbank ontvangen om de woning te veilen. Klaagster verwijt de notaris dat hij ten onrechte de kinderen heeft betrokken bij de voorgenomen veiling. Verder verwijt klaagster de notaris dat hij zijn ministerie had moeten weigeren en dat de aflosnota niet juist was.
-
ECLI:NL:TNORDHA:2023:22 Kamer voor het notariaat Den Haag 22-55
- Datum publicatie: 13-12-2023
- Datum uitspraak: 22-11-2023
- ECLI:NL:TNORDHA:2023:22
Als gevolg van de twee door de notaris gepasseerde akten is het belang van [P] (en daarvan afgeleid het belang van klager) in [B], zonder deugdelijke tegenprestatie, gereduceerd tot nul.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2023:144 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-205/DB/OB
- Datum publicatie: 12-12-2023
- Datum uitspraak: 11-12-2023
- ECLI:NL:TADRSHE:2023:144
Raadsbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij. Verweerder heeft gehandeld in strijd met de kernwaarde integriteit zich doordat hij zich bij brief d.d. 20 juni 2022 aan de Inspecteur van de Belastingdienst heeft gepresenteerd als advocaat van de ontbonden Stichting B, terwijl verweerder wist dat hij niet bevoegd was om de Stichting te vertegenwoordigen. Berisping.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2023:261 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5379
- Datum publicatie: 12-12-2023
- Datum uitspraak: 12-12-2023
- ECLI:NL:TGZRAMS:2023:261
Kennelijk ongegronde klacht tegen een bedrijfsarts in opleiding. Klager verwijt de arts dat zij niet objectief en discreet was en informatie doorspeelde naar de werkgever, zij klager mediation heeft geadviseerd, maar dit tegenover de werkgever heeft ontkend, klager na een consult weigerde opnieuw te boordelen en haar advies te heroverwegen, niet bereikbaar was en geen navraag heeft gedaan bij de huisarts en de psycholoog van klager. Tenslotte verwijt klager de arts dat zij heeft geadviseerd een deskundigenoordeel aan te vragen zonder klager eerst te hebben gezien. Naar het oordeel van het college dient een bedrijfsarts zowel de belangen van de werknemer als die van de werkgever in acht te nemen en het in hun beider belang dat de stappen van de Wet Verbetering Poortwachter behoorlijk worden uitgevoerd. Niet gebleken is dat er verder nog contact is geweest over klager en dat de arts informatie aan de werkgever heeft gegeven die zij niet had mogen geven. De optie van een probleemoplossend gesprek en mediation is besproken tijdens een consult. Toen bleek dat klager niet in staat was een probleemoplossend gesprek te voeren, achtte de bedrijfsarts hem evenmin in staat om mediation te starten, dit oordeel kan het college volgen. Het college is van oordeel dat van een weigerachtige houding van de arts geen sprake was, zij heeft adequaat gereageerd en een gesprek met de werkgever uitgesteld, hierdoor was er geen noodzaak meer om contact op te nemen met de huisarts en psycholoog van klager. Gebleken is dat de Adviseur Arbeid en Gezondheid het deskundigenoordeel naar voren heeft gebracht en niet de arts. Klacht in al haar onderdelen kennelijk ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TAHVD:2023:223 Hof van Discipline 's Gravenhage 230319W
- Datum publicatie: 12-12-2023
- Datum uitspraak: 08-12-2023
- ECLI:NL:TAHVD:2023:223
Wrakingsverzoek. Verzoekers wraken plv. voorzitter en advocaat-lid vanwege de functies die zij vervullen naast hun werk voor het hof van discipline. Afgewezen, omdat die functies op zichzelf onvoldoende concreet zijn voor de indicatie dat zij mogelijk partijdig zijn bij de behandeling van de tuchtklachten van verzoekers tegen wederpartijen in hoofdzaak. Wraking ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2023:262 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5815
- Datum publicatie: 12-12-2023
- Datum uitspraak: 12-12-2023
- ECLI:NL:TGZRAMS:2023:262
