Zoekresultaten 14701-14750 van de 44989 resultaten

  • ECLI:NL:TAHVD:2019:117 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190109

    Klaagster heeft bij de deken een verzoek ingediend tot aanwijzing van een advocaat, welk verzoek is geweigerd. Het hof overweegt dat klaagster niet voldoet aan het op grond van artikel 13, eerste lid van de Advocatenwet geldende vereiste voor aanwijzing dat sprake moet zijn van een zaak waarin vertegenwoordiging door een advocaat is voorgeschreven dan wel bijstand uitsluitend door een advocaat kan geschieden, althans dat sprake is van gegronde redenen voor afwijzing van het verzoek tot aanwijzing. Zoals de deken terecht heeft aangevoerd, waren klaagsters rechten immers gewaarborgd door de – door hem verplichte – indiening van het verweerschrift door haar laatste advocaat, alvorens zij zich mocht onttrekken. Dat klaagster dit verweerschrift, ondanks haar eerdere akkoord hierop, nadien zelf heeft ingetrokken, komt voor haar eigen rekening. Het hof is van oordeel dat de deken het verzoek van klaagster terecht heeft afgewezen en verklaart het beklag ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2019:111 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190002

    Klacht tegen de deken. Voor zover het verzet van klager tegen de voorzittersbeslissing door de raad ongegrond is verklaard, geldt een rechtsmiddelenverbod. Van een schending van een fundamenteel rechtsbeginsel is niet gebleken. Klager is in zoverre niet-ontvankelijk in zijn hoger beroep. Ten aanzien van het klachtonderdeel voor zover het verzet tegen de voorzittersbeslissing gegrond was, is klager ontvankelijk in zijn hoger beroep maar leidt het onderzoek van het hof niet tot een andere beoordeling dan die van de raad: klacht is ongegrond. De deken heeft het vertrouwen in de advocatuur niet geschaad door tijdens een zitting van een klachtzaak van een voormalig cliënt van klager. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2019:118 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190022

    Klacht tegen advocaat wederpartij en het kantoor met wie verweerder (heeft) samen(ge)werkt. Klacht niet-ontvankelijk voor zover deze zich richt tegen het kantoor. Verder is niet gebleken dat verweerder tijdens zijn ziekte niet heeft zorggedragen voor waarneming (en daardoor de zaak heeft vertraagd). Geen strijd met de Voda. Klacht ongegrond. Bekrachtiging beslissing raad.

  • ECLI:NL:TAHVD:2019:91 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190058

    Beklag artikel 13 afgewezen. De deken heeft het verzoek tot aanwijzing van een advocaat mogen afwijzen, omdat klaagster voor één zaak reeds een advocaat heeft en de beide andere zaken blijkens eerdere advisering door een advocaat kansloos zijn.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2019:126 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 19-145 DB/OB

    Klacht deels niet-ontvankelijk ex art. 46g lid 1 sub a Advocatenwet. Klacht voor het overige ongegrond. Niet gebleken van excessief declareren of intimiderende houding jegens klaagster.

  • ECLI:NL:TAHVD:2019:85 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 180290

    Klacht van advocaat in strafzaak dat verweerder bij zijn bezoek aan de gedetineerde cliënt van klaagster in de PI deze cliënt inhoudelijk heeft geadviseerd zonder dossierkennis, zonder van de stand van zaken op de hoogte te zijn en zonder bekend te zijn met het door de cliënt in de procedure ingenomen standpunt. Bezoek van verweerder in de PI vond plaats in kader afwikkeling civiele zaak die verweerder voor de cliënt had gedaan. Door de raad op grond van gedragsregels 17 oud (welwillendheid) en 22 oud (overname van strafzaken) gegrond verklaard met waarschuwing. Het hof vernietigt de uitspraak van de raad en verklaart de klacht ongegrond. Uitgaande van de door verweerder gegeven toelichting was hij in de PI om uitleg te geven over de afloop van een andere kwestie, kreeg hij een vraag over de lopende strafzaak en heeft hij daarop in algemene bewoordingen geantwoord. De toe te passen norm is dat verweerder niet inhoudelijk mocht adviseren over de strafzaak zonder dossierkennis. Het hof kan niet vaststellen dat dit in strijd met die norm wel is gebeurd.

