Zoekresultaten 2601-2650 van de 44598 resultaten
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2024:16 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/5712
- Datum publicatie: 28-03-2024
- Datum uitspraak: 27-03-2024
- ECLI:NL:TGZRSHE:2024:16
“Klacht tegen radioloog. Klager verwijt de radioloog dat hij röntgenfoto’s van klagers hand/pols onjuist heeft beoordeeld, waardoor hij een fractuur heeft gemist en klager wellicht blijvend letsel heeft opgelopen.Klacht ongegrond, het missen van de fractuur (scafoid fractuur met perilunate dislocatie) is niet tuchtrechtelijk verwijtbaar.”
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2024:36 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/5780
- Datum publicatie: 28-03-2024
- Datum uitspraak: 22-03-2024
- ECLI:NL:TGZRZWO:2024:36
Klacht tegen chirurg kennelijk ongegrond. Klaagster is in de periode van augustus tot december 2017 meerdere keren gezien door de chirurg in verband met pijnklachten aan haar rechter voorvoet. Na diverse onderzoeken en besprekingen heeft uiteindelijk een onderbeenamputatie plaatsgevonden. Klaagster verwijt verweerder dat een adequate behandeling van haar pijnklachten (te lang) is uitgebleven waardoor een amputatie noodzakelijk werd. Het college oordeelt dat de chirurg niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2024:70 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1872
- Datum publicatie: 27-03-2024
- Datum uitspraak: 27-03-2024
- ECLI:NL:TGZCTG:2024:70
Klacht tegen cardioloog. De moeder van klaagster, patiënte, is begin 2021 met hartfalen opgenomen op de afdeling hartbewaking van het ziekenhuis waar de cardioloog werkzaam is. In de dagen daarna ontwikkelde zij een flebitis en bleek zij een ischemisch CVA te hebben gehad. Vervolgens werd een stafylokokkeninfectie en een endocarditis vastgesteld. Uiteindelijk is patiënte ruim een maand later in het ziekenhuis overleden. De cardioloog was hoofdbehandelaar in de periodes dat patiënte op de afdeling cardiologie was opgenomen. Klaagster verwijt de cardioloog als hoofdbehandelaar dat er op zijn afdeling geen oog en oor is geweest voor de verslechterende situatie van patiënte (ontbreken van regie) en dat patiënte niet de benodigde verzorging heeft gekregen die de beroerte en het uiteindelijke sterven had kunnen voorkomen. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het door klaagster ingestelde beroep tegen die beslissing.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2024:64 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1953
- Datum publicatie: 27-03-2024
- Datum uitspraak: 27-03-2024
- ECLI:NL:TGZCTG:2024:64
Klacht tegen een uroloog. Klager was sinds 2012 onder behandeling bij de uroloog voor een prostaatcarcinoom. Aanvankelijk is er gekozen voor een afwachtend beleid met regelmatige controles. In 2018 steeg de PSA waarde van klager. Klager is vanaf dat moment ontevreden over de behandeling door de uroloog. Klager kreeg van de uroloog het advies de prostaat operatief te laten verwijderen of radiotherapie (uitwendige bestraling met fotonen) te ondergaan. Klager wilde geen operatie, hormoontherapie of fotonentherapie ondergaan. Hij stond wel open voor protonenbestraling. Protonenbestraling voor deze indicatie is in Nederland niet mogelijk. De uroloog heeft klager in januari 2020 verwezen naar de afdeling orthopedie om te beoordelen of het nemen van een biopt van een laesie in het linkerdijbeen, mogelijk een metastase van het prostaatcarcinoom, noodzakelijk was. Klager is daar verder behandelend door de orthopedisch chirurg. In maart 2021 werd duidelijk dat bij klager sprake was van botmetastasen in het linkerdijbeen. Klager verwijt de uroloog onder meer dat hij: (IV) dat hij de aanbeveling op het scintigram van 27 augustus 2019 en het advies op de PSMA-PET-scan van 6 januari 2020 heeft genegeerd en (V) dat hij klager foutieve informatie heeft verschaft door ‘groen licht’ te geven voor de protonenbehandeling in Praag. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager, dat uitsluitend ziet op de klachtonderdelen IV. en V.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:79 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-696/AL/NN
- Datum publicatie: 27-03-2024
- Datum uitspraak: 25-03-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:79