Kennelijk ongegronde klacht tegen een bedrijfsarts. Klager is ontevreden over de begeleiding die hij tijdens zijn ziekteverzuim van de bedrijfsarts heeft gekregen. Volgens klager heeft de bedrijfsarts haar beroepsgeheim geschonden. Het college overweegt dat tegenover de gemotiveerde betwisting van de bedrijfsarts het door klager gestelde onvoldoende is voor toewijzing van dit klachtonderdeel. Als het waar zou zijn dat de werkgever onrechtmatig de gesprekken van de bedrijfsarts met werknemers zou afluisteren, dan zou de bedrijfsarts daarvoor niet persoonlijk aansprakelijk zijn. Dat de werkgever de spreekuurgesprekken zou hebben afgeluisterd is echter niet onderbouwd. Klager verwijt de bedrijfsarts verder dat zij hem onvoldoende serieus heeft genomen. Het college overweegt dat er tijdens het spreekuur kennelijk een misverstand is ontstaan tussen klager en de bedrijfsarts over het antwoord op de vraag of klager zich arbeids(on)geschikt achtte. Naar het oordeel van het college blijkt dat de bedrijfsarts naar klager heeft geluisterd en hem serieus heeft genomen. Het is niet van belang aan wie het hiervoor vermelde misverstand te wijten is, nu de bedrijfsarts haar oordeel heeft bijgesteld. Zij heeft daarmee zorgvuldig gehandeld. Klacht in al haar onderdelen kennelijk ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TAHVD:2023:224 Hof van Discipline 's Gravenhage 230116
- Datum publicatie: 12-12-2023
- Datum uitspraak: 11-12-2023
- ECLI:NL:TAHVD:2023:224
Klacht over eigen advocaat. Verweerder is ernstig tekort geschoten in de informatievoorziening van zijn cliënt en heeft weinig tot niets schriftelijk vastgelegd ter zake van de processtrategie, kosten en risico's. Het hof heeft ernstige zorgen over de praktijkvoering door verweerder - gezien ook zijn opstelling tijdens de klachtprocedure en de expliciete opvatting van verweerder dat gedragsregel 16 en 17 op hem niet van toepassing is. Het hof verzwaart daarom de maatregel van schorsing naar zes weken onvoorwaardelijk. Bekrachtiging beslissing raad muv maatregel.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2023:263 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2022/5041
- Datum publicatie: 12-12-2023
- Datum uitspraak: 12-12-2023
- ECLI:NL:TGZRAMS:2023:263
Deels gegronde klacht tegen een bedrijfsarts. Klager verwijt de bedrijfsarts dat zij haar rol van bedrijfsarts niet op een professionele wijze heeft ingevuld, zich niet onafhankelijk heeft opgesteld. Zij heeft zich onrechtmatig door de werkgever laten beïnvloeden, waardoor de werkgever de re-integratie van klager kon belemmeren. Ook is de bedrijfsarts hem ten onrechte niet tegemoetgekomen in zijn herhaalde verzoeken om een second opinion door een andere bedrijfsarts. Tot slot zou de bedrijfsarts een te summier medisch dossier hebben bijgehouden en klager na een consult op 10 december 2019 tot aan het eerste consult met haar opvolger op 12 augustus 2020 zonder enige mededeling aan zijn lot hebben overgelaten. Het college komt tot het oordeel dat de bedrijfsarts op een aantal klachtonderdelen tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Het legt haar daarvoor een berisping op, veroordeelt de bedrijfsarts in de proceskosten van klager en bepaalt dat deze beslissing, nadat die onherroepelijk is geworden, in de Nederlandse Staatscourant zal worden bekendgemaakt en ter publicatie zal worden aangeboden aan vaktijdschriften.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2023:142 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-406/DB/LI
- Datum publicatie: 12-12-2023
- Datum uitspraak: 11-12-2023
- ECLI:NL:TADRSHE:2023:142
Verzetbeslissing. Klager heeft geen verzetgronden ingediend. Er is geen sprake van een schriftelijk gemotiveerd verzet als bedoeld in artikel 46h lid 1 Advocatenwet, zodat klager niet in het door hem ingestelde verzet kan worden ontvangen. Verzet niet-ontvankelijk.