  • ECLI:NL:TAHVD:2019:98 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 180134

    Klacht over eigen advocaat. Niet gebleken is dat verweerder heeft getraineerd of de indruk heeft gewekt dat hij klager kon bijstaan in de cassatieprocedure. Voorts is niet aannemelijk gemaakt dat verweerder een fout heeft gemaakt door een LAT-aanvraag in te dienen gezien de aard van de werkzaamheden die verweerder blijkens de opdrachtbevestiging zou verrichten. Tot slot is de klacht ten aanzien van de specificatie van de declaratie gegrond. Verweerder had declaratie van ruim 1200 euro moeten specificeren naar de aard en de omvang van de feitelijk verrichte werkzaamheden. Gedeeltelijke vernietiging beslissing raad. Klacht gedeeltelijk gegrond. Waarschuwing. Proceskostenveroordeling.

  • ECLI:NL:TAHVD:2019:106 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190071

    Klacht tegen advocaat in hoedanigheid van voorzitter klachtencommissie. Het hof is met de raad van oordeel dat verweerder met zijn handelen het vertrouwen in de advocatuur heeft beschaamd door klager op te roepen voor een zitting zonder eerst zelf kennis te nemen van het toepasselijke klachtenreglement, niet te reageren op e-mails van klager en de voorgeschreven procedure uit het klachtenreglement niet gevolgd. Klacht gegrond. Waarschuwing en proceskostenveroordeling. Bekrachtiging beslissing raad.

  • ECLI:NL:TAHVD:2019:92 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 180308

    Klager is niet-ontvankelijk in zijn beroep, omdat hij het beroepschrift buiten de beroepstermijn heeft ingediend bij het hof

  • ECLI:NL:TAHVD:2019:100 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 180229

    Verweerder is tekortgeschoten in dienstverlening door op enig moment geheel geenwerkzaamheden meer te verrichten en klager daarvan niet op de hoogte te stellen. Door de raad is een waarschuwing opgelegd. Het hof bekrachtigt de beslissing van de raad, maar verzwaart de maatregel tot een berisping, mede gelet op de houding van verweerder ter zitting en op zijn tuchtrechtelijk verleden.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2019:127 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 18-759/DB/LI

    Niet gebleken dat verweerder in een sommatiebrief aan klaagster sub 2 bepaald onwaarachtige stellingen heeft betrokken, die aan de basis hebben gestaan van een door de heer ST tegen klager sub 1 ingediende, evident onwaarachtige klacht. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2019:86 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 180300

    De raad heeft een onderdeel van uitgebreide klacht tegen de advocaat van de wederpartij gegrond verklaard en waarschuwing opgelegd, oordelende dat verweerder een vermoeden van zijn cliënt, waarnaar hij gelet op het verweer van klaagster onderzoek had moeten doen, heeft gepresenteerd als een feit, met bewoordingen die niet gerechtvaardigd werden door de door zijn cliënt verstrekte informatie. Het hof vernietigt de uitspraak en verklaart de klacht ongegrond. Verweerder mocht afgaan op de uitlatingen van zijn cliënt, totdat hem bekend werd dat die informatie niet juist was. Vanaf het moment dat klaagster de onjuistheid van de stelling van verweerder heeft aangetoond heeft verweerder het eerder ingenomen standpunt niet meer gehandhaafd. Wel is het hof van oordeel dat verweerder zich diplomatieker had kunnen uitlaten.