Klacht tussen advocaten. Verweerder heeft zonder dat klager dat wist delen van een telefoongesprek opgevangen dat tussen klager en mr. S is gevoerd. Dat gesprek vond toevallig plaats in de werkkamer van verweerder waar verweerder met mr. S in bespreking was over overname van de zaak tegen de client van klager. Verweerder heeft daarna als opvolgend advocaat aan klager een e-mail gestuurd. Naar het oordeel van de raad heeft verweerder met die e-mail, door daarin te refereren aan het telefoongesprek tussen klager en mr. S dat hij onbedoeld heeft meegeluisterd, de onderliggende verhouding met klager op laakbare wijze verstoord en daarbij ook niet integer gehandeld. Verweerder had de keuze om niets te doen met de opgevangen informatie of had klager daarna kunnen bellen voor vertrouwelijk overleg. Voor dit verwijt wordt aan verweerder een berisping opgelegd omdat een kernwaarde is geschonden. De raad heeft daarbij ook rekening gehouden met de opstelling van verweerder richting klager en zijn houding tijdens de zitting van de raad.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2024:63 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-680/DH/RO
- Datum publicatie: 27-03-2024
- Datum uitspraak: 25-03-2024
- ECLI:NL:TADRSGR:2024:63
Verweerder is ernstig tekort geschoten in adequate communicatie naar klaagster. Verweerster heeft zich bovendien niet gehouden aan de op haar rustende informatieverplichting. Kernwaarden deskundigheid en integriteit in het geding. De raad constateert – gelet ook op het tuchtrechtelijk verleden – een patroon van onbereikbaarheid en gebrekkige communicatie. Schorsing van 2 weken.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2024:71 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1954
- Datum publicatie: 27-03-2024
- Datum uitspraak: 27-03-2024
- ECLI:NL:TGZCTG:2024:71
Klacht tegen uroloog (destijds aios urologie). Klager was sinds 2012 onder behandeling bij de supervisor van de aios (zie C2023/1953) voor een prostaatcarcinoom. Aanvankelijk is gekozen voor een afwachtend beleid met regelmatige controles. In 2018 steeg de PSA waarde van klager. Klager is vanaf dat moment ontevreden over de behandeling van de supervisor die klager adviseerde de prostaat operatief te laten verwijderen of radiotherapie (uitwendige bestraling met fotonen) te ondergaan. Klager wilde geen operatie, hormoontherapie of fotonentherapie ondergaan. Hij stond wel open voor protonenbestraling. Protonenbestraling voor deze indicatie is in Nederland niet mogelijk. De aios werd vanaf augustus 2019 tot eind december 2019 bij de behandeling van klager betrokken en zag klager poliklinisch. Klager had pijn in zijn anus en uitstralende pijn in zijn linkerbeen. Er werd een botscan en een MRI gemaakt die uitwezen dat er geen aanwijzingen (relatief lage PSA waarde en een solitaire afwijking in het femur) waren voor metastasen, maar wel dat er mogelijk sprake was van fibreuze dysplasie. Klager verwijt de uroloog onder meer dat hij: (III) dat hij de aanbeveling op het scintigram en het advies op de PSMA-PET-scan heeft genegeerd. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager, dat uitsluitend ziet op klachtonderdeel III.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:73 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-919/AL/NN
- Datum publicatie: 27-03-2024
- Datum uitspraak: 18-03-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:73
Voorzittersbeslissing. Klacht van advocaat over andere advocaat wordt kennelijk ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2024:65 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/2067
- Datum publicatie: 27-03-2024
- Datum uitspraak: 27-03-2024
- ECLI:NL:TGZCTG:2024:65
Voordracht van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) tot doorhaling vanwege ongeschiktheid tot het uitoefenen van het beroep van arts. Bij de arts is sprake van vroege remissie bij langdurige chronische verslavingsproblematiek met meermalen recidive, meestal binnen een jaar. Het Regionaal Tuchtcollege oordeelt dat de arts weliswaar op de goede weg lijkt te zijn, maar dat er op het moment van de uitspraak nog onvoldoende tijd is geweest om blootstelling aan de risico’s van verslaving en de kans op terugval in misbruik te kunnen beoordelen. Er is op dat moment onvoldoende vertrouwen om te kunnen stellen dat de verslaving en het daarmee gepaard gaande gedrag dermate onder controle is dat er in de nabije toekomst geen risico zal zijn voor de patiëntveiligheid. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de voordracht toe en legt de MDL-arts de maatregel op van doorhaling van de inschrijving in het BIG-register. Het Centraal Tuchtcollege oordeelt dat de MDL-arts inmiddels ruim een jaar aantoonbaar op de goede weg is, vernietigt de beslissing van het Regionaal Tuchtcollege voor zover de inschrijving van de MDL-arts daarbij is doorgehaald, en zal de MDL-arts enkele aan de uitoefening van het beroep van arts verbonden bevoegdheden ontzeggen. Tevens zal het Centraal Tuchtcollege aan de beroepsbeoefening van de MDL-arts enkele voorwaarden verbinden. Tenslotte gelast het Centraal Tuchtcollege publicatie van de beslissing.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2024:64 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-447/DH/DH
- Datum publicatie: 27-03-2024
- Datum uitspraak: 25-03-2024
- ECLI:NL:TADRSGR:2024:64
Gegrond verzet, omdat de voorzitter de klacht te beperkt heeft opgevat. Klacht (alsnog) ongegrond.