-
ECLI:NL:TGDKG:2023:98 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/707061 / DW RK 21/412
- Datum publicatie: 12-12-2023
- Datum uitspraak: 13-01-2023
- ECLI:NL:TGDKG:2023:98
Gerechtsdeurwaarders passeren een beroep op verrekening van klager en leggen beslag. Ministerieplicht en marginale toetsing. Klacht gegrond: Voorzienbaar was dat ook klager executiemaatregelen zou gaan nemen, wanneer verrekening niet als wijze van voldoening door de opdrachtgever werd geaccepteerd. Dit heeft klager dan ook gedaan. Door deze gevolgde omweg hebben de gerechtsdeurwaarders met het leggen van twee beslagen onnodige kosten gemaakt en heeft ook klager onnodige kosten moeten maken om beslag te doen leggen onder de gerechtsdeurwaarders.*****UITSPRAAK IN HOGER BEROEP: 19 december 2023, ECLI:NL:GHAMS:2023:3118, [- vernietigt de bestreden beslissing;en, in zoverre opnieuw beslissende:- verklaart de klacht tegen beide gerechtsdeurwaarders ongegrond.]*****
-
ECLI:NL:TADRSHE:2023:143 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-261/DB/ZWB
- Datum publicatie: 12-12-2023
- Datum uitspraak: 11-12-2023
- ECLI:NL:TADRSHE:2023:143
Verzetzaak. De raad is op grond van het verzetschrift van oordeel dat de verzetgronden van klager niet slagen. De voorzitter heeft bij de beoordeling van de klacht de juiste maatstaf toegepast en voorts rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2023:260 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2022/5108
- Datum publicatie: 12-12-2023
- Datum uitspraak: 12-12-2023
- ECLI:NL:TGZRAMS:2023:260
Ongegronde klacht tegen een bedrijfsarts. Klager verwijt de bedrijfsarts dat hij zijn rol als bedrijfsarts niet op een professionele en actieve wijze heeft ingevuld heeft; zo heeft hij zonder zorgvuldig medisch onderzoek uit te voeren vastgesteld dat de eerder opgestelde FML nog van toepassing was en klager nadien aan zijn lot overgelaten Voorts wordt de bedrijfsarts verweten dat hij niet onafhankelijk is gebleven, in zijn terugkoppeling niet duidelijk heeft vermeld wat er tijdens een consult was besproken en geen goed medisch dossier heeft bijgehouden. Het college komt tot oordeel dat bij een aantal klachtonderdelen het handelen van de bedrijfsarts niet de schoonheidsprijs verdient maar dat dit onvoldoende is voor een tuchtrechtelijk verwijt. Ten aanzien van het laatste klachtonderdeel overweegt het college dat het door de bedrijfsarts bijgehouden dossier de van belang zijnde aantekeningen, andere informatie en stukken bevat. Deze geven ook voldoende onderbouwing voor de beoordeling en de conclusies van de bedrijfsarts over de belastbaarheid van klager. De daarop gebaseerde adviezen van de bedrijfsarts aan klager en de werkgever zijn navolgbaar. Het college verklaart de klacht in al haar onderdelen ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2023:139 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 22-985/DB/OB
- Datum publicatie: 11-12-2023
- Datum uitspraak: 11-12-2023
- ECLI:NL:TADRSHE:2023:139
Raadbeslissing. Tussenbeslissing. Zaak na ambtshalve aanvulling klacht terugverwezen naar deken voor heropenen onderzoek. De deken heeft de onderzoekresultaten aan de raad gestuurd en overwogen: “Ik kan derhalve niet met zekerheid vaststellen dat verweerder de tekst van de oorspronkelijke declaratie op een later tijdstip heeft gewijzigd (aangevuld), hetgeen op zich zowel strafrechtelijk als tuchtrechtelijk laakbaar zou zijn.” De overweging van de deken vormt aanleiding om de zaak terug te verwijzen naar de deken voor het heropenen van het onderzoek naar de authenticiteit van de door verweerder aan de deken toegestuurde declaraties. Volgt opnieuw terugverwijzing naar deken.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2023:140 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-407/DB/LI
- Datum publicatie: 11-12-2023
- Datum uitspraak: 11-12-2023
- ECLI:NL:TADRSHE:2023:140
Raadsbeslissing. Klacht over de eigen advocaat over de kwaliteit van de dienstverlening. Voor zover de klacht ziet op het optreden van verweerster van voor 22 november 2019 is de klacht op grond van artikel 46g Advocatenwet niet-ontvankelijk. Verder is niet gebleken dat verweerster klagers zaken heeft laten liggen, termijnen heeft laten verlopen, heeft verzuimd dwangsommen te innen, heeft verzuimd een voorlopige voorzieningen procedure te starten en klager heeft misleid in de huurkwestie. Verweerster heeft niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld doordat zij heeft geweigerd om de letselschadezaak van klager in behandeling te nemen, noch doordat zij de behandeling van klagers zaken heeft neergelegd. Ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2023:246 Raad van Discipline 's-Gravenhage 22-958/DH/DH
- Datum publicatie: 11-12-2023
- Datum uitspraak: 11-12-2023
- ECLI:NL:TADRSGR:2023:246
Ongegrond verzet.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2023:141 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-179/DB/OB
- Datum publicatie: 11-12-2023
- Datum uitspraak: 11-12-2023
- ECLI:NL:TADRSHE:2023:141
Raadsbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij. Familiezaak. Verweerster heeft tuchtrechtelijk verwijtbaar en in strijd met de kernwaarde integriteit gehandeld doordat zij een tekst, die uit naam van klaagster was geschreven, heeft aangepast en aan haar cliënt heeft doorgestuurd, terwijl klaagsters advocaat uitdrukkelijk aan verweerster had laten weten dat klaagster niet akkoord was met aanpassing van die tekst. In de omstandigheden dat verweerster niet eerder tuchtrechtelijk is veroordeeld en ter zitting heeft erkend dat zij anders had moeten handelen ziet de raad aanleiding om te volstaan met oplegging van een waarschuwing.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2023:186 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/5502
- Datum publicatie: 11-12-2023
- Datum uitspraak: 08-12-2023
- ECLI:NL:TGZRZWO:2023:186
Klacht van dochter patiënte tegen specialist ouderengeneeskunde (so). Onvoldoende duidelijkheid over rol- en taakverdeling tussen de so en de verpleegkundig specialist (vs) waardoor sprake is geweest van een gebrekkige communicatie en de behandeling van patiënte is tekortgeschoten. De so had moeten begrijpen dat haar rol ten opzichte van de vs door de (snelle) escalatie van het probleemgedrag van patiënte, en daarmee de veranderde zorgvraag en de toegenomen complexiteit hiervan, diende te verschuiven van intervisor naar supervisor. De so heeft deze regierol onvoldoende opgepakt. In plaats van in gesprek te gaan met de vs over het medicatiebeleid ten aanzien van patiënte heeft zij het conflict met de vs over dit beleid de boventoon laten voeren met als laakbaar gevolg dat de so de zorg voor patiënte uit het oog is verloren. Ook had de so het WZD-stappenplan moeten toepassen wat ernstig nadeel voor patiënte mogelijk had kunnen voorkomen. De so heeft tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld. Aan de so wordt de maatregel van berisping opgelegd.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2023:247 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-600/DH/RO
- Datum publicatie: 11-12-2023
- Datum uitspraak: 11-12-2023
- ECLI:NL:TADRSGR:2023:247
Verzoek art. 8e Advocatenwet toegewezen. Verweerder oefent al sinds 2021 niet meer duurzaam en stelselmatig het beroep van advocaat uit. De raad schrapt verweerder van het tableau op grond van artikel 8e Advocatenwet.
-
ECLI:NL:TADRARL:2023:318 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-213/AL/MN
- Datum publicatie: 11-12-2023
- Datum uitspraak: 06-11-2023
- ECLI:NL:TADRARL:2023:318
Klacht over de eigen advocaat. Het verwijt dat verweerder de proceskosten niet in de onderhandelingen tijdens schorsing van de zitting heeft betrokken, is tegenover de met stukken onderbouwde betwisting door verweerder, niet komen vast te staan. Het tegendeel volgt ook uit de e-mails van klager aan verweerder van 16 juli 2019, 15 en 21 oktober 2019 waarin klager erkent dat verweerder herhaaldelijk met hem tijdens de schorsingen heeft gesproken over de gevolgen van een schikking tegen finale kwijting met de wederpartij en dat het gevolg daarvan was dat zijn (advocaat)kosten voor eigen rekening zouden blijven. Van ondermaats werk is de raad uit de stukken niets gebleken. Daarnaast verplicht geen (rechts)regel een advocaat om een nieuwe zaak aan te nemen als deze niet haalbaar lijkt. Verweerder mocht dat dan ook weigeren. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2023:225 Raad van Discipline Amsterdam 23-731/A/NH
- Datum publicatie: 08-12-2023
- Datum uitspraak: 04-12-2023
- ECLI:NL:TADRAMS:2023:225
Voorzittersbeslissing; Klacht over de advocaat van de wederpartij in een familierechtzaak gedeeltelijk kennelijk ongegrond. Verweerster heeft bij de behartiging van de belangen van haar cliënte de vrijheid die zij als advocaat van de wederpartij geniet niet overschreden. Evenmin heeft de voorzitter kunnen vaststellen dat verweerster onnodig escalerend heeft opgetreden in deze familierechtzaak. Voor zover klager verweerster een verwijt maakt over haar manier van factureren geldt dat het klachtrecht in het leven is geroepen voor degene die door het handelen of nalaten van een advocaat rechtstreeks in zijn of haar belang is of kan worden getroffen. Nu klager door de wijze van factureren van verweerster niet rechtstreeks in zijn belang wordt getroffen, is zijn klacht daarover kennelijk niet-ontvankelijk.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2023:226 Raad van Discipline Amsterdam 23-685/A/NH
- Datum publicatie: 08-12-2023
- Datum uitspraak: 04-12-2023
- ECLI:NL:TADRAMS:2023:226
Voorzittersbeslissing; klacht over advocaat wederpartij in alle onderdelen kennelijk ongegrond. Van het verkondigen van -pertinente- onjuistheden door verweerster is naar het oordeel van de voorzitter geen sprake en verweerster heeft zich ook niet onnodig grievend over klaagster uitgelaten. Gelet op de aan verweerster toekomende vrijheid die zij heeft bij het behartigen van de belangen van haar cliënte, mocht verweerster dit zo opschrijven zoals zij heeft gedaan.
