ECLI:NL:TNORDHA:2023:17 Kamer voor het notariaat Den Haag 23-08

ECLI: ECLI:NL:TNORDHA:2023:17
Datum uitspraak: 23-08-2023
Datum publicatie: 07-12-2023
Zaaknummer(s): 23-08
Onderwerp: Personen- en Familierecht, subonderwerp: Nalatenschap
Beslissingen:
  • Klacht niet-ontvankelijk
  • Klacht ongegrond
Inhoudsindicatie: In het testament is opgenomen dat de taak en het beheer van de executeur eindigen als bij de wet bepaald. Klagers achten het klachtwaardig dat de kandidaat-notaris een verdeling tot stand wil brengen. Al op 27 mei 2021 hebben de erfgenamen haar verzocht haar taak af te ronden en het beheer over te dragen aan de erfgenamen. Zonder toestemming van klagers heeft de kandidaat-notaris een conceptakte van verdeling opgesteld. De kandidaat-notaris heeft daarvoor een einddeclaratie van € 6.473,50 in rekening gebracht. Het saldo van de nalatenschap wil de kandidaat-notaris pas uitkeren aan de erfgenamen als zij de akte van verdeling waarin de einddeclaratie van de kandidaat-notaris is opgenomen, ondertekenen.

Kamer voor het notariaat in het ressort Den Haag

Beslissing d.d. 23 augustus 2023 inzake de klacht onder nummer 23-08 van:

[klagers]

gemachtigde: mr. P.M. Boiten, advocaat te Hendrik-Ido-Ambacht,

hierna: klagers,

tegen:

mr. [kandidaat-notaris],

kandidaat-notaris, gevestigd te [vestigingsplaats],

hierna: de kandidaat-notaris.

1. Het procesverloop

1.1      De Kamer heeft kennisgenomen van de klacht, met bijlagen, ingekomen op 7 maart 2023.

1.2      De Kamer heeft het antwoord van de notaris ontvangen.

1.3      De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 14 juni 2023. Daarbij waren aanwezig klagers bijgestaan door mr. P.M. Boiten, en de kandidaat-notaris. Van het verhandelde is proces-verbaal opgemaakt met daaraan de door klagers overgelegde pleitnotities gehecht.

2. De feiten

2.1       Op 10 oktober 2019 is [A] (hierna te noemen: erflaatster) overleden. Klagers zijn twee van de vier kinderen van erflaatster. De vader van de kinderen is vooroverleden.

2.2       Bij testament van 23 november 2006 heeft erflaatster voor het laatst over haar nalatenschap beschikt. Aan klager [B] is het recht van gebruik en bewoning gelegateerd van het registergoed aan [adres]. Het recht van gebruik en bewoning eindigt na verloop van drie jaren na het overlijden van erflaatster.

2.3       Onder last van het legaat zijn de vier kinderen van erflaatster benoemd tot erfgenamen. Zij hebben allen beneficiair aanvaard.

2.4       Stichting [C] (Stichting [C]) is benoemd tot executeur en heeft deze benoeming ook aanvaard.

2.5       Stichting [C] is verbonden aan het notariskantoor [D] (het notariskantoor), waaraan ook de kandidaat-notaris is verbonden. De kandidaat-notaris is medebestuurder van deze Stichting.

3. De klacht

3.1       In het testament is opgenomen dat de taak en het beheer van de executeur eindigen als bij de wet bepaald. Klagers achten het klachtwaardig dat de kandidaat-notaris een verdeling tot stand wil brengen. Al op 27 mei 2021 hebben de erfgenamen haar verzocht haar taak af te ronden en het beheer over te dragen aan de erfgenamen. Zonder toestemming van klagers heeft de kandidaat-notaris een conceptakte van verdeling opgesteld. De kandidaat-notaris heeft daarvoor een einddeclaratie van € 6.473,50 in rekening gebracht. Het saldo van de nalatenschap wil de kandidaat-notaris pas uitkeren aan de erfgenamen als zij de akte van verdeling waarin de einddeclaratie van de kandidaat-notaris is opgenomen, ondertekenen.