-
ECLI:NL:TDIVTC:2023:39 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2022-26
- Datum publicatie: 27-03-2024
- Datum uitspraak: 31-08-2023
- ECLI:NL:TDIVTC:2023:39
Dierenarts wordt verweten, in hoofdzaak, tijdens een consult tekort te zijn geschoten in het onderzoek van een hond en dat zij die hond niet tijdig heeft verwezen naar een andere kliniek voor nader (echografisch) onderzoek. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:80 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-810/AL/NN
- Datum publicatie: 27-03-2024
- Datum uitspraak: 25-03-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:80
Naar het oordeel van de raad heeft verweerder in strijd met artikel 46 Advocatenwet en de kernwaarde deskundigheid gehandeld door klager onjuist te informeren over diens bewijsmogelijkheden in zijn huurgeschil bij de kantonrechter. Daarnaast heeft verweerder, ook tijdens de zitting van de raad, weinig zelfinzicht getoond in het foutieve van zijn handelen. Ook heeft hij de oorzaken van de voor klager negatieve uitkomst van dat geschil vooral maar ten onrechte buiten zichzelf gelegd. Met zijn opstelling, ook tijdens de zitting, heeft verweerder niet integer gehandeld, zoals een behoorlijk advocaat wel zou betamen. Ook al heeft verweerder zich uitgeschreven, het ernstig tuchtrechtelijk verwijtbare handelen van verweerder noodzaakt tot oplegging van een voorwaardelijke schorsing van 4 weken, waarvan de proeftijd van 2 jaar start na zijn herinschrijving als advocaat.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:74 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-742/AL/GLD
- Datum publicatie: 27-03-2024
- Datum uitspraak: 25-03-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:74
Raadsbeslissing. Klacht over de eigen advocaat. Kwaliteit dienstverlening. Verweerder heeft klager in de kou laten staan door in meerdere opzichten bijstand te verlenen op een wijze die een behoorlijk handelende advocaat niet betaamt. Het wordt verweerder zwaar aangerekend dat hij door zijn nalatig handelen niet alleen volstrekt onbetamelijk heeft gehandeld ten opzichte van klager, maar ook het vertrouwen in de advocatuur ernstig heeft geschaad. De aard en ernst van de klachtwaardige handelwijze van verweerder kwalificeren als schending van de kernwaarden deskundigheid en integriteit en rechtvaardigen dan ook de oplegging van een ingrijpende maatregel. Naast de omstandigheden van deze klachtzaak wordt ook het uitgebreide tuchtrechtelijk verleden van verweerder meegewogen. Hoewel verweerder sinds 1 november 2023 geen advocaat meer is, is in de gegeven omstandigheden een lange onvoorwaardelijke schorsing wel op zijn plaats. Deze maatregel dient immers ook als signaal aan de beroepsgroep dat de klachtwaardige handelwijze van verweerder onaanvaardbaar is en niet zonder gevolgen blijft. Mocht verweerder zich in de toekomst weer als advocaat willen inschrijven op het tableau, is op deze manier bovendien verzekerd dat de desbetreffende Raad van de Orde zich ervan kan vergewissen dat er geen risico meer bestaat voor benadeling van toekomstige cliënten. Schorsing van 52 (tweeënvijftig) weken.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2024:66 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1986
- Datum publicatie: 27-03-2024
- Datum uitspraak: 27-03-2024
- ECLI:NL:TGZCTG:2024:66
Klacht tegen een verpleegkundige. Klager ontving vanaf eind 2021 (thuis)zorg via de thuiszorgorganisatie waar de verpleegkundige als Regiomanager Zorg werkzaam is.De thuiszorgorganisatie heeft in maart 2023 de dienstverlening aan klager per direct beëindigd. Klager verwijt de verpleegkundige dat zij ten onrechte eenzijdig zijn zorg heeft beëindigd, waardoor hij in direct gevaar is gekomen. De voorzitter van het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard omdat van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen door de verpleegkundige persoonlijk niet is gebleken. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het door klager ingestelde beroep.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2024:65 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-474/DH/DH
- Datum publicatie: 27-03-2024
- Datum uitspraak: 25-03-2024
- ECLI:NL:TADRSGR:2024:65
Verzet deels gegrond en deels ongegrond. Klacht ongegrond. Het is de raad niet gebleken dat verweerster met het ondertekenen en versturen van een brief vanuit haar functie bij het Huis voor Klokkenluiders het vertrouwen in de advocatuur heeft geschonden.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:75 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-514/AL/GLD
- Datum publicatie: 27-03-2024
- Datum uitspraak: 25-03-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:75
Raadsbeslissing. De raad heeft vastgesteld dat verweerder op een zitting mededelingen heeft gedaan over de inhoud van een mediationgesprek, waaraan zijn cliënte en de wederpartij hebben deelgenomen. Verweerder heeft zijn geheimhoudingsplicht geschonden en daarmee tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld. Gelet op de ernst van dit handelen en rekening houdend met het blanco tuchtrechtelijk verleden van verweerder is de raad van oordeel dat de oplegging van een waarschuwing passend en gebonden is.