-
ECLI:NL:TNORARL:2023:47 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/420645 KL RK 23-57
- Datum publicatie: 08-12-2023
- Datum uitspraak: 08-12-2023
- ECLI:NL:TNORARL:2023:47
artikel 17, 43 en 93 Wna.Klacht ziet op een overdracht middels Groninger akte van (inmiddels) erflater aan zijn financieel adviseur. Koopsom werd grotendeels schuldig gebleven in de vorm van onderhandse geldleningen zonder hypothecaire zekerheid. Klaagster is erfgenaam van erflater en verwijt de notaris dat hij erflater niet, althans onvoldoende heeft gewezen op de gevolgen en risico’s van deze transactie. De kamer komt tot de slotsom dat uit hetgeen de notaris heeft aangevoerd onvoldoende is gebleken dat hij erflater in voldoende mate heeft gewezen op de gevolgen en risico’s van de transactie. Daarom heeft de kamer de klacht gegrond verklaard en een schorsing voor de duur van één week als maatregel opgelegd.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2023:259 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5772
- Datum publicatie: 08-12-2023
- Datum uitspraak: 08-12-2023
- ECLI:NL:TGZRAMS:2023:259
Kennelijk ongegrond klacht tegen een huisarts. Klaagster verwijt de huisarts dat hij bij een rectaal toucher zijn vinger in eerste instantie in haar vagina heeft gestoken, in plaats van in de anus. Klaagster verwijt de huisarts verder dat hij het gebeuren heeft gebagatelliseerd door het als een ‘foutje’ te benoemen. Gelet op de positie waarin klaagster lag, waarbij de huisarts het onderzoek uitvoerde met een handschoen voorzien van vaseline, is het niet ondenkbaar dat de vinger van de huisarts is uitgegleden. Bij dit type onderzoek is een dergelijke situatie niet altijd te voorkomen en het gaat dan ook te ver om de huisarts daarvan een tuchtrechtelijk verwijt te maken. Het college heeft niet kunnen vaststellen dat de huisarts de gang van zaken heeft gebagatelliseerd. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TNORDHA:2023:17 Kamer voor het notariaat Den Haag 23-08
- Datum publicatie: 07-12-2023
- Datum uitspraak: 23-08-2023
- ECLI:NL:TNORDHA:2023:17
In het testament is opgenomen dat de taak en het beheer van de executeur eindigen als bij de wet bepaald. Klagers achten het klachtwaardig dat de kandidaat-notaris een verdeling tot stand wil brengen. Al op 27 mei 2021 hebben de erfgenamen haar verzocht haar taak af te ronden en het beheer over te dragen aan de erfgenamen. Zonder toestemming van klagers heeft de kandidaat-notaris een conceptakte van verdeling opgesteld. De kandidaat-notaris heeft daarvoor een einddeclaratie van € 6.473,50 in rekening gebracht. Het saldo van de nalatenschap wil de kandidaat-notaris pas uitkeren aan de erfgenamen als zij de akte van verdeling waarin de einddeclaratie van de kandidaat-notaris is opgenomen, ondertekenen.
-
ECLI:NL:TNORDHA:2023:18 Kamer voor het notariaat Den Haag 23-02
- Datum publicatie: 07-12-2023
- Datum uitspraak: 13-09-2023
- ECLI:NL:TNORDHA:2023:18
Klager heeft een procedure gestart om duidelijkheid te krijgen over het toepasselijk recht op de vererving en afwikkeling van de nalatenschap van erflater. Dit is van belang omdat in het Engels recht geen sprake is van een legitieme portie.