3.2       De kandidaat-notaris heeft onzorgvuldig gehandeld. Zij heeft de werkzaamheden als (professioneel) executeur niet correct uitgevoerd. Op 12 mei 2021 heeft de kandidaat-notaris de verkoopopbrengst van de woning ontvangen op de kwaliteitsrekening. Aansluitend had zij de opeisbare schulden moeten en kunnen voldoen. Doordat de kandidaat-notaris pas op 9 augustus 2021 de vaderlijke erfdelen heeft uitgekeerd, is er onnodig negatieve rente in rekening gebracht. Verder heeft de kandidaat-notaris tot op heden geen rekening en verantwoording afgelegd en geen boedelbeschrijving opgesteld.

3.3       Tot de nalatenschap behoren een woning, een bankrekening, een hypotheekschuld en schulden in verband met het vooroverlijden van de echtgenoot van erflaatster. Een eenvoudige, overzichtelijke nalatenschap. Klagers hebben meerdere malen tevergeefs aan de kandidaat-notaris gevraagd kenbaar te maken welke werkzaamheden zij heeft uitgevoerd. Klagers zijn het niet eens met de kosten die de kandidaat-notaris in rekening heeft gebracht na 27 mei 2021.

4. Het verweer

4.1       De kandidaat-notaris heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Daarop zal – voor zover van belang voor de beoordeling – hierna worden ingegaan.

5. De beoordeling van de klacht

Werkzaamheden executeur

5.1      Bij de beoordeling staat voorop dat, zoals uit het dossier blijkt, erflaatster Stichting [C] bij testament tot executeur heeft benoemd. Stichting [C] maakt gebruik van de medewerkers van het notariskantoor. Het notariskantoor factureert de uren van de medewerkers aan Stichting [C].

5.2      De executeursbevoegdheden liggen bij Stichting [C], waarop ook de verplichtingen rusten die bij het executeurschap horen. Dat de kandidaat-notaris medebestuurder is van de Stichting of feitelijk werkzaamheden doet die een executeur doet, maakt dat niet anders. De benoeming is immers bepalend.

5.3      Klagers transponeren in hun klacht de plichten die op grond van titel 6 afd. 5 Boek 4 BW op een executeur rusten een-op-een op de kandidaat-notaris. Dat is onjuist; de plichten rusten niet op de kandidaat-notaris, maar op Stichting [C].

5.4      Aan klagers staan jegens die executeur de middelen ten dienste die een ieder ten dienste staan jegens een executeur, waaronder de bevoegdheden toebedeeld in bedoelde titel, zoals een ontslagverzoek. De omstandigheid dat in dit geval een kandidaat-notaris een deel van de executeurswerkzaamheden doet, geeft klagers niet een extra forum om declaratiegeschillen aan de orde te stellen of te klagen over de executeur. Dat is noch de bedoeling van de Wet op het notarisambt (Wna) noch van het tuchtrecht in het algemeen.

5.5      Voor zover met de klacht gevraagd wordt te beoordelen of de executeur die taak juist uitoefent, op de juiste momenten rekening en verantwoording aflegt, juist factureert en die facturen juist onderbouwt, strandt die klacht dan ook in niet-ontvankelijkheid. Tot een volle beoordeling van die bezwaren komt het dan ook niet. Daarvoor zullen klagers andere wegen moeten bewandelen.

Tuchtnorm

5.6      Ook bij werkzaamheden die niet zijn voorbehouden aan een notaris, zoals het uitvoeren van werkzaamheden voor een executele-stichting, zijn een notaris en evenzeer een toegevoegd notaris of kandidaat-notaris gebonden aan de beroepsnormen.

5.7      Een notaris kan zich dan ook niet tuchtrechtelijk verschuilen achter een executele-stichting. Dat klemt temeer als die notaris niet alleen door die stichting wordt ingehuurd, maar daarvan ook de (mede)bestuurder is. Dat de plichten van een executeur niet een-op-een op een ingehuurde notaris rusten, geeft die notaris geen vrijbrief om namens de executele-stichting naar eigen goeddunken te handelen. Dat geldt ook in deze zaak onverkort.

5.8      Ter beoordeling staat of de notaris heeft gehandeld in strijd met de tuchtnorm als geformuleerd in artikel 93 Wna. Een notaris is aan tuchtrechtspraak onderworpen ter zake van handelen of nalaten in strijd met hetzij enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling, hetzij met de zorg die hij als notaris behoort te betrachten ten opzichte van degenen te wier behoeve hij optreedt, alsmede ter zake van handelen of nalaten dat een behoorlijk notaris niet betaamt. Bij die (volle) tuchtrechtelijke toets worden de executeurswerkzaamheden op zich, zo mag uit hetgeen eerder werd overwogen blijken, hoogstens marginaal getoetst.