-
ECLI:NL:TDIVTC:2023:40 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2022-46
- Datum publicatie: 27-03-2024
- Datum uitspraak: 31-08-2023
- ECLI:NL:TDIVTC:2023:40
Dierenarts wordt verweten, samengevat en zakelijk weergegeven, dat hij als dienstdoend dierenarts tijdens een nachtelijk telefoongesprek een in nood verkerende hond geen hulp heeft geboden. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2024:67 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1985
- Datum publicatie: 27-03-2024
- Datum uitspraak: 27-03-2024
- ECLI:NL:TGZCTG:2024:67
Klacht tegen verpleegkundige. Klager ontving vanaf eind 2021 (thuis)zorg via de thuiszorgorganisatie waar de verpleegkundige als coördinerend wijkverpleegkundige werkzaam is. Vanaf de start van de zorg was de verpleegkundige samen met een collega verantwoordelijk voor door de thuiszorgorganisatie geleverde zorg. De thuiszorgorganisatie heeft in maart 2023 de dienstverlening aan klager per direct beëindigd. Klager verwijt de verpleegkundige dat zij ten onrechte eenzijdig zijn zorg heeft beëindigd, waardoor hij in direct gevaar is gekomen. De voorzitter van het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard omdat van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen door de verpleegkundige persoonlijk niet is gebleken. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het door klager ingestelde beroep.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2024:66 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-080/DH/RO
- Datum publicatie: 27-03-2024
- Datum uitspraak: 27-03-2024
- ECLI:NL:TADRSGR:2024:66
Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij. Klacht deels kennelijk niet-ontvankelijk, omdat klaagster als wederpartij geen rechtstreeks belang heeft bij haar klacht over belangenverstrengeling en de wijze waarop verweerster haar cliënt bijstaat. Klacht voor het overige kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2024:61 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1866
- Datum publicatie: 27-03-2024
- Datum uitspraak: 27-03-2024
- ECLI:NL:TGZCTG:2024:61
Klacht tegen een patholoog. De klacht gaat over een in 2012 door de patholoog verricht pathologisch onderzoek en zijn bevindingen. Volgens klaagster heeft de patholoog bij de beoordeling van een vulvabiopt van de moeder van klaagster een verkeerde diagnose gesteld en heeft de moeder van klaagster als gevolg hiervan geen goede behandeling gehad. De voorzitter van het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht kennelijk niet-ontvankelijk op grond van art. 51 Wet BIG, omdat klaagster eerder al een klacht over hetzelfde onderwerp heeft ingediend, waarover het Centraal Tuchtcollege inmiddels een eindbeslissing heeft gegeven. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster tegen de niet-ontvankelijkverklaring.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:76 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-045/AL/GLD
- Datum publicatie: 27-03-2024
- Datum uitspraak: 25-03-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:76
Voorzittersbeslissing. De voorzitter verklaart een klacht over de advocaat van de wederpartij kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TDIVTC:2023:41 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2022-49
- Datum publicatie: 27-03-2024
- Datum uitspraak: 31-08-2023
- ECLI:NL:TDIVTC:2023:41
Beklaagde wordt verweten, in hoofdzaak, dat zij bij een operatie ter verwijdering van de baarmoeder van een hond de ureter heeft afgebonden met als gevolg dat de rechter nier ontstoken is geraakt. Klacht gegrond, waarschuwing volgt.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2024:68 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1958
- Datum publicatie: 27-03-2024
- Datum uitspraak: 27-03-2024
- ECLI:NL:TGZCTG:2024:68
Klaagster is na het indienen van het beroepschrift overleden. Nabestaande van klaagster wensten de klacht niet voort te zetten. Het Centraal Tuchtcollege ziet geen redenen van algemeen belang aanwezig om de behandeling voort te zetten en staakt de behandeling van het beroep.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2024:67 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-082/DH/DH
- Datum publicatie: 27-03-2024
- Datum uitspraak: 27-03-2024
- ECLI:NL:TADRSGR:2024:67
Voorzittersbeslissing. Klacht over de bijstand van de eigen advocaat in een geschil met de netbeheerder kennelijk ongegrond. De voorzitter kan zich voorstellen dat klaagster op een ander advies had gehoopt, maar verweerder heeft in zijn advisering en sluiting van het dossier correct gehandeld.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2024:62 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1919
- Datum publicatie: 27-03-2024
- Datum uitspraak: 27-03-2024
- ECLI:NL:TGZCTG:2024:62
Klacht tegen een patholoog. Bij de moeder van klaagster (patiënte) is in 2009 een vulvacarcinoom vastgesteld. Hieraan is zij in 2009 tweemaal geopereerd. In 2012 kreeg patiënte opnieuw klachten in dezelfde regio. De patholoog heeft in 2012 deelgenomen aan een multidisciplinair overleg (MDO) over de verdere behandeling van patiënte. Klaagster is van mening dat de patholoog voorafgaand aan het MDO eigen onderzoek had moeten verrichten naar het door een collega-patholoog beoordeelde weefsel om diens fouten te herstellen. Patiënte is in 2019 overleden aan de gevolgen van een recidief vulvacarcinoom. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster tegen deze beslissing.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:77 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-707/AL/GLD
- Datum publicatie: 27-03-2024
- Datum uitspraak: 25-03-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:77
Raadsbeslissing. Verweerster heeft niet gehandeld zoals het een behoorlijk advocaat betaamt door het procesdossier in de artikel 12-procedure tegen de instructie van het gerechtshof in aan haar cliënte te verstrekken. De aard en ernst daarvan rechtvaardigen de oplegging van een maatregel. Naast de omstandigheden van deze klachtzaak wordt rekening gehouden met het signaal dat van deze klachtzaak uitgaat naar de beroepsgroep. Ook wordt er rekening mee gehouden dat verweerster zich schuldbewust opstelt en dat zij openstaat voor een mediationgesprek bij de Orde van Advocaten. Verder weegt mee dat niet eerder een tuchtrechtelijke maatregel aan verweerster is opgelegd. Al met al wordt aanleiding gezien om in dit geval te volstaan met het opleggen van een waarschuwing.