-
ECLI:NL:TNORDHA:2023:19 Kamer voor het notariaat Den Haag 23-22
- Datum publicatie: 07-12-2023
- Datum uitspraak: 13-09-2023
- ECLI:NL:TNORDHA:2023:19
Klager is het niet eens met de beslissing van de voorzitter dat hij sinds januari 2018, toen hij het legaat had aanvaard, op de hoogte zou zijn geweest van het testament van 2016 en de gevolgen daarvan.
-
ECLI:NL:TNORDHA:2023:20 Kamer voor het notariaat Den Haag 23-01
- Datum publicatie: 07-12-2023
- Datum uitspraak: 11-10-2023
- ECLI:NL:TNORDHA:2023:20
Klagers verwijten de notaris dat het testament van 18 maart 2008 praktisch onuitvoerbaar is.
-
ECLI:NL:TNORDHA:2023:16 Kamer voor het notariaat Den Haag 23-05
- Datum publicatie: 07-12-2023
- Datum uitspraak: 23-08-2023
- ECLI:NL:TNORDHA:2023:16
Klager verwijt de notaris dat hij ten tijde van de aankoop van het perceel grond met gelijkluidende bepalingen (als de verkoop) niet is geïnformeerd over de risico’s van deze transacties, terwijl beide dossiers door hetzelfde notariskantoor en dezelfde medewerker werden behandeld.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2023:243 Raad van Discipline 's-Gravenhage 32-671/DH/DH
- Datum publicatie: 06-12-2023
- Datum uitspraak: 06-12-2023
- ECLI:NL:TADRSGR:2023:243
Voorzittersbeslissing. Klacht over advocaat wederpartij in alle onderdelen kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2023:244 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-651/DH/DH
- Datum publicatie: 06-12-2023
- Datum uitspraak: 06-12-2023
- ECLI:NL:TADRSGR:2023:244
Voorzittersbeslissing. Klacht over de wederpartij in alle onderdelen kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2023:245 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-650/DH/DH
- Datum publicatie: 06-12-2023
- Datum uitspraak: 06-12-2023
- ECLI:NL:TADRSGR:2023:245
Voorzittersbeslissing. Klacht over de wederpartij in alle onderdelen kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2023:164 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2022/1711
- Datum publicatie: 06-12-2023
- Datum uitspraak: 06-12-2023
- ECLI:NL:TGZCTG:2023:164
Het Centraal Tuchtcollege heeft een herzieningsverzoek van de huisarts toegewezen, omdat de door de huisarts meegebrachte getuige niet is gehoord. De zaak is verwezen naar het Regionaal Tuchtcollege voor nieuwe behandeling en het horen van de getuige. Ter zitting is gemachtigde van huisarts zonder getuige verschenen. Het Regionaal Tuchtcollege oordeelt dat een openbare zitting bij uitstek de gelegenheid is om getuigen te horen. Het had de huisarts duidelijk moeten zijn dat getuige zou worden gehoord. Dat de huisarts heeft afgezien van het (laten) horen getuige ter zitting komt voor haar rekening en risico. Het Regionaal Tuchtcollege handhaaft de oorspronkelijke beslissing van het Centraal Tuchtcollege van 15 januari 2021. De huisarts is in beroep gekomen tegen deze beslissing. In beroep is als eerst de vraag aan de orde of tegen de uitspraak van het Regionaal Tuchtcollege, waarbij de beslissing van het Centraal Tuchtcollege is gehandhaafd beroep open staat. Dit is het geval. Het Centraal Tuchtcollege heeft de getuigen gehoord. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2023:165 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1808
- Datum publicatie: 06-12-2023
- Datum uitspraak: 06-12-2023
- ECLI:NL:TGZCTG:2023:165
Klacht tegen een arts voor arbeid en gezondheid. Klager was in 2017 betrokken bij een auto‑ongeval waarbij zijn auto in botsing kwam met een andere auto. De bestuurder van de andere auto was verzekerd bij de maatschappij waar de arts als medisch adviseur in dienst is. De arts heeft driemaal een medisch advies uitgebracht over de klachten die klager sinds het ongeval ondervond. In juni 2022 heeft de arts schriftelijk laten weten het dossier over te dragen, omdat klager had laten weten geen vertrouwen in de arts te hebben. De bedoeling van de adviezen was het vaststellen van medische causaliteit tussen het ongeval en de klachten. Klager verwijt de arts dat zij bij de beoordeling van het door klager opgelopen letsel niet als arts handelt, maar als een tegenpartij. Uit de medische adviezen die zij heeft geschreven blijkt volgens klager dat zij niet onafhankelijk is en niet professioneel handelt. Haar adviezen stoelen niet op conclusies van behandelaren, maar op haar eigen ongefundeerde aannames. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager tegen deze beslissing.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2023:166 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1874