5.9      Voldoende duidelijk is dat niet van een eenvoudig te behandelen boedel sprake is. Zo zitten de vier erfgenamen, waarvan een erfgenaam én legataris, niet op een lijn, is het betreffende legaat niet uitvoerbaar en spelen ook kwesties als een teruggave van energiekosten en dierenartskosten op.

5.10    Boedels als deze onderstrepen dat de kandidaat-notaris met alle belangen rekening heeft te houden. Niet is gebleken dat ze die zorgvuldigheidsnorm heeft geschonden. Het verwijt dat ze heeft getracht een verdeling tot stand te brengen strekt haar eerder tot eer. Het zoeken van een uitweg is naar alle betrokkenen toe zorgvuldig, terwijl ze in de correspondentie daarover ook de mogelijkheid heeft genoemd de verdere verdeling aan de gezamenlijk erfgenamen te laten. Dat ze voor die conceptverdeling, die naast de eind-rekening-en-verantwoording weinig om het lijf heeft, onevenredige kosten zou hebben gedeclareerd is evenmin gebleken.

5.11     Hoewel een wat uitgebreider urenspecificatie verwijten had kunnen voorkomen, blijkt, marginaal toetsend,­­ niet dat de kandidaat-notaris onterecht veel of anderszins onjuist heeft gedeclareerd aan Stichting [C].

5.12     Het legistisch aandoende verwijt dat de kandidaat-notaris niet tussentijds rekening en verantwoording (R&V) heeft afgelegd – wat op één gemiste R&V neerkomt ­– en geen boedelbeschrijving heeft opgesteld stuit af op hetgeen onder 5.5 is overwogen. Ook marginaal toetsend is geen sprake van onzorgvuldig handelen van de kandidaat-notaris; niet blijkt dat door erfgenamen eerder om die opstellingen is gevraagd, terwijl de kandidaat-notaris op de latere verzoeken heeft gereageerd dat de eind-R&V aanstaande was. Dat ze enig belang heeft geschaad is niet gebleken, waarbij de boedel de kosten van dergelijke ongevraagde opstellingen zijn bespaard.

5.13    Reeds uit deze klacht is duidelijk dat het executeursloon nog altijd onderwerp van debat is. Executeursloon is een schuld van de nalatenschap (art. 4:7, eerste lid, onder d, BW). Zo lang daarover onduidelijkheid bestaat­ – debatten over executeursloon leiden niet zelden tot extra executeursloon dat vervolgens weer onderwerp van debat kan worden –, staat het uiteindelijke saldo van de nalatenschap niet vast en is niet duidelijk hoeveel moet worden uitgekeerd; zo lang het executeursloon niet is voldaan zijn evenmin alle schulden van de nalatenschap voldaan. Dat de executeur niet tot overdracht van het beheer aan de erfgenamen is overgegaan, stuit reeds af op het in r.o. 5.5 overwogene. Nu het executeursloon nog onderwerp van debat en niet voldaan is, is voor overdracht geen grond en is reeds daarom van onzorgvuldig handelen van de kandidaat-notaris geen sprake.

5.14    Ook overigens wordt in hetgeen in het klaagschrift is aangevoerd geen grond gevonden voor het oordeel dat de kandidaat-notaris klachtwaardig zou hebben gehandeld.

5.15    Voor zover de klacht ziet op het handelen van de kandidaat-notaris in die hoedanigheid is die ongegrond.

BESLISSING

De Kamer voor het notariaat:

  • verklaart de klacht deels niet-ontvankelijk en deels ongegrond.

Deze beslissing is gegeven door mrs. G.H.M. Smelt voorzitter, J. Snoeijer en S.M.L.E. Schoonhoven-Stoot, in tegenwoordigheid van de secretaris, mr. F.S. Pietersma-Smit, in het openbaar uitgesproken op 23 augustus 2023.

Kopie van deze beslissing wordt bij aangetekende brief aan partijen gezonden. Tegen deze beslissing staat hoger beroep open bij het Gerechtshof te Amsterdam, postbus 1312, 1000 BH  Amsterdam. Het beroepschrift dient binnen dertig dagen na de dagtekening van genoemde brief door het Hof te zijn ontvangen, waarbij de datum van ontvangst door het Hof bepalend is.