-
ECLI:NL:TDIVTC:2023:42 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2022-58
- Datum publicatie: 27-03-2024
- Datum uitspraak: 31-08-2023
- ECLI:NL:TDIVTC:2023:42
De klacht houdt in dat beklaagde tekort is geschoten in zijn diagnosestelling c.q. de beoordeling van door hem gemaakte röntgenfoto’s van het rechtervoorbeen van een veulen en dat hij een onjuist behandeladvies heeft gegeven. Klacht gedeeltelijk gegrond, waarschuwing volgt.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2024:69 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1957
- Datum publicatie: 27-03-2024
- Datum uitspraak: 27-03-2024
- ECLI:NL:TGZCTG:2024:69
Klaagster is na het indienen van het beroepschrift overleden. Nabestaande van klaagster wensten de klacht niet voort te zetten. Het Centraal Tuchtcollege ziet geen redenen van algemeen belang aanwezig om de behandeling voort te zetten en staakt de behandeling van het beroep.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2024:63 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1920
- Datum publicatie: 27-03-2024
- Datum uitspraak: 27-03-2024
- ECLI:NL:TGZCTG:2024:63
Klacht tegen een patholoog. Bij de moeder van klaagster (hierna: patiënte) is in 2009 een vulvacarcinoom geconstateerd. Hieraan is zij in 2009 tweemaal geopereerd. In 2012 kreeg patiënte opnieuw klachten in dezelfde regio. De patholoog heeft toen een vulvabiopt van patiënte beoordeeld. Klaagster is van mening dat de patholoog hierbij diverse fouten heeft gemaakt, als gevolg waarvan patiënte niet de juiste behandeling heeft gekregen. Patiënte is in 2019 overleden aan de gevolgen van een recidief vulvacarcinoom. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster tegen deze beslissing.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:78 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-551/AL/MN
- Datum publicatie: 27-03-2024
- Datum uitspraak: 25-03-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:78
Verzetbeslissing. Geen aanleiding om aan de juistheid van de voorzittersbeslissing te twijfelen. Verzetgronden slagen niet. De voorzitter heeft bij de beoordeling van de klachtonderdelen de juiste maatstaf toegepast. Ook heeft de voorzitter rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval zoals die in het klachtdossier zijn vermeld. Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TDIVTC:2023:43 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2022-38
- Datum publicatie: 27-03-2024
- Datum uitspraak: 31-08-2023
- ECLI:NL:TDIVTC:2023:43
Dierenarts wordt verweten, zakelijk weergegeven, dat hij voorafgaande aan een bij een kat uitgevoerde sterilisatie onvoldoende onderzoek heeft verricht en tekort is geschoten in de verleende nazorg. Klacht gegrond, waarschuwing volgt.
-
ECLI:NL:TDIVTC:2023:37 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2022-18
- Datum publicatie: 26-03-2024
- Datum uitspraak: 27-07-2023
- ECLI:NL:TDIVTC:2023:37
Dierenarts wordt verweten tekort te zijn geschoten in de behandeling van een ezel met het overlijden van de ezel tot gevolg. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:65 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5555
- Datum publicatie: 26-03-2024
- Datum uitspraak: 26-03-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:65
Kennelijk ongegronde klacht tegen een arts. Klager heeft bij de gemeente een studietoeslag aangevraagd die bedoeld is voor studenten die door een beperking niet kunnen werken om hun studie te betalen. In dat kader is klager door de arts gekeurd. Klager is ontevreden over de keuring en het daaruit voortvloeiende rapport en heeft daarover meerdere klachtonderdelen geformuleerd. Het college is van oordeel dat het gesprek met onderzoek door de arts en de informatie van de huisarts voldoende waren om het rapport op te baseren. Verder oordeelt het college dat de arts in redelijkheid tot het oordeel heeft kunnen komen dat klager in staat was om naast zijn studie regulier werk te verrichten. Van belangenverstrengeling is niet gebleken. Voor het overige is de klacht ook kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TDIVTC:2023:38 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2022-40
- Datum publicatie: 26-03-2024
- Datum uitspraak: 27-07-2023
- ECLI:NL:TDIVTC:2023:38
Dierenarts wordt verweten, in hoofdzaak, tekort te zijn geschoten in de uitvoering van een gebitsbehandeling bij een hond en met betrekking tot de zorg die er na de ingreep is verleend. Gegrond, berisping.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:66 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5714
- Datum publicatie: 26-03-2024
- Datum uitspraak: 26-03-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:66