  • ECLI:NL:TAHVD:2019:99 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 180310

    Beklag art. 13 Advocatenwet (verzoek aanwijzing advocaat). Klager heeft tijdens de behandeling van het beklag een advocaat bereid gevonden hem bij te staan en heeft dus geen belang meer bij zijn beklag. Voor zover klager meent dat deze advocaat niet voldoende gespecialiseerd is in echtscheidingsrecht, overweegt het hof dat die advocaat zichzelf kennelijk als voldoende deskundig beschouwt omdat hij de opdracht heeft aangenomen. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2019:107 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190032

    Klacht eigen advocaat. Verweerster heeft afspraken over de wijze waarop door haar bijstand zou worden verleend niet schriftelijk vastgelegd. Verweerster heeft tot in een vrij laat stadium onduidelijkheid laten bestaan of zij klaagster zou vergezellen bij de zitting. Verweerster had, in het bijzonder gelet op de ongebruikelijke aanpak van de zaak, haar voorstellen voor de wijze van bijstand tijdig met klaagster moeten bespreken en schriftelijk dienen te bevestigen. Bekrachtiging beslissing Raad, bekrachtiging waarschuwing. Proceskostenveroordeling.

  • ECLI:NL:TAHVD:2019:93 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 180217

    Klacht over eigen advocaat. Klager verwijt verweerster dat zij niet heeft gehandeld c.q. opgetreden, waar zij dat wel had moeten doen en vindt dat verweerster ondeskundig heeft gehandeld door de civiele weg in te slaan in plaats van klager naar een strafrechtadvocaat te verwijzen. Verweerster heeft als advocaat van klager een grote mate van vrijheid om de belangen van klager te behandelen op de wijze die haar goed dunkt. Verweerster is binnen die vrijheid gebleven en heeft niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld. Klachten ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2019:101 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 180170

    Klacht tegen advocaat wederpartij over onder meer in het geding brengen van vervalste stukken, misleiding rechterlijke macht, misbruik van procesrecht. Ongegrond. Bekrachtiging beslissing raad.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2019:128 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 19-042/DB/LI

    Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2019:87 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190073

    Beklag artikel 13 Advocatenwet. Bij een procedure voor de kantonrechter is rechtsbijstand van een advocaat niet vereist. Beklag ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2019:108 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190066

    Feitelijke onjuistheden in beslagverzoek. Ten onrechte opgenomen dat geen verweer bekend was en dat klager een zware tuchtrechtelijke maatregel was opgelegd. Dat laatste is tevens onnodig grievend. Bekrachtiging beslissing raad, waarschuwing, proceskostenveroordeling.

  • ECLI:NL:TAHVD:2019:94 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 180125

    Klacht over eigen advocaat. Verweerder is opgetreden in een cassatieprocedure waarin hij klager en diens ex-partner als gezamenlijke procespartij bijstond. In een andere kwestie heeft verweerder klager geschreven dat de ex-partner van klager hem had meegedeeld dat klager bezig was inbeslaggenomen inboedelzaken te verkopen en dat hij geen reden had om te veronderstellen dat die mededeling van de ex-partner onjuist was. Het hof is van oordeel dat de raad de klacht terecht gegrond heeft verklaard. Verweerder heeft met zijn handelen blijk gegeven van vooringenomenheid. Daar voegt het hof aan toe dat voor iedere advocaat dezelfde betamelijkheidsnorm geldt ongeacht of die op basis van toevoeging of betaling optreedt. Bekrachtiging beslissing raad. Waarschuwing. Proceskostenveroordeling

  • ECLI:NL:TAHVD:2019:102 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 180171

    Klacht tegen advocaat wederpartij over onder meer in het geding brengen van vervalste stukken, misleiding rechterlijke macht, misbruik van procesrecht. Ongegrond. Bekrachtiging beslissing raad.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2019:129 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 18-1005 DB/ZWB