- Datum publicatie: 06-12-2023
- Datum uitspraak: 06-12-2023
- ECLI:NL:TGZCTG:2023:166
Klacht tegen een verzekeringsarts. Klaagster heeft begin 2023 een verzoek ingediend bij het UWV tot correctie van een medisch rapportage uit 2012 die is opgemaakt door de verzekeringsarts. Dit correctieverzoek is – door iemand anders dan de verzekeringsarts – afgewezen. Vervolgens heeft klaagster de onderhavige klacht tegen de verzekeringsarts ingediend. Klaagster wil dat de door haar gestelde onjuistheden en onvolledigheden in de medische rapportage worden gecorrigeerd. De voorzitter van het Regionaal Tuchtcollege oordeelt dat de kern van de klacht is dat de rapportage waar het om gaat onjuistheden bevat en onvolledig is en niet aan de daaraan te stellen eisen voldoet. Gelet op de datum van de rapportage en de datum van indiening van de klacht, is de tienjaarstermijn overschreden en is de klacht kennelijk niet-ontvankelijk. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster tegen deze beslissing.
-
ECLI:NL:TAHVD:2023:221 Hof van Discipline 's Gravenhage 220322
- Datum publicatie: 06-12-2023
- Datum uitspraak: 01-12-2023
- ECLI:NL:TAHVD:2023:221
Klacht tegen eigen advocaat. Wederzijds hoger beroep. Klager heeft opdracht gegeven aan verweerder om een cassatieadvies uit te brengen en om te adviseren of het zinvol is om (voorwaardelijk) incidenteel cassatieberoep in te stellen in zijn letselschadezaak. Verweerder heeft niet duidelijk gecommuniceerd met klager terwijl de verzoeken van klager daartoe op meerdere momenten aanleiding gaven. Verweerder heeft zijn cassatieadvies en concept-verweerschrift dusdanig laat aan klager verzonden dat, in het geval daarover discussie zou ontstaan (wat zich ook voordeed), hij daarmee klager geen andere mogelijkheid liet dan zich neer te leggen bij de aanpak van verweerder. Het hof rekent verweerder deze onzorgvuldige handelwijze jegens klager aan. Ook ten aanzien van de financiële afspraken heeft verweerder onzorgvuldig jegens verweerder gehandeld. Bekrachtiging beslissing raad ook tav opgelegde berisping. Proceskostenveroordeling.
-
ECLI:NL:TAHVD:2023:222 Hof van Discipline 's Gravenhage 230285
- Datum publicatie: 06-12-2023
- Datum uitspraak: 04-12-2023
- ECLI:NL:TAHVD:2023:222
Hoger beroep tegen een ongegrond verzet niet-ontvankelijk.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2023:257 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5687
- Datum publicatie: 05-12-2023
- Datum uitspraak: 05-12-2023
- ECLI:NL:TGZRAMS:2023:257
Deels gegronde klacht tegen een tandarts. De tandarts heeft naar aanleiding van een controle bij klager een nieuwe brug bij klager geplaatst. Op basis van het dossier kan niet worden vastgesteld dat de tandarts voldoende voorlichting heeft gegeven over de behandeling bij klager en of klager dit heeft begrepen, nu klager de Nederlandse taal slechts zeer beperkt beheerst. Ook heeft de tandarts geen behandelplan en kostenbegroting gemaakt. Nu het ging om een ingrijpende behandeling had het maken van een behandelplan niet achterwege mogen blijven. Het had ook beter geweest als de tandarts niet direct met de behandeling was begonnen, maar klager de ruimte had gegeven om na te denken over het voorstel tot behandeling. Naar het oordeel van het college heeft de tandarts onvoldoende adequaat gereageerd op het loslaten van de long term provisional brug. Weliswaar kan een voorziening losraken, maar nadat de brug voor de tweede maal losliet, had van de tandarts verwacht mogen worden dat hij op zijn minst had gepoogd de brug met een sterker cement vast te zetten. Het staat vast dat de tandarts wel aan het verzoek van klager om het versturen van de röntgenfoto heeft voldaan. Niet komt vast te staan dat de tandarts ten onrechte kosten in rekening heeft gebracht. De klacht is deels gegrond, het college heeft oog voor de goede bedoelingen van de tandarts. Waarschuwing.
