ECLI:NL:TGZRAMS:2024:114 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5678
ECLI: | ECLI:NL:TGZRAMS:2024:114 |
---|---|
Datum uitspraak: | 21-05-2024 |
Datum publicatie: | 21-05-2024 |
Zaaknummer(s): | A2023/5678 |
Onderwerp: | Onjuiste behandeling/verkeerde diagnose |
Beslissingen: | Ongegrond/Afwijzing |
Inhoudsindicatie: | Kennelijk ongegronde klacht tegen een huisarts. Klaagster is vanwege oor- en neusklachten verschillende keren bij haar huisartsenpraktijk geweest. Verweerster is één van de huisartsen die klaagster heeft gezien. Klaagster verwijt verweerster in de kern dat zij haar klachten onvoldoende serieus heeft genomen. Het college stelt vast dat verweerster op 30 september 2022 een adequaat beleid heeft uitgezet voor de klachten van klaagster. Zij heeft oordruppels voorgeschreven voor de otitis externa en triamcinolon tegen het eczeem. Dit zijn beide passende behandelingen voor deze klachten. Op 10 januari 2023 heeft verweerster ook adequaat gehandeld door klaagster te wijzen op de eerdere verwijzing naar de KNO-arts. Er was geen indicatie om opnieuw een kweek af te nemen alvorens de klachten te laten onderzoeken door de KNO-arts. Het is vervelend dat klaagster zich niet serieus genomen voelt, maar hiervan kan verweerster geen verwijt worden gemaakt. Haar behandelbeleid is op beide momenten adequaat geweest. Voor het handelen van de andere huisartsen is zij niet verantwoordelijk. De klacht is ongegrond. |
A2023/5678
REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG AMSTERDAM
Beslissing van 21 mei 2024 op de klacht van:
A,
wonende in B, klaagster,
tegen
C,
huisarts,
werkzaam in B,
verweerster, hierna ook: de huisarts,
gemachtigde: mr. D. Benamari, werkzaam in Utrecht.
1. Waar gaat de zaak over?
1.1 Klaagster is vanwege oor- en neusklachten verschillende keren bij haar huisartsenpraktijk
geweest. Verweerster is één van de huisartsen die klaagster heeft gezien. Klaagster
verwijt
verweerster in de kern dat zij haar klachten onvoldoende serieus heeft genomen.
1.2 Het college komt tot het oordeel dat de klacht kennelijk ongegrond is. ‘Kennelijk’
betekent
dat het niet nodig is om nog vragen aan de partijen te stellen en dat duidelijk is
dat de klacht
niet gegrond kan worden verklaard. Hierna licht het college toe hoe het tot deze beslissing
is
gekomen.
2. De procedure
2.1 Het college heeft de volgende stukken ontvangen:
- het klaagschrift met de bijlagen, ontvangen op 23 mei 2023;
- de brief van klaagster van 26 juli 2023, binnengekomen op 27 juli 2023, met de
bijlagen;
- de e-mail van de nieuwe huisarts van klaagster van 10 augustus 2023 met als bijlage
het medisch
dossier van klaagster;
- de e-mail van de nieuwe huisarts van klaagster van 27 september 2023 met als bijlage
het medisch
dossier van klaagster;
- het verweerschrift;
- de ongedateerde brief van klaagster, binnengekomen op 5 januari 2024, met de bijlagen;
- het proces-verbaal van het mondelinge vooronderzoek, gehouden op 26 januari 2024.
2.2 Het college heeft de klacht in raadkamer behandeld. Dit betekent dat het college
de zaak
beoordeeld heeft op basis van de stukken, zonder dat de partijen daarbij aanwezig
waren.
3. Wat is er gebeurd?
3.1 Verweerster was van 1 januari 2011 tot 1 januari 2023 medepraktijkhouder van
huisartsenpraktijk D. Huisarts E (verweerder in zaak A2023/5680) is per 1 januari
2023 met pensioen
gegaan. Sinds dat moment voert verweerster samen met huisarts F (verweerster in zaak
A2023/5679)
een duopraktijk, huisartsenpraktijk G.
3.2 Op 28 december 2021 verzocht klaagster via een email-consult om een herhaalrecept
voor zure
oordruppels met triamcinolon in verband met terugkerende eczeem in haar oor. Verweerster
heeft het
herhaalrecept uitgeschreven en een vangnetadvies gegeven.
3.3 Op 6 januari 2022 belde klaagster naar de praktijk omdat de oordruppels onvoldoende
hielpen.
Naar aanleiding hiervan is klaagster op 10 januari 2022 op consult geweest bij huisarts
E. Deze
huisarts heeft toen het oor van klaagster onderzocht en zag geen afwijkingen. Hij
schreef klaagster
Mometason neusspray voor onder de diagnose dysfunctionele tuba klachten.