    Niet gebleken dat verweerster feiten heeft gepresenteerd en stellingen heeft ingenomen waarvan zij wist, althans had moeten weten, dat deze onjuist waren. Niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door in de kop van het verzoekschrift een onjuist lidnummer te noemen, nu deze verschrijving niets afdeed aan de inhoud van het stuk en klagers advocaat het verzoek heeft opgevat zoals het was bedoeld. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2019:88 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190078

    Beklag artikel 13 Advocatenwet. Deken heeft verzoek om aanwijzing advocaat afgewezen omdat voor de bewuste procedures geen bijstand van een advocaat vereist is. Voor zover verzoeker om aanwijzing heeft gevraagd voor een “gezondheidsrechterlijke kwestie”, heeft de deken dit verzoek bij gebrek aan verdere informatie afgewezen. Beklag ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2019:95 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 180127

    Ontvankelijkheid: Nederlandse vertaling van beroepschrift na beroepstermijn maar binnen termijn brief griffie ontvangen. Ontvankelijk. Klacht over eigen advocaat. Dat verweerder agressief en brutaal zou hebben gereageerd in een gesprek is niet komen vast te staan en dus ongegrond. Verweerder heeft zich niet op een ongelegen moment te kennen gegeven dat zijn kantoor niet langer werkzaamheden zou verrichten. Er was nog voldoende tijd voor dossieroverdracht en dit is tijdig gebeurd. Verder is klaagster – itt wat de raad heeft geoordeeld - ontvankelijk in haar klacht over de kantoorvestiging in Düsseldorf omdat zij aannemelijk heeft gemaakt dat zij juist om die reden dit kantoor heeft uitgekozen. Deze klacht is ongegrond, nu verweerder voldoende gemotiveerd en onderbouwd heeft dat dit geen brievenbusfirma maar een daadwerkelijke vestiging van kantoor was. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2019:103 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 180135

    Klacht tegen eigen advocaat. Klagers niet-ontvankelijk voor zover beroep gericht tegen gegrond verklaard klachtonderdeel. Hof bekrachtigt beoordeling raad ten aanzien van excessief declareren, omdat de tuchtrechter dit marginaal toetst. Over de klacht dat verweerder ontoelaatbare druk heeft uitgeoefend bij de totstandkoming van de vaststellingsovereenkomst en dat verweerder ten onrechte niet heeft gewezen op de toepasselijke financiële regelingen heeft de raad ten onrechte niet beslist. Het hof is van oordeel dat niet is vast te stellen dat verweerder ontoelaatbare druk uitoefent, nu partijen hierover een verschillende lezing geven. Dat verweerder niet heeft gewezen op financiële regelingen is niet verwijtbaar omdat ten tijde van het sluiten van de vaststellingsovereenkomst nog geen sprake was van een declaratiegeschil. Klacht ongegrond. Bekrachtiging beslissing raad. Geen proceskostenveroordeling in hoger beroep.

  • ECLI:NL:TAHVD:2019:89 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 180338

    Beklag ex artikel 5 Advocatenwet (weigering verzoek inschrijving op tableau). Het hof is van oordeel dat sprake is van gegronde vrees dat verweerder in de toekomst inbreuk zal maken op wet- en regelgeving of tuchtrechtelijk verwijtbaar zal handelen, omdat hij bij zijn (tweede) verzoek om inschrijving blijk heeft gegeven van handelen waarvoor hij eerder tuchtrechtelijk veroordeeld is: nonchalance, onzorgvuldigheid en slordigheid. De stukken bij zijn verzoek zijn incompleet dan wel incorrect en de financiën lijken niet op orde. Daarbij is op basis van de begroting en het businessplan onvoldoende duidelijk hoe verweerder zijn praktijk denkt op te bouwen en vorm te geven. Ook is het kantoor waar verweerder zijn praktijk denkt onder te brengen niet met concrete toezeggingen gekomen over de zaakinstroom van verweerder noch over de duurzaamheid van de beoogde samenwerking. Beklag ongegrond

  • ECLI:NL:TADRSHE:2019:130 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 19-469/DB/OB