Kennelijk ongegronde klacht tegen een chirurg. Klager heeft vervelende pijnklachten tijdens en na defecatie. Na verschillende onderzoeken is klager geopereerd aan aambeien. Klager verwijt de chirurg die klager verschillende keren op consult heeft gehad en de nacontrole van de operatie heeft gedaan verschillende zaken, waaronder het verzwijgen van een complicatie na de operatie en het opzettelijk niet informeren van de huisarts na afsluiting van de behandeling. Het college komt tot het oordeel dat de klacht kennelijk ongegrond is.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:67 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5713
- Datum publicatie: 26-03-2024
- Datum uitspraak: 26-03-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:67
Kennelijk ongegronde klacht tegen een mdl-arts. Klager heeft vervelende pijnklachten tijdens en na defecatie. Na verschillende onderzoeken is klager in 2013 geopereerd aan aambeien. In 2015 is klager vanwege een gevoel van vernauwing voor onderzoek naar de afdeling Maag, Darm en Leverziekten doorverwezen. Na verschillende consulten en onderzoeken (door onder andere verweerster, mdl-arts) is geconcludeerd dat er geen sprake is van een vernauwing. Klager verwijt de mdl-arts dat zij een diagnose heeft gemist, tekortgeschoten is in haar rol van hoofdbehandelaar en tekort geschoten is in de terugkoppeling aan de huisarts. Het college komt tot het oordeel dat de klacht kennelijk ongegrond is.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:68 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5629
- Datum publicatie: 26-03-2024
- Datum uitspraak: 26-03-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:68
Deels gegronde klacht tegen een bedrijfsarts. Klager verwijt de bedrijfsarts onder andere dat hij klager arbeidsgeschikt heeft geacht per (datum) en dat hij onvolledige rapportages heeft opgesteld. Deze klachtonderdelen zijn gegrond. De bedrijfsarts had– zonder overleg met de werkgever – niet zonder meer tot de conclusie kunnen komen dat klager geschikt was voor het eigen werk. De bedrijfsarts heeft ook ter zitting niet inzichtelijk kunnen maken hoe hij tot die conclusie was gekomen zonder te weten wat het eigen werk van klager precies inhield. Wat betreft het andere klachtonderdeel, overweegt het college het volgende. Het college is van oordeel dat de spreekuurrapportage van de bedrijfsarts onduidelijk en tegenstrijdig is. Klager wordt in de rapportage geschikt gevonden (of mogelijk geschikt?) voor eigen werk, terwijl niet duidelijk is wat het eigen werk inhoudt. In de rapportage is voorts vermeld dat klager het met de conclusie (geschikt voor eigen werk) eens is, terwijl dit niet het geval was. De overige klachtonderdelen zijn ongegrond. Waarschuwing.
-
ECLI:NL:TDIVTC:2023:35 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2022-9, 2022-50, 2022-51
- Datum publicatie: 26-03-2024
- Datum uitspraak: 27-07-2023
- ECLI:NL:TDIVTC:2023:35
Dierenarts 1 treft geen verwijt met betrekking tot het weigeren van een telefonisch consult. Klacht ongegrond.De klacht ten aanzien van dierenarts 2 ziet op een keuze in haar rol als manager ten aanzien van het openhouden van de poli oncologie tijdens de afwezigheid van een andere dierenarts. Klacht niet ontvankelijk.Dierenarts 3 treft het verwijt dat zij een onjuiste diagnose heeft gesteld met als gevolg dat klagers ten onrechte niet zijn geïnformeerd over een slechtere prognose en eventuele andere behandelopties. Gegrond, waarschuwing.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:69 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5234
- Datum publicatie: 26-03-2024
- Datum uitspraak: 26-03-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:69
Kennelijk ongegronde klacht tegen een mdl-arts. Klager verwijt de mdl-arts dat hij onvoldoende supervisie heeft gegeven aan een arts in opleiding tot specialis (AIOS). Over de medisch-inhoudelijke afwegingen die de AIOS tijdens de behandeling heeft gemaakt, hebben het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam (RTG, kenmerk A2021/3157) en het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg (CTG, kenmerk C2022/1231) zich op 4 februari 2022 respectievelijk 14 december 2022 uitgelaten. In beide procedures is de klacht van klager ongegrond verklaard. Verder kan het college niet vaststellen dat de supervisie onvoldoende was. De klacht tegen de mdl-arts is kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TNORSHE:2024:4 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2023/47
- Datum publicatie: 26-03-2024
- Datum uitspraak: 18-03-2024
- ECLI:NL:TNORSHE:2024:4
De klacht gaat over het in het kader van de herstructurering van een bedrijf door de notaris gegeven advies en over haar communicatie. Klagers verwijten de notaris dat zij tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld door het belang van klagers als opdrachtgevers niet te dienen. De kamer heeft de klacht ongegrond verklaard
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:63 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5915
- Datum publicatie: 26-03-2024
- Datum uitspraak: 26-03-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:63
