ECLI:NL:TAHVD:2023:222 Hof van Discipline 's Gravenhage 230285

ECLI: ECLI:NL:TAHVD:2023:222
Datum uitspraak: 04-12-2023
Datum publicatie: 06-12-2023
Zaaknummer(s): 230285
Onderwerp: Tuchtprocesrecht, subonderwerp: Hoger beroep niet mogelijk
Beslissingen: Regulier
Inhoudsindicatie: Hoger beroep tegen een ongegrond verzet niet-ontvankelijk.

Beslissing van 4 december 2023

in de zaak 230285

naar aanleiding van het hoger beroep van:

klager

gemachtigde: mr. R.A. Goemmatov

tegen:

verweerder

1 DE PROCEDURE BIJ DE RAAD

1.1 Het hof verwijst naar de beslissing van 25 januari 2023 van de voorzitter van de Raad van Discipline (hierna: de raad) in het ressort Den Haag (zaaknummer: 22-940/DH/DH). In deze beslissing is de klacht van klager kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. Deze beslissing is onder nummer ECLI:NL:TADRSGR:2023:22 op tuchtrecht.nl gepubliceerd.

1.2 Klager heeft tegen deze beslissing verzet ingesteld. De raad heeft in een beslissing van 17 juli 2023 het verzet van klager ongegrond verklaard (hierna: de beslissing op verzet). De beslissing op verzet is onder nummer ECLI:NL:TADRSGR:2023:149 op tuchtrecht.nl gepubliceerd.

2 DE PROCEDURE BIJ HET HOF 

2.1 Klager heeft hoger beroep ingesteld tegen de beslissing op verzet. Het beroepschrift is op 28 september 2023 naar de raad gestuurd. Op 29 september 2023 heeft de raad laten weten dat hoger beroep ingesteld moet worden bij het hof. Dezelfde dag heeft klager het hoger beroepschrift ingediend bij het hof.

2.2 Naast het hoger beroepschrift bevat het dossier de stukken van de raad.

  2.3 De zaak is in raadkamer behandeld.

3 BEOORDELING

3.1 Naar het oordeel van het hof is het beroep niet-ontvankelijk.

3.2 Uit artikel 56 lid 1 Advocatenwet volgt namelijk dat hoger beroep tegen een beslissing van een raad van discipline kan worden ingesteld binnen dertig dagen na de verzending van die beslissing door de raad. In deze zaak heeft de raad de beslissing op 17 juli 2023 naar partijen verzonden. Klager kon dus uiterlijk op 16 augustus 2023 hoger beroep instellen bij de griffie van het hof. Het beroepschrift is op 28 september 2023 door de griffie van de raad en op 29 september 2023 door de griffie van het hof ontvangen. Dat is te laat.

3.3 In het midden kan blijven of sprake is van bijzondere omstandigheden  die aanleiding geven om de overschrijding van de beroepstermijn toe te staan. Het hoger beroep is namelijk niet alleen op formele gronden, maar ook op inhoudelijke gronden niet-ontvankelijk. Het hof licht dit als volgt toe.

3.4 Het beroep van klager is gericht tegen de beslissing op verzet. Artikel 46h lid 7 van de Advocatenwet bepaalt dat geen beroep kan worden ingesteld tegen een beslissing van de raad waarbij het verzet tegen een voorzittersbeslissing niet-ontvankelijk of ongegrond is verklaard. Er kan een uitzondering op deze regel worden gemaakt, als de procedure bij de raad geen eerlijk proces betrof doordat bij de behandeling van het verzet door de raad een fundamenteel rechtsbeginsel is geschonden. Dan kan het appelverbod worden doorbroken. Het hof is van oordeel dat geen sprake is van gronden die doorbreking van het appelverbod rechtvaardigen.

3.5 Klager heeft gesteld dat sprake is van schending van fundamentele rechtsbeginselen, omdat er sprake is van een overweging in de beslissing op verzet die in strijd is met de waarheid. Klager stelt in zijn verzetschrift de door de raad vastgestelde feiten te hebben weersproken, terwijl in de beslissing op verzet wordt overwogen dat klager in verzet  niet is opgekomen tegen de vastgestelde feiten. Om die reden is er volgens klager geen sprake van een eerlijke en onpartijdige behandeling van zijn zaak.

​​​​​​3.6 De door klager aangevoerde gronden zien echter in essentie op de inhoudelijke beoordeling van de zaak en raken niet aan fundamentele rechtsbeginselen, zoals schending van hoor en wederhoor of het recht op een eerlijk proces. Dergelijke klachten leveren naar vaste jurisprudentie geen grond op voor doorbreking van het appelverbod (vergelijk: HvD 28 augustus 2017, ECLI:NL:TAHVD:2017:168, ECLI:NL:TAHVD:2017:169 en HR 23 juni 1995, NJ 1995/661).

​​​​​​​3.7 De slotsom is dat het hoger beroep niet ontvankelijk is.

4 BESLISSING

Het Hof van Discipline:

verklaart het beroep van klager niet-ontvankelijk.

Deze beslissing is gewezen door mr. J.D. Streefkerk, voorzitter, mrs. J. Blokland en L.H. Rammeloo, leden, in tegenwoordigheid van mr. A. Tijs, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 4 december 2023.

griffier                                                                                                       voorzitter             

De beslissing is verzonden op 4 december 2023 .