    Het staat een advocaat vrij om in het belang van -de ontwikkeling van- de kinderen de transgender identiteit aan de orde te stellen. Geen sprake van discriminatie. Advocaat mag bewijsstukken waaronder niet aan hem gerichte emails in het geding brengen. Klacht over advocaat/client relatie van de wederpartij is kennelijk niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TAHVD:2019:96 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 180174

    Klacht over eigen advocaat. Verweerder heeft zich voldoende ingespannen door de uitgever tweemaal aan te schrijven en die door te sturen aan klaagsters en klaagsters te adviseren een registeraccountant onderzoek te laten doen. Nu klaagsters dit advies afwezen stond het verweerder vrij een civiele procedure te ontraden. Niet gebleken is dat verweerder tekort is geschoten in zijn zorg jegens zijn cliënten. Klacht ongegrond. Gedeeltelijke vernietiging (t.a.v. gegrondverklaring en maatregel).

  • ECLI:NL:TAHVD:2019:104 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190007

    Klacht over eigen advocaat. De termijn ex art. 46g Advw is verstreken. Er is meer dan drie jaar verstreken sinds het handelen van verweerder op het moment dat klaagster haar klacht heeft ingediend. Klaagster is niet-ontvankelijk in haar klacht.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2019:131 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 19-434 DB/LI

    Klacht deels niet-ontvankelijk ogv art. 46g Advocatenwet wegens verstrijken van de daar genoemde termijn en deels kennelijk ongegrond wegens ontbreken feitelijke grondslag.

  • ECLI:NL:TAHVD:2019:90 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 180279

    Klacht over eigen advocaat. Appel alleen ingesteld door klaagster, onvoldoende gebleken dat klager sub 2 ook in appel is gekomen. Klacht deels niet-ontvankelijk omdat de klacht ziet op gedragingen in 2013 en de klacht is ingediend in 2017. Klacht voor het overige ongegrond. De kantonrechter heeft de vordering van verweerders kantoor ter zake van de openstaande declaratie toegewezen. Dat verweerder ten onrechte een incassoprocedure aanhangig heeft gemaakt en in die procedure onwaarheden heeft verkondigd en valsheid in geschrifte heeft gepleegd is niet gebleken. Deels niet-ontvankelijk, deels ongegrond. Bekrachtiging beslissing raad.

  • ECLI:NL:TAHVD:2019:97 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 180134

    Herstelbeslissing. Per abuis was in het dictum tweemaal een reiskosten veroordeling opgenomen en geen griffierecht opgenomen.

  • ECLI:NL:TAHVD:2019:105 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 180339

    Klacht tegen advocaat wederpartij. Dat verweerster in de verdelingsprocedure heeft gesteld dat sprake is van een schuur en in de pachtprocedure heeft gesteld dat slechts sprake is van een overkapping betekent niet dat zij bewust de feiten heeft verdraaid nu de kwalificatie pas relevant werd in de pachtprocedure. Evenmin onnodig grievend uitgelaten. Ongegrond. Bekrachtiging beslissing raad.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:232 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.114

    De klacht heeft betrekking op de overleden broer van klager. Klager maakt bezwaar tegen de weigering het medisch dossier van zijn broer aan hem over te dragen. Het Regionaal Tuchtcollege heeft klager niet ontvankelijk verklaard in zijn klacht. Het Centraal Tuchtcollege heeft het beroep van klager verworpen.