3.4 Op 15 april 2022 kwam klaagster op consult bij een huisarts in opleiding van
de
huisartsenpraktijk omdat haar klachten niet overgingen. De huisarts in opleiding heeft
het volgende
in het dossier genoteerd:
“S: Sinds oktober een verstopte neus links. Wisselend doorzichtig en groen snot. Ook
pijnklachten
aan de neus sinds een wondje in oktober na zichzelf gekrabt te hebben en periode drukkend
gevoel op
sinussen en hoofdpijn, maar dat is nu over. Geen seizoensgebonden klachten, geen duidelijke
allergische component. Geen koorts gehad. Mometason neusspray gebruikt sinds januari,
geen effect.
O: Linker neusgat verminderd doorgankelijk, gezwollen slijmvliezen. Septum mediaan.
Rechts gb. Geen
kloppijn sinussen. T 36.4.
E: R08.00 Neuspassageklachten
P: Verwijzing KNO arts gezien persisterende klachten ondanks mometason.”
Tevens noteerde de huisarts in opleiding:
“S: Houdt klachten van linker gehoorgang, komt viezigheid uit, schilfers. Jeuk en
pijn met
regelmatig druk en kloppend gevoel. Druppels van eerder hebben eigenlijk nauwelijks
geholpen, is
daar na 3 weken mee gestopt. Geen koorts gehad.
O: AS: schilfers en debris in gehoorgang, rode en minimaal gezwollen gehoorgang. Nauwe
meatus. TV
iets ingetrokken. AD: gb.
E: H70.00 Otitis externa
P: Via ZorgDomein verwezen naar Laboratorium(…)
Opnieuw druppelen met zure druppels + triamcinolon, kweek gehoorgang afgenomen incl
kweek op gisten
(…)”
3.5 Uit de kweek bleek dat sprake was van de Staphylococcus aureus bacterie. Er
werden geen
gisten gevonden. Huisarts E heeft op 25 april 2022 op basis hiervan sofradexdruppels
voorgeschreven.
3.6 Op 20 mei 2022 stuurde klaagster een e-mail naar de praktijk. Klaagster hoorde
gekraak in
haar oor en haalde met een wattenstaafje drie ‘zeer ongewone zaken’ uit haar oor.
Klaagster is naar
aanleiding van het bericht gebeld voor het maken van een afspraak diezelfde dag voor
het uitspuiten
van het oor. De assistente heeft klaagster behandeld. Klaagster gaf aan dat zij dacht
dat er
beestjes uit haar oor waren gekomen. Over het consult is het volgende genoteerd:
“S: oor beoordeeld.
O: is erg goed schoon geen afwijkingen te zien. bdz TV intakt. wel li uitgespoten
om dat mw graag
het idee van schonen oren zonder beestjes wil.
P: indien ndoig weer bespreken met ha.”
3.7 Op 14 september 2022 stuurde klaagster e-mail naar de huisartsenpraktijk. Haar
hulpvraag was:
“er is nooit een verband gelegd tussen de val op mijn hoofd (links)
waarbij vlak het gebied achter mijn oor is ingedeukt ligt daar de oorzaak en is dat
wellicht een
uitgangspunt voor een oplossing?” Naar aanleiding hiervan is klaagster uitgenodigd voor een consult
bij verweerster.
3.8 Op 30 september 2022 vond het consult plaats. Verweerster heeft het oor van
klaagster
onderzocht en zag een duidelijk beeld van otitis externa. Zij heeft hiervoor zure
oordruppels met
triamcinolon voorgeschreven. Ook zag zij een beeld van eczeem aan de buitenkant van
het oor.
Klaagster vertelde dat zij last had van schilfers bij haar wenkbrauwen en neusvleugels.
Verweerster
dacht hierbij aan seborrhoïsch eczeem. Dit zou ook een mogelijke verklaring kunnen
zijn voor de
recidiverende oorklachten. Verweerster schreef triamcinolon zalf voor tegen het eczeem.
Ook
adviseerde zij vaseline te smeren als onderhoud. Als de schilfers bij klaagster ook
bij haar
wenkbrauwen, wangen of hoofdhuid zouden zitten, dan moest klaagster weer contact opnemen.
3.9 Op 8 november 2022 stuurde klaagster een e-mail. Zij meldde dat de
oorontsteking was verdwenen. Het schoonhouden van het oor door middel van vaseline
hielp niet.