Ongegronde klacht tegen een arts. Klager heeft in verband met een ziekmelding twee consulten gehad bij de arts. Klager vindt dat de arts van het eerste consult een onjuist rapport heeft opgesteld. Klager vindt ook dat de arts zich op het tweede consult grensoverschrijdend heeft gedragen. Klager vindt tot slot dat de arts hem ten onrechte geweigerd heeft naar een andere bedrijfsarts te verwijzen. Wat het eerste klachtonderdeel betreft, overweegt het college dat het tot de beroepsnormen van de arts behoort om zorgvuldig te rapporteren aan de werkgever van de persoon die is onderzocht. Zorgvuldig wil onder meer zeggen objectief en zonder de medische aandoening of klachten te duiden. Het college is van oordeel dat de arts op deze wijze heeft gerapporteerd. Wat het tweede klachtonderdeel betreft, stelt het college vast dat klager en de arts een uiteenlopende lezing hebben waar het gaat om wie wat bij dat gesprek heeft gezegd. Gelet op die uiteenlopende lezing en de omstandigheid dat alleen klager en de arts aan dat gesprek hebben deelgenomen, is niet vast te stellen hoe die gesprekken precies zijn verlopen. Dat brengt mee dat het college niet kan vaststellen of de arts op dit punt klachtwaardig heeft gehandeld. Wat het derde klachtonderdeel betreft, stelt het college vast dat het op zichzelf juist is dat de arts klager op (datum) niet heeft verwezen naar een andere bedrijfsarts. Het college stelt evenwel vast dat dit ook niet nodig was. Klager was kort ervoor beter gemeld en had dus geen bedrijfsarts nodig. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TDIVTC:2023:36 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2022-29
- Datum publicatie: 26-03-2024
- Datum uitspraak: 27-07-2023
- ECLI:NL:TDIVTC:2023:36
Dierenarts treft het verwijt een onnodige buikoperatie bij een konijn te hebben uitgevoerd ten gevolge van een verwisseling van twee konijnen. Volgt waarschuwing.
-
ECLI:NL:TNORSHE:2024:5 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2023/38
- Datum publicatie: 26-03-2024
- Datum uitspraak: 18-03-2024
- ECLI:NL:TNORSHE:2024:5
Klager verwijt de notaris dat:1) hij heeft verzuimd het splitsingsverbod in de akte van levering op te nemen;2) hij weigert het onder 1 genoemde gebrek in de akte van levering te helen door klager een kopie van de gespreksaantekeningen van de passeerafspraak te verstrekken of door schriftelijk te bevestigen dat het splitsingsverbod/de publiekrechtelijke belemmering op zijn kantoor is besproken met klager en de BV.De kamer gaat voorbij aan de stelling van de notaris dat het oogmerk van klager om door middel van de tuchtprocedure zijn civiele positie jegens de BV te versterken misbruik van tuchtrecht oplevert. Klager is dus ontvankelijk in zijn klacht.De kamer is van oordeel dat het vermeende splitsingsverbod geen informatie betrof die de notaris op grond van artikel 11 lid 2 Vgb 2011 of een andere (wettelijke) bepaling in de akte van levering had moeten opnemen. Klachtonderdeel 1 wordt daarom ongegrond verklaard.De motivering van klachtonderdeel 2 bouwt voort op de onderbouwing van klachtonderdeel 1. Aangezien de kamer ten aanzien van klachtonderdeel 1 tot het oordeel is gekomen dat van een gebrek in de akte van levering geen sprake is, mist het in klachtonderdeel 2 aan de notaris gemaakte verwijt dat hij weigert om het gebrek in de akte van levering te “helen” feitelijke grondslag. Ook klachtonderdeel 2 wordt daarom ongegrond verklaard
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:64 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5630
- Datum publicatie: 26-03-2024
- Datum uitspraak: 26-03-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:64
Kennelijk ongegronde klacht tegen een bedrijfsarts. Klager heeft zich ziekgemeld wegens lichamelijke klachten. Verweerder is vanuit zijn rol als zelfstandig bedrijfsarts betrokken geraakt bij klager. Klager is hier niet tevreden over en klaagt – kort gezegd – dat de bedrijfsarts zijn functie onvoldoende heeft uitgeoefend en misbruik heeft gemaakt van zijn positie. De klacht bestaat uit een groot aantal onderdelen. Éen van de klachtonderdelen houdt in dat de bedrijfsarts de chronische aandoening van klager heeft genegeerd. Het college is van oordeel dat onvoldoende is gebleken dat de bedrijfsarts de chronische aandoening van klager heeft genegeerd. De bedrijfsarts heeft dat betwist en dit wordt ook niet ondersteund in de stukken. Op welke wijze de bedrijfsarts de aandoening zou hebben genegeerd is door klager verder ook niet toegelicht. Uit de stukken blijkt juist dat de bedrijfsarts de aandoening als vaststaand gegeven heeft aangenomen en hij benoemt hierin ook dat dit beperkingen met zich brengt. Het college komt tot het oordeel dat de klacht kennelijk ongegrond is wat betreft alle onderdelen.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:49 Raad van Discipline Amsterdam 24-075/A/A
- Datum publicatie: 25-03-2024
- Datum uitspraak: 11-03-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:49