  • ECLI:NL:TGDKG:2019:130 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/644437 / DW RK 18/122

    Klacht gegrond. Maatregel: geldboete. Klaagster beklaagt zich er over dat de gerechtsdeurwaarder misbruik van recht heeft gemaakt door beslag te leggen op de beheer –en leefgeldrekening van cliënte van klaagster, omdat de gerechtsdeurwaarder wist dat de rekening uitsluitend uit een bron werd gevoed waarvoor een beslagvrije voet van toepassing was.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2019:148 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-074

    Deels gegronde klacht tegen een psychiater. Met betrekking tot het tweede fraudeonderzoek heeft beklaagde met enkel de e-mail niet adequaat gereageerd op de verzoeken van klaagster ter zake. In zoverre heeft beklaagde geen medewerking verleend aan dit tweede onderzoek. Overige klachten ongegrond. Klacht deels gegrond zonder oplegging van een maatregel, voor het overige ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:227 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2018.454

    Klacht tegen arts. Klager klaagt namens zijn overleden broer die, nadat de palliatieve chemo therapie werd gestaakt toen er progressie bleek van de eerder gediagnosticeerde alvleesklierkanker, met verweerder naar Italië is afgereisd in verband met een alternatieve behandelmethode. Klager verwijt verweerder met patiënt een behandelrelatie te zijn aangegaan, hem valse hoop op genezing te hebben gegeven en patiënt – kort gezegd – in een situatie te hebben gebracht waarin adequate medische zorg ontbrak waardoor het lijden van patiënt in de laatste fase van zijn leven onnodig is toegenomen. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht gedeeltelijk gegrond verklaard en verweerder ter zake van het gegrond verklaarde deel het recht ontzegd om weer in het BIG-register te worden ingeschreven, en aan verweerder, voor het geval deze zich vóór het onherroepelijk worden van de beslissing weer in het BIG-register heeft laten inschrijven, de maatregel van doorhaling in het register opgelegd, en publicatie van de beslissing gelast. Het Centraal Tuchtcollege oordeelt over één klachtonderdeel anders en verklaart dat deel ongegrond maar verwerpt het beroep van verweerder voor het overige. Het Centraal Tuchtcollege acht de door het Regionaal Tuchtcollege opgelegde maatregel passend en geboden.

  • ECLI:NL:TGDKG:2019:131 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/667181 / DW RK 19/273

    Beslissing op verzet. Klaagster zijn van mening dat de gerechtsdeurwaarders opzettelijk en welbewust beslag hebben gelegd op de inboedel van klager sub 2 en de laptop van haar werkgever, terwijl de vordering waarvoor het beslag is gelegd, een schuld betreft van de bij klager sub 2 inwonende klager sub 1. Voorts zou er sprake zijn van disproportioneel boedelbeslag. De kamer is het eens met de beslissing van de voorzitter en verklaart het verzet derhalve ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2019:149 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-084

    Gegronde klacht tegen een psychiater. Het declareren van niet verleende zorg leidt ertoe dat ten onrechte gelden aan de gezondheidszorg worden onttrokken en is in zoverre in strijd met het algemeen belang, gelegen in een goede uitoefening van de individuele gezondheidszorg. In strijd met de voor zorgverleners geldende verplichtingen, neergelegd in artikel 7:754 BW, heeft beklaagde jarenlang nagelaten zorgvuldig de patiëntendossiers bij te houden. Verder heeft beklaagde niet meegewerkt aan verschillende fraudeonderzoeken. Doorhaling inschrijving BIG-register en schorsing inschrijving bij wijze van voorlopige voorziening.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:228 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2018.483

    Klacht tegen psychotherapeut. Klager is gedurende een periode van bijna acht maanden bij een psychotherapeut in behandeling geweest waarna hij de behandeling heeft beëindigd. Na het behandeltraject heeft klager jegens verweerster herhaaldelijk zowel schriftelijk als verbaal zijn onvrede geuit over de behandeling. Klager heeft een vijftal klachten ingediend over de wijze waarop de behandeling is verlopen. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege heeft de beslissing van het Regionaal Tuchtcollege bevestigd.