-
ECLI:NL:TAHVD:2023:219 Hof van Discipline 's Gravenhage 230108
- Datum publicatie: 05-12-2023
- Datum uitspraak: 01-12-2023
- ECLI:NL:TAHVD:2023:219
Klacht tegen deken. Het hof stelt voorop dat de raad een onjuiste maatstaf heeft gehanteerd. Maatstaf optreden advocaat in andere hoedanigheid. Klaagster heeft, verspreid over een periode van meerdere jaren, tot tweemaal toe de hulp ingeroepen van de deken omdat zij in conflict was geraakt met een advocatenkantoor. Klaagster voelde zich niet gehoord door de deken en niet serieus genomen door de reacties van de deken op haar vragen. Het hof stelt voorop dat van de juridische professional mag worden gevraagd dat hij inlevingsvermogen toont en uitreikt naar de rechtzoekende. Dat geldt zeker voor de deken. Dat het geen uitdrukkelijke wettelijke taak van de deken is om in die situatie te bemiddelen, doet daar niet aan af. De terughoudende opstelling van de deken maakt echter, gelet op de toepasselijke maatstaf, niet dat sprake is van een handelen of nalaten dat het vertrouwen in de advocatuur schaadt. Vernietiging beslissing raad voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen. Klachtonderdelen alsnog ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2023:316 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-484/AL/GLD 23-488/AL/GLD 23-489/AL/GLD
- Datum publicatie: 05-12-2023
- Datum uitspraak: 06-11-2023
- ECLI:NL:TADRARL:2023:316
Raadsbeslissing. Gelijktijdig behandelde zaken. Klachten zijn niet-ontvankelijk vanwege tijdsverloop.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2023:258 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5520
- Datum publicatie: 05-12-2023
- Datum uitspraak: 05-12-2023
- ECLI:NL:TGZRAMS:2023:258
Kennelijk ongegronde klacht tegen een tandarts. Klager verwijt de tandarts dat hij de door hem opgevraagde tandartsverklaring voor zijn verzekering niet heeft aangepast. De tandarts heeft op basis van zijn professionele kennis en expertise een verklaring opgesteld die melding maakt van een verhoogd risico op hart- en vaataandoeningen indien parodontitis niet wordt behandeld. Een andere conclusie waarin parodontitis als directe oorzaak wordt aangewezen van klagers hartfalen, is naar huidige medische inzichten niet verdedigbaar. Klager kan en mag een dergelijke onjuiste verklaring niet verlangen van de tandarts. De tandarts heeft de afgifte van zo’n verklaring terecht geweigerd. Wat betreft de behandeling van de composietreparatie; het enkele feit dat de composietopbouw is losgeraakt, rechtvaardigt nog niet de conclusie dat de tandarts tekortgeschoten is in de uitgevoerde behandeling. De tandarts heeft niet over hoeven gaan tot kosteloze reparatie. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TAHVD:2023:220 Hof van Discipline 's Gravenhage 220323
- Datum publicatie: 05-12-2023
- Datum uitspraak: 01-12-2023
- ECLI:NL:TAHVD:2023:220
Hoger beroep klager. Verweerder heeft voor zijn kantoorgenoot werkzaamheden verricht in de cassatiezaak van klager. De kantoorgenoot heeft de door klager verstrekte opdracht persoonlijk uitgevoerd. Voor zover al sprake is geweest van onbehoorlijke, ondeskundige of ontijdige uitvoering van de opdracht of van onvoldoende communicatie, dan moet klager de daarvoor verantwoordelijke kantoorgenoot aanspreken. Van misleiding van klager door verweerder is niet gebleken. Bekrachtiging beslissing raad. Zie ook zaaknummer 22322.
-
ECLI:NL:TADRARL:2023:317 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-278/AL/MN
- Datum publicatie: 05-12-2023
- Datum uitspraak: 04-12-2023
- ECLI:NL:TADRARL:2023:317
Raadsbeslissing. Klacht tegen eigen advocaat over de kwaliteit van de dienstverlening. Verweerder heeft niet adequaat gecommuniceerd door op diverse momenten na te laten belangrijke informatie en afspraken schriftelijk vast te leggen, onvoldoende schriftelijk te reageren op hulpverzoeken van klager en hem onvoldoende tussentijds op de hoogte te houden van de stand van zaken. Verder heeft verweerder te weinig de voortgang van de zaak bewaakt. Klacht deels gegrond. Waarschuwing.