Voorzittersbeslissing. Klacht over het handelen van verweerder in zijn hoedanigheid van bestuurder van een bedrijf deels kennelijk niet-ontvankelijk vanwege ne bis in idem, en deels kennelijk ongegrond nu niet is gebleken dat verweerder met zijn handelen het vertrouwen in de advocaat zou hebben geschaad.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:50 Raad van Discipline Amsterdam 23-895/A/A
- Datum publicatie: 25-03-2024
- Datum uitspraak: 18-03-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:50
Raadsbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij ongegrond. Er is niet gebleken dat verweerder de grenzen van de aan hem, in zijn hoedanigheid van advocaat van de wederpartij, toekomende vrijheid heeft overschreden. Hoewel het de voorkeur had verdiend indien verweerder, overeenkomstig gedragsregel 6, klaagster eerst telefonisch of schriftelijk in kennis had gesteld van zijn voornemen een procedure aanhangig te maken, is van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen door verweerder in de gegeven omstandigheden geen sprake.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:51 Raad van Discipline Amsterdam 23-526/A/NH
- Datum publicatie: 25-03-2024
- Datum uitspraak: 18-03-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:51
Verzet. De raad verklaart het verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:52 Raad van Discipline Amsterdam 23-868/A/A
- Datum publicatie: 25-03-2024
- Datum uitspraak: 18-03-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:52
Klacht tegen voormalig eigen advocaat. Verweerster wordt verweten dat zij zonder deugdelijke argumentatie de bijstand als advocaat heeft gestaakt, dat zij op laakbare en onprofessionele wijze verantwoording heeft genomen voor haar handelen, dat er door verweerster geen regie en sturing is geweest en dat verweerster een aanzienlijk bedrag heeft gedeclareerd zonder dat er een resultaat was behaald. De raad verklaart de klacht in al haar onderdelen ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:53 Raad van Discipline Amsterdam 23-578/A/A
- Datum publicatie: 25-03-2024
- Datum uitspraak: 18-03-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:53
Klacht tegen voormalig eigen advocaat, alsmede klacht van de nieuwe advocaat tegen de voormalig advocaat. Verweerder wordt door klagers verweten dat hij pas na tussenkomst van de deken het volledige dossier aan de nieuwe advocaat van klager heeft verstrekt, alsmede pas na tussenkomst van de deken heeft gemeld bij wie hij voor beroepsaansprakelijkheid is verzekerd. Daarnaast wordt verweerder verweten dat hij in 2014 heeft aangedrongen op betaling in contant geld en dat hij niet zo spoedig als mogelijk heeft voldaan aan de veroordeling door de raad in een eerdere procedure tot betaling van het griffierecht en aan de veroordeling door het hof van discipline tot betaling van de reiskosten. Ten slotte wordt verweerder verweten dat hij zich onnodig beledigend heeft uitgelaten jegens de nieuwe advocaat van klager. Het klachtonderdeel inzake de betaling van contant geld is niet-ontvankelijk vanwege termijnoverschrijding. De andere klachtonderdelen zijn gegrond. De maatregel van een berisping wordt opgelegd.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:47 Raad van Discipline Amsterdam 23-705/A/A/D
- Datum publicatie: 25-03-2024
- Datum uitspraak: 25-03-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:47
Dekenbezwaar; Aan de strafrechtadvocaat van de verdachte aan wie in het belang van het onderzoek beperkingen zijn opgelegd, komt het bijzondere privilege van vrije toegang tot de verdachte toe. Dit bijzondere privilege brengt de verantwoordelijkheid mee dat in geval van beperkingen ook de advocaat zich hieraan dient te houden. De raad is van oordeel dat op basis van de van het OM verkregen Encrochat-berichten in combinatie met de mastlocatiegegevens met voldoende zekerheid valt vast te stellen dat verweerder de aan zijn cliënt opgelegde beperkingen heeft geschonden door met derden zaaksinhoudelijke informatie over de strafzaak te delen waarin hij de verdachte bijstond. Door de beperkingen van zijn cliënt te schenden heeft verweerder de in artikel 46 Advocatenwet omschreven normen en de kernwaarden onafhankelijkheid en integriteit overtreden en daarmee het vertrouwen in de advocatuur ernstig geschaad. Dit wordt verweerder zwaar aangerekend. Ondanks de feiten kan de raad echter niet volledig uitsluiten dat verweerder onbedoeld meer informatie heeft verstrekt aan derden dan hij gelet op de beperkingen van zijn cliënt mocht verstrekken. Verder heeft verweerder weliswaar een ernstige antecedentenlijst, maar is hij op dit gebied een ‘first offender’ en is hij niet eerder tuchtrechtelijk veroordeeld voor het schenden van beperkingen. De raad acht - dit alles afwegend - een onvoorwaardelijke schorsing in de uitoefening van de praktijk voor de duur van zes weken passend en geboden.