  • ECLI:NL:TGDKG:2019:132 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/641031 / DW RK 17/1253

    Klacht (gedeeltelijk) gegrond. Geen maatregel. De gerechtsdeurwaarder is slordig geweest met het terugbetalen van geinde bedragen (nadat het beslag was opgeheven), maar van opzet is geen sprake geweest.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2019:150 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-056

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een psychiater. Het advies van beklaagde om klager dwangbehandeling op de te leggen acht het College verdedigbaar. Het is juist de bedoeling van de maatregel dat de medicatie van klager wordt verhoogd en aangepast en dat bloed wordt geprikt om zijn bloedspiegels te controleren. De klacht dat beklaagde de maatregel daarvoor misbruikt kan dan ook niet gegrond worden verklaard. Overige klachtonderdelen eveneens ongegrond. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:229 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.003

    Klacht tegen huisarts. De klacht heeft betrekking op de, inmiddels overleden, moeder van klaagster. Patiënte kwam met aanhoudende nekklachten meermalen op consult bij verweerster en haar collega. Na verwijzing op verzoek van patiënte bleek uiteindelijk sprake te zijn van uitgezaaide longkanker. Klaagster verwijt verweerster dat zij niet zorgvuldig heeft gehandeld en de pijnklachten van patiënte niet serieus heeft genomen. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster.

  • ECLI:NL:TGDKG:2019:133 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/646837 / DW RK 18/213

    Klacht gegrond. Maatregel: geldboete. De gerechtsdeurwaarders hebben op geen enig moment uitvoering hebben gegeven aan hun eigen verantwoordelijkheid door vast te stellen of de titel voldoende grondslag bood voor het te geven bevel tot betaling.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2019:151 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-059

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een huisarts. Het College is van oordeel dat beklaagde klaagster tijdens de visite zorgvuldig heeft onderzocht en dat de verschijnselen die zij toen vertoonde geen duidelijke aanwijzingen vormden voor een (dreigend) herseninfarct. Uitgaande van die bevindingen was het advies om te rusten en bij verslechtering opnieuw contact op te nemen op dat moment adequaat. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2019:134 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/646533 DW RK 18/202

    Klacht (gedeeltelijk) gegrond. Maatregel: waarschuwing. De gerechtsdeurwaarder heeft niet adequaat gereageerd op de brieven van klager.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:230 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.009

    Klacht tegen jeugdarts. Klagers verwijten verweerster dat zij zonder toestemming van klagers contact heeft opgenomen met de behandelaren van hun zoon, zonder toestemming die informatie heeft gedeeld met de school van hun zoon en voorts dat zij zowel de door de dermatoloog verstrekte informatie als de term reguliere school onjuist heeft vertaald. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Met hun beroep richten klagers zich alleen op de ongegrondverklaring van de laatste twee onderdelen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt dit beroep.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2019:152 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-114

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een huisarts. Uit het dossier blijkt dat in februari 2018 reeds aandacht was besteed aan de medicatie van de patiënt. Beklaagde heeft in april 2018 geen aanleiding behoeven te zien om de medicatie van patiënt (opnieuw) te controleren. Ook wat betreft de overige klachtonderdelen treft beklaagde geen tuchtrechtelijk verwijt. Klacht kennelijk ongegrond

  • ECLI:NL:TGDKG:2019:129 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/645015 DW RK 18/142

    Klacht ongegrond. Klager beklaagt zich er over dat de gerechtsdeurwaarder de dagvaarding niet aan zijn adres heeft betekend, met als gevolg dat hij zich niet heeft kunnen verdedigen bij de rechtbank.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:231 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.030

    Klacht tegen klinisch psycholoog. Klager is bekend binnen de geestelijke gezondheidszorg en is enige tijd door verweerder behandeld bij een expertisecentrum voor autisme. Na het vertrek van verweerder is klager door een opvolgend behandelaar verwezen naar een FACT-wijkteam. De klacht houdt in dat verweerder een onjuiste diagnose heeft gesteld, op grond waarvan hij heeft geadviseerd klager door te verwijzen naar een FACT-team voor verdere begeleiding en dat klager ten onrechte niet bij de besluitvorming tot verwijzing is betrokken. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege heeft de beslissing van het Regionaal Tuchtcollege bevestigd.