Daarom heeft ze een busje oorspray gekocht en zo nodig gebruikte ze dat. Verder meldde
ze dat het
probleem in haar neus nog aanwezig was. Zij dacht dat het probleem misschien door
een schimmel kwam
en vroeg of een medicinale shampoo zou kunnen helpen. Huisarts F heeft klaagster naar
aanleiding
van de e-mail gevraagd of zij al bij de KNO-arts was geweest. Klaagster antwoordde
dat zij een afspraak zou maken met verweerster.
3.10 Op 15 november 2022 kwam klaagster bij op consult bij huisarts F in verband
met jeuk op haar
hoofdhuid, een wondje in haar neus en een plekje in haar
mondhoek. Deze huisarts heeft vervolgens mupirocine neuszalf, een corticosteroïd shampoo
en
fusidinezuur voorgeschreven.
3.11 Op 10 januari 2023 bezocht klaagster het spreekuur van verweerster. Verweerster
heeft toen
uitgelegd dat de seborrhoïsch eczeem die zij heeft geconstateerd losstaat van de
neuspassageklachten, omdat seborrhoïsch eczeem geen neuspassageklachten veroorzaakt.
Klaagster
vertelde dat zij zich niet serieus genomen voelde en graag een nieuwe kweek wilde
laten afnemen.
Verweerster heeft in het oor van klaagster gekeken en zag geen reden voor een nieuwe
kweek. Verder
heeft zij klaagster erop gewezen dat zij alsnog naar de KNO-arts moest gaan.
3.12 Klaagster is op 27 januari 2023 bij de KNO-arts geweest. De conclusie van de
KNO-arts was:
“Recidiverende rhinitisklachten Verdenking tubadysfunctie AS”
3.13 Op 17 april 2023 heeft klaagster zich als patiënt uitgeschreven bij de praktijk.
4. De klacht en de reactie van de huisarts
4.1 Klaagster verwijt verweerster in de kern dat zij haar klachten niet serieus
heeft genomen dan
wel dat zij niet adequaat heeft gehandeld. Klaagster noemt als voorbeeld dat er niet
serieus werd
ingegaan op het verhaal dat zij een vlieg uit haar oor had gehaald die mogelijk een
bacteriële
infectie had veroorzaakt.
4.2 Verweerster heeft het college verzocht de klacht ongegrond te verklaren.
4.3 Het college gaat hieronder verder in op de standpunten van partijen.
5. De overwegingen van het college
De criteria voor de beoordeling
5.1 De vraag is of verweerster de zorg heeft verleend die van haar verwacht mocht
worden. De norm
daarvoor is een redelijk bekwame en redelijk handelende huisarts. Bij de beoordeling
wordt rekening
gehouden met de voor de huisarts geldende beroepsnormen en andere professionele standaarden.
Verder
geldt het uitgangspunt dat zorgverleners alleen tuchtrechtelijk verantwoordelijk zijn
voor hun
eigen handelen.
Inhoudelijke beoordeling
5.2 Verweerster stelt dat zij de klachten van klaagster wel serieus heeft genomen.
Zij heeft
klaagster tweemaal gezien op 30 september 2022 en 10 januari 2023 en steeds goed naar
klaagster en
haar hulpvraag geluisterd. Verweerster kan zich niet herinneren dat er is gesproken
over de vlieg
die klaagster uit haar oor had gehaald.
5.3 Het college stelt vast dat verweerster op 30 september 2022 een adequaat beleid
heeft
uitgezet voor de klachten van klaagster. Zij heeft oordruppels voorgeschreven voor
de otitis
externa en triamcinolon tegen het eczeem. Dit zijn beide passende behandelingen voor
deze klachten.
Op 10 januari 2023 heeft verweerster ook adequaat gehandeld door klaagster te wijzen
op de eerdere
verwijzing naar de KNO-arts. Er was geen indicatie om opnieuw een kweek af te nemen
alvorens de
klachten te laten onderzoeken door de KNO-arts. Het college kan niet vaststellen wat
klaagster aan
de huisarts heeft verteld over de vlieg in haar oor. Het is vervelend dat klaagster
zich niet
serieus genomen voelt, maar hiervan kan verweerster geen verwijt worden gemaakt. Haar
behandelbeleid is op beide momenten adequaat geweest. Voor het handelen van de andere
huisartsen is
zij niet verantwoordelijk. De klacht is ongegrond.
Slotsom
5.4 Uit de overwegingen hiervoor volgt dat de klacht kennelijk ongegrond is.
6. De beslissing
De klacht is kennelijk ongegrond.
Deze beslissing is gegeven op 21 mei 2024 door W.A.H. Melissen, voorzitter, R.E. van
Hellemondt,
lid-jurist, V.M. Schijf, I. Weenink en J.W. Sollie, leden-beroepsgenoten,
bijgestaan door E.A. Weiland, secretaris.